gepubliceerd op 30 maart 2012
Verslag over de operaties van het boekjaar 2011, bekendgemaakt overeenkomstig artikel 7 van de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds Dit verslag bevat de jaarrekening van het Rentenfonds zoals zij voor controle aan h Een jaarverslag, uitgegeven door het Rentenfonds en in normale omstandigheden beschikbaar omstreeks(...)
RENTENFONDS
Verslag over de operaties van het boekjaar 2011, bekendgemaakt overeenkomstig artikel 7 van de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds Dit verslag bevat de jaarrekening van het Rentenfonds zoals zij voor controle aan het Rekenhof is voorgelegd, samen met toelichtingen bij het verloop tijdens het boekjaar van de belangrijkste elementen van de balans, van de portefeuille overheidsfondsen en van de resultaten.
Een jaarverslag, uitgegeven door het Rentenfonds en in normale omstandigheden beschikbaar omstreeks mei 2012, zal bovendien een overzicht geven van de ontwikkelingen op de Belgische secundaire markten van de overheidsfondsen. Tevens zullen de activiteiten worden beschreven die het Fonds, in het kader van zijn regelgevende en toezichthoudende bevoegdheden, heeft verricht. Het zal ook statistische en juridische bijlagen bevatten. 1. VERLOOP VAN DE VOORNAAMSTE BALANSPOSTEN VAN HET RENTENFONDS (zie ook tabel 1 en verklarende bijlage) De boekwaarde van de portefeuille overheidsfondsen is gedaald van 138,1 miljoen aan het einde van het vorige boekjaar tot 135,7 miljoen aan het einde van het verslagjaar.De marktwaarde is tijdens de beschouwde periode teruggelopen van 140,1 miljoen tot 137,5 miljoen.
Het Rentenfonds tekent op elke staatsbon in zodat de liquiditeitsverschaffer, die op de doorlopende markt actief is, bij het Fonds effecten kan aankopen of ontlenen in de vorm van cessies-retrocessies. Aldus kan de liquiditeitsverschaffer, als hij met een tekort aan effecten in een gegeven staatsbon wordt geconfronteerd, de liquiditeit in die bon op de secundaire markt verbeteren. Het Rentenfonds verwierf tijdens het verslagjaar meer effecten bij uitgifte dan er werden terugbetaald op eindvervaldag.
Toch slonk zijn portefeuille door de sterke stijging van de buitenbeursverkopen.
De voorschotten aan de Belgische Staat stegen van het ene tot het andere jaar van 3,6 miljoen tot 9,2 miljoen door de vermindering van de effectenportefeuille van het Rentenfonds en wegens de tijdens het boekjaar gerealiseerde winst van 3,1 miljoen. De winststijging met 1,3 miljoen maakt het mogelijk om, naast de statutaire toevoeging aan de reserve ten belope van 2,1 miljoen, opnieuw een deel van de winst uit te keren aan de Staat, te weten 1 miljoen. 2. SCHOMMELINGEN VAN DE PORTEFEUILLE OVERHEIDSFONDSEN (zie tabel 2) De nominale waarde van de portefeuille overheidsfondsen is verder afgenomen van 140,7 miljoen aan het einde van het voorgaande boekjaar tot 137,7 miljoen. Sinds de overheveling van de staatsbons naar de doorlopende markt treedt het Rentenfonds op de fixingmarkt enkel nog regulerend op in een beperkt aantal perpetuele leningen, lotenleningen en leningen met trekkingen. Deze marktregulerende operaties, die maar eenmaal per week plaatsvinden, gaven aanleiding tot een beperkte nettoverkoop van effecten voor een bedrag van 0,1 miljoen. Net als vorig jaar hadden deze operaties maar een marginale invloed op de omvang van de portefeuille.
Het Fonds tekende voor 32,6 miljoen in op staatsbons, wat beduidend hoger uitvalt dan de vorig jaar opgetekende inschrijvingen ten belope van 20,6 miljoen. Het grotere bedrag aan intekeningen door het Rentenfonds is in de eerste plaats te wijten aan de toename van het aantal uitgegeven staatsbons van acht in 2010 naar twaalf tijdens het verslagjaar. Door het overweldigende succes van de uitgifte van december diende het Rentenfonds ook veel meer dan anders effecten over te nemen van financiële instellingen na de afsluiting van de uitgifte.
Inderdaad, als een financiële instelling als gevolg van een dubbele boeking of door laattijdige annulaties van klanten meer heeft ingetekend dan nodig, dan verkoopt ze dit excedent aan het Rentenfonds. Bij de decemberuitgifte nam het Rentenfonds aldus 5,3 miljoen over van financiële instellingen.
De inningen van terugbetaalbare effecten beliepen 28,3 miljoen. In 2010 werd 30,9 miljoen geïnd.
De buitenbeurstransacties sloten met een nettoverkoop van 7,2 miljoen. In het voorgaande jaar was een verkoopsaldo van 1,1 miljoen opgetekend. De forse toename heeft vooral te maken met buitenbeursverkopen die tot doel hadden de hierboven vermelde aankopen te neutraliseren van de overschotten van financiële instellingen bij de staatsbonuitgifte van december. Voor het overige betrof het buitenbeursoperaties die het Fonds, vooral op verzoek van de liquiditeitsverschaffer, heeft uitgevoerd om de vlotte werking van de doorlopende markt te ondersteunen. 3. RESULTATEN (zie tabel 3) 3.1. Financiële resultaten op de portefeuille Op de portefeuille overheidsfondsen werd over het boekjaar een positief financieel resultaat van 4,8 miljoen opgetekend. Het vloeit voort uit ongeveer 4,7 miljoen lopende financiële resultaten en uit 0,1 miljoen aan transactiewinsten die niet recurrent zijn.
De lopende financiële resultaten op de portefeuille overheidsfondsen worden verkregen door de renteresultaten te verminderen met de interesten op de voorschotten van de Belgische Staat, die de portefeuille gedeeltelijk hebben gefinancierd. Het Rentenfonds hoefde het voorbije jaar geen beroep te doen op voorschotten van de Belgische Staat zodat de portefeuille integraal uit eigen middelen werd gefinancierd. De lopende financiële resultaten en de renteresultaten zijn hierdoor aan elkaar gelijk. 3.1.1 Renteresultaten De renteresultaten bestaan uit, enerzijds, de verworven bruto-interesten en, anderzijds, het verschil tussen de boekwaarde van de effecten, die dagelijks op basis van hun gemiddelde actuariële rendement is herberekend, en hun vorige gemiddelde boekwaarde. De waarderingsverschillen met de vorige inventariswaarde worden ook in de renteresultaten opgenomen.
De renteresultaten van het boekjaar bedroegen 4,7 miljoen, dat is 0,5 miljoen minder dan tijdens het voorgaande boekjaar. Deze vermindering vloeit zowel voort uit de inkrimping van de omvang van de portefeuille als uit de daling van zijn gemiddelde opbrengstvoet, namelijk van 3,56 % in 2010 tot 3,41 %. 3.1.2. Transactieresultaten De transactieresultaten omvatten de verschillen tussen, enerzijds, de opbrengst van de tijdens het boekjaar verkochte effecten en, anderzijds, de gemiddelde boekwaarde van die effecten.
Het Rentenfonds voert voortaan nog maar een relatief beperkt volume aan operaties uit op de fixingmarkt zowel als buiten beurs waardoor de impact van de transactieresultaten op de financiële resultaten van de portefeuille structureel aan belang heeft ingeboet. De transactieresultaten leverden een batig saldo op van ruim 56.000 vergeleken met 31.000 het jaar voordien. 3.2. Intresten op voorschotten aan de Belgische Staat Conform de overeenkomst van 1 juli 1994 tussen de Belgische Staat en het Rentenfonds betreffende de financiering door de Staat van de activiteiten van het Rentenfonds, stelt het Fonds zijn liquiditeitsoverschotten ter beschikking van de Belgische Staat tegen de rentevoet van de basisherfinancieringstransacties van de Europese Centrale Bank.
Het door de Europese Centrale Bank gevoerde monetaire beleid resulteerde in een lichte stijging van de gemiddelde opbrengstvoet van de voorschotten verstrekt aan de Belgische Staat van 1 % in 2010 tot 1,29 %. Door de substantiële toename van deze voorschotten leverden ze het Rentenfonds ongeveer 76.000 aan interesten op, vergeleken met zowat 3.000 in 2010. 3.3. Terugneming van waardeverminderingen op de portefeuille overheidsfondsen Doordat van het ene tot het andere jaar de koersen van de staatsbons in bepaalde marktsegmenten lichtjes waren aangetrokken kon 0,4 miljoen aan waardeverminderingen op de portefeuille overheidsfondsen worden teruggenomen. Eind 2010 diende het Rentenfonds nog 1,4 miljoen aan waardeverminderingen te boeken. 3.4. Algemene administratieve kosten De algemene administratieve kosten bestaan uit bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen, en andere administratieve kosten.
Het Rentenfonds verleent, overeenkomstig artikel 2, 2° van zijn organieke wet, technische bijstand in het vlak van het benodigde menselijke potentieel voor de activiteiten van het in de Administratie van de Thesaurie opgerichte Agentschap van de Schuld. Aan de daarmee samenhangende bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen werd een bedrag van 1,7 miljoen besteed.
De andere administratieve kosten, goed voor 0,5 miljoen, omvatten in hoofdzaak de kosten verbonden aan het toezicht op de gereglementeerde buitenbeursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten, alsook de beurskosten. 3.5. Nettowinst van het boekjaar Het boekjaar werd afgesloten met een te bestemmen nettowinst van 3,1 miljoen. Zij vloeit voort uit de financiële resultaten op de portefeuille overheidsfondsen ten belope van 4,8 miljoen, de terugneming van waardeverminderingen op deze portefeuille ten belope van 0,4 miljoen en 0,1 miljoen aan interesten op voorschotten aan de Belgische Staat, na aftrek van diverse lasten ten bedrage van ongeveer 2,2 miljoen.
Krachtens de in artikel 6 van de statuten van het Rentenfonds opgenomen verdelingsregels voor het nettoresultaat, werd 2,1 miljoen bij de reserve gevoegd en wordt het saldo, namelijk 1 miljoen, op 31 maart 2012 aan de Schatkist gestort.
Verklarende bijlage BALANS Activa Voorschotten aan de Belgische Staat Als het Rentenfonds overtollige liquiditeiten beschikbaar heeft worden die aan de Belgische Staat uitgeleend in de vorm van voorschotten. Zij worden voor één bankwerkdag verstrekt en bij hun terugbetaling worden de interesten betaald. De rentevoet die aangerekend wordt is de geldende marginale rentevoet van de basisherfinancieringstransacties (MRO-Marginal Rate) van de Europese Centrale Bank.
Portefeuille overheidsfondsen De portefeuille overheidsfondsen bestaat hoofdzakelijk uit de staatsleningen die door het Rentenfonds worden gebruikt hetzij voor de regulering van de fixingmarkt hetzij om effecten te lenen aan de liquiditeitsverschaffer op de doorlopende markt.
De portefeuille wordt gewaardeerd volgens de principes van een beleggingsportefeuille van kredietinstellingen. Bij aankoop worden de effecten geboekt tegen de aanschaffingsprijs. Naderhand worden zij geëvalueerd op basis van hun gemiddelde actuariële rendement bij aankoop. Indien echter de boekwaarde van een lening boven haar beurswaarde uitkomt, wordt het verschil geboekt als waardevermindering teneinde die boekwaarde in overeenstemming te brengen met de beurswaarde. Wanneer deze waardeverminderingen afnemen of verdwijnen in het volgende boekjaar, vindt een terugneming van de provisie plaats. Daarentegen, indien de boekwaarde van de lening lager uitvalt dan haar beurswaarde, dan wordt volgens het voorzichtigheidsbeginsel geen meerwaarde geregistreerd in de resultatenrekening.
Overige activa Deze post omvat hoofdzakelijk de tijdens het beschouwde boekjaar getrokken loten die pas het volgende jaar worden uitbetaald.
Overlopende rekeningen Deze post omvat voornamelijk de verlopen interesten op overheidsfondsen die maar in de loop van het volgende boekjaar daadwerkelijk kunnen worden geïnd.
Passiva Voorschotten van de Belgische Staat De voorschotten van de Belgische Staat vormen de voornaamste externe financieringsbron van de portefeuille overheidsfondsen. Zij worden voor één bankwerkdag verstrekt en bij hun terugbetaling worden de interesten betaald. De rentevoet die aangerekend wordt is de geldende marginale rentevoet van de basisherfinancieringstransacties (MRO-Marginal Rate) van de Europese Centrale Bank.
Cessies-retrocessies Deze rekening omvat de tegenwaarde van de effecten die het Rentenfonds ter beschikking stelt van LCH.Clearnet door middel van cessies-retrocessies van effecten. Dit mechanisme is ingevoerd om, bij een te late levering van op de beursrentemarkt verkochte effecten, LCH.Clearnet in staat te stellen de transactie op de geplande datum af te wikkelen.
Deel van de winst te storten aan de Belgische Staat Het deel van de winst dat aan de Staat toekomt is de op de balans vastgestelde nettowinst verminderd met het bedrag dat statutair bij de reserve moet worden gevoegd. Het wordt op 31 maart van het jaar dat volgt op het beschouwde boekjaar aan de Schatkist uitgekeerd.
Overige passiva In deze post zijn in hoofdzaak de bezoldigingen en sociale lasten opgenomen betreffende het beschouwde boekjaar die pas gedurende het volgende jaar zullen worden betaald.
Overlopende rekeningen Deze post omvat de nog te betalen interesten op voorschotten van de Belgische Staat.
Voorziening voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen Deze voorziening dekt de contractuele verplichtingen met betrekking tot het personeel, die in de loop van een jaar zijn ontstaan maar pas in een volgend boekjaar worden uitgekeerd.
Dotatie van de Schatkist Deze post bevat het bedrag dat door de Schatkist krachtens artikel 9 van de wet van 19 juni 1959 aan het Rentenfonds is toegekend.
Reserve Krachtens artikel 6 van de statuten van het Rentenfonds wordt ieder jaar normaliter een bedrag ten belope van 3 % van de dotatie, hetzij ongeveer 2 miljoen, bij de reserve gevoegd.
POSTEN BUITEN BALANSTELLING Te liquideren contantverrichtingen op effecten De gesloten contantaankopen en -verkopen van effecten waarvan de afwikkelingstermijn nog niet is verstreken worden opgenomen tegen hun boekwaarde.
Gegeven waarborgen De rekening « activa bezwaard met zakelijke zekerheden voor eigen rekening » bevat de nominale waarde van de effecten die ter beschikking zijn gesteld van LCH.Clearnet in het kader van de in de passiefrekeningen van de balans beschreven cessies-retrocessies en die in pand zijn gegeven in het kader van het verrekeningsstelsel beheerd door LCH.Clearnet om de goede afloop van de transacties te garanderen.
Waarden van derden in bewaarneming De rekening « op termijn te leveren euro's » bevat de tegenwaarde van de terug te storten contanten aan LCH.Clearnet bij de afwikkeling van de met deze laatste gesloten cessies-retrocessies.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld