Etaamb.openjustice.be
Protocol
gepubliceerd op 11 december 2015

Protocolakkoord. - Actualisering van het Actieplan eGezondheid Actieplan 2015-2018 CONTEXT Op 29 april 2013 werd het `actieplan e-Gezondheid 2013-2018' goedgekeurd door de Interministeriële Conferentie. Dit plan voorziet 20 acties m(...) - een referentiearchitectuur, - het betrekken van de patiënt en de parate kennis over e-Gezondhe(...)

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2015024272
pub.
11/12/2015
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU


Protocolakkoord. - Actualisering van het Actieplan eGezondheid Actieplan 2015-2018 (V2.0) CONTEXT Op 29 april 2013 werd het `actieplan e-Gezondheid 2013-2018' goedgekeurd door de Interministeriële Conferentie.

Dit plan voorziet 20 acties met als doel een gecoördineerde ontwikkeling van initiatieven op het vlak van de e-Gezondheid, gebaseerd op : - een referentiearchitectuur, - het betrekken van de patiënt en de parate kennis over e-Gezondheid, - het uitwerken van een referentieterminologie - het faciliteren van de administratie en de communicatie - en het invoeren van een effectief overleg tussen alle betrokkenen.

Op basis van een analyse van de werkzaamheden gerealiseerd in uitvoering van het Actieplan 2013-2018 stelt men vast dat enkele actiepunten al behoorlijk tot zeer goed zijn opgeschoten, maar dat andere minder vlot verlopen.

Ingevolge de 6de staatshervorming, is de context voor de uitvoering van de acties veranderd en wordt een actualisering van het Plan zelfs noodzakelijk. De governance van het hele project moet dan ook worden herzien.

Tenslotte moet nog uitvoering worden gegeven aan een aantal bepalingen van het `Protocolakkoord van 29 april 2013 tussen de Federale overheid, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie met het oog op het optimaal elektronisch uitwisselen en delen van informatie en gegevens tussen de actoren bevoegd inzake de gezondheids- en welzijnssector en de bijstand aan personen'. Met name voorziet het protocol het uitwerken van een samenwerkingsakkoord inzake het beheer, de werking en de financiering van het e-Health Platform.

Er werd dan een proces op gang getrokken om het Actieplan 2013-2018 te actualiseren door de organisatie van een nieuwe Ronde Tafel, toegankelijk voor alle geïnteresseerden, met het oog op : - een zo concreet mogelijk herformuleren van de gemeenschappelijke en gecoördineerde strategie. De uitrol en het gebruik van e-Gezondheidsdiensten en -functies kan, indien nodig, gemoduleerd worden in functie van het beleid van elke gemeenschap/gewest; - het identificeren van zwakke en ontbrekende actiepunten uit het oorspronkelijke Actieplan van 2013 en het formuleren van een aanpak tot verbetering; - het vastleggen en opvolgen van meetpunten die toelaten om in 2018 de concrete resultaten van het gevoerde beleid te kunnen tonen; - Het beter structureren en opvolgen van de uitrol van de diverse diensten op het terrein (beschikbaarheid van de diensten, de implementatie ervan in de softwarepakketten de opleiding van de zorgverstrekkers voor het goed gebruik).

Zeven werksessies met de stakeholders hebben plaatsgevonden tussen 4 mei en 2 juni 2015. Elke sessie focust op één of meerdere actiepunten : punten 1 tot en met 18 van het oorspronkelijke Actieplan en één sessie over "mHealth". "Standaarden" werden besproken ter aanvulling van het actiepunt "Terminologiebeleid".

Twee consolidatiesessies, op 19 juni, moesten de output van de diverse werksessies valideren.

Het resultaat van deze werksessies werd samengebracht in een werkdocument dat als input zal dienen voor de uitvoering van de acties weerhouden in dit protocol. Dit document is toegevoegd in bijlage aan dit protocol.

De tekst van het protocol geeft de actiepunten, sub-acties, en de timing weer die het voorwerp uitmaken van het politieke akkoord tussen de Ministers die lid zijn van de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid.

Het politieke akkoord en het engagement van de ondertekenende ministers betreffen dus geenszins de documenten als resultaat van de werksessies van de ronde tafel, die toegevoegd zijn als bijlage aan het Actieplan.

Aan elk actiepunt of subactiepunt worden zowel een organisatie als een projectleider toegewezen.

De organisatie is een publieke instantie of een bevoegde overheid die door de Interministeriële Conferentie belast wordt met het verzekeren van het goede verloop van de acties en het nakomen van de eraan verbonden timing.

De organisatie wordt belast met het leadership van de projecten.

De projectleider is de verantwoordelijke voor de uitvoering van de acties, en wordt met dit doel gemandateerd door de verantwoordelijke organisatie.

De projectleider is ofwel een lid van de verantwoordelijke organisatie, ofwel een externe partner aan wie de uitvoering van het project toevertrouwd werd door de verantwoordelijke organisatie, over het algemeen door een contract. In het huidige protocolakkoord worden de projectleiders geïdentificeerd door de organisatie tot dewelke zij behoren.

De projectleider brengt verslag uit aan de verantwoordelijke organisatie, evenals aan de programmamanager en de stuurgroep die opgericht wordt in uitvoering van actiepunt 20 van dit protocol.

HOOFDLIJNEN EGEZONDHEID - STRATEGISCHE BESCHRIJVING HET EGEZONDHEIDSLANDSCHAP IN 2019 VOOR DE ZORGVERSTREKKER Alle huisartsen zullen een elektronisch medisch dossier (EMD) hebben van al hun patiënten, ze zullen voor alle patiënten een sumehr publiceren in de beveiligde kluis (Vitalink, Intermed of BruSafe) en up to date houden.

Voor alle andere zorgberoepen is een Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) gedefinieerd, zij kunnen (delen van) informatie uit hun EPD ook publiceren in de beveiligde kluis en up to date houden.

Ziekenhuizen, psychiatrische instellingen en labo's publiceren hun documenten in de HUB, waar zij aan verbonden zijn en consulteren via die weg gegevens uit de kluizen (Vitalink, Intermed, BruSafe).

Apothekers publiceren in het Gedeeld Farmaceutisch Dossier (GFD), dat het medicatieschema voedt. Het medicatieschema van de patiënt bevindt zich eveneens in de beveiligde kluis en wordt onder andere gedeeld tussen de artsen, apothekers, thuisverpleging en de ziekenhuizen.

De huisarts heeft via zijn EMD toegang tot alle gepubliceerde medische informatie van zijn/haar patiënten.

Elke zorgverstrekker heeft toegang tot alle gepubliceerde informatie van zijn/haar patiënten, voor zover die relevant is voor deze zorgverstrekker. Hiervoor worden filters gedefinieerd. De informatie kan ook multidisciplinair aangevuld worden.

Op deze manier wordt multidisciplinaire zorg maximaal ondersteund.

Er wordt naar gestreefd dat zoveel mogelijk medische informatie en "documenten" gestructureerd en gecodeerd worden opgemaakt en gepubliceerd. Dit zal in 2019 nog niet volledig het geval zijn.

Alle zorgverstrekkers kunnen met elkaar communiceren via de eHealthbox, een aantal standaard-formulieren zijn daarvoor ter beschikking.

De zorgverstrekkers kunnen telegeneeskunde toepassen door gebruik te maken van `Mobile Health' applicaties die officieel geregistreerd zijn. Deze registratie is geconditioneerd door een aantal controles op gebied van privacy, interoperabiliteit, EU-label voor medical devices en evidence based medicine (EBM).

De registers zijn geoptimaliseerd en geuniformiseerd en de registratie gebeurt zoveel mogelijk automatisch.

Tracering van implantaten en geneesmiddelen gebeurt volgens internationale normen.

De zorgverstrekker krijgt incentives voor het gebruik van en zinvol toepassen van eGezondheid. Financiële incentives kunnen een federaal luik hebben evenals een luik voor de verschillende gemeenschappen en gewesten.

Hij/zij wordt opgeleid in eGezondheid, zowel via het onderwijspakket als via nascholing.

Hij/zij heeft eveneens een uniek loket ter beschikking voor alle info tbv Riziv, FOD Volksgezondheid en deelstaten ("only once" principe) HET EGEZONDHEIDSLANDSCHAP IN 2019 VOOR DE PATI"NT De patiënt heeft toegang tot alle informatie over hemzelf die in de kluizen en de hub's ter beschikking is. Mogelijk worden hier filters gedefinieerd.

Er wordt onderzocht of het haalbaar is een consolidatie platform te voorzien waarop voor de patiënt alle informatie wordt samengevoegd, waarop analyse tools ten behoeve van de patiënt ter beschikking zijn, waarop "vertaal" tools ter beschikking zijn van de patiënt waardoor hij/zij het dossier beter kan begrijpen. Dit draagt bij tot de "health literacy" van de patiënt.

De patiënt kan zelf informatie toevoegen, hetzij via het consolidatie platform, hetzij in de kluis, hetzij via een hub, tenzij via de cloud (privé).

Het geheel aan informatie vanuit de hubs, de kluizen, het consolidatie platform, eventueel de cloud vormt het PHR (Personal Health Record) van de patiënt.

Via het consolidatieplatform kan ook extra informatie toegevoegd worden vanuit de ziekenfondsen, vanuit de kruispuntbank sociale zekerheid en andere relevante bronnen zoals bvb wilsverklaringen inzake orgaandonatie of euthanasie.

De patiënt heeft toegang tot zijn/haar PHR via verschillende wegen.

Bvb via een app die pre-geïnstalleerd is op de smartphone.

Hierdoor is de patiënt geïnformeerd, is op de hoogte van zijn/haar reële situatie en kan een centrumfunctie opnemen in zijn/haar behandeling.

De patiënt krijgt in principe bij de arts geen papier meer (behalve uitzonderlijke vragen). Het attest van geleverde verstrekkingen is door de arts elektronisch doorgestuurd naar het ziekenfonds, het geneesmiddelenvoorschrift is beschikbaar in het medicatieschema, het bewijs van arbeidsonbekwaamheid wordt elektronisch doorgestuurd naar de werkgever, het ontvangstbewijs (transparantiewet) krijgt de patiënt in zijn e-mailbox, ...

Voorafgaandelijke voorwaarde voor het bovenstaande : de patiënt geeft zijn/haar geïnformeerde toestemming ROL VAN DE OVERHEDEN Om de hierboven vermelde doelstellingen te bereiken, verbinden de overheden, zowel de federale overheid als de deelstaten, zich tot de oprichting van : - een gemeenschappelijke governance-structuur die bedoeld is om de politieke en operationele coördinatie te verzekeren van de actiepunten van dit Actieplan - een monitoring-proces dat een nauwgezette opvolging van de uitvoering van de actiepunten mogelijk maakt.

De overheden verbinden zich er eveneens toe om elkaar onderling te informeren over de verschillende initiatieven die ze zouden nemen in aanvulling op de actiepunten in dit Plan. 20 SPECIFIEKE ACTIEPUNTEN Om de hierboven bepaalde doelstellingen te bereiken tegen 2019, wordt overeengekomen om gelijktijdig op te treden in de 20 domeinen die hierna beschreven worden onder de vorm van actiepunten met een precieze timing : 1. GMD = EMD => Sumehr 2.Ziekenhuis-EPD 3. Medicatieschema 4.Elektronisch voorschrift 5. Gegevens delen via het systeem hubs & metahub voor algemene en universitaire ziekenhuizen 6.Delen om samen te werken 7. Psychiatrische en andere instellingen en het systeem hubs & metahub 8.Invoering van een uniform evalutie-instrument (BelRAI) 9. "Incentives voor Gebruik" 10.Toegang tot de gegevens door de patiënt (PHR) 11. Communicatie 12.Opleiding en ICT-ondersteuning van zorgverstrekkers 13. Standaarden en terminologiebeleid 14.MyCareNet 15. Administratieve vereenvoudiging 16.Traceerbaarheid van de implantaten en van de geneesmiddelen 17. Veralgemeend gebruik van de eHealthBox en gegevens van zorgverstrekkers beschikbaar in CoBRHA 18.Inventarisatie en consolidatie van registers 19. Mobile Health 20.Governance, roll out en monitoring e-Gezondheid

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Dit protocolakkoord treedt in werking op 19 oktober 2015.

Aldus overeengekomen te Brussel op 19 oktober 2015.

Voor de Federale Staat, M. DE BLOCK, Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Voor de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest J. VANDEURZEN, Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Pour la Région Wallonne M. PREVOT, Ministre des Travaux publics, de la Santé, de l'Action sociale et du Patrimoine, Pour la Communauté Française R. DEMOTTE, Ministre-Président de la Fédération Wallonie-Bruxelles Mme J. MILQUET, Vice-Présidente du Gouvernement de la Fédération Wallonie-Bruxelles, Ministre de l'Education, de la Culture et de l'Enfance Voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad D. GOSUIN Ministre, Membre du Collège réuni, compétent pour la politique de la Santé, les Finances, le Budget, la Fonction publique, le Patrimoine et les Relations extérieures G. VANHENGEL, Minister, Lid van het Verenigd college van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, de Financiën, de Begroting, het Openbaar Ambt, het Patrimonium en de Externe Betrekkingen Voor het College van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest C. JODOGNE, Membre du Collège de la Commission communautaire française, compétente pour la Politique de Santé Für die Deutschsprachige Gemeinschaft, A. ANTONIADIS, Minister der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Familie, Gesundheit und Soziales.

^