gepubliceerd op 30 maart 2007
Verslag over de operaties van het boekjaar 2006, bekendgemaakt overeenkomstig artikel 7 van de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds Dit verslag bevat de jaarrekening van het Rentenfonds zoals zij voor controle aan h Een jaarverslag, uitgegeven door het Rentenfonds en in normale omstandigheden beschikbaar omstreeks(...)
RENTENFONDS
Verslag over de operaties van het boekjaar 2006, bekendgemaakt overeenkomstig artikel 7 van de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds Dit verslag bevat de jaarrekening van het Rentenfonds zoals zij voor controle aan het Rekenhof is voorgelegd, samen met toelichtingen bij het verloop tijdens het boekjaar van de belangrijkste elementen van de balans, van de portefeuille overheidsfondsen en van de resultaten.
Een jaarverslag, uitgegeven door het Rentenfonds en in normale omstandigheden beschikbaar omstreeks mei 2007, zal bovendien een overzicht geven van de ontwikkelingen op de Belgische secundaire markten van de overheidsfondsen. Tevens zullen de activiteiten worden beschreven die het Fonds, in het kader van zijn regelgevende en toezichthoudende bevoegdheden, heeft verricht. Het zal ook statistische en juridische bijlagen bevatten. 1. Verloop van de voornaamste balansposten van het rentenfonds (zie ook tabel 1 en verklarende bijlage) De boekwaarde van de portefeuille overheidsfondsen is gedaald van 206,5 miljoen aan het einde van het vorige boekjaar tot 187,8 miljoen aan het einde van het verslagjaar.Wegens het dalende koerspeil tijdens de beschouwde periode is de beurswaarde nog sterker ingekrompen, te weten met 19,4 miljoen tot 187,9 miljoen.
De voorschotten van de Belgische Staat aan het Fonds liepen van het ene tot het andere jaar terug van 69,2 miljoen tot 55 miljoen, vooral wegens de vermindering van zijn portefeuille. De voorschotten namen minder sterk af dan de boekwaarde van de portefeuille overheidsfondsen. Het aan het einde van het boekjaar vastgestelde boekhoudkundige verlies resulteerde in een afname van de reserve waardoor de eigen middelen van het Rentenfonds daalden. 2. Schommelingen van de portefeuille overheidsfondsen (zie tabel 2) De nominale waarde van de portefeuille overheidsfondsen is verder afgenomen van 204,7 miljoen aan het einde van het voorgaande boekjaar tot 191,5 miljoen. Het regulerende optreden van het Fonds op de fixingmarkt gaf aanleiding tot een netto-aankoop van effecten voor een bedrag van 100,5 miljoen, dat is ongeveer 25 pct. minder ten overstaan van het bedrag van 133,3 miljoen dat het Fonds in 2005 langs die weg in portefeuille had genomen. Deze daling is te wijten aan de verdere achteruitgang van het aanbod van overheidsfondsen door de beleggers op de fixingmarkt die gepaard ging met een zekere herleving van hun vraag.
Het Fonds tekende maar voor 20,1 miljoen in op staatsbons, dat is een derde minder dan de vorig jaar opgetekende inschrijvingen ten belope van 30,6 miljoen. De vermindering van acht uitgiften van staatsbons in 2005 naar vijf tijdens het verslagjaar verklaart het geringere bedrag aan intekeningen door het Rentenfonds.
De inningen van terugbetaalbare effecten beliepen 30,7 miljoen. In 2005 werd 35,1 miljoen geïnd.
De buitenbeurstransacties sloten met een nettoverkoop van 103,1 miljoen. In het voorgaande jaar was een verkoopsaldo van 141,9 miljoen opgetekend. Die terugloop houdt verband met de inkrimping van de netto-aankopen van het Fonds bij de regulering van de beurs.
Buitenbeursoperaties stellen het Fonds in de gelegenheid de omvang van zijn portefeuille soepel te beheersen. 3. Resultaten (zie tabel 3) 3.1 Financiële resultaten op de portefeuille Op de portefeuille overheidsfondsen werd over het boekjaar een positief financieel resultaat van 3,6 miljoen opgetekend. Het is respectievelijk samengesteld uit 4,8 miljoen lopende financiële resultaten en uit 1,2 miljoen transactieverliezen die niet recurrent zijn.
De lopende financiële resultaten op de portefeuille overheidsfondsen worden verkregen door de renteresultaten te verminderen met de interesten op de voorschotten van de Belgische Staat, die de portefeuille gedeeltelijk financieren. Het met eigen middelen gefinancierde deel van de portefeuille heeft voor 4,5 miljoen bijgedragen tot de lopende financiële resultaten en het met vreemde middelen gefinancierde deel voor 0,3 miljoen. Op jaarbasis overtrof het gemiddelde rendement van de portefeuille immers nog steeds de gemiddelde financieringsvoet. Tijdens het laatste trimester leverde het met externe middelen gefinancierde deel van de portefeuille echter al een negatieve bijdrage tot het resultaat.
De lopende financiële resultaten liepen met 0,9 miljoen terug ten opzichte van het voorgaande boekjaar, vooral wegens de daling van de renteresultaten. 3.1.1 Renteresultaten De renteresultaten bestaan uit, enerzijds, de verworven bruto-interesten en, anderzijds, het verschil tussen de boekwaarde van de effecten, die aan het einde van de periode op basis van hun gemiddelde actuariële rendement is herberekend, en hun vorige gemiddelde boekwaarde. De leningen met loten en met trekkingen daarentegen worden aan het einde van het jaar geherwaardeerd tegen de beurskoersen. De waarderingsverschillen met hun vorige inventariswaarde worden ook in de renteresultaten opgenomen.
De renteresultaten van het boekjaar bedroegen 6,6 miljoen, dat is 0,8 miljoen minder dan tijdens het voorgaande boekjaar. Deze vermindering vloeit voort uit de daling van de gemiddelde opbrengstvoet van de portefeuille, namelijk van 3,47 pct. in 2005 tot 3,30 pct. 3.1.2 Interesten op voorschotten van de Belgische Staat Niettegenstaande de forse daling van de voorschotten van de Belgische Staat namen de hierop verschuldigde interesten in beperkte mate toe van 1,7 miljoen in 2005 tot 1,8 miljoen. Het door de Europese Centrale Bank gevoerde monetaire beleid tot geleidelijke verhoging van de korte-termijnrente verklaart deze ontwikkeling. 3.1.3 Transactieresultaten De transactieresultaten omvatten de verschillen tussen, enerzijds, de opbrengst van de tijdens het boekjaar verkochte effecten en, anderzijds, de gemiddelde boekwaarde van die effecten.
Door de aantrekkende rentevoeten viel de beurswaarde van de leningen uit de portefeuille tijdens het verslagjaar lager uit dan hun gemiddelde boekwaarde. Daardoor gingen de verkopen meestal gepaard met verlies. Aldus werd 1,2 miljoen aan transactieverliezen opgetekend terwijl 2005 nog met een batig saldo sloot van 2,6 miljoen. 3.2 Algemene administratieve kosten De algemene administratieve kosten bestaan uit bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen, en andere administratieve kosten.
Het Rentenfonds verleent, overeenkomstig artikel 2, 2° van zijn organieke wet, technische bijstand in het vlak van het benodigde menselijke potentieel voor de activiteiten van het in de Administratie van de Thesaurie opgerichte Agentschap van de Schuld. Aan de daarmee samenhangende bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen werd een bedrag van 1,5 miljoen besteed.
De andere administratieve kosten, goed voor 0,4 miljoen, omvatten in hoofdzaak de kosten verbonden aan het toezicht op de gereglementeerde buitenbeursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten, alsook de beurskosten. 3.3 Waardeverminderingen op de portefeuille overheidsfondsen De stijging van de rentevoeten leidde tot een daling van de beurswaarde van de obligaties. Overeenkomstig het boekhoudkundige voorzichtigheidsbeginsel diende voor de betrokken waarden uit de portefeuille aan het einde van het jaar een waardevermindering te worden toegepast om de boekwaarde in overeenstemming te brengen met de lagere beurswaarde. Deze waardeverminderingen totaliseerden 2,8 miljoen. 3.4 Nettoverlies van het boekjaar Het boekjaar werd afgesloten met een nettoverlies van 1,1 miljoen. Dit is de resultante van positieve financiële resultaten op de portefeuille overheidsfondsen ten belope van 3,6 miljoen, verminderd met waardeverminderingen op de portefeuille voor 2,8 miljoen en met diverse lasten ten bedrage van 1,9 miljoen.
Het Rentenfonds is voor het eerst sedert de invoering van de wet van 23 december 1994 (1) tot wijziging van zijn organieke wet met een nettoverlies geconfronteerd (2). Toen werden nieuwe regels ingevoerd voor de bestemming van de resultaten van het Fonds. Artikel 6 van de statuten van het Rentenfonds bepaalt sindsdien dat de geboekte nettowinst ten belope van 3 pct. van de dotatie, d.i. bijna 2,1 miljoen, bij de reserve wordt gevoegd en het saldo aan de Schatkist wordt gestort. Een nettoverlies daarentegen valt ten laste van de reserve.
Verklarende bijlage BALANS Activa Portefeuille overheidsfondsen De portefeuille overheidsfondsen bestaat hoofdzakelijk uit de staatsleningen die door het Rentenfonds worden gereguleerd op het fixingsegment van de beursmarkt, voornamelijk ten gunste van de particuliere beleggers.
De portefeuille wordt gewaardeerd volgens de principes van een beleggingsportefeuille van kredietinstellingen. Bij aankoop worden de effecten geboekt tegen de aanschaffingsprijs. Naderhand worden zij geëvalueerd op basis van hun gemiddelde actuariële rendement bij aankoop. Indien echter de boekwaarde van een lening boven haar beurswaarde uitkomt, wordt het verschil geboekt als waardevermindering teneinde die boekwaarde in overeenstemming te brengen met de beurswaarde. Wanneer deze waardeverminderingen afnemen of verdwijnen in het volgende boekjaar, vindt een terugneming van de provisie plaats. Daarentegen, indien de boekwaarde van de lening lager uitvalt dan haar beurswaarde, dan wordt volgens het voorzichtigheidsbeginsel geen meerwaarde geregistreerd in de resultatenrekening.
Overige activa Deze post omvat hoofdzakelijk de tijdens het beschouwde boekjaar getrokken loten die pas het volgende jaar worden uitbetaald.
Overlopende rekeningen Deze post omvat de verlopen maar niet-geïnde interesten. Dat zijn de interesten die aan het beschouwde boekjaar zijn aangerekend, maar pas in de loop van het volgende boekjaar daadwerkelijk zullen worden geïnd.
Passiva Voorschotten van de Belgische Staat De voorschotten van de Belgische Staat vormen de voornaamste externe financieringsbron van de portefeuille overheidsfondsen. De rentevoet die aangerekend wordt op een voorschot is de marginale rentevoet van de basisherfinancieringstransacties (MRO-Marginal Rate) die de Europese Centrale Bank het laatst heeft vastgesteld. Elke bankwerkdag worden bij de terugbetaling van een voorschot de interesten betaald.
Cessies-retrocessies Deze post omvat de tegenwaarde van de effecten die het Rentenfonds ter beschikking stelt van LCH.Clearnet in het kader van de cessies-retrocessies van effecten. Dit mechanisme is ingevoerd om, bij een te late levering van op het fixingsegment van de beursmarkt verkochte effecten, LCH.Clearnet in staat te stellen de transactie op de geplande datum af te wikkelen.
Deel van de winst te storten aan de Belgische Staat Het deel van de winst dat aan de Staat toekomt is de op de balans vastgestelde nettowinst verminderd met het bedrag dat statutair bij de reserve moet worden gevoegd. Het wordt op 31 maart van het jaar dat volgt op het beschouwde boekjaar aan de Schatkist uitgekeerd.
Overige passiva In deze post zijn in hoofdzaak de bezoldigingen en sociale lasten opgenomen betreffende het beschouwde boekjaar die pas gedurende het volgende jaar zullen worden betaald.
Voorziening voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen Deze voorziening dekt de contractuele verplichtingen met betrekking tot het personeel, die in de loop van een jaar zijn ontstaan maar pas in een volgend boekjaar worden uitgekeerd.
Dotatie van de Schatkist Deze post bevat het bedrag dat door de Schatkist krachtens artikel 9 van de wet van 19 juni 1959 aan het Rentenfonds is toegekend.
Reserve Krachtens artikel 6 van de statuten van het Rentenfonds wordt ieder jaar normaliter een bedrag ten belope van 3 pct. van de dotatie, hetzij ongeveer 2 miljoen, bij de reserve gevoegd.
Posten buiten balanstelling Te liquideren contantverrichtingen op effecten De gesloten contantaankopen en -verkopen van effecten waarvan de afwikkelingstermijn nog niet is verstreken worden opgenomen tegen hun boekwaarde.
Gegeven waarborgen De post « activa bezwaard met zakelijke zekerheden voor eigen rekening » bevat de nominale waarde van de effecten die ter beschikking zijn gesteld van LCH.Clearnet in het kader van de in de passiefrekeningen van de balans beschreven cessies-retrocessies en die in pand zijn gegeven in het kader van het verrekeningsstelsel beheerd door LCH.Clearnet om de goede afloop van de transacties te garanderen.
Waarden van derden in bewaarneming De post « op termijn te leveren euro's » bevat de tegenwaarde van de terug te storten contanten aan LCH.Clearnet bij de afwikkeling van de met deze laatste gesloten cessies-retrocessies. _______ Nota's (1) Wet van 23 december 1994 tot wijziging van de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds (Belgisch Staatsblad van 30 december 1994).(2) De vorige maal dat het Rentenfonds een boekjaar met verlies sloot was in 1991. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld