gepubliceerd op 02 april 2021
Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 20 juni 2019 betreffende de samenstelling en de werking van de kabinetten van de regeringsleden alsmede betreffende de personeelsleden van de diensten van de Regering aangewezen om in het kabinet van een lid van de federale regering mee te werken en tot opheffing van het besluit van de Regering van 20 juni 2019 betreffende de kanselarij van de Regering bij de minister-president
17 SEPTEMBER 2020. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 20 juni 2019 betreffende de samenstelling en de werking van de kabinetten van de regeringsleden alsmede betreffende de personeelsleden van de diensten van de Regering aangewezen om in het kabinet van een lid van de federale regering mee te werken en tot opheffing van het besluit van de Regering van 20 juni 2019 betreffende de kanselarij van de Regering bij de minister-president
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 68, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op de wet van 31 december 1983Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/12/1983 pub. 11/12/2007 numac 2007000934 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, artikel 51, gewijzigd bij de wetten van 16 juli 1993 en 6 januari 2014;
Gelet op het besluit van de Regering van 20 juni 2019 betreffende de samenstelling en de werking van de kabinetten van de regeringsleden alsmede betreffende de personeelsleden van de diensten van de Regering aangewezen om in het kabinet van een lid van de federale regering mee te werken;
Gelet op het besluit van de Regering van 20 juni 2019 betreffende de kanselarij van de Regering bij de minister-president;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 15 september 2020;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid gewettigd wordt door de omstandigheid dat de regeling inzake de samenstelling en de werking van de ministeriële kabinetten zo snel mogelijk moet worden aangenomen, zodat de continuïteit van het regeringswerk en de goede werking van de Regering niet in het gedrang komen;
Op de voordracht van de Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.- In artikel 2 van het besluit van de Regering van 20 juni 2019 betreffende de samenstelling en de werking van de kabinetten van de leden van de Regering alsmede betreffende de personeelsleden van de diensten van de Regering aangewezen om in het kabinet van een lid van de federale regering mee te werken, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt het woord "vijf" vervangen door het woord "zes"; 2° tussen het eerste lid en het tweede lid, dat het derde lid wordt, wordt een lid ingevoegd, luidende : "In afwijking van het eerste lid kan de Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën, zowel voor de functie van protocolchef, als voor de functie van directieassistent een extra medewerker met een weddeschaal van ten hoogste niveau I in zijn kabinet aanstellen."
Art. 2.- Artikel 3, derde lid, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 3.- Het besluit van de Regering van 20 juni 2019 betreffende de kanselarij van de Regering bij de minister-president wordt opgeheven.
Art. 4.- Als de medewerker die op het tijdstip van de aanneming van dit besluit de functie bekleedt van hoofd van de kanselarij, vermeld in artikel 3 van het besluit van de Regering van 20 juni 2019 betreffende de kanselarij van de Regering bij de minister-president aangesteld wordt als lid van het kabinet van een minister, dan blijft hij - in afwijking van de artikelen 11, 12 en 15, § 2, van het besluit van de Regering van 20 juni 2019 betreffende de samenstelling en de werking van de kabinetten van de Regeringsleden alsmede betreffende de personeelsleden van de diensten van de Regering aangewezen om in het kabinet van een lid van de federale regering mee te werken - de kabinetstoelage en de forfaitaire vergoeding voor verblijfkosten ontvangen die hij reeds op het tijdstip van de aanneming van dit besluit kreeg.
Art. 5.- Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.
In afwijking van het eerste lid treedt artikel 3 in werking op 31 december 2020.
Art. 6.- De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 17 september 2020.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën O. PAASCH De Viceminister-President, Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting A. ANTONIADIS De Minister van Cultuur en Sport, Werkgelegenheid en Media I. WEYKMANS De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek H. MOLLERS