Etaamb.openjustice.be
Vergunning van 30 april 1997
gepubliceerd op 03 juli 1997

Verordening nr. 96/006 houdende de erkenning en subsidiëring van lokale jeugdwerkverenigingen

bron
vlaamse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
1997031184
pub.
03/07/1997
prom.
30/04/1997
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 APRIL 1997. Verordening nr. 96/006 houdende de erkenning en subsidiëring van lokale jeugdwerkverenigingen


De Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie heeft aangenomen en wij, het College, bekrachtigen wat volgt : HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen

Artikel 1.Bevoegdheid 1. Deze verordening regelt een aangelegenheid bedoeld in artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet.2. Deze verordening regelt de erkenning en subsidiëring van verenigingen voor jeugdwerk, zoals bedoeld in het decreet van 9 juni 1993 houdende de subsidiëring van gemeentebesturen en van de Vlaamse Gemeenschapscommissie inzake het voeren van een lokaal jeugdwerkbeleid.

Art. 2.Begrippen De volgende begrippen worden in deze verordening en in de bijhorende uitvoeringsbesluiten gebruikt in de volgende betekenis : - jeugdwerk : groepsgericht sociaal-cultureel werk van, voor en met jeugd in de vrije tijd, met de volgende kenmerken : - gericht op het engagement van vrijwilligers of leden - gericht op een kritische kijk op de samenleving - procesgericht, eerder dan produktgericht - emancipatorisch jeugd : het leeftijdssegment tussen 2,5 en 25 jaar. In deze bevolkingstranche onderscheiden we : kleuters : jeugd tussen 2,5 en 6 jaar kinderen : jeugd tussen 6 en 12 jaar tieners : jeugd tussen 12 en 16 jaar jongeren : jeugd tussen 16 en 20 jaar jongvolwassenen : jeugd tussen 20 en 25 jaar Deze indeling is indicatief. vrije tijd : een begrip, dat verwijst naar het tijdssegment dat overblijft na aftrek van de school- of arbeidstijd en de gezinstijd lokaal : plaatselijk relevant, van belang voor de onmiddellijke leefomgeving van de doelgroep vereniging : een samenwerkingsverband van personen, met een naam, een bestuur, doelstellingen en methode, een huishoudelijk reglement en leden

Art. 3.Beperkingen Het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - verder het College - erkent en subsidieert een vereniging als jeugdwerkvereniging binnen de bepalingen van deze verordening en van de bijhorende uitvoeringsbesluiten, en binnen de perken van de begroting. HOOFDSTUK II. Erkenning

Art. 4.Formele voorwaarden Om als jeugdwerkvereniging erkend te worden : 1. moet de vereniging haar zetel in het Brussels hoofdstedelijk gewest hebben;2. moet een derde van de bestuursleden jonger zijn dan 30 jaar. Bovendien moet minstens een derde van de bestuursleden in het Brussels hoofdstedelijk gewest wonen; 3. mag de vereniging geen winst nastreven;4. moet de vereniging een aanvraag indienen bij de Administratie van het College - verder de Administratie.De aanvraag moet voldoen aan alle procedurevoorwaarden van het uitvoeringsbesluit dat betrekking heeft op de vereniging.

Art. 5.Taal Om als jeugdwerkvereniging erkend te worden moet de vereniging als Nederlandstalig beschouwd worden.

Art. 6.Doelgroep Om erkend te worden, moeten de activiteiten van de vereniging zich richten naar jeugd van en in het hoofdstedelijk gewest. Hiermee worden bedoeld : personen jonger dan 25 j. die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wonen en personen jonger dan 25 j. die niet in het Brussels hoofdstedelijk gewest wonen, maar die een aantoonbare band hebben met instellingen en verenigingen waarvoor de Vlaamse Gemeenschapscommissie bevoegd is.

Art. 7.Doelstellingen en methodes 1. Een jeugdwerkvereniging bepaalt autonoom welke doelstellingen ze nastreeft en welke methode ze daarvoor hanteert;2. om erkend te worden, mogen de doelstellingen en methodes van de vereniging niet in tegenspraak zijn met het Verdrag inzake de rechten van het kind, en in het bijzonder de artikelen 8, 13, 14, 15, 17, 30 en 31 van dat verdrag.

Art. 8.Functies Om als jeugdwerkvereniging erkend te worden, moet een vereniging een combinatie van minstens vier van de onderstaande functies vervullen. ontmoeting : hetzij door een eigen ruimte, hetzij door een vindplaatsgerichte werking spel en ontspanning : recreatie, verpozing na doelgerichte activiteit. zelfontplooiing : een alternatief voor het begrip 'permanente vorming' (die van buiten af komt). Zelfontplooiing komt vooral van binnenuit, en is een afgeleide functie die voortvloeit uit andere functies. Ze is slechts meetbaar door ze te koppelen aan de plaats van het individu in de groep, de mate waarin inspraak mogelijk is. Ze manifesteert zich door het engagement, en staat dus haaks op een passieve deelname... groepsvorming : is de bestaansreden zelf van het begrip vereniging.

Deze vorming is gericht op gemeenschappelijke waarden en draagt bij tot de sociale ontplooiing. onthaal, informatie en begeleiding : deze functie veronderstelt een structuur die meetbaar is door openingstijden, frequentie van de activiteiten, een kern van begeleiders, een tijdschrift of kalender, promotie... creatieve expressie : wil de leefwereld van kinderen en jongeren ver-beelden, ver-woorden of ver-klanken. Dit veronderstelt culturele ruimte, ademruimte, en materiaal. In combinatie met de kenmerken van jeugdwerk is het proces hier belangrijker dan het produkt. De manifestaties van deze functie zijn heel verscheiden. belangenbehartiging : deze functie komt nadrukkelijk tot haar recht als door de activiteiten van de vereniging ingepikt wordt op een bedreig(en)de omgeving. Belangenbehartiging vervangt het begrip preventie, en is tegelijk ruimer omdat ze te maken heeft met inspraak van kinderen en jongeren zelf, en dus met het verhogen van hun weerbaarheid en mondigheid. De graad van belangenbehartiging hangt samen met de mate waarin de vrije tijd voor het doelpubliek aangetast is (noem het de graad van achterstelling). Zonder uitputtend te zijn heeft belangenbehartiging te maken met : inspraak : over de leefwereld buiten de vereniging communicatie : met ouders, leerkrachten... informatie : met preventief karakter (drugs, pesten...) actie : lokalenactie, persconferentie, verkeersspel... doorverwijzing : naar welzijnsvoorzieningen... kadervorming : gerichte en expliciete vorming voor kaders van het jeugdwerk, die bijdraagt tot de kwaliteitsverbetering van hun taken als begeleider, of voor leden van het jeugdwerk met het doel hen voor te bereiden op een taak als begeleider van activiteiten... experiment : gaat ervan uit dat het jeugdwerk een laboratorium is waar jongeren kunnen experimenteren. Van het experiment komt de beschrijving per definitie pas achteraf.

Art. 9.Netwerk 1. Om als jeugdwerkvereniging erkend te worden, moet de vereniging zich kenbaar maken bij een door het College erkend gemeenschaps- of jeugdcentrum.2. Het bestuur van de vereniging voert bij haar leden actief promotie voor activiteiten die door het College en de Administratie voor die doelgroep georganiseerd worden, en in het bijzonder voor inspraakactiviteiten. HOOFDSTUK III. Subsidiëring

Art. 10.Startsubsidie Om in aanmerking te komen voor een startsubsidie, moet de vereniging : 1. voldoen aan de erkenningsvoorwaarden;2. een aanvraag indienen bij de Administratie, volgens de procedure bepaald in de uitvoeringsbesluiten; Een vereniging kan slechts eenmaal een startsubsidie krijgen.

Art. 11.Jaarsubsidie 1. Naargelang het type jeugdwerkvereniging wordt de jaarlijkse subsidie onderverdeeld in een basissubsidie, een werkingssubsidie en een personeelssubsidie.Bij de toekenning van de subsidie wordt rekening gehouden met de volgende elementen : - het aantal deelwerkingen - de duur en de frequentie van de activiteiten - de verhouding tussen het aantal begeleiders en deelnemers 2. Om in aanmerking te komen voor een jaarsubsidie, moet de vereniging in het voorbije werkjaar minstens 10 activiteiten georganiseerd hebben, of één per maand volgend op de toekenning van een startsubsidie,.3. Om in aanmerking te komen voor een jaarsubsidie moet de vereniging een aanvraag indienen bij de Administratie, volgens de voorwaarden en bepalingen van het uitvoeringsbesluit dat op de vereniging betrekking heeft.

Art. 12.Alarmsubsidie Verenigingen met een personeelssubsidie die niet langer voldoen aan de voorwaarden van het uitvoeringsbesluit, kunnen beroep doen op de alarmsubsidie : 1. De alarmsubsidie wordt toegekend op basis van een gemotiveerde aanvraag en na advies van de advieswerkgroep Jeugd.2. De alarmsubsidie bedraagt 85 % van de subsidie van het voorgaande jaar, en kan slechts één maal verlengd worden. HOOFDSTUK IV. Slot- en overgangsbepalingen

Art. 13.Uitvoering Het College zal de nodige besluiten nemen ter uitvoering van deze verordening.

Art. 14.Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1997.

Art. 15.Opheffing De Verordening nr. 91/12 van 22 januari 1992 houdende de subsidiëring van jeugdwerk in verenigingsverband, wordt opgeheven.

Deze verordening zal in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt worden.

De collegeleden: R. GRIJP J. CHABERT V. ANCIAUX

^