gepubliceerd op 19 mei 2023
Protocolakkoord inzake een verbeterende werking van het Belgisch Reitox focal point systeem I. Inleiding Gelet op de Belgische verplichtingen aangaande de drugfenomeen, in het kader van het Verdrag van Maastricht en naar aanleiding van de ver Gelet op het feit dat de Europese Raad, middels de Europese Drugsstrategie 2021-2025 (14178/20; 18 (...)
Protocolakkoord inzake een verbeterende werking van het Belgisch Reitox focal point systeem I. Inleiding Gelet op de Belgische verplichtingen aangaande de drugfenomeen, in het kader van het Verdrag van Maastricht en naar aanleiding van de verplichtingen die in het kader van de oprichting van het Europese Drugsagentschap (Europees Waarnemingscentrum voor Drugs en Drugs-verslaving, EMCDDA) door België werden ondertekend (Verordening Nr. 302/93 van de Raad van Europa, 8 februari 1993), waarbij verduidelijkt wordt dat België dient te beschikken over één Nationaal Focal Point voor Drugs en Drugsverslaving. Volgens deze verordening dient deze permanente coördinatiestructuur over een globale en interdisciplinaire expertise te beschikken.
Gelet op het feit dat de Europese Raad, middels de Europese Drugsstrategie 2021-2025 (14178/20; 18 december 2020) en het Actie Plan Drugs 2021-2025 (2020/07/24), de Lidstaten vraagt om: a) Het verlenen van adequate ondersteuning voor het Reitox netwerk van nationale focal points van het Europese Drugsagentschap op het gebied van zowel volksgezondheid als veiligheid, met gebruikmaking van het systeem voor vroegtijdige waarschuwing (Early Warning System, cfr. Actiepunt 47) b) hun inspanningen op te voeren en te coördineren op het gebied van gegevensverzameling, monitoring, model-vorming en analyse, onderzoek, innovatie en prognoses inzake alle relevante aspecten van het drugsvraagstuk, onder meer door de bestaande gegevensverzameling en de rol van het Reitox-netwerk van nationale focal points als knooppunt te blijven ondersteunen.Binnen hun respectieve mandaten moeten nationale focal points van het Reitox-netwerk de middelen, inclusief financiële middelen, krijgen om hun centrale ondersteuningstaak te vervullen op het gebied van vroegtijdige waarschuwing, dreigings- en risicobeoordeling, onderzoek, innovatie en prognoses, zodat beleidsmakers tijdig gedegen bewijsmateriaal aangereikt krijgen en lidstaten worden ondersteund bij het opzetten van interfederaal beleid en acties op basis van empirisch onderbouwde informatie (Cfr.
Strategische prioriteit 10.4).
Gelet op het voorlopig akkoord over het voorstel voor de nieuwe verordening van het Europees Parlement en de Europese Raad betreffende het Europese Drugsagentschap (voorheen genaamd EMCDDA) van 3 mei 2022 (WK 6493/2022).
Gelet op de goedkeuring door Thematische Vergadering Drugs van de interministeriële Conferentie Volksgezondheid van 23 maart 2022 betreffende de opdracht tot het tot stand brengen van een protocolakkoord, inclusief een verdeling van het budget voor de financiering van Reitox.
Gelet op het feit dat een nationaal drugsinformatienetwerk toelaat om een dienstverlening te brengen op federaal, gemeenschaps- en gewestniveau, teneinde het fenomeen drugs beter te begrijpen en elk niveau in staat stelt een passend beleid te ontwikkelen.
Gelet op het samenwerkingsakkoord van 2 september 2002 tussen de Staat, de Gemeenschappen, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gewesten voor een globaal en geïntegreerd drugsbeleid.
Gelet op de respectieve bevoegdheden van de federale Staat en de m de artikelen 128, 130, 135 en 138 van de Grondwet bedoelde overheden - hierna "gemeenschappen en gewesten" of "gefedereerde entiteiten" genoemd - op het gebied van het gezondheidsbeleid;
II. Definities
Artikel 1.Onder het Europese Drugsagentschap wordt verstaan het gedecentraliseerd EU-agentschap, Europese Waarnemingscentrum voor Drugs en Drugsverslaving (EWDD), dat instaat voor de informatie-uitwisseling op het gebied van drugs in de Europese Unie, met als doel beleidsmakers te ondersteunen in de formulering van een samenhangend interfederaal en EU-drugsbeleid.
Onder UNODC wordt verstaan de United Nations Office on Drugs and Crime (de VN-Bureau voor Drugs en Criminaliteit), een organisatie van de Verenigde Naties opgericht om de VN te helpen bij het beter aanpakken van een gecoördineerde, alomvattende reactie op de onderling samen-hangende kwesties van illegale handel in en misbruik van drugs, misdaadpreventie en strafrecht, internationaal terrorisme en politieke corruptie.
Onder WHO wordt verstaan de Wereldgezondheidsorganisatie, de gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties die een sturende en coördinerende rol heeft op het gebied van gezondheid en welzijn.
Onder het REITOX-netwerk wordt verstaan het Europese netwerk voor informatie over drugs en drugsverslaving. Leden van het REITOX-netwerk zijn aangewezen nationale instellingen of instanties die rechtstreeks bijdragen aan de kerntaak van het Europese Drugsagentschap in het verzamelen en rapporteren van coherente, geharmoniseerde en gestandaardiseerde informatie over de drugsproblematiek in Europa.
Deze instellingen worden 'nationale focal points' of 'nationale drugsobservatoria' genoemd. Deze integrale partners van het Europese Drugsagentschap staan ook in voor de wederkerige informatieflow en beleids-ondersteunende dienstverlening naar de autoriteiten op federaal, regionaal en gemeenschapsniveau. Tevens zijn zij verantwoordelijk voor de coördinatie en uitvoering van een nationaal systeem voor vroegtijdige waarschuwing inzake drugsfenomenen en trends.
Onder het Belgische Nationale Focal Point wordt verstaan de unit Illegale Drugs binnen Sciensano die ook als Nationaal Focal Point optreedt binnen het REITOX-netwerk van het Europese Drugsagentschap ; verder in dit document vereenvoudigd naar verwezen als `Nationale Focal Point'.
Onder regionale subfocal points wordt verstaan, de primaire partners van het Nationale Focal Point in het uitvoeren van de opdrachten zoals deze door het Europese Drugsagentschap worden bepaald en die onder de bevoegdheden van de deelstaten vallen. Niettegenstaande het Nationale Focal Point deze samenwerking coördineert en de eindverantwoordelijkheid opneemt van de activiteiten van de regionale subfocal points, berust deze samenwerking op een gelijkwaardige basis waarbij elkaars bevoegdheden en expertises gerespecteerd worden. Het Belgische Reitox focal point systeem bestaat dus uit het Nationale Focal Point en de subfocal points.
Onder drugs wordt verstaan de verzamelnaam voor middelen die de hersenen beïnvloeden en daardoor effect op lichaam en geest hebben en aldus een psychotrope werking veroorzaken. Legale middelen zijn momenteel uitgesloten van deze definitie, tenzij dit kadert binnen polydruggebruik, d.w.z. het gecombineerd gebruik van verschillende type middelen.
Verslaving wordt gedefinieerd als een chronische, recidiverende stoornis die wordt gekenmerkt door het dwangmatig zoeken naar en het uitvoeren van een bepaalde handeling. Ondanks de nadelige gevolgen, is er een onafwendbaar verlangen om een bepaalde ervaring in te lossen; dit omvat onder meer de afhankelijkheid van psychotrope middelen en gedragsverslavingen.
III. Beschrijving van de missie
Art. 2.Als formele interface tussen de Europese instellingen en de beleidsvormingsinfrastructuren op interfederaal niveau is de taak van het Reitox Nationale Focal Point tweeledig: 1° Als nationaal drugswaarnemingscentrum is het focal point verantwoordelijk voor het ontwikkelen en vergaren van nauwkeurige kennis met betrekking tot de Belgische situatie op het gebied van drugs en drugsverslaving, en de integratie daarvan vanuit de regionale subfocal points.Het focal point is ook verantwoordelijk voor de verplichte (inter-) nationale rapportering op het gebied drugs en drugsverslavingen; 2° Het focal point is de intermediair tussen het Europese Drugsagentschap en de federale overheid en de gefedereerde entiteiten. Het harmoniseert zoveel mogelijk de verschillende gegevensverzamelingen op nationaal, regionaal en gemeenschapsniveau.
Het brengt deze verschillende gegevens samen om een overzicht en analyse te bieden van de nationale en Europese situatie om op feiten gebaseerde besluitvorming te ondersteunen en om beleidsmakers en deskundigen op interfederaal niveau te informeren.
Daartoe heeft het Nationale Focal Point tot missie (zoals genoteerd in de missieverklaring van 16.02.2012) de ontwikkeling, implementatie en evaluatie van een integraal en evidence-informed drugsbeleid te ondersteunen door Belgische en internationale beleidsmakers en experts te voorzien in de voor hen noodzakelijke analyse en interpretatie van feitelijke, objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie inzake drugs en drugsverslaving, dit in eerste instantie volgens de kwaliteitsstandaarden van het Europese Drugsagentschap.
De kaders waarbinnen het Nationale Focal Point actief is, zijn enerzijds de EU Drugsstrategieën en Drugsactieplannen en, anderzijds de Gemeenschappelijke Verklaring van de Interministeriële Conferentie Drugs betreffende het Globaal en geïntegreerd drugsbeleid voor België (2010). Dit vertaalt zich in beleidsondersteunende en wetenschappelijke samenwerkingsverbanden met het Europese Drugsagentschap. Tevens staat het Nationale Focal Point onder meer ten dienste van de Algemene Cel Drugsbeleid en werkcellen die haar, krachtens artikel 11 van het samenwerkings-akkoord van 2 september 2002 tussen de Staat, de Gemeenschappen, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gewesten voor een globaal en geïntegreerd drugsbeleid, kan gelasten bepaalde opdrachten uit te voeren.
Het Nationale Focal Point stelt zich tot doel een informatienetwerk van federale, regionale en lokale autoriteiten, instellingen en individuele experten inzake drugs en drugsverslaving te coördineren en te ondersteunen, dit in nauwe samenwerking met de aangewezen regionale subfocal points, dit betreft momenteel EUROTOX, en VAD. Het Nationale Focal Point streeft hierbij naar een constructieve en transparante samenwerking met haar partners, met respect voor ieders bevoegdheden.
Bovendien stelt het Nationale Focal Point zich tot doel om de expertise van haar partners te promoten op de Belgische en internationale fora voor beleidsmakers, experten en onderzoekers alsook bij het brede publiek.
IV. Het Belgisch Reitox focal point systeem
Art. 3.De kernopdracht van het nationale focal point bestaat erin de situatie van drugs en drugsverslaving in België nauwkeurig in kaart te brengen en op te volgen. Daartoe is het nationale focal point belast met: 1. het verzamelen, harmoniseren en analyseren van alle beschikbare nationale informatie en de ontwikkeling van epidemiologische indicatoren, volgens de normen van het Europese Drugsagentschap;2. de coördinatie en opmaak van nationale en internationale rapporteringsactiviteiten inzake de epidemiologische situatie van drugs en drugsverslaving in België, zoals verder verduidelijkt in artikel 5;3. het coördineren, samenwerken met en onderhouden van een Belgisch drugs-informatienetwerk en met prioriteit de regionale subfocal points.Het Nationale Focal Point neemt de eindverantwoordelijkheid voor de toegewezen taken op. Dergelijk vaste partnerschap verhoogt de kwaliteit, efficiëntie en productiviteit van het verzamelen, harmoniseren, analyseren en communiceren van de relevante informatie; 4. Het bijdragen tot een algemene surveillance en een signaalfunctie van belangrijke bevindingen en nieuwe tendensen, voor zowel nationale als internationale stakeholders.Het Nationale Focal Point staat ook in voor de coördinatie en optimale werking van een nationaal systeem voor vroegtijdige waarschuwing (Early Warning System, EWS); 5. het ondersteunen van de nationale autoriteiten en het Belgische drugsbeleid in de systematische monitoring van de implementatie van de nationale drugstrategie en de daarmee gelinkte actieplannen;6. Het Nationale Focal Point staat in voor zowel een reactieve als (pro-)actieve communicatie en het ter beschikking staan voor opdrachten van de autoriteiten op federaal, regionaal en gemeenschapsniveau;7. het handelen als nationale liaison van het Europese Drugsagentschap en het Reitox netwerk in nationale en internationale fora.
Art. 4.De regionale subfocal points worden volgende concrete opdrachten toegewezen: 1. De verantwoordelijkheid over het respectievelijk regionale luik van het Early Warning System, met als doel de dataflow naar het Nationale Focal Point te optimaliseren, de verspreiding van waarschuwingsinformatie te ondersteunen en de nodige acties te ondernemen om waarschuwingsinformatie aan te passen aan de noden van regionale partners en hun eigen doelpubliek;2. Een signaalfunctie naar het Nationale Focal Point van alle relevante informatie voor monitoring en surveillance, zoals verkregen van actoren uit het werkveld ;3. De verantwoordelijkheid inzake de informatieflow met betrekking tot het luik `Preventie en vroeginterventie';4. Het faciliteren van de informatieflow rond de beschikbare gegevens van gezondheidsindicatoren nodig voor de epidemiologische beeldvorming onder coördinatie van het Nationale Focal point;5. Ondersteuning van de disseminatie van de producten van het (Belgisch) Reitox netwerk en het Europese Drugsagentschap.
Art. 5.Het Nationale Focal Point wordt aangesteld voor de coördinatie en opmaak van volgende rapporteringsactiviteiten: 1. De jaarlijkse rapportage van de beschikbare gegevens - Belgische en regionale - conform de richtlijnen van het Europese Drugsagentschap en de beschrijving van de actie zoals contractueel bepaald (een bijdrage in het jaarlijkse rapportsysteem aan het Europese Drugsagentschap, ondersteuning van Europese producten, alsook de parallelle rapporteringen zoals deze van het Early Warning System);2. De jaarlijkse rapportage van beschikbare gegevens in het kader van de Annual Report Questionnaire (ARQ) conform de richtlijnen van UNODC;3. Ad hoc rapporteringen naar de volgende andere internationale instellingen: de wereldgezondheidsorganisatie (WHO), het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) en Europol;4. Een globale jaarrapportering inclusief financiële jaarafrekening in opdracht van de Algemene Cel Drugs en voor de ondertekenende partijen ;dit in een vorm van samenvattende tabellen en figuren (inclusief methodologische toelichting), op basis van het geheel van de beschikbare gegevens, en in een format dat aan de noden van de opdrachtgevers voldoet. De gegevens worden uitgesplitst volgens regio waar mogelijk, en enkel onder voorwaarde dat deze voor correcte interpretatie vatbaar zijn; 5. Elke professionele instantie of burger kan een overzicht van de gegevens van de globale jaarrapportering vrij consulteren op een elektronisch platform beheerd door het Nationale Focal Point;6. Een toezichthoudende commissie Reitox, zoals afgevaardigd door de Algemene Cel Drugs, heeft als opdracht de opvolging van de ontwikkeling van de globale jaarrapportering, en het formuleren van voorstellen aan het Nationale Focal Point met het oog op het optimaliseren van het rapport inzake inhoud en vormgeving.De commissie bestaat uit telkens één vertegenwoordiger van de ondertekenende partijen en de door de bevoegde overheden aangestelde regionale subfocal points. Het Nationale Focal Point neemt het voorzitterschap van de commissie waar, en staat in voor het secretariaat van de commissie; 7. De ondertekenende partijen kunnen bijkomende opdrachten voor analyse van primaire en secundaire gegevens aanvragen, mits een bijbehorende vergoeding voor de uitvoering van deze taak, berekend als effectief bestede werkdagen van de nodige analisten van het Nationale Focal Point en de regionale subfocal points.Een bijkomende opdracht betreft analyses die niet zijn opgenomen in Artikel 5 en die niet door de toezichthoudende commissie worden weer-houden in de jaarrapportering.
Art. 6.Ter ondersteuning van de opdrachten van de Algemene Cel Drugsbeleid en onder voorbehoud van haar goedkeuring enerzijds, en het Europese Drugsagentschap anderzijds, engageert het Nationale Focal Point zich om bij afwezigheid van nationale informatie de noodzakelijke monitoring en surveillance instrumenten te ontwikkelen, het gebruik en toepassen van de heersende internationale standaarden, en de nodige onderzoeksinitiatieven te nemen om impact van drugs en drugsverslaving op het individu en de samenleving beter te begrijpen (Overzicht Informatiemap inzake druggerelateerde indicatoren bepaald volgens de Technische Annex bij het protocolakkoord). 1. Dit akkoord heeft enkel betrekking op de huidige basiswerking van het Reitox focal point systeem zoals gespecifieerd in Artikel 3-5 en heeft niet tot doel om nieuwe primaire dataverzamelingen tot stand te brengen.Secundaire analyses en het ontwikkelen van indicatoren gebaseerd op bestaande, beschikbare gegevens zijn wel toegelaten; 2. De Algemene Cel Drugs is bevoegd om de prioriteiten inzake monitoring, onderzoek en evaluatie te bepalen in het domein van drugs en verslavingen.Dit protocolakkoord ondersteunt enkel onderzoeksinitiatieven die aan de Algemene Cel Drugs zijn voorgelegd en goedgekeurd; 3. De regionale subfocal points behouden hun autonomie voor dataverzamelingen inzake de bevoegdheden van de gefedereerde entiteiten;het Nationale Focal point kan ondersteuning aanbieden voor het behalen van gewenste gemeenschappelijke doelstellingen maar kan een Gewest of Gemeenschap niet verplichten bepaalde instrumenten voor gegevensverzameling te ontwikkelen.
V. Financiële middelen van het Belgisch Reitox focal point systeem
Art. 7.De ondertekenende partijen zorgen voor extra financiering van het Reitox focal point systeem vanaf 01/01/2023. Een budget wordt op jaarbasis ter beschikking gesteld om een goede basiswerking te garanderen, zoals gespecifieerd in sectie IV, en om de mogelijke afwezigheid of vermindering van de financiële steun via Europese middelen te compenseren. Dit budget wordt enkel gebruikt voor personeelskosten en niet voor werkingsmiddelen van onderzoeksopdrachten die niet onder sectie IV vallen en waartoe geen goedkeuring is verkregen van de Algemene Cel Drugs.
Het Nationale Focal Point zorgt ervoor dat jaarlijks een begroting wordt voorgesteld die is aangepast aan de Europese bijdrage. Deze begroting moet gedetailleerd zijn in termen van personeels- en werkingskosten en moet worden gevalideerd door de Thematische Vergadering inzake Drugs van de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid.
De voorlopige begroting voor 2023 is opgenomen in de bijgevoegde technische bijlage.
Art. 8.De volgende verdeelsleutel geldt, gebaseerd op het Protocolakkoord tussen de Federale Regering en de in artikel 128, 130 en 135 van de grondwet bedoelde overheden inzake de organisatie en financiering van de gezondheidsenquête 2023: ? Federale regering: . . . . . 51,6% ? Vlaamse Gemeenschap: . . . . . 23,4% ? Waalse Gewest: . . . . . 15,4% ? Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie: . . . . . 5,7% ? Franse Gemeenschapscommissie: . . . . . 3,9%
Art. 9.Het bedrag zal gestort worden op een orderrekening van het Sciensano waarvan het nummer door hen zal worden meegedeeld, met vermelding van de bestemming: Reitox focal point systeem. De bedragen worden gestort voor 31 maart van het jaar waarop ze betrekking hebben en zijn onderhevig aan de indexering (aangepast volgens de gezondheidsindex; koninklijk besluit van 24 december 1993).
Art. 10.Het Nationale Focal Point, Sciensano, is verantwoordelijk om via deze financiering een jaarlijkse onderaanneming van de regionale subfocal points te voorzien voor hun bijdrages in de gegevensverzameling inzake indicatoren, de jaarrapporteringen naar de opgelegde instanties en de lokale uitwerking van het Early Warning System. Hun vooraf bepaalde vergoeding voor de volledige uitvoering van deze opdracht wordt opgenomen in de begroting.
Art. 11.Het Nationale Focal Point is belast met de nationale coördinatie van de registratie en verwerking van de behandelingsaanvragen betreffende drugs en alcohol door middel van de Europese Treatment Demand Indicator. Voor deze specifieke opdracht ontvangt het Nationale Focal Point een werkkader en budget zoals bepaald in het Treatment Demand Indicator protocolakkoord van 19 oktober 2015.
Aldus overeengekomen te Brussel op 14 december 2022.
Gelet op de respectieve bevoegdheden van de federale Staat en de in de artikelen 128, 130, 135 en 138 van de Grondwet bedoelde overheden - hierna "gemeenschappen en gewesten" of "gefedereerde entiteiten" genoemd - op het gebied van het gezondheidsbeleid;
Voor de Federale Staat: F. VANDENBROUCKE, Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid V. VAN QUICKENBORNE, Minister van Justitie en Noordzee V. VAN PETEGHEM, Vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding Voor de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest: H. CREVITS, Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Pour la Région Wallonne Ch. MORREALE, La Ministre de l'Emploi, de la Formation, de la Santé, de l'Action sociale, de l'Egalité des chances Pour la Communauté Française : V. GLATIGNY, Ministre de l'Enseignement supérieur, de l'Enseignement de la Promotion sociale, des Hôpitaux universitaires, de l'Aide à la jeunesse, des Maisons de Justice, de la Jeunesse, des Sports et de la Promotion de Bruxelles B. LINARD, Vice-Présidente et Ministre de l'Enfance, de la Santé, de la Culture, des Médias et des Droits des Femmes Voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad: E. VAN DEN BRANDT, Het Lid van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid Pour le Collège de la Commission Communautaire Française de Bruxelles-Capitale : A. MARON Membre du Collège de la Commission communautaire française, compétente pour la Politique de Santé Für die Deutschsprachige Gemeinschaft: A. ANTONIADIS, Der Vize-Ministerpräsident, Minister für Gesundheit und Soziales, Raumordnung und Wohnungswesen
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld