BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT

Controlecollege. - Bekendmaking van het slotrapport van het Controlecollege betreffende de verkiezingsuitgaven van de politieke partijen voor de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 Overeenkomstig artikel 86 van het Brussels gemeentelijk kieswetboek dat het Controlecollege belast met de tenuitvoerlegging van artikel 10 van de wet van 7 juli 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de provincieraden, de gemeenteraden en de districtsraden en voor de rechtstreekse verkiezing van de raden voor maatschappelijk welzijn, heeft het Controlecollege op 27 maart 2019 de verslagen bezorgd door de voorzitters van de Rechtbank van eerste aanleg van Brussel juist en volledig bevonden.

Het totale bedrag van de verkiezingsuitgaven van de politieke partijen, uitgedrukt in euro, wordt vermeld in de onderstaande tabel :

Parti politique Politieke partij

Montant maximum Maximumbedrag (1)

Dépenses électorales Verkiezingsuitgaven

Région wallonne Waals Gewest (2) Région flamande Vlaams Gewest (3)

Région de Bruxelles-Capitale Brussels Hoofdstedelijk Gewest

PTB*PVDA

75.000

23.498,92 (2) 21.446,41 (3)

4.908,13 (5)

MR

372.000

271.152,22 (4)

CD&V

372.000

362.650,48 (3)

9.217,75

PS

372.000

222.763,32 (4)

Open Vld

372.000

333.082,55 (4)

cdH

372.000

235.291,51 (2)

66.895,14

DéFI

75.000

28.259,88 (2) 2.212,73 (3)

18.619,13

Vlaams Belang

372.000

356.143,68 (4)

Groen

372.000

299.420,81 (4)

N-VA

372.000

344.600,92 (3)

15.609,13

sp.a

372.000

279.237,56 (4)

Ecolo

372.000

148.569,92 (4)

Geen enkele kiezer die op de kiezerslijst was ingeschreven, heeft opmerkingen meegedeeld aan de Rechtbank van eerste aanleg van Brussel of aan het Controlecollege binnen de wettelijke termijn van vijfenzeventig dagen na de verkiezingen.

Er is geen overtreding van de artikelen 2 en 7 van de wet van 7 juli 1994 door de politieke partijen vastgesteld.

De rapporteur, W. DRAPS De voorzitter van het Controlecollege, Ch. PICQUE ________ Nota's (1) Voor de partijen die minder dan 50 lijsten voor de verkiezingen voordragen, voorziet artikel 2 van de wet van 7 juli 1994 in een toegelaten maximumbedrag voor uitgaven van 75.000 EUR. Het bedrag van 372.000 EUR (of 340.000 EUR voor de Vlaamse partijen die minder dan 50 lijsten voordragen, overeenkomstig het lokaal en provinciaal kiesdecreet van het Vlaams Gewest van 8 juli 2011) stemt overeen met het totaal van de toegelaten uitgaven voor de verkiezingspropaganda gevoerd op nationaal niveau. (2) Bedrag uitgegeven in het Waals Gewest.(3) Bedrag uitgegeven in het Vlaams Gewest.(4) Totaal bedrag van de uitgaven (geen subtotaal beschikbaar voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest). (5) Zie punt III.1. van het verslag uitgebracht namens het Controlecollege, Stuk nr. A-852/1 - 2018/2019, voor meer uitleg over de verkiezingsuitgaven van deze politieke partij.