FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

Derde oproep tot de kandidaten teneinde de Nationale Tuchtraad samen te stellen bestemd voor de Nederlandstalige leden van het openbaar ministerie De Nationale Tuchtraad ingesteld sinds 14 februari 2005 telt geen vier Nederlandstalige plaatsvervangende leden van het openbaar ministerie, zoals voorzien in het koninklijk besluit van 18 maart 2003 tot vaststelling van het aantal plaatsvervangers en van de regels die gelden bij de vervanging van de vaste leden van de Nationale Tuchtraad, tot bepaling van de wijze van de verkiezingen, van de loting en van de aanwijzingen, alsmede van het aantal bij loting aan te wijzen leden en tot vaststelling van de datum van gedeeltelijke inwerkingtreding van artikel 9 van de wet van 7 juli 2002 tot wijziging van deel II, boek II, titel V, van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de tucht en tot intrekking van de wet van 7 mei 1999 tot wijziging, wat het tuchtrecht voor leden van de Rechterlijke Orde betreft, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij koninklijk besluit van 28 april 2004.

Teneinde dit aantal te bereiken, worden zoveel oproepen tot de kandidaten gedaan als nodig is.

De Nationale Tuchtraad is ten aanzien van de magistraten, van de referendarissen bij het Hof van Cassatie, van de referendarissen en van de parketjuristen bedoeld in artikel 156ter van het Gerechtelijk Wetboek, van de attachés van de dienst voor documentatie en overeenstemming der teksten bij het Hof van Cassatie, van de griffiers, van de secretarissen en van het personeel van de griffies en parketsecretariaten bevoegd voor het onderzoeken van feiten die in aanmerking komen om te worden gestraft met een zware tuchtstraf, alsmede voor het uitbrengen van een niet-bindend advies over de in dat geval op te leggen straf.

Men kan zich kandidaat stellen op voorwaarde dat men geen tuchtstraf heeft opgelopen en men sedert ten minste tien jaar het ambt van magistraat uitoefent.

Het lidmaatschap van de Nationale Tuchtraad is onverenigbaar met de uitoefening van een politiek mandaat en met de hoedanigheid van lid van de Hoge Raad voor de Justitie.

Op straffe van onontvankelijkheid, moeten de kandidaturen binnen een termijn van dertig dagen na de bekendmaking van deze oproep bij ter post aangetekende brief worden verzonden aan de voorzitter van de korpsvergadering.

De korpsvergaderingen, handelen overeenkomstig de bepalingen van het supra bedoeld koninklijk besluit van 18 maart 2003, meer bepaald artikel 24, § 2.

Lijst van de leden van de Nationale Tuchtraad Franstalige kamer : Vaste leden : P. Hanin, onderzoeksrechter in de rechtbank van eerste aanleg te Dinant;

A. Delvaux, rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Bergen;

M. Dumont, kamervoorzitter in het arbeidshof te Luik;

F. Kurz, substituut-generaal bij het arbeidshof te Luik;

P. Somers, substituut-procureur-generaal bij het hof van beroep te Luik;

M. Janssen, hoofdgriffier van de politierechtbank te Luik;

C. Delaunoy, secretaris-hoofd van dienst bij het federaal parket;

C. Leclercq, advocaat;

M. Janssens, advocaat.

Plaatsvervangende leden : E. Dejehansart, raadsheer in het hof van beroep te Bergen;

R. Boone, rechter in de arbeidsrechtbank te Brussel;

Fr. Moinet, voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Neufchâteau;

Ph. Arnould, rechter in de politierechtbank te Namen;

J. de Codt, raadsheer in het Hof van Cassatie;

E. Decelle, vrederechter van het eerste kanton Wavre;

B. Goethals, eerste substituut-procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Nijvel;

P. Morlet, eerste advocaat-generaal bij het hof van beroep te Brussel;

S. Lipszyc, eerste substituut-arbeidsauditeur bij de arbeidsrechtbank te Luik;

P. France, eerste substituut-procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel;

C. Devergnies, hoofdgriffier van de arbeidsrechtbank te Charleroi;

H. Bourdon, griffier bij de rechtbanken van koophandel te Dinant en te Marche-en-Famenne;

M. Giacomazzi, hoofdsecretaris van het parket van de arbeidsauditeur te Bergen;

Y. Mauth, secretaris, met opdracht van secretaris-hoofd van dienst bij het parket van het hof van beroep te Luik;

A. de Theux de Meylandt et Montjardin, professor aan de FUSL;

M. Compere, advocaat;

R. Thirifays, advocaat;

F. Glansdorff, advocaat.

Nederlandstalige kamer : Vaste leden : M.C. Vantomme, ondervoorzitter in de arbeidsrechtbank te Brussel;

P. Maffei, raadsheer in het Hof van Cassatie;

J. Martens, kamervoorzitter in het arbeidshof te Antwerpen;

A. De Raeve advocaat-generaal bij het Hof van Cassatie;

A. Harrewyn, advocaat-generaal bij het hof van beroep te Gent;

F. Denies, griffier bij de arbeidsrechtbank te Mechelen;

M. Liekens, secretaris-hoofd van dienst bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Mechelen;

M. Herssens, advocaat;

L. Lambert, advocaat.

Plaatsvervangende leden : H. Versichelen, vrederechter van het vijfde kanton Gent;

D. Verstuyft, rechter in de politierechtbank te Gent;

J.P. De Gols, vrederechter van het zesde kanton Brussel;

E. Vanderhaeghen, rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Turnhout;

J.-L. Bogaerts, onderzoeksrechter in de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen;

A. Boyen, raadsheer in het hof van beroep te Brussel;

Ch. Feyen, hoofdgriffier van het vredegerecht van het kanton Torhout;

M.-L. Platteau, griffier bij de arbeidsrechtbank te Brussel;

G. De Lobelle, secretaris hoofd van dienst bij het parket bij het arbeidshof te Antwerpen;

R. De Bruyne, hoofdsecretaris van het parket van de arbeidsauditeur te Kortrijk, te Ieper en te Veurne;

Th. Beele, advocaat;

P. Mortier, advocaat;

P. Van Orshoven, professor aan de KUL;

K. Van Alsenoy, advocaat.