gepubliceerd op 20 april 2010
Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën . - Vacature (m/v) van een betrekking van eerstaanwezend assistent in proefperiode (wetenschappelijk personeel) bij het Rijksarchief te Sint-Hubert 1. POSITIE VAN DE FUNCTIE BINNEN DE I(...) -Het gaat om een voltijdse betrekking van statutair wetenschappelijk personeelslid. - Titel en k(...)
PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WETENSCHAPSBELEID
Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (ARA). - Vacature (m/v) van een betrekking van eerstaanwezend assistent in proefperiode (wetenschappelijk personeel) bij het Rijksarchief te Sint-Hubert 1. POSITIE VAN DE FUNCTIE BINNEN DE INSTELLING. -Het gaat om een voltijdse betrekking van statutair wetenschappelijk personeelslid. - Titel en klasse van de wetenschappelijke loopbaan : eerstaanwezend assistent in proefperiode (klasse SW2). - Activiteitengroep van de wetenschappelijke loopbaan waartoe de betrekking behoort: activiteitengroep I "wetenschappelijk onderzoek en experimentele ontwikkeling". - De betrekking is verbonden aan het Rijksarchief (RA) te Sint-Hubert (één van de archiefbewaarplaatsten in Wallonië van het Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën), place de l'Abbaye, 6870 Sint-Hubert. 2. TAALREGIME. Deze betrekking is toegankelijk voor Franstalige kandidaten (de kennis van het Frans wordt vastgesteld volgens de regels hiertoe bepaald door de wetten op het gebruik van talen in bestuurszaken; deze kennis is bewezen indien uit de vereiste universitaire diploma's blijkt dat de kandidaat (m/v) het onderwijs heeft genoten in voormelde taal). 3. FUNCTIECONTEXT. Het Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën, kortweg het Rijksarchief genoemd, is een wetenschappelijke instelling van de Belgische Federale Overheid, die deel uitmaakt van de Programmatorische Federale Overheidsdienst (POD) Wetenschapsbeleid. De instelling bestaat uit het Algemeen Rijksarchief te Brussel en uit 17 Rijksarchieven verspreid over het gehele land.
Het Rijksarchief oefent toezicht uit op de goede bewaring van de archieven die door een overheid werden tot stand gebracht en beheerd.
Het geeft in dit verband richtlijnen en aanbevelingen, verricht controlebezoeken, organiseert cursussen voor ambtenaren en treedt op als raadgever voor de bouw en de inrichting van archiefbewaarplaatsen en voor de organisatie van het archiefbeheer binnen een overheidsbestuur.
Het Rijksarchief verwerft en bewaart (na selectie) archieven van minstens 30 jaar oud van hoven en rechtbanken, openbare besturen en notarissen, alsook van de private sector en particulieren (bedrijven, politici, verenigingen en genootschappen, notarissen, grote families, enz. die een belangrijke rol hebben gespeeld in het maatschappelijk leven). Zij ziet erop toe dat overheidsarchieven volgens de archivistische normen worden overgedragen.
Het beschikbaar stellen van deze archiefbescheiden aan het publiek, met bescherming van de privacy van bepaalde gegevens, behoort tot de hoofdopdrachten van de instelling. Het Rijksarchief stelt in zijn 18 studiezalen infrastructuur ter beschikking van een ruim en gevarieerd publiek. De rechtstreekse dienstverlening via het internet (de digitale leeszaal) is één van de prioriteiten voor de instelling.
Eén van de hoofdtaken van het wetenschappelijk personeel bestaat in het toegankelijk maken van de immense hoeveelheid nauwelijks ontsloten archief, die zich in de instelling bevindt, via de realisatie van een wetenschappelijk instrumentarium (weg- en zoekwijzers, archievenoverzichten en gidsen, inventarissen, institutionele studies) dat de onderzoeker moet toelaten de gewenste informatie vrij trefzeker en binnen redelijke tijd op te sporen.
Het Rijksarchief is een kenniscentrum inzake historische informatie en archiefbeheer. Het wetenschappelijk personeel van het Rijksarchief verricht permanent wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de archivistiek, de conservering en de institutionele geschiedenis van de archiefvormende instellingen, zulks ter ondersteuning van een verantwoorde vervulling van de bovengenoemde opdrachten op het stuk van verwerving, bewaring, ontsluiting en beschikbaarstelling.
Het Rijksarchief coördineert tenslotte het archiefbeleid op nationaal niveau en streeft naar een doeltreffende samenwerking in internationaal verband. 4. INHOUD VAN DE FUNCTIE. 4.1 Doelstellingen van de functie ten aanzien van de opdrachten van de instelling.
De archivaris voert wetenschappelijke onderzoekstaken uit zoals het maken van inventarissen en gidsen van archiefbestanden, evenals van selectielijsten voor de archiefvormers. Hij moet eveneens artikels of boeken met betrekking tot archiefonderzoek publiceren.
De archivaris voert ook taken van wetenschappelijke dienstverlening uit : archieftoezicht bij archiefvormers, de organisatie van de leeszaalwerking voor het ruime publiek van de instelling, de valorisatie van het archiefpatrimonium via voornamelijk tentoonstellingen, publicaties en geleide bezoeken, collectiebeheer (verwerving, conservatie, restauratie en ordening in de archiefmagazijnen), de redactie van vulgariserende werken en artikels inzake archivistiek en het beheer van archivalische gegevensbanken.
In het kader van deze activiteiten van wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening, kan hij ertoe aangezet worden om projecten te beheren, zijn kennis te verspreiden, wetenschappelijk, administratief en technisch personeel te leiden, evenals wetenschappelijke bijeenkomsten te organiseren.
Het geheel van deze activiteiten draagt bij tot de studie en de kennis van de geschiedenis van de instellingen die hoofdzakelijk betrekking hebben op het Belgisch grondgebied evenals haar bevolking. 4.2. Resultaatgebieden. 4.2.1. Kernresultaatsgebieden : wetenschappelijk onderzoek (80 % van de tijdsbesteding). 1°. Als archiefonderzoeker het realiseren, op autonome wijze en indien nodig door innovaties en nieuwe concepten voor te stellen, van wetenschappelijke publicaties volgens de bestaande technieken en reglementering van kracht binnen de instelling. ? de realisatie van inventarissen/gidsen van archiefbestanden; ? het opstellen van archiefselectielijsten. 2°. De redactie van een werk of artikel inzake archiefonderzoek. 4.2.2. Bijkomende resultaatsgebieden : wetenschappelijke dienstverlening (20 % van de tijdsbesteding). 1°. Als archivaris het realiseren, op autonome wijze, en indien nodig door innovaties en nieuwe concepten voor te stellen, van publicaties voor de wetenschappelijke dienstverlening, bestemd voor het ruime publiek van de instelling. ? De realisatie van een vulgariserend werk of artikel bestemd voor het ruime publiek van de instelling; ? de aanpassing van de archiefselectielijst voor een archiefvormer; ? de redactie van een verslag en risicoanalyse op het gebied van het toezicht op het archieven; ? de redactie van een expertiseverslag/evaluatieverslag inzake digitale archieven; ? het uitwerken van richtlijnen, aanbevelingen, reglementaire teksten en afspraken op het gebied van de archivistiek; ? de redactie van visienota's betreffende één of meerdere aspecten van de activiteiten der instelling (Verwerving, Toezicht,...), bijdragen tot de samenstelling van het jaarlijks verslag der instelling; ? de redactie van een toelichtingsbrochure. 4.2.3. Te behalen doelstellingen. 4.2.3.1. Doelstelling inzake wetenschappelijk onderzoek. ? De realisatie van de inventaris van het archief van het Comité provincial de secours et alimentation (1914-1919). ? Opleidingen. 4.2.3.2. Doelstellingen inzake wetenschappelijke dienstverlening. ? De systematische inspectie van het archief van zeven gemeenten en O.C.M.W.'s uit het bevoegdheidsgebied van het Rijksarchief te Sint-Hubert (met inspectieverslagen voor elke gemeente en voor elk O.C.M.W., alsook een globaal verslag) : Gouvy, Houffalize, La Roche-en-Ardenne, Manhay, Rendeux, Tenneville, Vielsalm. ? De dienstverlening aan het publiek van de instelling. 4.2.4. Bijkomende eisen. - Integratie in de instelling en in het bijzonder de dienst waar U tewerkgesteld zult worden. - Bijdragen tot de verwezenlijking van de opdrachten van de instelling alsook een functionele kennis of expertise ontwikkelen ten gunste van de instelling. 5. COMPETENTIEPROFIEL. 5.1 Vereiste diploma's en opleidingen. 5.1.1. Doctor in de geschiedenis. 5.1.2. Een diploma of vorming in de archivistiek is een troef (behaalde graad: minimum onderscheiding). 5.2 Technische kundigheden (kennis, specialisaties, ervaringen,...). - Een gevorderde kennis wordt gevergd op volgend gebied : ? contextueel en institutioneel onderzoek (instellingengeschiedenis). - Een basiskennis wordt gevergd op volgende gebieden : ? archiefwetgeving; ? ontsluitingstechnieken; ? selectie en waardering van archieven; ? collectiebeheer: materieel beheer, preventieve conservering; ? computervaardigheden : tekstverwerking; ? computervaardigheden : rekenbladen; ? computervaardigheden: databeheer; ? mondelinge en schriftelijke vaardigheden. - De kandidaat/kandidate dient het bewijs te leveren van zijn/ haar kennis over de geschiedenis van Luxemburg, meer in het bijzonder wat betreft de Hedendaagse Periode. Deze kennis dient bij voorkeur te blijken uit de door de kandidaat/kandidate gerealiseerde publicaties, diens doctoraatsverhandeling, diens licentiaats-/masterverhandeling of uit deelneming aan internationale of nationale conferenties. - De kennis van een andere landstaal dan deze van de taalrol waarbij de betrokkene is ingedeeld, is wenselijk. 5.3 Generieke competenties (gedragscompetenties, vaardigheden,...). 1°. Omgaan met informatie : inzicht in de organisatie. 2°. Omgaan met taken : organiseren. 3°. Interpersoonlijke relaties : ? in team werken; ? servicegericht handelen. 4°. Persoonlijk functioneren : ? stressbestendigheid tonen. ? zichzelf ontwikkelen ? doelstellingen halen ? loyaal handelen ? resultaatgerichtheid tonen. 5.4. Ervaring.
Beroepservaring is een pluspunt. 5.5. Vereisten waaraan moet worden voldaan voor een werving in de klasse SW2. ? Minstens 4 jaar wetenschappelijke ervaring bezitten die als wetenschappelijke anciënniteit kan worden gevaloriseerd in de zin van het statuut (art. 7, § 2 - 3, van het koninklijk besluit van 25 februari 2008 tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel van de federale wetenschappelijke instellingen). ? Houder zijn van een doctorsdiploma, behaald na verdediging in het openbaar van een verhandeling in overeenstemming met de uit te oefenen functie. 6. ARBEIDSVOORWAARDEN. De gekozen kandidaat/kandidate wordt aangeworven als eerstaanwezend assistent in proefperiode met de daaraan verbonden weddenschaal SW21.
Minimumbezoldiging (brutobedragen rekening gehouden met de huidige index en met een anciënniteit van 4 jaar, reglementaire toeslagen niet inbegrepen) : 50.996, 09 euro per jaar (4.249,67 euro per maand).
De normale duurtijd van de proefperiode bedraagt 1 jaar. 7. TOELAATBAARHEIDS- EN DEELNEMINGSVOORWAARDEN. 7.1. De gekozen kandidaat/kandidate moet op de datum van zijn/ haar indiensttreding volgende voorwaarden vervullen : - Belg zijn of burger van een staat die deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte of de Zwitserse Confederatie; - de burgerlijke en politieke rechten genieten; - aan de dienstplichtwetten voldaan hebben; - een gedrag hebben dat beantwoordt aan de eisen van het gesolliciteerd ambt. 7.2. Uiterlijk op de dag waarop de termijn eindigt voor het indienen der kandidaturen, moeten volgende voorwaarden vervuld zijn : - de vereiste technische kundigheden bezitten (zie punt 5.2 hierboven) en deze bewijzen; - de vereiste generieke competenties bezitten (zie punt 5.3 hierboven) en deze bewijzen; - het vereiste diploma bezitten (zie punt 5.1 hierboven).
Opdat een aanwerving in de klasse SW2 zou kunnen worden overwogen, dienen op dezelfde datum tevens de voorwaarden te zijn vervuld, bedoeld onder punt 5.5 hierboven. 7.3. In de beide hierna vermelde gevallen geldt volgend voorbehoud voor deelname aan de selectieprocedure. 7.3.1. Het vereiste diploma werd behaald in een ander land dan België.
In dit geval zal de voorzitter van de jury van het ARA vooraf nagaan of het door de kandidaat/ kandidate voorgelegde diploma kan worden aanvaard bij toepassing van de bepalingen van de Richtlijnen 89/48/EEG of 92/51/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen.
Daarom dient de betrokken kandidaat/kandidate aan zijn/haar kandidatuur, behalve een kopie van het voorgelegde diploma, volgende bescheiden en inlichtingen toe te voegen, nodig voor bedoeld onderzoek : - een vertaling van het diploma indien dit niet werd uitgereikt in het Nederlands, Frans, Duits of Engels (vertaling in het Frans voor de kandidaten die kunnen worden ingedeeld bij de Franse taalrol); - een verklaring waarmee de onderwijsinrichting, die het diploma heeft uitgereikt, volgende inlichtingen verstrekt (voor zover deze inlichtingen niet voorkomen in het diploma zelf) : ? het aantal studiejaren dat normalerwijze vereist is voor het behalen van het diploma; ? moest een verhandeling worden ingediend voor het behalen van het diploma ? ? de verworven kennis en bekwaamheden die aan de basis liggen van het uitreiken van bedoeld diploma; - een vertaling van deze verklaring indien deze niet werd uitgereikt in het Nederlands, Frans, Duits of Engels (vertaling in het Frans voor de kandidaten die kunnen worden ingedeeld bij de Franse taalrol). 7.3.2. Het vereiste diploma werd behaald in een andere taal dan het Frans. ? De taal waarin de studies werden gedaan, die hebben geleid tot het behalen van het vereiste diploma, bepaalt in principe de taalrol waarbij de kandidaat/ kandidate moet worden ingedeeld bij toepassing van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken. ? Wanneer een diploma van doctor vereist is, dat werd behaald na verdediging in het openbaar van een proefschrift, wordt de taalrol dan ook bepaald door de taal waarin de studies werden gedaan die hebben geleid tot het universitair einddiploma dat toegang gaf tot het doctoraat. ? In de gevallen waarin deze studies werden gedaan in een andere taal dan het Frans, dient de betrokken kandidaat/ kandidate daarom in het bezit te zijn van een bewijs van taalkennis, afgeleverd door SELOR (Selectiebureau van de Federale Overheid- (voorheen: Vast Wervingssecretariaat - Bisschoffsheimlaan 15, 1000 Brussel, tel.: +32-(0)2 788 66 32; e-mail: taal@selor.be), waaruit blijkt dat de betrokkene geslaagd is in het taalexamen dat met betrekking tot het vaststellen van het taalregime in de plaats komt van het opgelegde diploma. Dit bewijs van taalkennis moet uitgereikt zijn na een proef over de taalbeheersing van het Frans die verwacht wordt van de houders van het onder vorig bulletpunt bedoeld universitair einddiploma dat toegang gaf tot het doctoraat. 8. BIJKOMENDE INLICHTINGEN. Meer informatie omtrent de inhoud van deze betrekking kan worden bekomen bij de Heer Karel Velle, Ruisbroekstraat 2-6, 1000 Brussel (tel. : 02 513 76 80, fax : 02 513 76 81; e-mail : karel.velle@arch.be). 9. SELECTIEPROCEDURE. - De jury van het ARA bepaalt wie van de kandidaten, die een ontvankelijke kandidatuur hebben ingediend, het meest geschikt wordt geacht voor de betrekking (maximum 5 kandidaten kunnen aldus worden geselecteerd). - Indien de jury het noodzakelijk acht, kan hij de kandidaten vragen om eender welke bijkomende proef af te leggen die de jury bepaalt om hun geschiktheid voor de te begeven functie te beoordelen. - De kandidaten die aldus in aanmerking worden genomen, zullen vervolgens uitgenodigd worden om voor de jury te verschijnen voor een hoorzitting met het oog op de vaststelling van de rangschikking der kandidaten. - Deze rangschikking wordt pas definitief nadat ze werd meegedeeld aan de betrokken kandidaten die daarbij de mogelijkheid hebben erover klacht in te dienen en te vragen om door de jury te worden gehoord. 10. SOLLICITATIEPROCEDURE. 10.1. De kandidaturen moeten worden ingediend binnen 30 kalenderdagen volgend op de datum waarop deze vacature wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, dus ten laatste op 20 mei 2010.
Ze moeten worden ingediend bij aangetekende brief gericht aan de Dienst Human Resources van de Federale Programmatorische Overheidsdienst (POD) Wetenschapsbeleid, Louizalaan 231, 1050 Brussel. 10.2. In de kandidatuur dient uitdrukkelijk te worden gepreciseerd: ? de gesolliciteerde betrekking; ? het adres waar de kandidaat/kandidate de aangetekende brief zal kunnen in ontvangst nemen waarmede hem/haar kennis zal worden gegeven van zijn/haar plaats in de rangschikking der kandidaten; elke wijziging van dit adres dient onmiddellijk te worden meegedeeld. 10.3. Aan de kandidatuur toe te voegen bescheiden. ? Een volledig en waarheidsgetrouw curriculum vitae; ? indien reeds wetenschappelijke activiteiten werden verricht: attesten om deze te wettigen (attesten afgeleverd door de werkgevers, de autoriteiten die beurzen toekenden,...; voor meer informatie betreffende de te verstrekken inlichtingen: zie de nota betreffende de toekenning van de wetenschappelijke anciënniteit die kan worden geraadpleegd op de website van de POD Wetenschapsbeleid (www.belspo.be, rubriek "Vacatureberichten" - Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën) en die eveneens kan worden bekomen bij de dienst HR van de POD Wetenschapsbeleid (tel. : 02-238 34 19 of 02-238 35 68); ? een kopie van het/de vereiste diploma's; ? een kopie van het universitair einddiploma dat toegang gaf tot het doctoraat, alsmede een vertaling van bedoeld einddiploma indien het werd uitgereikt in een andere taal dan het Nederlands, Frans, Duits of Engels (vertaling in het Frans voor de kandidaten die kunnen worden ingedeeld bij de Franse taalrol); ? een lijst van de eventueel gepubliceerde wetenschappelijke werken; ? de bescheiden en inlichtingen hierboven bedoeld onder punt 7.3.1, indien het/de vereiste diploma('s), behaald door de kandidaat/ kandidate, werd(en) uitgereikt door een andere dan een Belgische instelling; ? het bewijs van taalkennis bedoeld onder punt 7.3.2, ingeval dit bewijs noodzakelijk is of wanneer de kandidaat wenst dat zijn/haar indeling bij een taalrol gebeurt op basis van dat bewijs. 10.4. Er zal geen rekening worden gehouden met kandidaturen die niet werden ingediend overeenkomstig de hierboven bepaalde sollicitatieprocedure.