gepubliceerd op 08 juli 2022
Samenwerkingsakkoord tot wijziging van het kaderakkoord van 27 februari 2014 tot samenwerking tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende het inter-Franstalig overleg inzake gezondheid en bijstand a Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bi(...)
Samenwerkingsakkoord tot wijziging van het kaderakkoord van 27 februari 2014 tot samenwerking tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende het inter-Franstalig overleg inzake gezondheid en bijstand aan personen en betreffende gemeenschappelijke principes die op deze laatsten van toepassing zijn Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, inzonderheid op de artikelen 5, § 1, I en II, en 92bis, § 1;
Gelet op het bijzonder decreet van de Franse Gemeenschap van 3 april 2014 betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie overgedragen wordt, inzonderheid op artikel 13;
Gelet op het bijzonder decreet van de Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie van 4 april 2014 betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie overgedragen wordt, inzonderheid op artikel 13;
Gelet op het decreet van het Waals Gewest van 11 juli 2014 betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie overgedragen wordt, inzonderheid op artikel 13 ;
Overwegende dat de Regering van de "Fédération Wallonie-Bruxelles" en van het Waals Gewest, evenals het College van de Franse Gemeenschapscommissie, meer dan zeven jaar na de inwerkingtreding van het kaderakkoord van 27 februari 2014 tot samenwerking tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende het inter-Franstalig overleg inzake gezondheid en bijstand aan personen en betreffende gemeenschappelijke principes die op deze laatsten van toepassing zijn, besloten hebben tot de beoordeling van genoemd samenwerkingsakkoord;
Overwegende dat de beleidsverklaringen van de Franse Gemeenschap en van het Waals Gewest overigens de nadere werkingsregels voor het overlegorgaan, opgericht in het kader van het Kaderakkoord van 27 februari 2014 tot samenwerking tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende het inter-Franstalig overleg inzake gezondheid en bijstand aan personen voor meer doeltreffendheid vereenvoudigd zullen worden; » ;
Overwegende dat bedoeld samenwerkingsakkoord voortvloeit uit artikel 13 van het bijzonder decreet van 3 april 2014Relevante gevonden documenten type bijzonder decreet prom. 03/04/2014 pub. 25/06/2014 numac 2014029357 bron ministerie van de franse gemeenschap Bijzonder decreet betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening naar het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie wordt overgedragen sluiten betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie overgedragen wordt;
Overwegende dat uit deze beoordeling blijkt dat de ingevoerde inter-Franstalige overlegstructuur een aanzienlijke administratieve overlast betekent, waardoor een spoedig geachte reactie in het kader van het beheer van de gezondheidscrisis in verband met COVID-19 verhinderd werd;
Overwegende dat er, bovenop het inter-Franstalig overleg bepaald bij genoemd samenwerkingsakkoord, over talrijke teksten overleg is gepleegd tussen de bevoegde deelgebieden en de federale overheid, met name via het Overlegcomité of de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid. Het wijzigend samenwerkingsakkoord voorziet voortaan dat elke tekst die het voorwerp heeft uitgemaakt van een goedkeuring in het kader van een ingesteld overlegorgaan niet meer voorgelegd dient te worden aan inter-Franstalig overleg;
Overwegende dat het overlegorgaan, ingesteld bij het Ministerieel comité, samengesteld is uit vertegenwoordigers van de partners betrokken bij het beheer van de bevoegdheden inzake gezondheidszorg en bijstand aan de personen binnen de partijen. Daarbij blijkt nu dat deze vertegenwoordigers in het kader van de verschillende adviesverlenende procedures van de Gemeenschapsregering en de Waalse Regering en van het College van de Franse Gemeenschapscommissie reeds geraadpleegd zijn. Het wijzigend samenwerkingsakkoord voorziet bijgevolg dat het ministerieel comité moet beslissen over de verwijzing van een tekst die aan het inter-Franstalig overleg is onderworpen, naar het overlegorgaan;
Overwegende dat de termijnen van het inter-Franstalig overleg een probleem hebben gesteld in het kader van het beheer van de gezondheidscrisis, maar dat dit ook het geval is geweest voor andere decreten of besluiten. Dienovereenkomstig werd een eerste wijziging van het samenwerkingsakkoord van 27 februari 2014Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 27/02/2014 pub. 19/05/2014 numac 2014203119 bron waalse overheidsdienst Kaderakkoord tot samenwerking tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende het inter-Franstalig overleg inzake gezondheid en bijstand aan personen en betreffende gemeenschappelijke principes die op deze laatsten van toepassing zijn sluiten door de Parlementen en de Vergadering goedgekeurd om een procedure van uiterste hoogdringendheid in te voeren voor iedere tekst die specifiek de bestrijding van COVID-19 beoogt. Met oog voor administratieve vereenvoudiging voorziet dit samenwerkingsakkoord dat de raadpleging van het overlegorgaan enkel nog op vraag van het ministerieel comité door zal gaan, een inkorting van de termijnen voor het indienen van de adviezen in het kader van de gewone en spoedeisende procedure, evenals een eenvoudige informatieprocedure voor de dossiers waarvan de hoogdringendheid behoorlijk gemotiveerd zou worden of wanneer zij het beheer beogen van een crisis die een hoog risico voor de menselijke gezondheid inhoudt. Voortaan zullen de voorstellen tot decreet bij het ministerieel comité aanhangig kunnen worden gemaakt wanneer minstens één derde van de leden van de betrokken vergadering daarom verzoeken;
Gelet op het bestaan van andere overlegfora zoals het Overlegcomité of de ministeriële conferenties;
Gelet op de noodzaak tot vereenvoudiging van de procedures in het inter-Franstalig overleg inzake gezondheid en bijstand aan de personen, met name ten opzichte van de gezondheidscrisi COVID-19.
De Franse Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar Regering, in de persoon van de Minister-President, Pierre-Yves Jeholet, Het Waals Gewest, vertegenwoordigd door zijn Regering, in de persoon van de Minister-President, Elio Di Rupo, De Franse Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door haar College in de persoon van de voorzitster, Barbara Trachte, Komen het volgende overeen :
Artikel 1.In artikel 4 van het Kaderakkoord tot samenwerking tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende het inter-Franstalig overleg inzake gezondheid en bijstand aan personen en betreffende gemeenschappelijke principes die op deze laatsten van toepassing zijn worden de woorden "en twee ondervoorzitters" vervangen door de woorden "voor een periode van twee jaar volgens het principe van een alternerend voorzitterschap".
Art. 2.Artikel 5 van hetzelfde samenwerkingsakkoord wordt vervangen als volgt: "
Art. 5.Het ministerieel comité heeft als opdracht om in het kader van de procedures bedoeld in de afdelingen 1 en 2 van hoofdstuk 5, het overleg tussen de partijen te organiseren, vóór de aanneming, door één van hen, van een decreet of regelgevend besluit inzake gezondheidszorg of bijstand aan personen.
Elke partij licht het ministerieel comité in over elk sociaal overleg in de niet-commerciële sector inzake gezondheidszorg en bijstand aan personen die zij overweegt in te leiden.
Het Parlement van de Franse Gemeenschap, het Parlement van Wallonië en de Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie kunnen eveneens het advies van het ministerieel comité inwinnen over een voorstel tot decreet inzake gezondheid en bijstand aan personen waarvan zij kennis moeten nemen, wanneer minstens één derde van de leden van de betrokken vergadering daar volgens de wijze, bepaald bij het reglement, om verzoekt.
Het ministerieel comité heeft als opdracht om in het kader van de procedure bedoeld in afdeling 3 van hoofdstuk 5 het overleg tussen de partijen te organiseren wanneer een procedure wegens een belangenconflict in de zin van artikel 143, § 1, van de Grondwet en van hoofdstuk II van de gewone wet tot hervorming der instellingen van 9 augustus 1980 toegepast wordt op initiatief van één dezer partijen, en verband houdt met de aangelegenheden inzake gezondheidszorgen of bijstand aan personen.
Er wordt op loyale wijze plaats overleg gepleegd als bedoeld in leden 1 en 4, met respect voor de principes verwoord in hoofdstuk 2.".
Art. 3.Artikel 6 van hetzelfde samenwerkingsakkoord wordt opgeheven.
Art. 4.In artikel 7 van hetzelfde samenwerkingsakkoord wordt het tweede lid opgeheven.
Art. 5.Artikel 9 van hetzelfde samenwerkingsakkoord wordt vervangen door hetgeen volgt: "
Art. 9.§ 1. Het overlegorgaan heeft tot doel om op verzoek van een minister aangewezen in het ministerieel comité, adviezen of aanbevelingen uit te brengen inzake gezondheidszorg of bijstand aan personen, gegrond o.a. op de principes verwoord in hoofdstuk 2. § 2. In het kader van de procedures bedoeld in de afdelingen 1 en 2 van hoofdstuk 5 brengt het een aanbeveling of een advies uit voor de aanneming van een decreet of een reglementair besluit inzake gezondheidszorg of bijstand aan personen dat is ingediend. § 3. In het kader van de procedure bedoeld in afdeling 3 van hoofdstuk 5 brengt het eerst een aanbeveling of een advies uit over het voorwerp van de belangenconflictenprocedure dat is ingediend.".
Art. 6.In artikel 10 van hetzelfde samenwerkingsakkoord wordt het woord "regelmatig" vervangen door de woorden "op verzoek van het ministerieel comité".
Art. 7.Artikel 12 van hetzelfde samenwerkingsakkoord wordt vervangen door hetgeen volgt: "
Art. 12.§ 1. De Regering of het College van de betrokken partij richt elk voorontwerp van decreet of elk ontwerp van reglementair besluir inzake gezondheidszorg of bijstand aan personen aan het ministerieel comité.
De voorzitter van de wetgevende vergadering van de betrokken partij kan elk voorstel van decreet inzake gezondheidszorg of bijstand aan personen aan het ministerieel comité richten. § 2. De Regering of het College van de betrokken partij richt ieder ontwerp dat in de niet-commerciële sector onder het sociaal overleg valt inzake gezondheidszorg of bijstand aan personen waarbij de in het overlegorgaan vertegenwoordigde partners betrokken zijn volgens de informatieprocedure omschreven in artikel 5, lid 2, aan het ministerieel comité. § 3. In afwijking van de §§ 1 en 2 moeten teksten die het voorwerp hebben uitgemaakt van een goedkeuring in het kader van een ingesteld overlegorgaan niet aan het ministerieel comité worden gericht.".
Art. 8.Artikel 13 van hetzelfde samenwerkingsakkoord wordt vervangen door hetgeen volgt: "
Art. 13.Wanneer het overlegorgaan niet bevraagd wordt zoals bepaald in lid 2, beschikt het ministerieel comité over een termijn van tien dagen om overleg te plegen over het voorontwerp of het voorstel van decreet of het ontwerp van reglementaire besluit dat aan genoemd orgaan wordt voorgelegd.
Op vraag van een minister aangewezen in het ministerieel comité, kan het overlegorgaan bevraagd worden over het voorontwerp of voorstel van decreet of het ontwerp van reglementair besluit dat aan genoemd orgaan wordt voorgelegd. Het overlegorgaan beschikt over een termijn van vijftien dagen om een aanbeveling of een advies uit te brengen ten behoeve van het ministerieel comité, die ingaat te rekenen van het verzoek van het ministerieel comité.
Wanneer het overlegorgaan bevraagd wordt als bepaald in lid 2, beschikt het ministerieel comité over een termijn van zeven dagen om overleg te plegen op grond van de aanbeveling of het advies van het overlegorgaan, die ingaat te rekenen van de overmaking van het advies of de aanbeveling van het overlegorgaan of, in voorkomend geval, van het verstrijken van de termijn van vijftien dagen bedoeld in lid 2, wanneer het overlegorgaan de wens niet laat blijken dat het een aanbeveling of een advies wil uitbrengen.
Het ministerieel comité kan via consensus beslissen de termijn bepaald in lid 1 te verlengen.
Wanneer geen advies wordt uitgebracht binnen de termijnen bedoeld in leden 1, 2 en 3, wordt de formaliteit vervuld geacht.".
Art. 9.Artikel 14 van hetzelfde samenwerkingsakkoord wordt vervangen door hetgeen volgt: "
Art. 14.Als het voorontwerp of het voorstel van decreet of het ontwerp van reglementair besluit, aan overleg onderworpen, dringend geacht wordt door betrokken partij, wordt door laatstgenoemde de spoedeisendheid op bijzondere wijze gemotiveerd en wordt dit overeenkomstig artikel 12 bij het ministerieel comité aanhangig gemaakt overeenkomstig artikel 12.
De spoedeisendheid wordt erkend geacht, behoudens betwisting door de twee andere partijen.
Wanneer de spoedeisendheid betwist wordt, wordt de overlegprocedure bedoeld in artikel 13 toegepast.
Wanneer de spoedeisendheid erkend wordt geacht, wordt de overlegprocedure bedoeld in artikel 15 toegepast.".
Art. 10.Artikel 15 van hetzelfde samenwerkingsakkoord wordt vervangen door hetgeen volgt: "
Art. 15.Wanneer een aangelegenheid krachtens artikel 14 ingediend wordt en het overlegorgaan niet bevraagd wordt zoals bepaald in lid 2, beschikt het ministerieel comité over een termijn van vijf dagen om te overleggen over het voorontwerp of het voorstel van decreet of het ontwerp van reglementair besluit dat wordt voorgelegd.
Op verzoek van een minister aangewezen in het ministerieel comité, kan het overlegorgaan worden bevraagd over het voorontwerp of het voorstel van decreet of het ontwerp van reglementair besluit dat wordt ingediend. Het overlegorgaan beschikt over een termijn van zeven dagen om een aanbeveling of een advies uit te brengen ten behoeve van het ministerieel comité, dat ingaat te rekenen van het verzoek van het ministerieel comité.
Wanneer het overlegcomité bevraagd wordt als bedoeld in lid 2, beschikt het ministerieel comité over drie dagen om overleg te plegen op grond van de aanbeveling of het advies van het overlegorgaan. Als het overlegorgaan zijn aanbeveling of advies na afloop van de termijn overmaakt, houdt het ministerieel comité er geen rekening mee.
De termijn bedoeld in lid 3 gaat in te rekenen van het overmaken van het advies of van de aanbeveling van het overlegorgaan of, in voorkomend geval, van het verstrijken van de termijn van zeven dagen bedoeld in lid 2, wanneer het overlegorgaan de wens niet laat blijken om een aanbeveling of een advies uit te brengen.
Het ministerieel comité kan via een consensus beslissen om de termijn bedoeld in lid 1 te verlengen.
Wanneer geen advies wordt uitgebracht binnen de termijnen bedoeld in leden 1, 2 en 3, wordt de formaliteit vervuld geacht.".
Art. 11.In hetzelfde samenwerkingsakkoord wordt het opschrift van afdeling 2/1, zoals ingevoegd bij artikel 1 van het samenwerkingsakkoord van 25 februari 2001, vervangen door hetgeen volgt: "Informatieprocedure".
Art. 12.Artikel 15/1 van hetzelfde samenwerkingsakkoord, zoals ingevoegd bij artikel 1 van het samenwerkingsakkoord van 25 februari 2001, wordt vervangen door hetgeen volgt: "
Art. 15/1.Als het voorontwerp van decreet of het ontwerp van reglementair decreet, aan overleg onderworpen, specifiek een behoorlijk gemotiveerde toestand van spoedeisendheid beoogt, dan wel het beheer van een crisis met een hoog risico voor de menselijke gezondheid of een tekst die het voorwerp heeft uitgemaakt van een goedkeuring in het kader van een ingesteld overlegorgaan, wordt deze enkel ter informatie aan het overlegorgaan of aan het ministerieel comité overgemaakt.".
Art. 13.Artikel 16 van hetzelfde samenwerkingsakkoord wordt vervangen als volgt: "
Art. 16.Wanneer een procedure voor een belangenconflict in de zin van artikel 143, § 1, van de Grondwet of van hoofdstuk II van de gewone wet tot hervorming der instellingen van 9 augustus 1980 toegepast wordt op initiatief van één van de partijen en bettrekking heeft op de aangelegenheden inzake gezondheidszorg of bijstand aan personen, maken de voorzitter van de wetgevende vergadering, haar Regering of haar College dit aanhangig bij het ministerieel comité volgens de procedures bepaald in hoofdstuk V. Het ministerieel comité kan dit aanhangig maken bij het overlegorgaan volgens de procedures bepaald in hoofdstuk V.".
Art. 14.In artikel 17 van hetzelfde samenwerkingsakkoord wordt lid 3 opgeheven.
Art. 15.In hetzelfde samenwerkingsakkoord wordt het opschrift van hoofdstuk VII vervangen als volgt: "Secretariaat".
Art. 16.Artikel 18 van hetzelfde samenwerkingsakkoord wordt vervangen als volgt: "
Art. 18.Het ministerieel comité en het overlegorgaan worden bijgestaan door een secretariaat, ingesteld door de partijen, waarvan de nadere werkingsregels omschreven zijn in het huishoudelijk reglement bedoeld in artikel 7.
Het secretariaat bestaat uit personeelsleden aangewezen door de administratieve diensten van de partijen.". ».
Art. 17.Artikel 19 van hetzelfde samenwerkingsakkoord wordt vervangen als volgt: "
Art. 19.Het secretariaat heeft als opdracht: 1° het secretariaat van het ministerieel comité en van het overlegorgaan bij te staan; 2° de vergaderingen van het overlegorgaan en van het ministerieel comité voor te bereiden.".
Brussel, 21 april 2022 opgemaakt in evenveel exemplaren als er akkoordsluitende partijen zijn, in de Franse taal.
Voor de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-President, P.-Y. JEHOLET Voor de Waalse Regering : De Minister-President, E. DI RUPO Voor de Franse Gemeenschapscommissie : De Voorzitster van het College, B. TRACHTE