gepubliceerd op 26 maart 2014
Verslag over de operaties van het boekjaar 2013, bekendgemaakt overeenkomstig artikel 7 van de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds Dit verslag bevat de jaarrekening van het Rentenfonds zoals zij voor controle aan h 1. VERLOOP VAN DE VOORNAAMSTE BALANSPOSTEN VAN HET RENTENFONDS (zie ook tabel 1 en verklarende bijl(...)
RENTENFONDS
Verslag over de operaties van het boekjaar 2013, bekendgemaakt overeenkomstig artikel 7 van de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds Dit verslag bevat de jaarrekening van het Rentenfonds zoals zij voor controle aan het Rekenhof is voorgelegd, samen met toelichtingen bij het verloop tijdens het boekjaar van de belangrijkste elementen van de balans, van de portefeuille overheidsfondsen en van de resultaten. 1. VERLOOP VAN DE VOORNAAMSTE BALANSPOSTEN VAN HET RENTENFONDS (zie ook tabel 1 en verklarende bijlage) De boekwaarde van de portefeuille overheidsfondsen is nauwelijks veranderd en beliep 128,7 miljoen aan het einde van het vorige boekjaar vergeleken met 128,8 miljoen aan het einde van dit verslagjaar.Wegens een renteverhoging tijdens de beschouwde periode is de marktwaarde niettemin gedaald van 139,2 miljoen tot 134,8 miljoen.
Het Rentenfonds tekent op elke staatsbon in zodat de liquiditeitsverschaffer, die op de doorlopende markt actief is, bij het Fonds effecten kan aankopen of ontlenen in de vorm van cessies-retrocessies. Aldus kan de liquiditeitsverschaffer, als hij met een tekort aan effecten in een gegeven staatsbon wordt geconfronteerd, de liquiditeit in die bon op de secundaire markt verbeteren. De portefeuille overheidsfondsen is stabiel gebleven omwille van buitenbeursaankopen van lineaire obligaties met vlottende rente die afgesloten werden om de hogere terugbetalingen in verhouding tot de inschrijvingen te compenseren. Dit verschil was vooral een gevolg van de vervoegde terugbetalingen van perpetuele leningen waarvan de calloptie uitgeoefend werd.
De voorschotten aan de Belgische Staat stegen van het ene tot het andere jaar van 19,1 miljoen tot 20,2 miljoen omwille van de tijdens het boekjaar gerealiseerde winst van 2,6 miljoen, gedeeltelijk gecompenseerd door de voornoemde buitenbeursaankopen. De winstdaling met 1,2 miljoen ten opzichte van het vorige boekjaar verklaart, samen met de statutaire toevoeging aan de reserve ten belope van 2,1 miljoen, de verlaging van 1,7 miljoen tot 0,5 miljoen van de aan de Staat uit te keren winst. 2. SCHOMMELINGEN VAN DE PORTEFEUILLE OVERHEIDSFONDSEN (zie tabel 2) De nominale waarde van de portefeuille overheidsfondsen is verder afgenomen van 129,6 miljoen aan het einde van het voorgaande boekjaar tot 129 miljoen. Sinds de overheveling van de staatsbons naar de doorlopende markt trad het Rentenfonds op de fixingmarkt enkel nog regulerend op in een beperkt aantal perpetuele leningen, lotenleningen en leningen met trekkingen. Sindsdien hadden de marktregulerende operaties, die maar één maal per week plaatsvonden, slechts een marginale invloed op de omvang van de portefeuille. Bovendien werden de perpetuele leningen en de door de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen uitgegeven leningen vroegtijdig terugbetaald terwijl de laatste lotenlening per 15 juni op eindvervaldag kwam. Daarom zijn er sedert 7 november geen leningen meer die door het Rentenfonds worden genoteerd. Bijgevolg diende het Rentenfonds per saldo tijdens het verslagjaar nauwelijks tussen te komen op de secundaire markt.
Het Fonds tekende voor 18,4 miljoen in op staatsbons, wat licht hoger uitvalt dan de vorig jaar opgetekende inschrijvingen ten belope van 17,2 miljoen. Het aantal uitgiften van staatsbons nam toe van zeven in 2012 naar acht tijdens dit verslagjaar.
De inningen van terugbetaalbare effecten beliepen 23,3 miljoen. In 2012 werd 25,4 miljoen geïnd. De terugbetalingen hadden ten belope van 20 miljoen betrekking op staatsbons, voor 3,1 miljoen op vervroegd terugbetaalde perpetuele leningen en voor 0,2 miljoen op lotenleningen en leningen met trekkingen.
De buitenbeurstransacties sloten per saldo af met een netto-aankoopbedrag van 4,3 miljoen. Het betrof voornamelijk operaties van herbeleggingen van uit vervoegde terugbetalingen voortvloeiende liquiditeiten in lineaire obligaties met vlottende rente. 3. RESULTATEN (zie tabel 3) 3.1. Financiële resultaten op de portefeuille Op de portefeuille overheidsfondsen werd over het boekjaar een positief financieel resultaat van 4,8 miljoen opgetekend. Het vloeit voort uit ongeveer 3,9 miljoen lopende financiële resultaten en uit 0,9 miljoen aan transactiewinsten die niet recurrent zijn.
De lopende financiële resultaten op de portefeuille overheidsfondsen worden verkregen door de renteresultaten te verminderen met de interesten op de voorschotten van de Belgische Staat, die in het verleden de portefeuille gedeeltelijk hebben gefinancierd. Het Rentenfonds hoefde het voorbije jaar opnieuw geen beroep te doen op voorschotten van de Belgische Staat zodat de portefeuille integraal uit eigen middelen werd gefinancierd. De lopende financiële resultaten en de renteresultaten blijven hierdoor aan elkaar gelijk. 3.1.1. Renteresultaten De renteresultaten bestaan uit, enerzijds, de verworven bruto-interesten en, anderzijds, het verschil tussen de boekwaarde van de effecten, die dagelijks op basis van hun gemiddelde actuariële rendement is herberekend, en hun vorige gemiddelde boekwaarde. De waarderingsverschillen met de vorige inventariswaarde worden ook in de renteresultaten opgenomen.
De renteresultaten van het boekjaar bedroegen 3,9 miljoen, dat is 0,5 miljoen minder dan tijdens het voorgaande boekjaar. Deze vermindering vloeit voort uit de daling van de gemiddelde opbrengstvoet van de portefeuille overheidsfondsen, namelijk van 3,34 % in 2012 tot 3,03 % ten gevolge van de vervroegde terugbetaling in augustus van perpetuele leningen die een hoger rendement genoten. 3.1.2. Transactieresultaten De transactieresultaten omvatten de verschillen tussen, enerzijds, de opbrengst van de tijdens het boekjaar verkochte effecten en, anderzijds, de gemiddelde boekwaarde van die effecten.
Het Rentenfonds voerde maar een relatief beperkt volume aan operaties uit op zowel de fixingmarkt als buiten beurs waardoor hun impact op de transactieresultaten bescheiden is gebleven. De transactieresultaten leverden niettemin een batig saldo op van ongeveer 0,9 miljoen vergeleken met 43.000 het jaar voordien. De uitzonderlijke vervroegde terugbetaling van perpetuele leningen verklaart deze stijging. 3.2. Intresten op voorschotten aan de Belgische Staat Conform de overeenkomst van 1 juli 1994 tussen de Belgische Staat en het Rentenfonds betreffende de financiering door de Staat van de activiteiten van het Rentenfonds, stelt het Fonds zijn liquiditeitsoverschotten ter beschikking van de Belgische Staat tegen de marginale rentevoet van de basisherfinancieringstransacties van de Europese Centrale Bank.
Het door de Europese Centrale Bank gevoerde monetaire beleid resulteerde in een daling van de gemiddelde opbrengstvoet van de voorschotten verstrekt aan de Belgische Staat van 0,87 % in 2012 tot 0,56 %. De Europese Centrale Bank verlaagde twee keer haar centrale beleidsrente met 25 basispunten in mei en november. Ondanks de substantiële toename van het gemiddelde bedrag van de voorschotten, met name 18 %, leverden ze het Rentenfonds minder interesten op dan in 2012, ongeveer 110.000, vergeleken met zowat 123.000 in 2012. 3.3. Algemene administratieve kosten De algemene administratieve kosten bestaan uit bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen, en andere administratieve kosten.
Het Rentenfonds verleent, overeenkomstig artikel 2, 2° van zijn organieke wet, technische bijstand op het vlak van het benodigde menselijke potentieel voor de activiteiten van het in de Algemene Administratie van de Thesaurie opgerichte Agentschap van de Schuld.
Aan de daarmee samenhangende bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen werd een bedrag van 1,9 miljoen besteed.
De andere administratieve kosten omvatten in hoofdzaak de beurskosten en juridische consultancykosten. De andere administratieve kosten zijn stabiel gebleven op 0,1 miljoen. 3.4. Waardeverminderingen op de portefeuille overheidsfondsen De stijging van de rentevoeten leidde tot een daling van de beurswaarde van de staatsbons. Overeenkomstig het boekhoudkundige voorzichtigheidsbeginsel werd voor de waarden uit de portefeuille waarvan aan het einde van het jaar de beurswaarde lager uitviel dan de boekwaarde een waardevermindering toegepast om die met elkaar in overeenstemming te brengen. Deze waardeverminderingen bedroegen in totaal 0,3 miljoen. De staatsbons met een resterende looptijd van meer dan vijf jaar waren voor twee derde verantwoordelijk voor die waardeverminderingen.
In 2012 daarentegen werden de resultaten gunstig beïnvloed door een terugname van waardeverminderingen ten belope van 1,1 miljoen. 3.5. Nettowinst van het boekjaar Het boekjaar werd afgesloten met een te bestemmen nettowinst van 2,6 miljoen. Zij vloeit voort uit de financiële resultaten op de portefeuille overheidsfondsen ten belope van 4,8 miljoen en 0,1 miljoen aan interesten op voorschotten aan de Belgische Staat, na aftrek van diverse lasten ten bedrage van ongeveer 2 miljoen en van waardeverminderingen op deze portefeuille ten belope van 0,3 miljoen.
Krachtens de in artikel 6 van de statuten van het Rentenfonds opgenomen verdelingsregels voor het nettoresultaat, werd 2,1 miljoen bij de reserve gevoegd en zal het saldo, namelijk 0,5 miljoen, op 31 maart 2014 aan de Schatkist gestort worden.
Verklarende bijlage BALANS Activa Voorschotten aan de Belgische Staat Als het Rentenfonds overtollige liquiditeiten beschikbaar heeft worden die aan de Belgische Staat uitgeleend in de vorm van voorschotten. Zij worden voor één bankwerkdag verstrekt en bij hun terugbetaling worden de interesten betaald. De rentevoet die aangerekend wordt is de geldende marginale rentevoet van de basisherfinancieringstransacties (MRO-Marginal Rate) van de Europese Centrale Bank.
Portefeuille overheidsfondsen De portefeuille overheidsfondsen bestaat hoofdzakelijk uit de staatsleningen die door het Rentenfonds worden gebruikt hetzij voor de regulering van de fixingmarkt hetzij om effecten te lenen aan de liquiditeitsverschaffer op de doorlopende markt.
De portefeuille wordt gewaardeerd volgens de principes van een beleggingsportefeuille van kredietinstellingen. Bij aankoop worden de effecten geboekt tegen de aanschaffingsprijs. Naderhand worden zij geëvalueerd op basis van hun gemiddelde actuariële rendement bij aankoop. Indien echter de boekwaarde van een lening boven haar beurswaarde uitkomt, wordt het verschil geboekt als waardevermindering teneinde die boekwaarde in overeenstemming te brengen met de beurswaarde. Wanneer deze waardeverminderingen afnemen of verdwijnen in het volgende boekjaar, vindt een terugneming van de provisie plaats. Daarentegen, indien de boekwaarde van de lening lager uitvalt dan haar beurswaarde, dan wordt volgens het voorzichtigheidsbeginsel geen meerwaarde geregistreerd in de resultatenrekening.
Overige activa Deze post omvat hoofdzakelijk de tijdens het beschouwde boekjaar getrokken loten die pas het volgende jaar worden uitbetaald.
Overlopende rekeningen Deze post omvat voornamelijk de verlopen interesten op overheidsfondsen die maar in de loop van het volgende boekjaar daadwerkelijk kunnen worden geïnd.
Passiva Voorschotten van de Belgische Staat De voorschotten van de Belgische Staat vormen de voornaamste externe financieringsbron van de portefeuille overheidsfondsen. Zij worden voor één bankwerkdag verstrekt en bij hun terugbetaling worden de interesten betaald. De rentevoet die aangerekend wordt is de geldende marginale rentevoet van de basisherfinancieringstransacties (MRO-Marginal Rate) van de Europese Centrale Bank.
Cessies-retrocessies Deze rekening omvat de tegenwaarde van de effecten die het Rentenfonds ter beschikking stelt van LCH.Clearnet door middel van cessies-retrocessies van effecten. Dit mechanisme is ingevoerd om, bij een te late levering van op de beursrentemarkt verkochte effecten, LCH.Clearnet in staat te stellen de transactie op de geplande datum af te wikkelen.
Deel van de winst te storten aan de Belgische Staat Het deel van de winst dat aan de Staat toekomt is de op de balans vastgestelde nettowinst verminderd met het bedrag dat statutair bij de reserve moet worden gevoegd. Het wordt op 31 maart van het jaar dat volgt op het beschouwde boekjaar aan de Schatkist uitgekeerd.
Overige passiva In deze post zijn in hoofdzaak de bezoldigingen en sociale lasten opgenomen betreffende het beschouwde boekjaar die pas gedurende het volgende jaar zullen worden betaald.
Overlopende rekeningen Deze post omvat de nog te betalen interesten op voorschotten van de Belgische Staat.
Voorziening voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen Deze voorziening dekt de contractuele verplichtingen met betrekking tot het personeel, die in de loop van een jaar zijn ontstaan maar pas in een volgend boekjaar worden uitgekeerd.
Dotatie van de Schatkist Deze post bevat het bedrag dat door de Schatkist krachtens artikel 9 van de wet van 19 juni 1959 aan het Rentenfonds is toegekend.
Reserve Krachtens artikel 6 van de statuten van het Rentenfonds wordt ieder jaar normaliter een bedrag ten belope van 3 % van de dotatie, hetzij ongeveer 2 miljoen, bij de reserve gevoegd.
POSTEN BUITEN BALANSTELLING Te liquideren contantverrichtingen op effecten De gesloten contantaankopen en -verkopen van effecten waarvan de afwikkelingstermijn nog niet is verstreken worden opgenomen tegen hun boekwaarde.
Gegeven waarborgen De rekening « activa bezwaard met zakelijke zekerheden voor eigen rekening » bevat de nominale waarde van de effecten die ter beschikking zijn gesteld van LCH.Clearnet in het kader van de in de passiefrekeningen van de balans beschreven cessies-retrocessies en die in pand zijn gegeven in het kader van het verrekeningsstelsel beheerd door LCH.Clearnet om de goede afloop van de transacties te garanderen.
Waarden van derden in bewaarneming De rekening « op termijn te leveren euro's » bevat de tegenwaarde van de terug te storten contanten aan LCH.Clearnet bij de afwikkeling van de met deze laatste gesloten cessies-retrocessies.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld