gepubliceerd op 11 mei 2020
Verslag over de werking van de centrale voor kredieten aan particulieren. - Jaar 2019 1. Overzicht van de geregis(...) 1.1. Inhoud van het bestand De Centrale voor kredieten aan particulieren, die werd opgericht in (...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
Verslag over de werking van de centrale voor kredieten aan particulieren. - Jaar 2019 (Opgesteld door de Nationale Bank van België overeenkomstig de bepalingen van artikel VII.157 van het Wetboek van economisch recht) 1. Overzicht van de geregistreerde inlichtingen 1.1. Inhoud van het bestand De Centrale voor kredieten aan particulieren, die werd opgericht in het kader van het beleid ter voorkoming van overmatige schuldenlast, registreert alle overeenkomsten inzake consumentenkredieten en hypothecaire kredieten die door natuurlijke personen om privé-doeleinden worden afgesloten, evenals de eventuele betalingsachterstanden die eruit voortvloeien.
Daarnaast worden ook de berichten van collectieve schuldenregeling in de Centrale geregistreerd.
De kredietgevers moeten de Centrale verplicht raadplegen alvorens een krediet toe te kennen en krijgen op die manier een vollediger beeld van de financiële verbintenissen en de kredietwaardigheid van de potentiële kredietnemers.
Eind 2019 bevatte het bestand van de Centrale gegevens over 6 230 295 personen en 10 813 363 kredietovereenkomsten.
Er stonden respectievelijk 366 691 wanbetalers en 488 781 achterstallige kredietovereenkomsten geregistreerd. Het totale achterstallige bedrag bedroeg 2,7 miljard EUR, hetzij gemiddeld 3 348 EUR per consumentenkrediet en 38 422 EUR per hypothecair krediet. 1.2. Evolutie van het aantal geregistreerde contracten en personen De evolutie van het aantal geregistreerde kredietovereenkomsten en personen kan als volgt worden samengevat (toestand op het einde van het jaar):
Contracten/ Contrats
Personen / Personnes
Totaal /Total
waarvan achterstallig
Totaal / Total
waarvan met achterstallige contracten
dont défaillants
dont avec contrats défaillants
2015
11 248 748
547 515
6 231 065
364 385
2016
11 299 140
555 936
6 256 394
370 701
2017
11 246 316
541 114
6 263 062
363 573
2018
11 136 334
521 878
6 270 641
354 879
2019
10 813 363
488 781
6 230 295
336 691
In de loop van het jaar werden 1 490 250 nieuwe kredietovereenkomsten geregistreerd. Het aantal nieuwe kredietopeningen daalt opnieuw sterk (- 17,8 %), net zoals het aantal nieuwe verkopen op afbetaling (- 15,2 %). Bij de leningen op afbetaling is er een groei van 0,9 %. Het aantal nieuwe hypothecaire kredieten ten slotte stijgt met 29,8 % tegenover 2018. Dit is vooreerst het gevolg van een toename met 87,8 % van het aantal herfinancieringen, die in de Centrale als nieuwe leningen worden geregistreerd. Meer dan één op vier nieuwe hypothecaire kredieten betreft een herfinanciering. Daarnaast werden ook 16,9 % meer hypothecaire kredieten gemeld die niet het voorwerp van een herfinanciering uitmaken. Het effect van de aangekondigde afschaffing van de woonbonus in Vlaanderen, nl. een verhoogde activiteit op de woningmarkt, is duidelijk zichtbaar in de cijfers van het laatste trimester: het aantal nieuwe hypothecaire kredieten, herfinancieringen niet meegerekend, ligt 69,1 % hoger dan in dezelfde periode in 2018.
In 2019 werden 134 610 nieuwe betalingsachterstanden in de Centrale geregistreerd. Voor 125 852 kredieten (+ 1,8 % in vergelijking met 2018) was het de eerste keer dat er een wanbetaling werd gemeld.De toename doet zich voor bij de hypothecaire kredieten (+ 3,3 %), de leningen op afbetaling (+ 16,3 %) en de verkopen op afbetaling (+ 94,7 %), terwijl er een daling is bij de kredietopeningen (- 14,4 %). Deze vaak opvallende evoluties zijn deels het natuurlijke gevolg van een stijging of daling van de kredietproductie zelf voor die kredietvorm.
Het is logisch dat, wanneer het aantal nieuw toegekende kredieten gedurende een bepaalde periode stelselmatig afneemt, ook het aantal wanbetalingen dat daaruit resulteert in de daaropvolgende jaren, lager ligt. Dit is in het bijzonder het geval voor de kredietopeningen en geldt in omgekeerde zin ook in belangrijke mate voor de leningen op afbetaling. Bij de verkopen op afbetaling daarentegen is de stijging zo goed als volledig te wijten aan een technisch probleem bij één kredietgever, waardoor een groot deel van de wanbetalingen die zich in 2018 hebben voorgedaan, pas in 2019 gemeld werden.
Het aantal achterstallige kredietovereenkomsten neemt voor het derde opeenvolgende jaar af. Eind 2019 staan er 488 781 wanbetalingen geregistreerd, hetgeen overeenkomt met een daling van 6,3 % tegenover 2018. Deze positieve evolutie doet zich voor bij de verkopen op afbetaling (- 1,7 %) en de kredietopeningen (- 11,5 %).Bij de leningen op afbetaling (+ 1,0 %) en de hypothecaire kredieten (+ 0,5 %) is er een lichte toename. Een groot deel van de daling bij de kredietopeningen is het gevolg van de wettelijke verhoging van de minimumdrempel van 25 euro naar 50 euro voor de eerste registratie van een betalingsachterstand, die op 1 april 2019 in voege is getreden.
Deze wijziging diende eveneens te worden toegepast op de reeds geregistreerde wanbetalingen en leidde zo tot de schrapping van 17 834 betalingsachterstanden die nooit hoger zijn geweest dan 50 euro. Maar zelfs wanneer deze schrappingen buiten beschouwing worden gelaten, daalt het aantal achterstallige kredietovereenkomsten met 2,9 %.
Een gedetailleerde verdeling van het aantal personen volgens het aantal geregistreerde kredietovereenkomsten wordt in de volgende tabellen weergegeven: Alle contracten Aantal personen geregistreerd voor
2018
%
2019
%
1 contract / contrat
2 300 642
36,7
2 323 755
37,3
2 contracten / contrats
1 545 643
24,6
1 555 301
25,0
3 contracten / contrats
1 033 558
16,5
1 021 743
16,4
4 contracten / contrats
636 460
10,1
616 786
9,9
5 contracten of meer / contrats ou plus
754 338
12,0
712 710
11,4
Achterstallige contracten Aantal personen geregistreerd voor
2018
%
2019
%
1 achterstallig contract / contrat défaillant
216 532
61,0
207 208
61,5
2 achterstallige contracten / contrats défaillants
76 074
21,4
72 387
21,5
3 achterstallige contracten / contrats défaillants
34 425
9,7
32 150
9,5
4 achterstallige contracten / contrats défaillants
15 726
4,4
14 077
4,2
5 achterstallige contracten of meer / contrats défaillants ou plus
12 122
3,4
10 869
3,2
1.3. Evolutie van het aantal bijwerkingen In 2019 heeft de Centrale ongeveer 5 miljoen bijwerkingen verwerkt. In 1,5 miljoen gevallen ging het om de registratie van een nieuwe kredietovereenkomst. De bijwerkingen werden uitgevoerd door ongeveer 200 deelnemers. 1.4. Collectieve schuldenregelingen Personen die geconfronteerd worden met overmatige schuldenlast of ernstige financiële moeilijkheden kunnen beroep doen op de procedure van collectieve schuldenregeling. In dat kader werd de Centrale voor kredieten aan particulieren er door de wetgever mee belast bepaalde gegevens met betrekking tot deze regelingen te centraliseren. Naast de identificatiegegevens van de persoon die de regeling geniet, registreert de Centrale ook de datums van de belangrijkste stappen in de procedure zoals bijvoorbeeld de datum van de beslissing van toelaatbaarheid van de collectieve schuldenregeling en de begin- en einddatum van de aanzuiveringsregeling. De inlichtingen worden meegedeeld door de arbeidsrechtbanken en de schuldbemiddelaars, via het Centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht, collectieve schuldenregeling en protest.
De arbeidsrechtbanken hebben het voorbije jaar 12 399 nieuwe aanvragen tot collectieve schuldenregeling toelaatbaar verklaard, een daling met 0,5 % in vergelijking met 2018.
Op het einde van het jaar staan in de Centrale 83 374 lopende procedures geregistreerd (- 6,4 %), waarvan 56,5 % ook met een minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregeling. In de andere dossiers hebben de rechtbanken en schuldbemiddelaars nog geen melding gedaan van een aanzuiveringsregeling.
Naarmate de datum van de beslissing echter meer in het verleden ligt, kan verondersteld worden dat ofwel geen aanzuiveringsregeling bereikt is maar de procedure toch niet werd afgesloten, ofwel de bereikte aanzuiveringsregeling niet gemeld werd door de rechtbank en/of schuldbemiddelaar. In beide gevallen is de impact van deze onvolledige registratie voor de consument zeer ingrijpend. Aangezien de collectieve schuldenregeling immers pas uit de Centrale verdwijnt na afloop van de aanzuiveringsregeling, betekent dit dat bij het ontbreken van informatie hierover, de consument toch vermeld blijft, zelfs indien zijn aanzuiveringsregeling in werkelijkheid reeds beëindigd zou zijn. Op dat ogenblik voldoet de registratie niet langer aan de wettelijke voorwaarden. Bovendien loopt de consument het risico dat hem de toegang tot krediet ontzegd blijft.
Ten slotte dient opgemerkt te worden dat de problematiek van de overmatige schuldenlast zich niet beperkt tot het krediet: 34,2 % van de personen doet een beroep op de procedure van collectieve schuldenregeling zonder met een achterstallige kredietovereenkomst geregistreerd te zijn. Consumenten kampen immers vaak ook met andere betalingsmoeilijkheden, zoals bijvoorbeeld schulden met betrekking tot gezondheidszorg, energiefacturen, telefoon, huur of fiscale schulden. 2. Aantal raadplegingen De kredietgevers zijn wettelijk verplicht het bestand van de Centrale te raadplegen vóór de toekenning van een krediet dat valt onder het toepassingsgebied van artikel VII.148 van het Wetboek van economisch recht. De evolutie van het aantal individuele raadplegingen, het percentage antwoorden dat personen betreft die geregistreerd zijn zonder betalingsachterstand en het percentage antwoorden dat personen betreft die geregistreerd zijn met een betalingsachterstand, worden opgenomen in volgende tabel:
Aantal individuele raadplegingen
Niet geregistreerde personen
Personen zonder achterstand
Personen met achterstand
Nombre de consultations individuelles
Personnes non enregistrées
Personnes sans défaut de paiement
Personnes avec défaut de paiement
(%)
(%)
(%)
2015
8 754 577
17,1
76,7
6,2
2016
8 426 567
18,4
74,9
6,6
2017
7 769 188
19,7
74,2
6,1
2018
8 237 863
20,3
73,8
5,9
2019
8 415 824
20,7
73,2
6,1
Het gemiddeld aantal individuele raadplegingen per werkdag bedroeg 31 664.
Daarnaast kan de Centrale ook geraadpleegd worden in het kader van het beheer van lopende kredieten of in het kader van de toekenning en het beheer van betalingsmiddelen. In 2019 werden met dit doel 7 372 964 gegroepeerde raadplegingen uitgevoerd. 3. Ontvangsten en werkingskosten van de Centrale Krachtens artikel VII.155 van het Wetboek van economisch recht, is de Nationale Bank van België gemachtigd de kosten die zij maakt voor de werking van de Centrale, te recupereren bij de kredietgevers.
De ontvangsten en werkingskosten voor boekjaar 2019 kunnen als volgt worden samengevat:
Omzet
4 323 399 EUR
Recettes
4 323 399 EUR
Werkingskosten
Frais de fonctionnement
Personeel
1 347 944 EUR
Personnel
1 347 944 EUR
Informatica
1 117 891 EUR
Informatique
1 117 891 EUR
Andere werkingskosten
1 468 888 EUR
Autres frais d'exploitation
1 468 888 EUR
Toegang tot het Rijksregister
332 985 EUR
Accès au Registre national
332 985 EUR
Resultaat
4 327 708 EUR
Résultat
4 327 708 EUR
-4 309 EUR
-4 309 EUR
Het boekjaar wordt afgesloten met een tekort van 4 309 EUR. 4. Inzagerecht en recht op rechtzetting Overeenkomstig de wettelijke bepalingen wordt de geregistreerde persoon automatisch en schriftelijk verwittigd wanneer hij voor de eerste keer met een betalingsachterstand geregistreerd wordt in de Centrale.In de loop van 2019 werden in die context 92 628 kennisgevingen verstuurd.
Het aantal aanvragen tot inzage is in 2019 met 7,9 % gestegen tot 366 735. Meer dan 80 % van de aanvragen gebeurt via internet.De overige werden schriftelijk aangevraagd of rechtstreeks aan het loket van de Nationale Bank van België.
In geval van betwisting van de op zijn naam geregistreerde gegevens kan de persoon beroep doen op de diensten van de Centrale, die contact zal opnemen met de kredietgever die de melding gedaan heeft, teneinde het dossier opnieuw te onderzoeken. In voorkomend geval wordt het bestaan van een betwisting toegevoegd aan het bestand en meegedeeld aan de kredietgevers naar aanleiding van een eventuele raadpleging. 5. Statistisch verslag In het kader van de problematiek van de overmatige schuldenlast vragen verschillende instellingen en instanties regelmatig aan de Nationale Bank van België allerhande informatie betreffende het aantal en de evolutie van de in de Centrale geregistreerde personen en contracten. Om aan deze vraag te voldoen, publiceert de Nationale Bank van België een serie kerncijfers en statistieken die maandelijks worden geactualiseerd. Daarnaast publiceert ze tevens een jaarlijks statistisch verslag. Al deze documenten kunnen op de website van de Nationale Bank van België (www.nbb.be) worden geraadpleegd.