gepubliceerd op 15 juli 1998
Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen - Substituut-procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Luik : 1. De kandidaturen voor een benoeming in de Rechterlijke Orde moeten bij een ter post aangetekend schrijven worden geri Voor elke kandidatuur dient een afzonderlijk schrijven te worden gericht. - Hoofdgriffier v(...)
MINISTERIE VAN JUSTITIE
Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen - Substituut-procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Luik : 1.
De kandidaturen voor een benoeming in de Rechterlijke Orde moeten bij een ter post aangetekend schrijven worden gericht aan de heer Minister van Justitie, Directoraat-Generaal, Rechterlijke Organisatie, Dienst Personeelszaken, 3/P/R.O. I., Waterloolaan 115, 1000 Brussel, binnen een termijn van één maand na de bekendmaking van de vacature in het Belgisch Staatsblad (artikel 287 van het Gerechtelijk Wetboek).
Voor elke kandidatuur dient een afzonderlijk schrijven te worden gericht.
- Hoofdgriffier van de arbeidsrechtbanken te Kortrijk, te Ieper en te Veurne : 1, vanaf 1 november 1998; - Adjunct-griffier : - bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel : 1 (*); - bij de rechtbank van koophandel te Brugge : 1; - bij de vredegerechten van het tweede kanton Gent en van het kanton Zomergem : 1.
De kandidaturen voor een benoeming in de Rechterlijke Orde moeten bij een ter post aangetekend schrijven worden gericht aan de heer Minister van Justitie, Directoraat-Generaal, Rechterlijke Organisatie, Dienst Personeelszaken, 3/P/R.O. II., Waterloolaan 115, 1000 Brussel, binnen een termijn van één maand na de bekendmaking van de vacature in het Belgisch Staatsblad (artikel 287 van het Gerechtelijk Wetboek).
De kandidaten dienen een afschrift bij te voegen van het bewijs dat zij geslaagd zijn voor het examen voor de griffies en parketten van hoven en rechtbanken, ingericht door de Minister van Justitie, en dit voor het ambt waarvoor zij kandidaat zijn.
De kennis van het Nederlands en van het Frans is vereist van de kandidaten voor de vacante plaatsen in de griffie van de gerechten die aangeduid zijn met een sterretje (*), overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 53 en 54bis van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken.