Etaamb.openjustice.be
Vergunning van 25 januari 2008
gepubliceerd op 21 november 2008

Verordening nr. 07/01 houdende de erkenning en subsidiëring van sociaal-culturele verenigingen bekrachtigd bij collegebesluit nr. 08/10

bron
vlaamse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2008031569
pub.
21/11/2008
prom.
25/01/2008
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 JANUARI 2008. - Verordening nr. 07/01 houdende de erkenning en subsidiëring van sociaal-culturele verenigingen bekrachtigd bij collegebesluit nr. 08/10


De Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie heeft aangenomen en wij, het College, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze verordening regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 166, § 3, 1° van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994.

Art. 2.Deze verordening schept een regelend kader voor de erkenning en de subsidiëring van sociaal-cultureel volwassenenwerk in verenigingsverband.

Art. 3.In deze verordening wordt bedoeld met : 1° sociaal-cultureel volwassenenwerk : activiteiten die de ontplooiing van volwassenen en hun maatschappelijke participatie willen bevorderen;personen nemen er vrijwillig deel aan, los van enig schoolverband en los van elke vorm van beroepsopleiding; 2° lokale vereniging : een vereniging, afdeling of kern, zijnde een duurzame organisatie van vrijwilligers die verantwoordelijkheid opnemen voor de bestuurlijke en inhoudelijke werking, op een gemeente- of wijkniveau actief is en al dan niet professioneel ondersteund wordt door een bovenlokale of regionale vereniging;3° bovenlokale vereniging : een duurzame organisatie van vrijwilligers die verantwoordelijkheid opnemen voor de bestuurlijke en inhoudelijke werking, op een gemeenteoverschrijdend niveau actief is, al dan niet ondersteunend of overkoepelend werkt naar lokale verenigingen, afdelingen of kernen en al dan niet professioneel ondersteund wordt door een landelijke of regionale vereniging of beweging;4° regionale vereniging : een netwerk van afdelingen, kernen of groepen, dat gericht is op de zingeving en emancipatie van leden en deelnemers, met het oog op persoonlijke en maatschappelijke ontplooiing : de vereniging heeft een gemeenschapsvormende functie;ze ontplooit een werking in groepsverband en hanteert een sociaal-culturele methodiek; ze is actief in een minimum aantal gemeenten in het hoofdstedelijk gewest en ze wordt overkoepeld door een door de Vlaamse Gemeenschap erkende landelijke vereniging of beweging; voor de toepassing van deze verordening worden de Brusselse deelgemeenten Haren, Laken en Neder-over-Heembeek beschouwd als aparte gemeenten. 5° het decreet : het decreet van 4 april 2003 betreffende het sociaal-cultureel volwassenenwerk;6° beleidsplan : een document waarin de organisatie haar toekomstig beleid duidelijk maakt voor zichzelf, voor de overheid en voor de buitenwereld;het omvat de missie van de organisatie, datgene wat ze op het ogenblik van de opmaak van het beleidsplan doet, datgene wat ze in de volgende beleidsperiode wil bereiken, alsook de wijze waarop ze dit wil realiseren; 7° open activiteiten : een zelf ontwikkeld en/of georganiseerd aanbod dat voldoende tijd vooraf openbaar is aangekondigd en waarop ieder persoon zich vrijwillig kan inschrijven;8° overkoepelen en begeleiden : de overkoepelende vereniging biedt minstens vormings- en/of andere activiteiten die de werking van de aangesloten verenigingen bevordert;

Art. 4.Conform de onderstaande bepalingen van de verordening en haar uitvoeringsbesluiten en binnen de perken van de kredieten, erkent en subsidieert het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie lokale, bovenlokale en regionale verenigingen voor sociaal-cultureel werk. HOOFDSTUK 2. - Erkenning Afdeling 1. - Lokale verenigingen

Art. 5.Verenigingen worden jaarlijks erkend als lokale vereniging als ze : a) als Nederlandstalig beschouwd worden;b) hun zetel en/of correspondentieadres in het Brussels hoofdstedelijk gewest hebben;c) voornamelijk in het Brussels hoofdstedelijk gewest actief zijn en zich richten tot een in hoofdzaak Brussels publiek;d) voldoen aan de voorwaarden van het uitvoeringsbesluit van het College. Afdeling 2. - Bovenlokale verenigingen

Art. 6.Verenigingen worden jaarlijks erkend als bovenlokale verenigingen als ze : a) een vereniging zonder winstoogmerk zijn of overkoepeld worden door dergelijke vereniging die als Nederlandstalig kan beschouwd worden;b) hun zetel en correspondentieadres in het Brussels hoofdstedelijk gewest hebben;c) voornamelijk in het Brussels hoofdstedelijk gewest actief zijn en zich richten tot een in hoofdzaak Brussels publiek;d) in het jaar van de aanvraag minstens 15 open activiteiten, zoals omschreven in artikel 3, verspreid over minstens 3 hoofdstedelijke gemeenten ontplooid hebben en/of minstens 6 door het College erkende en gesubsidieerde lokale verenigingen, actief in minstens 3 hoofdstedelijke gemeenten, overkoepelen en begeleiden;e) voldoen aan de voorwaarden van het uitvoeringsbesluit van het College. Afdeling 3. - Regionale verenigingen

Art. 7.Verenigingen worden erkend als regionale verenigingen als ze : a) een vereniging zonder winstoogmerk zijn die als Nederlandstalig beschouwd kan worden of overkoepeld wordt door dergelijke vereniging;b) hun zetel en secretariaat in het Brussels hoofdstedelijk gewest hebben;c) voornamelijk in het Brussels hoofdstedelijk gewest actief zijn en zich richten tot een in hoofdzaak Brussels publiek;d) ten minste 12 op basis van deze verordening erkende en gesubsidieerde lokale of bovenlokale verenigingen overkoepelen en begeleiden die in het jaar van de aanvraag in minstens 5 hoofdstedelijke gemeenten open activiteiten, zoals omschreven in artikel 3, ontplooid hebben;e) deel uitmaken van een door de Vlaamse Gemeenschap, op basis van het decreet van 4 april 2003, erkende vereniging of beweging;f) voldoen aan de voorwaarden van het uitvoeringsbesluit van het College.

Art. 8.Verenigingen kunnen voorlopig erkend worden of blijven als regionale verenigingen als ze : a) voldoen aan de voorwaarden gesteld in artikel 7 a, b, c, e en f ;b) ten minste 10 op basis van deze verordening erkende en gesubsidieerde lokale of bovenlokale verenigingen overkoepelen en begeleiden die in het jaar van de aanvraag in minstens 3 hoofdstedelijke gemeenten activiteiten, zoals omschreven in artikel 3, ontplooid hebben;c) een beleidsplan kunnen voorleggen waaruit blijkt dat de norm uiterlijk op het einde van de beleidsperiode waarin de aanvraag wordt gedaan, zal bereikt worden. Deze uitzondering kan maar een keer toegestaan worden. HOOFDSTUK 3. - Subsidiëring Afdeling 1. - Lokale verenigingen

Art. 9.Binnen de perken van de uitgetrokken kredieten en volgens de voorwaarden bepaald in het bijhorend uitvoeringsbesluit kunnen erkende lokale verenigingen een subsidie krijgen op basis van georganiseerde open activiteiten. Afdeling 2. - Bovenlokale verenigingen

Art. 10.Binnen de perken van de uitgetrokken kredieten en volgens de voorwaarden bepaald in het bijhorend uitvoeringsbesluit kunnen erkende bovenlokale verenigingen een basissubsidie en een forfaitaire loonsubsidie krijgen. Afdeling 3. - Regionale verenigingen

Art. 11.§ 1. Binnen de perken van de uitgetrokken kredieten en volgens de voorwaarden bepaald in het bijhorende uitvoeringsbesluit kunnen erkende regionale verenigingen een basissubsidie volgens het aantal aangesloten afdelingen, een werkingsubsidie op basis van bewezen open activiteiten van de aangesloten afdelingen en forfaitaire loonsubsidies krijgen. § 2. De subsidies worden voor een beleidsperiode van 5 jaar toegekend. § 3. De eerste beleidsperiode wordt beperkt tot 3 jaar en loopt van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2010. HOOFDSTUK 4. - Slot- en overgangsbepalingen

Art. 12.Het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie neemt de uitvoeringsbesluiten.

Art. 13.De verordeningen nr. 95/06 van 28 maart 1996 houdende erkenning en subsidiëring van volksontwikkelingswerk in verenigingsverband en 96/004 van 26 september 1996 houdende erkenning en subsidiëring van sociaal-culturele verenigingen voor de derde leeftijd en het collegebesluit nr. 99/188 van 4 juni 1999 houdende een regeling voor de erkenning en subsidiëring van lokale en bovenlokale verenigingen van migranten in de volksontwikkeling worden opgeheven.

Art. 14.§ 1. De hoofdstedelijke verbonden die op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze verordening erkend en gesubsidieerd worden op basis van de verordeningen nr. 95/06 van 28 maart 1996 en 96/004 van 26 september 1996 of het collegebesluit nr. 99/188 van 4 juni 1999, behouden, bij gelijke werking, voor het werkjaar 2008 het subsidiebedrag dat ze voor het werkjaar 2007 hebben verkregen op basis van voormelde verordeningen en collegebesluit. § 2. De hoofdstedelijke verbonden die op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze verordening erkend en gesubsidieerd worden op basis van de verordeningen nr. 95/06 van 28 maart 1996 en 96/004 van 26 september 1996 of het collegebesluit nr. 99/188 van 4 juni 1999, behouden in het werkjaar 2009 minstens 85 % van de in 2008 verkregen subsidie. § 3. De erkenning en subsidiëring van lokale en bovenlokale verenigingen op basis van de in het werkjaar 2006 - 2007 georganiseerde activiteiten gebeurt op basis van de verordening nr. 95/06 van 28 maart 1996 en het collegebesluit nr. 96/06 van 28 maart 1996 of de verordening nr. 96/004 van 26 september 1996 en het collegebesluit nr. 96/200 van 26 september 1996 of het collegebesluit nr. 99/188 van 4 juni 1999 houdende een regeling voor de erkenning en subsidiëring van lokale en bovenlokale verenigingen van migranten in de volksontwikkeling.

Art. 15.Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2008.

De Collegeleden : B. GROUWELS, P. SMET, G. VANHENGEL

^