Etaamb.openjustice.be
Vergunning van 26 juni 1997
gepubliceerd op 23 april 1998

Verordening nr. 97/002, houdende de erkenning en subsidiëring van initiatieven ter uitvoering van het decreet op het Sociaal Impulsfonds. - Bekrachtiging

bron
vlaamse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
1997031478
pub.
23/04/1998
prom.
26/06/1997
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST


26 JUNI 1997. - Verordening nr. 97/002, houdende de erkenning en subsidiëring van initiatieven ter uitvoering van het decreet op het Sociaal Impulsfonds. - Bekrachtiging


De Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie heeft aangenomen en wij, het College, bekrachtigen wat volgt : Artikel 1 Deze verordening regelt een aangelegenheid bedoeld in de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994.

Artikel 2 Een werkjaar valt samen met een kalenderjaar.

HOOFDSTUK I. - Bevoegdheidssfeer Artikel 3 De Vlaamse Gemeenschapscommissie schrijft jaarlijks in haar begroting de middelen ter uitvoering van het "Decreet tot vaststelling van de regelen inzake de werking en de verdeling van het Sociaal Impulsfonds" van 14 mei 1996.

Artikel 4 Het College zal op basis van een jaarlijks actieplan gemotiveerd bepalen welk gedeelte van de middelen voorzien wordt voor de subsidiëring van initiatieven en welk gedeelte voor het verlenen van opdrachten aan derden.

De verordening regelt het voor subsidies bestemde gedeelte van de ingeschreven kredieten.

HOOFDSTUK II. - Het kader Artikel 5 De uitvoering van het Sociaal Impulsfonds wordt gerealiseerd op basis van wat volgt : 1. Stedelijk Kansenbeleid. Het stedelijk kansenbeleid is erop gericht allerlei maatregelen te treffen en initiatieven te nemen, te stimuleren, te ondersteunen en op mekaar af te stemmen om binnen een afgebakende zone de concentratie van probleemsituaties in te dijken, de leefbaarheid zichtbaar te verbeteren en de kansarmoede te bestrijden. 2. De SIF-stuurgroep. De SIF-stuurgroep wordt opgericht in uitvoering van het decreet op het Sociaal Impulsfonds om het meerjarenplan en het jaarlijks actieplan op te stellen. 3. Meerjarenplan : Het meerjarenplan wordt opgesteld in uitvoering van het decreet op het Sociaal Impulsfonds en door het College en de raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie goedgekeurd.Op basis daarvan wordt een beleidsovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de Vlaamse Gemeenschap afgesloten voor de jaren 1996-1999.

Het plan is gericht op het herstel van de leef- en omgevingskwaliteit van de achtergestelde buurten en ook de bestrijding van de kansarmoede. 4. Het jaarlijks actieplan. Het jaarlijks actieplan is het jaarlijks programma van samenhangende initiatieven voor sociale stadsontwikkeling in uitvoering van het meerjarenplan. 5. Basisvoorzieningen. - Het Centrum voor Sociale Stadsontwikkeling-Brussel - De steunpunten voor Sociale Stadsontwikkeling 6. Het Centrum voor Sociale Stadsontwikkeling-Brussel. Het functioneert als projectontwikkelaar voor het Brusselse werkveld.

Dit centrum bestaat uit : - de stuurgroep die de inhoudelijke werking bepaalt; - een beheers-vzw die de middelen beheert die door de stuurgroep worden toegekend om de doelstellingen te kunnen realiseren.

Het centrum heeft de opdracht het meerjarenplan uit te bouwen. Het begeleidt, stimuleert en coördineert de lokale netwerkontwikkeling en de communicatie en relatie tussen het Brussels werkveld enerzijds en het beleid en andere overheden anderzijds. 7. Sociale Ontwikkelingszones. Deze zones zijn in het meerjarenplan aangegeven als prioritaire zones. 8. De steunpunten voor Sociale Stadsontwikkeling. Ze vormen de overlegstructuur binnen een sociale ontwikkelingszone waaraan elk bij deze verordening gesubsidieerd initiatief bij middel van een overeenkomst met de Vlaamse Gemeenschapscommissie dient te participeren. Ook andere actoren zoals de initiatieven erkend in het kader van het allochtonenbeleid moeten betrokken worden.

De steunpunten bestaan uit vertegenwoordigers van alle initiatieven die in het kader van deze verordening zijn erkend. De steunpunten hebben tot doel binnen hun zone de programmatorische samenhang, de profilering, het overleg, de coördinatie en waar nodig de begeleiding van de aangesloten initiatieven te waarborgen. 9. Initiatieven voor Sociale Stadsontwikkeling. Dit zijn projecten die een zichtbare en resultaatgerichte bijdrage leveren aan de verbetering van de leefkwaliteit in de vastgestelde ontwikkelingszones. De initiatieven moeten hun zetel hebben in het Brusselse hoofdstedelijk gewest en als Nederlandstalig kunnen beschouwd worden. 10. Jaarlijkse omzendbrief. Hierin worden jaarlijks de beleidsaccenten aangegeven op basis waarvan initiatiefnemers zich kunnen inschrijven voor de erkenning van initiatieven voor Sociale Stadsontwikkeling.

HOOFDSTUK III. - Erkenning en subsidiëring van initiatieven in het kader van het sociaal impulsfonds Artikel 6 Het College bepaalt de modaliteiten voor erkenning en subsidiëring van initiatieven voor Sociale Stadsontwikkeling.

Artikel 7 In uitvoering van het meerjarenplan keurt het College, op voorstel van de stuurgroep en na advies van de werkgroep Kansenbeleid, een jaarlijks actieplan goed.

Artikel 8 Binnen de perken van de begroting, erkent en subsidieert het College ter invulling van het jaarlijks actieplan : - het Centrum voor Sociale stadsontwikkeling-Brussel; - de steunpunten voor Sociale Stadsontwikkeling; - initiatieven voor Sociale Stadsontwikkeling.

De erkenning kan voor maximaal de duur van het Sociaal Impulsfonds worden toegekend.

De subsidiëring wordt jaarlijks bepaald en kan zowel de personeels- en werkingskosten als de infrastructuurkosten omvatten : Artikel 9 In een jaarlijkse omzendbrief maakt het College het actieplan en de beleidsaccenten op basis waarvan de initiatiefnemers zich kunnen inschrijven voor erkenning en subsidiëring, bekend bij het Brusselse betrokken werkveld.

Artikel 10 Het College zal tot erkenning en subsidiëring van de in artikel 8 bedoelde initiatieven overgaan op basis van de modaliteiten vastgesteld in deze verordening en de uitvoeringsbesluiten.

Artikel 11 Deze verordening vervangt de verordeningen : nr. 91/05 van 20 september 1991 houdende toekenning van toelagen voor projecten in het kader van de kansarmoedebestrijding in het Brusselse hoofdstedelijk gewest; nr. 92/05 van 10 juli 1992 houdende het kansarmoedebstrijdingsprogramma voor de begrotingsjaren 1992 tot en met 1998. en treedt in werking op 26 juni 1997 Deze verordening zal in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt worden.

De Collegeleden, Rufin GRIJP Jos CHABERT Vic ANCIAUX

^