Etaamb.openjustice.be
Verslag
gepubliceerd op 31 maart 2006

Verslag over de operaties van het boekjaar 2005, bekendgemaakt overeenkomstig artikel 7 van de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds Dit verslag bevat de jaarrekening van het Rentenfonds zoals zij voor controle aan h Een jaarverslag, uitgegeven door het Rentenfonds en in normale omstandigheden beschikbaar omstreeks(...)

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2006003192
pub.
31/03/2006
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN


Verslag over de operaties van het boekjaar 2005, bekendgemaakt overeenkomstig artikel 7 van de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds Dit verslag bevat de jaarrekening van het Rentenfonds zoals zij voor controle aan het Rekenhof is voorgelegd, samen met toelichtingen bij het verloop tijdens het boekjaar van de belangrijkste elementen van de balans, van de portefeuille overheidsfondsen en van de resultaten.

Een jaarverslag, uitgegeven door het Rentenfonds en in normale omstandigheden beschikbaar omstreeks mei 2006, zal bovendien een overzicht geven van de ontwikkelingen op de Belgische secundaire markten van de overheidsfondsen. Tevens zullen de activiteiten worden beschreven die het Fonds, in het kader van zijn regelgevende en toezichthoudende bevoegdheden, heeft verricht. Het zal ook een statistische bijlage bevatten. 1. Verloop van de voornaamste balansposten van het Rentenfonds (zie ook tabel 1 en verklarende bijlage) De boekwaarde van de portefeuille overheidsfondsen is gedaald van 220,8 miljoen aan het einde van het vorige boekjaar tot 206,5 miljoen aan het einde van het verslagjaar.Wegens teruglopende koersen in de meeste marktsegmenten tijdens de beschouwde periode is de beurswaarde nog sterker ingekrompen, te weten met 16,5 miljoen tot 207,3 miljoen.

De gevoelige daling van de portefeuille is overwegend het gevolg van de overheveling van de vastrentende lineaire obligaties van de fixingmarkt naar de doorlopende markt, waarop liquiditeitsverschaffers actief zijn. Hierdoor kon het Rentenfonds zijn portefeuille lineaire obligaties grotendeels verkopen.

De voorschotten van de Belgische Staat aan het Fonds liepen van het ene tot het andere jaar terug van 85,7 miljoen tot 69,2 miljoen, vooral wegens de vermindering van zijn portefeuille. De voorschotten daalden iets sterker dan de boekwaarde van de portefeuille overheidsfondsen. De eigen middelen van het Rentenfonds namen toe ten gevolge van de statutaire toevoeging aan de reserve. 2. Schommelingen van de portefeuille overheidsfondsen (zie tabel 2) De nominale waarde van de portefeuille overheidsfondsen is afgenomen van 217,9 miljoen aan het einde van het voorgaande boekjaar tot 204,7 miljoen. Het regulerende optreden van het Fonds op de fixingmarkt gaf aanleiding tot een netto-aankoop van effecten voor een bedrag van 133,2 miljoen, dat is iets minder dan het bedrag van 135,5 miljoen dat het Fonds in 2004 langs die weg in portefeuille had genomen.

Het Fonds tekende voor 30,6 miljoen in op staatsbons, dat is een weinig minder dan de vorig jaar opgetekende inschrijvingen ten belope van 31,2 miljoen. De beëindiging van de uitgifte van lineaire obligaties bestemd voor particuliere beleggers verklaart de afwezigheid van intekeningen op lineaire obligaties door het Rentenfonds.

De inningen van terugbetaalbare effecten beliepen 35,1 miljoen.

De buitenbeurstransacties sloten met een nettoverkoop van 141,9 miljoen. In het voorgaande jaar was een verkoopsaldo van 130,7 miljoen opgetekend. Die aangroei houdt verband met de verkoop van het grootste deel van de portefeuille lineaire obligaties van het Fonds waarmee het die waarden reguleerde op de fixingmarkt. Hierdoor viel het aandeel van de lineaire obligaties in de portefeuille gevoelig terug van 7 pct. in het voorgaande boekjaar tot net geen 1 pct., wat overeenstemt met een vermindering in absolute waarde ten belope van 12,9 miljoen.

Het aandeel van de staatsbons in de portefeuille nam hierdoor toe van 90 pct. in het voorgaande boekjaar tot bijna 96 pct., maar in absolute waarde was er een beperkte daling met 0,3 miljoen. De klassieke leningen vertegenwoordigden eind 2005 nog ruim 3 pct. van de portefeuille. 3. Resultaten (zie tabel 3) 3.1 Financiële resultaten op de portefeuille Op de portefeuille overheidsfondsen werd over het boekjaar een positief financieel resultaat van 8,3 miljoen opgetekend. Het is respectievelijk samengesteld uit 5,7 miljoen lopende financiële resultaten en uit 2,6 miljoen transactieresultaten die niet recurrent zijn.

De lopende financiële resultaten op de portefeuille overheidsfondsen worden verkregen door de renteresultaten te verminderen met de interesten op de voorschotten van de Belgische Staat, die de portefeuille gedeeltelijk financieren. Het met eigen middelen gefinancierde deel van de portefeuille heeft voor 4,6 miljoen bijgedragen tot de lopende financiële resultaten en het met vreemde middelen gefinancierde deel voor 1,1 miljoen. Het gemiddelde rendement van de portefeuille overtrof immers de gemiddelde financieringsvoet.

De lopende financiële resultaten liepen met 0,5 miljoen terug ten opzichte van het voorgaande boekjaar doordat de renteresultaten sterker daalden dan de financieringskosten. 3.1.1 Renteresultaten De renteresultaten bestaan uit, enerzijds, de verworven bruto-interesten en, anderzijds, het verschil tussen de boekwaarde van de effecten, die aan het einde van de periode op basis van hun gemiddelde actuariële rendement is herberekend, en hun vorige gemiddelde boekwaarde. De waarderingsverschillen die voortvloeien uit de herwaardering tegen de beurskoersen van de leningen met loten en met trekkingen ten opzichte van hun vorige inventariswaarde, worden aan het einde van het jaar ook in die resultaten opgenomen.

De renteresultaten van het boekjaar bedroegen 7,4 miljoen, dat is 0,6 miljoen minder dan tijdens het voorgaande boekjaar. Deze vermindering vloeit voort uit de daling van de gemiddelde opbrengstvoet van de portefeuille, namelijk van 3,61 pct. in 2004 tot 3,47 pct. 3.1.2 Interesten op voorschotten van de Belgische Staat De interesten op voorschotten van de Belgische Staat namen in beperkte mate af van 1,8 miljoen in 2004 tot 1,7 miljoen. De rentevoet die aangerekend wordt op een voorschot is de marginale rentevoet van de basisherfinancieringstransacties (MRO-Marginal Rate) die de ECB het laatst heeft vastgesteld. Elke bankwerkdag worden bij de terugbetaling van een voorschot de interesten betaald. 3.1.3 Transactieresultaten De transactieresultaten omvatten de verschillen tussen, enerzijds, de opbrengst uit de verkoop van de effecten die gedurende het boekjaar zijn verkocht en, anderzijds, de gemiddelde boekwaarde van die effecten. Aangezien de beurswaarde van de leningen uit de portefeuille tijdens het grootste gedeelte van het jaar boven hun gemiddelde boekwaarde uitkwam, leverden de verkopen in de meeste gevallen winst op. Daardoor sloten de transactieresultaten over het jaar met een batig saldo van 2,6 miljoen. 3.2 Opbrengsten uit aandelen Het Rentenfonds houdt genotsaandelen van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) in portefeuille. Een laatste dividendbetaling greep plaats in 2001. 3.3 Algemene administratieve kosten De algemene administratieve kosten bestaan uit bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen, en andere administratieve kosten.

Het Rentenfonds verleent, overeenkomstig artikel 2, 2° van zijn organieke wet, technische bijstand in het vlak van het benodigde menselijke potentieel voor de activiteiten van het in de Administratie der Thesaurie opgerichte Agentschap van de Schuld. Aan de daarmee samenhangende bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen werd een bedrag van 1,5 miljoen besteed.

De andere administratieve kosten, goed voor 0,4 miljoen, omvatten in hoofdzaak de kosten verbonden aan het toezicht op de gereglementeerde buitenbeursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten, alsook de beurskosten. 3.4 Waardeverminderingen op de portefeuille overheidsfondsen De stijging van de rentevoeten op korte en middellange termijn leidde tot een daling van de beurswaarde van de obligaties in deze tijdssegmenten. Overeenkomstig het boekhoudkundige voorzichtigheidsbeginsel diende voor deze waarden uit de portefeuille aan het einde van het jaar een waardevermindering te worden toegepast om de boekwaarde in overeenstemming te brengen met de beurswaarde.

Deze waardeverminderingen totaliseerden 0,4 miljoen. 3.5 Nettowinst van het boekjaar Het boekjaar werd afgesloten met een te bestemmen nettowinst van 6 miljoen. Zij is de resultante van de financiële resultaten op de portefeuille ten belope van 8,3 miljoen, van waardeverminderingen op de portefeuille overheidsfondsen voor 0,4 miljoen en van diverse lasten ten bedrage van 1,9 miljoen.

Krachtens de in artikel 6 van de statuten van het Rentenfonds opgenomen verdelingsregels voor het nettoresultaat, werd 2,1 miljoen bij de reserve gevoegd en zal het saldo, namelijk 3,9 miljoen, op 31 maart 2006 aan de Schatkist worden gestort.

Verklarende bijlage BALANS Activa Portefeuille overheidsfondsen De portefeuille overheidsfondsen bestaat hoofdzakelijk uit de staatsleningen die door het Rentenfonds worden gereguleerd op het fixingsegment van de beursmarkt, voornamelijk ten gunste van de particuliere beleggers.

De portefeuille wordt gewaardeerd volgens de principes van een beleggingsportefeuille van kredietinstellingen. Bij aankoop worden de effecten geboekt tegen de aanschaffingsprijs. Naderhand worden zij geëvalueerd op basis van hun gemiddelde actuariële rendement bij aankoop. Indien echter de boekwaarde van een lening boven haar beurswaarde uitkomt, wordt het verschil geboekt als waardevermindering teneinde die boekwaarde in overeenstemming te brengen met de beurswaarde. Wanneer deze waardeverminderingen afnemen of verdwijnen in het volgende boekjaar, vindt een terugneming van de provisie plaats. Daarentegen, indien de boekwaarde van de lening lager uitvalt dan haar beurswaarde, dan wordt volgens het voorzichtigheidsbeginsel geen meerwaarde geregistreerd in de resultatenrekening.

Overige activa Deze post omvat hoofdzakelijk de tijdens het beschouwde boekjaar getrokken loten die pas het volgende jaar worden uitbetaald.

Overlopende rekeningen Deze post omvat de verlopen maar niet-geïnde interesten. Dat zijn de interesten die aan het beschouwde boekjaar zijn aangerekend, maar pas in de loop van het volgende boekjaar daadwerkelijk zullen worden geïnd.

Passiva Voorschotten van de Belgische Staat De voorschotten van de Belgische Staat vormen de voornaamste externe financieringsbron van de portefeuille overheidsfondsen. De rentevoet die aangerekend wordt op een voorschot is de marginale rentevoet van de basisherfinancieringstransacties (MRO-Marginal Rate) die de ECB het laatst heeft vastgesteld. Elke bankwerkdag worden bij de terugbetaling van een voorschot de interesten betaald.

Cessies-retrocessies Deze post omvat de tegenwaarde van de effecten die het Rentenfonds ter beschikking stelt van LCH.Clearnet in het kader van de cessies-retrocessies van effecten. Dit mechanisme is ingevoerd om, bij een te late levering van op het fixingsegment van de beursmarkt verkochte effecten, LCH.Clearnet in staat te stellen de transactie op de geplande datum af te wikkelen.

Deel van de winst te storten aan de Belgische Staat Het deel van de winst dat aan de Staat toekomt is de op de balans vastgestelde nettowinst verminderd met het bedrag dat statutair bij de reserve moet worden gevoegd. Het wordt op 31 maart van het jaar dat volgt op het beschouwde boekjaar aan de Schatkist uitgekeerd.

Overige passiva In deze post zijn in hoofdzaak de bezoldigingen en sociale lasten opgenomen betreffende het beschouwde boekjaar die pas gedurende het volgende jaar zullen worden betaald.

Voorziening voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen Deze voorziening dekt de contractuele verplichtingen met betrekking tot het personeel, die in de loop van een jaar zijn ontstaan maar pas in een volgend boekjaar worden uitgekeerd.

Dotatie van de Schatkist Deze post bevat het bedrag dat door de Schatkist krachtens artikel 9 van de wet van 19 juni 1959 aan het Rentenfonds is toegekend.

Reserve Krachtens artikel 6 van de statuten van het Rentenfonds wordt ieder jaar normaliter een bedrag ten belope van 3 pct. van de dotatie, hetzij ongeveer 2 miljoen, bij de reserve gevoegd.

POSTEN BUITEN BALANSTELLING Te liquideren contantverrichtingen op effecten De gesloten contantaankopen en -verkopen van effecten waarvan de afwikkelingstermijn nog niet is verstreken worden opgenomen tegen hun boekwaarde.

Gegeven waarborgen De post « activa bezwaard met zakelijke zekerheden voor eigen rekening » bevat de nominale waarde van de effecten die ter beschikking zijn gesteld van LCH.Clearnet in het kader van de in de passiefrekeningen van de balans beschreven cessies-retrocessies en die in pand zijn gegeven in het kader van het verrekeningsstelsel beheerd door LCH.Clearnet om de goede afloop van de transacties te garanderen.

Waarden van derden in bewaarneming De post « op termijn te leveren euro's » bevat de tegenwaarde van de terug te storten contanten aan LCH.Clearnet bij de afwikkeling van de met deze laatste gesloten cessies-retrocessies.

Jaarrekening Balans op 31 december 2005 Activa Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Comptes annuels Bilan au 31 décembre 2005 Actif Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Tabel 1 - Voornaamste balansposten van het rentenfonds (miljoenen euro's) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^