Etaamb.openjustice.be
Verslag
gepubliceerd op 31 maart 2015

Rentenfonds. - Verslag over de operaties van het boekjaar 2014, bekendgemaakt overeenkomstig artikel 7 van de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds Dit verslag bevat de jaarrekening van het Rentenfonds zoals zij voor 1. VERLOOP VAN DE VOORNAAMSTE BALANSPOSTEN VAN HET RENTENFONDS (zie tabel 1 en verklarende bijlage)(...)

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2015003101
pub.
31/03/2015
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN


Rentenfonds. - Verslag over de operaties van het boekjaar 2014, bekendgemaakt overeenkomstig artikel 7 van de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds Dit verslag bevat de jaarrekening van het Rentenfonds zoals zij voor controle aan het Rekenhof is voorgelegd, samen met toelichtingen bij het verloop tijdens het boekjaar van de belangrijkste elementen van de balans, van de portefeuille overheidsfondsen en van de resultaten. 1. VERLOOP VAN DE VOORNAAMSTE BALANSPOSTEN VAN HET RENTENFONDS (zie tabel 1 en verklarende bijlage) De boekwaarde van de portefeuille overheidsfondsen is gedaald met € 1,7 miljoen, van € 128,8 miljoen aan het einde van het vorige boekjaar tot € 127,1 miljoen aan het einde van het verslagjaar.De marktwaarde nam nauwelijks af van € 134,8 miljoen tot € 134,6 miljoen als gevolg van de rentedaling.

Het Rentenfonds tekent op elke staatsbon in zodat de liquiditeitsverschaffer, die op de doorlopende markt actief is, bij het Fonds effecten kan aankopen of ontlenen in de vorm van cessies-retrocessies. Aldus kan de liquiditeitsverschaffer, als hij met een tekort aan effecten in een gegeven staatsbon wordt geconfronteerd, de liquiditeit in die bon op de secundaire markt verbeteren. De portefeuille overheidsfondsen is geslonken als gevolg van het feit dat de inningen van staatsbons op een hoger peil lagen dan de inschrijvingen. Er werden in 2014 zes nieuwe staatsbons uitgegeven, terwijl er negen op hun eindvervaldag kwamen.

De voorschotten aan de Belgische Staat stegen ten opzichte van het voorgaande jaar van € 20,2 miljoen tot € 23,2 miljoen, wegens de tijdens het boekjaar gerealiseerde winst van € 1,7 miljoen en de vervaldagen van de portefeuille overheidsfondsen die de inschrijvingen op de primaire markt overtroffen, gedeeltelijk gecompenseerd door de buitenbeursaankopen van OLO's met variabele rente ten belope van € 6 miljoen. De overige passiva van € 0,1 miljoen zijn toe te schrijven aan te veel betaalde sociale lasten, die in 2015 zullen worden terugbetaald. De daling van de winst met € 0,9 miljoen ten opzichte van het voorgaande boekjaar verklaart waarom er dit jaar geen betaling aan de Staat plaatsvond, tegenover € 0,5 miljoen in 2013. Aangezien het minimumbedrag van de statutaire dotatie aan de reserve van € 2,1 miljoen niet werd bereikt, gaat het volledige nettoresultaat, namelijk € 1,7 miljoen, naar de reserve. 2. SCHOMMELINGEN VAN DE PORTEFEUILLE OVERHEIDSFONDSEN (zie tabel 2) De nominale waarde van de portefeuille overheidsfondsen is verder afgenomen, van € 129 miljoen aan het einde van het voorgaande boekjaar tot € 126,9 miljoen. Zoals vermeld in het boekhoudkundig verslag van vorig jaar stopte het Rentenfonds op 7 november 2013 met elke rechtstreekse interventie op de beursrentemarkt.

Het Fonds tekende voor € 14,4 miljoen in op staatsbons, wat lager uitvalt dan de vorig jaar opgetekende inschrijvingen ten belope van € 18,4 miljoen. Het aantal uitgegeven staatsbons daalde van acht in 2013 tot zes in de loop van het verslagjaar, aangezien de marktrentes bij de uitgiften op vijf jaar vanaf september te laag waren om aantrekkelijk te zijn.

De inningen van terugbetaalbare effecten beliepen € 22,4 miljoen. In 2013 werd € 23,3 miljoen geïnd. De terugbetalingen zijn voor € 21,2 miljoen afkomstig van staatsbons, voor € 0,9 miljoen van een vervroegde aflossing van leningen van de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen, en voor € 0,3 miljoen van lineaire obligaties.

De buitenbeurstransacties sloten met een netto-aankoop van € 5,9 miljoen. Het betrof voornamelijk herbeleggingen in lineaire obligaties met variabele rente van een deel van de liquiditeiten afkomstig van op vervaldag gekomen staatsbons. 3. RESULTATEN (zie tabel 3) 3.1. Financiële resultaten op de portefeuille Op de portefeuille overheidsfondsen werd over het boekjaar een positief financieel resultaat van € 3,5 miljoen opgetekend. Het vloeit voort uit ongeveer € 3,4 miljoen lopende financiële resultaten en € 0,1 miljoen aan transactiewinsten die niet recurrent zijn.

De lopende financiële resultaten op de portefeuille overheidsfondsen worden verkregen door de renteresultaten te verminderen met de interesten op de voorschotten van de Belgische Staat, die de portefeuille in het verleden gedeeltelijk hebben gefinancierd. Het Rentenfonds hoefde het afgelopen jaar opnieuw geen beroep te doen op voorschotten van de Belgische Staat, zodat de portefeuille integraal uit eigen middelen werd gefinancierd. De renteresultaten en de lopende financiële resultaten blijven hierdoor aan elkaar gelijk. 3.1.1. Renteresultaten De renteresultaten bestaan uit, enerzijds, de verworven bruto-interesten en, anderzijds, het verschil tussen de boekwaarde van de effecten, die dagelijks op basis van hun gemiddelde actuariële rendement is herberekend, en hun vorige gemiddelde boekwaarde. De waarderingsverschillen met de vorige inventariswaarde worden ook in de renteresultaten opgenomen.

De renteresultaten van het boekjaar bedroegen € 3,4 miljoen, dat is € 0,5 miljoen minder dan tijdens het voorgaande boekjaar. Deze vermindering vloeit voort uit de daling van de gemiddelde opbrengstvoet van de portefeuille overheidsfondsen, van 3,03 % in 2013 tot 2,62 %. 3.1.2. Transactieresultaten De transactieresultaten omvatten de verschillen tussen, enerzijds, de opbrengst van de tijdens het boekjaar verkochte effecten en, anderzijds, de gemiddelde boekwaarde van die effecten.

Het Rentenfonds voerde slechts een relatief beperkt volume aan verkoopoperaties uit buiten beurs, waardoor de impact van de transactieresultaten op de financiële resultaten van de portefeuille beperkt bleef. De transactieresultaten leverden een batig saldo op van ongeveer € 0,1 miljoen wegens de vervroegde aflossing van leningen van de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen. In 2013 werd een transactieresultaat van € 0,9 miljoen geboekt, hoofdzakelijk als gevolg van de vervroegde aflossing van eeuwigdurende leningen. 3.2. Intresten op voorschotten aan de Belgische Staat Conform de overeenkomst van 1 juli 1994 tussen de Belgische Staat en het Rentenfonds betreffende de financiering door de Staat van de activiteiten van het Rentenfonds, stelt het Fonds zijn liquiditeitsoverschotten ter beschikking van de Belgische Staat.

Het door de Europese Centrale Bank gevoerde monetaire beleid resulteerde in een daling van de gemiddelde opbrengstvoet van de voorschotten verstrekt aan de Belgische Staat van 0,56 % in 2013 tot 0,16 %. De Europese Centrale Bank verlaagde tweemaal haar belangrijkste beleidsrentetarief met tien basispunten, namelijk in juni en in september. Bovendien werd die beleidsrente, die werd toegepast voor de vergoeding van de voorschotten aan de Staat, vanaf december vervangen door het Eonia-rentetarief, dat gaandeweg negatief is geworden. Het gemiddelde volume van de voorschotten is met slechts zowat 2 % gedaald. De voorschotten hebben het Rentenfonds in het verslagjaar duidelijk minder interesten opgebracht dan in 2013, namelijk € 30 000, tegen bijna € 110 000 in 2013, als gevolg van het lagere rentetarief, dat aan het einde van het jaar zelfs negatief was. 3.3. Terugneming van waardeverminderingen op de portefeuille overheidsfondsen De daling van de rentetarieven gedurende het hele jaar leidde tot een stijging van de beurswaarde van de staatsbons. In overeenstemming met de boekhoudkundige principes, is een terugneming van waardeverminderingen doorgevoerd op de effecten van de portefeuille die tijdens het voorgaande jaar een lagere beurswaarde hadden dan de boekwaarde, wat maakt dat dit disagio in het verslagjaar is verdwenen.

Deze terugneming van de waardeverminderingen beliep in totaal € 0,3 miljoen, namelijk het van de resultaten in 2013 afgetrokken bedrag. 3.4. Algemene administratieve kosten De algemene administratieve kosten bestaan uit bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen, en andere administratieve kosten.

Het Rentenfonds verleent, overeenkomstig artikel 2, 2° van zijn organieke wet, technische bijstand in het vlak van het benodigde menselijke potentieel voor de activiteiten van het in de Algemene Administratie van de Thesaurie opgerichte Agentschap van de Schuld.

Aan de daarmee samenhangende bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen werd een bedrag van € 2 miljoen besteed.

De andere administratieve kosten omvatten de beurskosten en de kosten verbonden aan juridische consultancy. De andere administratieve kosten zijn met € 0,1 miljoen stabiel gebleven. 3.5. Nettowinst van het boekjaar Het boekjaar werd afgesloten met een te bestemmen nettowinst van € 1,7 miljoen. Zij vloeit voort uit de financiële resultaten op de portefeuille overheidsfondsen ten belope van € 3,5 miljoen, een terugneming van waardeverminderingen op deze portefeuille ten belope van € 0,3 miljoen, na aftrek van diverse lasten ten bedrage van ongeveer € 2,1 miljoen.

Krachtens de in artikel 6 van de statuten van het Rentenfonds opgenomen verdelingsregels voor het nettoresultaat, werd de volledige nettowinst van € 1,7 miljoen bij de reserve gevoegd. De dit jaar geboekte nettowinst is derhalve ontoereikend om een bedrag aan de Schatkist te kunnen storten.

Verklarende bijlage BALANS Activa Voorschotten aan de Belgische Staat Als het Rentenfonds overtollige liquiditeiten beschikbaar heeft worden die aan de Belgische Staat uitgeleend in de vorm van voorschotten. Zij worden voor één bankwerkdag verstrekt en bij hun terugbetaling worden de interesten betaald. Tot 30 november 2014 werd de geldende marginale rentevoet van de basisherfinancieringstransacties (MRO-Marginal Rate) van de Europese Centrale Bank aangerekend. Vanaf 1 december 2014 is de aangerekende rentevoet het Eonia-rentetarief (Euro OverNight Index Average) die door Euro Money Markets Institute (EMMI) gepubliceerd wordt. In het geval dat de publicatie van Eonia wordt stopgezet, zal een marktrente die het nauwst bij deze laatste rente aansluit toegepast worden.

Portefeuille overheidsfondsen De portefeuille overheidsfondsen bestaat hoofdzakelijk uit de staatsleningen die door het Rentenfonds worden gebruikt, hetzij voor de regulering van de fixingmarkt, hetzij om effecten te lenen aan de liquiditeitsverschaffer op de doorlopende markt.

De portefeuille wordt gewaardeerd volgens de principes van een beleggingsportefeuille van kredietinstellingen. Bij aankoop worden de effecten geboekt tegen de aanschaffingsprijs. Naderhand worden zij geëvalueerd op basis van hun gemiddelde actuariële rendement bij aankoop. Indien echter de boekwaarde van een lening boven haar beurswaarde uitkomt, wordt het verschil geboekt als waardevermindering teneinde die boekwaarde in overeenstemming te brengen met de beurswaarde. Wanneer deze waardeverminderingen afnemen of verdwijnen in het volgende boekjaar, vindt een terugneming van de provisie plaats. Daarentegen, indien de boekwaarde van de lening lager uitvalt dan haar beurswaarde, dan wordt volgens het voorzichtigheidsbeginsel geen meerwaarde geregistreerd in de resultatenrekening.

Overige activa Deze post omvat hoofdzakelijk de tijdens het beschouwde boekjaar te veel betaalde sociale lasten die pas het volgende jaar zullen worden terugbetaald.

Overlopende rekeningen Deze post omvat voornamelijk de verlopen interesten op overheidsfondsen die maar in de loop van het volgende boekjaar daadwerkelijk kunnen worden geïnd.

Passiva Voorschotten van de Belgische Staat De voorschotten van de Belgische Staat vormen de voornaamste externe financieringsbron van de portefeuille overheidsfondsen. Zij worden voor één bankwerkdag verstrekt en bij hun terugbetaling worden de interesten betaald. Tot 30 november 2014 werd de geldende marginale rentevoet van de basisherfinancieringstransacties (MRO-Marginal Rate) van de Europese Centrale Bank aangerekend. Vanaf 1 december 2014 is de aangerekende rentevoet het Eonia-rentetarief (Euro OverNight Index Average) die door Euro Money Markets Institute (EMMI) gepubliceerd wordt. In het geval dat de publicatie van Eonia wordt stopgezet, zal een marktrente die het nauwst bij deze laatste rente aansluit toegepast worden.

Cessies-retrocessies Deze rekening omvat de tegenwaarde van de effecten die het Rentenfonds ter beschikking stelt van LCH.Clearnet door middel van cessies-retrocessies van effecten. Dit mechanisme is ingevoerd om, bij een te late levering van op de beursrentemarkt verkochte effecten, LCH.Clearnet in staat te stellen de transactie op de geplande datum af te wikkelen.

Deel van de winst te storten aan de Belgische Staat Het deel van de winst dat aan de Staat toekomt is de op de balans vastgestelde nettowinst, verminderd met het bedrag dat statutair bij de reserve moet worden gevoegd. Het wordt op 31 maart van het jaar dat volgt op het beschouwde boekjaar aan de Schatkist uitgekeerd.

Overige passiva In deze post zijn in hoofdzaak de bezoldigingen en sociale lasten opgenomen betreffende het beschouwde boekjaar, die pas gedurende het volgende jaar zullen worden betaald.

Overlopende rekeningen Deze post omvat de nog te betalen interesten op voorschotten van de Belgische Staat.

Voorziening voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen Deze voorziening dekt de contractuele verplichtingen met betrekking tot het personeel, die in de loop van een jaar zijn ontstaan maar pas in een volgend boekjaar worden uitgekeerd.

Dotatie van de Schatkist Deze post bevat het bedrag dat door de Schatkist krachtens artikel 9 van de wet van 19 juni 1959 aan het Rentenfonds is toegekend.

Reserve Krachtens artikel 6 van de statuten van het Rentenfonds wordt ieder jaar normaliter een bedrag ten belope van 3 % van de dotatie, hetzij ongeveer € 2 miljoen, bij de reserve gevoegd.

POSTEN BUITEN BALANSTELLING Te liquideren contantverrichtingen op effecten De gesloten contantaankopen en -verkopen van effecten waarvan de afwikkelingstermijn nog niet is verstreken worden opgenomen tegen hun boekwaarde.

Gegeven waarborgen De rekening « activa bezwaard met zakelijke zekerheden voor eigen rekening » bevat de nominale waarde van de effecten die ter beschikking zijn gesteld van LCH.Clearnet in het kader van de in de passiefrekeningen van de balans beschreven cessies-retrocessies en die in pand zijn gegeven in het kader van het verrekeningsstelsel beheerd door LCH.Clearnet om de goede afloop van de transacties te garanderen.

Waarden van derden in bewaarneming De rekening « op termijn te leveren euro's » bevat de tegenwaarde van de terug te storten contanten aan LCH.Clearnet bij de afwikkeling van de met deze laatste gesloten cessies-retrocessies.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^