MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP

Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector. - College voor vergunning en controle Vergunning. - Beslissing van 21 november 2007 Bij het College voor vergunning en controle werd een aanvraag om vergunning ingediend door de « ASBL Radio Chrétienne Francophone Liège », voor het uitgeven van een klankradio-omroepdienst die andere omroepdiensten gebruikt dan de analoge terrestrische radiogolven, « Radio chrétienne francophone Liège » genoemd.

Gelet op het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep, inzonderheid op de artikelen 33 tot 35 betreffende de algemene regels voor het uitgeven van diensten, en op artikel 58 betreffende de bijzondere regels voor de klankradio-omroepdiensten die andere omroepdiensten gebruiken dan de analoge terrestrische radiogolven;

Na onderzoek van de stukken en gegevens die door de aanvrager werden overgezonden;

Overwegende dat de aanvrager beantwoordt aan de voorwaarden van artikel 35, § 1, van voormeld decreet en dat de aanvraag in overeenstemming is met artikel 58 van voormeld decreet;

Het College voor vergunning en controle beslist : De « ASBL Radio Chrétienne Francophone Liège » (ingeschreven in het register van rechtspersonen onder nummer 0466 612 758), waarvan de maatschappelijke zetel rue des Prémontrés 40, te 4000 Luik, gevestigd is, wordt ertoe gemachtigd de klankradio-omroepdienst, « Radio chrétienne francophone Liège » genoemd, die andere omroepmiddelen gebruikt dan de analoge terrestrische radiogolven, uit te geven vanaf 1 december 2007 voor een periode van negen jaar.

Overeenkomstig artikel 60, 2° van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep wordt de « ASBL Radio chrétienne francophone Liège » toegelaten af te wijken van de verplichting om binnen de dienst Radio chrétienne francophone Liège 70 % eigen productie programma's aan te bieden gelet op het cultureel belang van zijn programma zonder dat deze eigen productie lager dan 20 % kan zijn.

Het College kan op zijn beslissing om toekenning van afwijking terugkomen als, bij de jaarlijkse controle, de aard van het programma gewijzigd zou zijn of zijn culturele belang verminderd zou zijn.

Deze beslissing loopt helemaal niet vooruit op de beslissing van het College wat betreft een mogelijke vergunning om hetzelfde programma per analoge terrestrische radiogolven uit te zenden, waarvoor, overeenkomstig artikel 56, § 3, 4°, het College de aanvragen onderzoekt op grond van, inzonderheid, « de omvang van de gedecentraliseerde productie in de Franse Gemeenschap ».

Overeenkomstig artikel 133, § 5, van voormeld decreet wordt deze vergunning in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

Brussel, 21 november 2007.

M. JANSSEN, Voorzitter