gepubliceerd op 10 oktober 2014
Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen . - Vacature van werkleider (klasse SW2)van de wetenschappelijke loopbaan. - Vacaturenummer HRM S 1593 (archeobotanicus) Sommige woorden in de jobomschrijving staan in de mannelijke vo(...) 1. POSITIE VAN DE FUNCTIE BINNEN DE INSTELLING. ? Het gaat om een voltijdse betrekking van een s(...)
PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WETENSCHAPSBELEID
Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN). - Vacature van werkleider (klasse SW2)van de wetenschappelijke loopbaan. - Vacaturenummer HRM S 1593 (archeobotanicus) Sommige woorden in de jobomschrijving staan in de mannelijke vorm voor een betere leesbaarheid. De functie is zowel voor vrouwen als voor mannen toegankelijk. 1. POSITIE VAN DE FUNCTIE BINNEN DE INSTELLING. ? Het gaat om een voltijdse betrekking van een statutair wetenschappelijk personeelslid. ? Titel en klasse van de wetenschappelijke loopbaan : werkleider (klasse SW2). ? Activiteitengroep van de wetenschappelijke loopbaan waartoe de betrekking behoort : activiteitengroep I "wetenschappelijk onderzoek en experimentele ontwikkeling".
De betrekking zal uitgeoefend worden binnen de operationele directie Aarde en Geschiedenis van het Leven van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (Vautierstraat 29, 1000 Brussel). 2. TAALREGIME. Deze betrekking is toegankelijk voor kandidaten die kunnen ingedeeld worden bij de Nederlandse of Franse taalrol, bij toepassing van de regels hiertoe bepaald door de wetten op het gebruik van talen in bestuurszaken. 3. FUNCTIECONTEXT. Het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) is een wetenschappelijke instelling van de Belgische Federale Overheid.
Het maakt deel uit van de Programmatorische Federale Overheidsdienst (POD) Wetenschapsbeleid.
Het ontwikkelt belangrijke onderzoeksactiviteiten op het gebied van natuurwetenschappen, in hoofdzaak gericht op evolutie, diversiteit en ecosystemen. Het beheert de nationale verzamelingen en breidt die uit.
Het voert opdrachten uit in verband met dienstverlening aan overheidsinstellingen, onder andere voor het toepassen van gewestelijke, federale en internationale verdragen en wetgeving. Via het Museum voor Natuurwetenschappen vult het een missie in van sensibilisering op gebied van natuurwetenschappen en milieubescherming.
Het Instituut is opgedeeld in 4 Operationele Directies (OD) : Taxonomie en Fylogenie, Natuurlijk Milieu, Aarde en Geschiedenis van het Leven, en Publiek, een Wetenschappelijke Dienst Patrimonium, alsook een Ondersteunde Directie.
Tot het onderzoeksdomein van de OD Aarde en Geschiedenis van het Leven behoren alle thema's die betrekking hebben op de oorsprong van de aarde en van het leven en op hun evolutie in ruimte en tijd, waaronder ook die van de Mens. Het wetenschappelijk onderzoek ligt in de lijn van het begrijpen en modelleren van gebeurtenissen uit het verleden, de evolutie, de paleobiodiversiteit en oude ecosystemen, naast de menselijke invloed op het huidige en toekomstige leefmilieu. Deze studies gebeuren hoofdzakelijk binnen pluridisciplinaire teams, en spitsen zich toe op kernproblemen en collecties met betrekking tot verschillende geologische periodes en paleomilieus, zowel mariene als continentale. Dit impliceert dat de wetenschappers zich zowel in nationale als internationale projecten integreren. 4. INHOUD VAN DE FUNCTIE. 4.1. Doelstellingen van de functie ten aanzien van de opdrachten van de instelling.
De kandidaat zal werken in het kader van de OD Aarde en Geschiedenis van het Leven. Van de kandidaat wordt verwacht dat hij in het kader van de strategische visie van deze OD bijdraagt tot het wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot de interactie tussen mens en het plantaardig milieu tijdens het Quartair. Hij zal het onderzoek in het domein van de archeobotanie op het KBIN coördineren, met als doel dit tot een internationaal topniveau uit te bouwen.
Daartoe zal hij initiatieven nemen om transdisciplinaire wetenschappelijke onderzoeksprogramma's te ontwikkelen op nationaal en internationaal niveau. 4.2. Resultaatgebieden. 4.2.1. Kernresultaatsgebieden : wetenschappelijk onderzoek (90 % van het tijdsgebruik).
De kandidaat heeft als voornaamste taken ? het uitvoeren van fundamenteel onderzoek binnen het domein van de archeobotanie, zowel wat betreft reconstructie van de omgeving als van paleodieetstudies; ? de publicatie van wetenschappelijke onderzoeksresultaten alsook de communicatie ervan tijdens internationale wetenschappelijke colloquia; ? de organisatie van vakvergaderingen en (inter)nationale wetenschappelijke congressen; ? Het introduceren van nieuwe onderzoekstechnieken; ? Wetenschappelijke omkadering van studenten (masters, doctoraten); ? De actieve deelname als archeobotanicus bij het uitvoeren van opgravingen in binnen- en buitenland. 4.2.2. Bijkomende resultaatsgebieden : wetenschappelijke dienstverlening (20 % van het tijdsgebruik). - Beschrijving van de activiteiten ? Ondersteuning van de Dienst Collecties in verband met uitbreiding, beheer en valorisatie van de referentiecollecties (carpologie, anthracologie, palynologie, phytolithologie, ...); ? Bijdragen tot de uitbouw van nationale en internationale archeobotanische gegevensbanken. 5. COMPETENTIEPROFIEL. 5.1. Vereiste diploma's en opleidingen.
De kandidaat dient een diploma te bezitten van doctor in een domein met betrekking tot de te begeven functie. De Jury zal beslissen over deze geschiktheid. 5.2. Technische kundigheden (kennis, specialisaties, ervaring(en), ...). 5.2.1. Vereiste competenties, specialiteit(en) en ervaring(en) waaraan de kandidaten dienen te voldoen om weerhouden te worden (toelatingscriteria).
De kandidaat moet een voorafgaande ervaring in verhouding met de beoogde betrekking kunnen aantonen, met name : ? publicatie van hoogstaand wetenschappelijk onderzoek in het domein van de archeobotanie (palynologie, anthracologie, carpologie, ...) met het oog op de reconstructie van het vroegere landschap en van zijn exploitatie door de mens voor voedsel en grondstoffen; ? uitvoeren van archeobotanisch veldwerk in binnen- en buitenland; ? deelname aan interdisciplinaire archeologische onderzoeksprojecten voor wat betreft paleoecologisch en paleoeconomisch onderzoek. 5.2.2. Bijkomende gewenste ervaring(en), kennis en bekwaamheden die tot aanbeveling strekken (bijkomende rangschikkingscriteria).
De hierna vermelde kenmerken geven een toegevoegde waarde : ? bijkomende ervaring in andere disciplines die relevant zijn voor de studie van de interactie van mens en milieu in het verleden (sedimentologie, parasitologie, ..); ? succes bij het aanvragen van onderzoeksprojecten; ? ervaring met archeobotanische gegevensbanken. 5.2.3. Bijkomende troeven. ? een goede kennis van het Engels en voldoende beheersing van de tweede landstaal zijn pluspunten. 5.3. Generieke competenties (gedragscompetenties, vaardigheden, ...).
Er wordt verwacht van de kandidaat dat hij zich kan integreren binnen de bestaande ploeg, dat hij op zelfstandige wijze kan werken en dat hij het beheer en de verantwoordelijkheid kan nemen voor de al bestaande en toekomstige activiteiten.
De kandidaat moet blijk geven van een geest van synthese en een zin voor innovatie en initiatief.
Hij moet bekwaam zijn om een team te leiden dat samengesteld is uit technische en administratieve personeelsleden, door het definiëren van de prioriteiten, de organisatie van de taken en het motiveren van het personeel, in het bijzonder door hen aan te sturen en door het bevorderen van hun professionele ontwikkeling.
Voor wat de interpersoonlijke relaties betreft, moet hij de geest van servicegericht handelen en adviseren bevorderen. 5.4. Vereisten waaraan moet worden voldaan voor een werving in de klasse SW2. ? Minstens 4 jaar wetenschappelijke ervaring bezitten die als wetenschappelijke anciënniteit kan worden gevaloriseerd in de zin van het statuut (art. 7, § 2 - 3, van het koninklijk besluit van 25 februari 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/02/2008 pub. 07/04/2008 numac 2008021029 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Koninklijk besluit tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel van de federale wetenschappelijke instellingen type koninklijk besluit prom. 25/02/2008 pub. 07/04/2008 numac 2008021028 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Koninklijk besluit tot vaststelling van het geldelijke statuut van het wetenschappelijk personeel van de federale wetenschappelijke instellingen sluiten tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel van de federale wetenschappelijke instellingen). ? Eén of meer relevante verwezenlijkingen in het kader van deze functie. Deze verwezenlijkingen zullen specifiek door de jury geëvalueerd worden op basis van de context en van de voorwaarden vastgesteld onder de rubrieken 4 en 5 hierboven. 6. ARBEIDSVOORWAARDEN. 6.1. Bezoldiging - loopbaan.
De gekozen kandidaat wordt aangeworven als werkleider (klasse SW2) met de daaraan verbonden weddenschaal SW21.
Minimumbezoldiging (brutobedragen aangepast aan de huidige index, reglementaire toelagen niet inbegrepen) : SW21 (4 jaar anciënniteit) : 55.200,29 per jaar (4.600,02 per maand) De normale tijdsduur van de proefperiode bedraagt één jaar. 7. TOELAATBAARHEIDS- EN DEELNEMINGSVOORWAARDEN. 7.1. De gekozen kandidaat moet op de datum van zijn indiensttreding volgende voorwaarden vervullen : ? Belg zijn of burger van een staat die deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte of de Zwitserse Confederatie; ? de burgerlijke en politieke rechten genieten; ? aan de dienstplichtwetten voldaan hebben; ? een gedrag hebben dat beantwoordt aan de eisen van het gesolliciteerd ambt. 7.2. Uiterlijk op de dag waarop de termijn eindigt voor het indienen der kandidaturen, moeten volgende voorwaarden vervuld zijn : ? houder zijn van het/de vereiste diploma('s) (zie punt 5.1 hierboven); ? voldoen aan de vereiste technische bekwaamheden (zie punt 5.2 hierboven) en deze bewijzen. ? voldoen aan de vereiste generieke competenties (zie punt 5.3.hierboven). ? beantwoorden aan de vereiste algemene competenties (zie punt 5.4 hierboven) 7.3. In de beide hierna vermelde gevallen geldt volgend voorbehoud voor deelname aan de selectieprocedure. 7.3.1. Het vereiste diploma werd behaald in een ander land dan België.
In dit geval zal de voorzitter van de jury van de wetenschappelijke instelling vooraf nagaan of het door de kandidaat voorgelegde diploma kan worden aanvaard bij toepassing van de bepalingen van de Richtlijnen 89/48/EEG of 92/51/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen.
Daarom dient de betrokken kandidaat aan zijn kandidatuur, behalve een kopie van het voorgelegde diploma, volgende bescheiden en inlichtingen toe te voegen, nodig voor bedoeld onderzoek : ? een vertaling van het diploma indien dit niet werd uitgereikt in het Nederlands, Frans, Duits of Engels (vertaling in het Nederlands voor de kandidaten die kunnen worden ingedeeld bij de Nederlandse taalrol; vertaling in het Frans voor de kandidaten die kunnen worden ingedeeld bij de Franse taalrol); ? een verklaring waarmee de onderwijsinrichting, die het diploma heeft uitgereikt, volgende inlichtingen verstrekt (voor zover deze inlichtingen niet voorkomen in het diploma zelf) : 1. het aantal studiejaren dat normalerwijze vereist is voor het behalen van het diploma;2. moest een verhandeling worden ingediend voor het behalen van het diploma ? 3.de verworven kennis en bekwaamheden die aan de basis liggen van het uitreiken van bedoeld diploma; ? een vertaling van deze verklaring indien deze niet werd uitgereikt in het Nederlands, Frans, Duits of Engels (vertaling in het Nederlands voor de kandidaten die kunnen worden ingedeeld bij de Nederlandse taalrol; vertaling in het Frans voor de kandidaten die kunnen worden ingedeeld bij de Franse taalrol). 7.3.2. Het vereiste diploma werd behaald in een andere taal dan het Nederlands of het Frans. ? De taal waarin de studies werden gedaan, die hebben geleid tot het behalen van het vereiste diploma, bepaalt in principe de taalrol waarbij de kandidaat moet worden ingedeeld bij toepassing van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken. ? Wanneer een diploma van doctor vereist is, dat werd behaald na verdediging in het openbaar van een proefschrift (of wanneer de kandidaat een dergelijk diploma voorlegt om aan de diplomavereisten te voldoen), wordt de taalrol dan ook bepaald door de taal waarin de studiecyclus werd gevolgd die heeft geleid tot het universitair einddiploma dat toegang gaf tot het doctoraat. ? In de gevallen waarin deze studies werden gedaan in een andere taal dan het Nederlands of het Frans, dient de betrokken kandidaat daarom in het bezit te zijn van een bewijs van taalkennis, afgeleverd door SELOR, het Selectiebureau van de Federale Overheid, Bischoffsheimlaan 15, 1000 Brussel (tel. : +32-(0)800 505 54; e-mail : taal@selor.be).
Uit dit bewijs moet blijken dat de betrokkene geslaagd is in het taalexamen dat met betrekking tot het vaststellen van het taalregime in de plaats komt van het opgelegdediploma : - taaltest Nederlands - artikel 7, voor een functie van niveau 1/A, indien de kandidaat wenst te worden ingedeeld bij de Nederlandse taalrol; - taaltest Frans - artikel 7, voor een functie van niveau 1/A, indien de kandidaat wenst te worden ingedeeld bij de Franse taalrol. 8. BIJKOMENDE INLICHTINGEN. Meer informatie omtrent de inhoud van deze betrekkingen kan worden bekomen bij Mevr. Anouk Schoeters, verantwoordelijke voor de Personeelsdienst van het KBIN (tel. 02-627 42 59; e-mail : Anouk.Schoeters@natuurwetenschappen.be), die zal instaan voor de dispatching. 9. SELECTIEPROCEDURE. ? De jury van de wetenschappelijke instelling bepaalt wie van de kandidaten, die een ontvankelijke kandidatuur hebben ingediend, het meest geschikt worden geacht voor de betrekking (maximum 5 kandidaten kunnen aldus worden geselecteerd). ? Indien de jury het noodzakelijk acht, kan hij de kandidaten vragen om eender welke bijkomende proef af te leggen die de jury bepaalt om hun geschiktheid voor de te begeven functie te beoordelen. ? De kandidaten die aldus in aanmerking worden genomen, zullen vervolgens uitgenodigd worden om voor de jury te verschijnen voor een hoorzitting met het oog op de vaststelling van de rangschikking der kandidaten. ? Deze rangschikking wordt pas definitief nadat ze werd meegedeeld aan de betrokken kandidaten die daarbij de mogelijkheid hebben erover klacht in te dienen en te vragen om door de jury te worden gehoord. 10. SOLLICITATIEPROCEDURE. 10.1. De kandidaturen moeten worden ingediend binnen 30 kalenderdagen volgend op de datum van bekendmaking van deze vacature in het Belgisch Staatsblad.
Ze moeten worden ingediend bij aangetekende brief gericht aan : Stafdienst Personeel & Organisatie, cel "werving en selecties" van de POD Wetenschapsbeleid, Louizalaan 231, 1050 Brussel. 10.2. In de kandidatuur dient uitdrukkelijk te worden gepreciseerd : ? de gesolliciteerde betrekking; ? het correspondentieadres; elke wijziging van dit adres dient onmiddellijk te worden meegedeeld. 10.3. Aan de kandidatuur toe te voegen bescheiden : ? een volledig en waarheidsgetrouw curriculum vitae met een duidelijke omschrijving van de ervaringen en activiteiten relevant ten aanzien van de gevraagde competenties in punt 5.2 tot 5.3; ? indien reeds wetenschappelijke activiteiten werden verricht : attesten om deze te wettigen (attesten afgeleverd door de werkgevers, de autoriteiten die beurzen toekenden, ...); voor meer informatie betreffende de te verstrekken inlichtingen : zie de nota betreffende de toekenning van de wetenschappelijke anciënniteit die kan worden geraadpleegd op de website van de POD Wetenschapsbeleid (www.belspo.be, rubriek "Vacatureberichten"). De nota kan ook via mail aangevraagd worden op het adres selections-selecties@belspo.be; ? een kopie van het/ de vereiste diploma's; ? indien een diploma van doctor, behaald na verdediging in het openbaar van een proefschrift, wordt voorgelegd om te voldoen aan de diplomavereisten, dient bovendien een kopie te worden toegevoegd van het diploma dat werd behaald bij het afsluiten van de studiecyclus welke toegang gaf tot het doctoraat; ? indien deze diploma's, of één ervan, werden uitgereikt in een andere taal dan het Nederlands, Frans, Duits of Engels dient daarvan bij het voorgelegde dossier tevens een vertaling te worden gevoegd; ? een lijst van de eventueel gepubliceerde wetenschappelijke werken; ? de bescheiden en inlichtingen hierboven bedoeld onder punt 7.3.1., indien het/ de vereiste diploma(`s), behaald door de kandidaat, werd(en) uitgereikt door een andere dan een Belgische instelling; ? het bewijs van taalkennis bedoeld onder punt 7.3.2., ingeval dit bewijs noodzakelijk is of wanneer de kandidaat wenst dat zijn indeling bij een taalrol gebeurt op basis van dat bewijs. 10.4. Zijn onontvankelijk : de kandidaturen die bovenstaande sollicitatieprocedure niet respecteren.