gepubliceerd op 18 juni 2002
Administratie van de collectieve arbeidsbetrekkingen Mededeling betreffende de weigering van registratie als collectieve arbeidsovereenkomst van sommige akkoorden die ter griffie worden neergelegd De administrateur-generaal van de Administrat Er worden ter Griffie van de Administratie van de collectieve arbeidsbetrekkingen, akkoorden neerge(...)
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID
Administratie van de collectieve arbeidsbetrekkingen Mededeling betreffende de weigering van registratie als collectieve arbeidsovereenkomst van sommige akkoorden die ter griffie worden neergelegd De administrateur-generaal van de Administratie van de collectieve arbeidsbetrekkingen, wiens kantoren gevestigd zijn in het Federaal Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, Belliardstraat 51, te 1040 Brussel, doet mededeling aan belanghebbenden van hetgeen volgt : Er worden ter Griffie van de Administratie van de collectieve arbeidsbetrekkingen, akkoorden neergelegd met het oog op de registratie ervan als collectieve arbeidsovereenkomst, dewelke niet voldoen aan de voorschriften van het bepaalde in artikel 5 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités (Belgisch Staatsblad van 15 januari 1970).
Het bedoelde artikel 5 van de wet van 5 december 1968 voorziet het volgende : « De collectieve arbeidsovereenkomst is een akkoord dat gesloten wordt tussen één of meer werknemersorganisaties en één of meer werkgeversorganisaties of één of meer werkgevers en waarbij individuele en collectieve betrekkingen tussen werkgevers en werknemers in ondernemingen of in een bedrijfstak worden vastgesteld en de rechten en verplichtingen van de contracterende partijen worden geregeld ».
Er worden echter ter griffie akkoorden, gesloten tussen één of meer werkgevers en één of meer representatieve werknemersorganisaties, neergelegd, waarin geen normatieve bepalingen worden vastgesteld die geacht worden de individuele arbeidsverhouding mede te reguleren. Meer bepaald gaat het om akkoorden waarbij hetgeen voorzien wordt in de gemaakte afspraken, slechts van toepassing wordt gemaakt op de individuele werknemers, in zoverre deze, elk voor zich, ook nog een individuele overeenkomst aangaan met de werkgever.
Dergelijke akkoorden waarbij de toekenning van de erin voorziene voordelen afhankelijk wordt gesteld van het sluiten van een individuele overeenkomst door elk van de betrokken werknemers en voor welke uitzonderingsbepaling er in de reglementering geen specifieke machtiging is voorzien, zullen in de toekomst en zeker met ingang van 1 juli 2002, niet aanvaard worden als een zijnde een akkoord, zoals bedoeld in artikel 5 van de hogervermelde wet van 5 december 1968. De registratie zal bijgevolg bij gemotiveerde bestuurshandeling worden geweigerd.