gepubliceerd op 21 november 2013
Protocolakkoord `HIV-plan 2014-2019' Gelet op de specifieke bevoegdheden waarover de Federale overheid en de Overheden bedoeld in artikel 128,130 en 135 van de Grondwet, hierna `de Gemeenschappen' genoemd, beschikken op het gebied van het gezond Overwegende dat HIV een belangrijk thema blijft voor de Volksgezondheid in België, dat minstens 20 (...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
Protocolakkoord `HIV-plan 2014-2019' Gelet op de specifieke bevoegdheden waarover de Federale overheid en de Overheden bedoeld in artikel 128,130 en 135 van de Grondwet, hierna `de Gemeenschappen' genoemd, beschikken op het gebied van het gezondheidsbeleid in het bijzonder voor wat activiteiten en diensten op het vlak van de preventieve geneeskunde betreft, overeenkomstig artikel 5, § 1,I,1°, c) en 2° van de bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot hervorming der instellingen;
Overwegende dat HIV een belangrijk thema blijft voor de Volksgezondheid in België, dat minstens 20 000 personen leven met HIV en tussen 1 000 en 1 200 nieuwe gevallen gediagnosticeerd worden elk jaar, dat België onder de Europese Staten is met het hoogste aantal met HIV-besmette personen (10.7 gevallen per 100 000 inwoners in vergelijking met een gemiddelde van 5.7 in Europa);
Overwegende dat een geïntegreerd gezondheidsbeleid op het gebied van AIDS/HIV een gecoördineerde strategie vereist, met respect voor de bevoegdheden van eenieder, tussen de verschillende betrokken actoren in de strijd tegen AIDS/HIV, en, dat men zo zal kunnen voldoen aan de richtlijnen van de EU, de Verenigde Naties en de Benelux, alsook aan de strategische en operationele doelstellingen voor het doeltreffende beheer van deze nationale en internationale pandemie;
Op 18 juni 2012 besliste de Interministeriële Conferentie om een HIV-plan goed te keuren.
Opgesteld met respect voor de internationale aanbevelingen, is het Plan het resultaat van een proces dat op beslissende wijze alle betrokken actoren omvatte.
Het Plan werd in 2012-2013 in vier opeenvolgende fasen uitgewerkt.
Fase 1 : studie, gegevensinzameling en experimenten Tijdens deze fase werden talrijke studies en projecten uitgevoerd om onze kennis van de epidemie te verfijnen en te bepalen welke aanpak het meest relevant is in de strijd tegen HIV. Fase 2 : raadpleging en conceptualisering (april 2012 - september 2012) Tijdens deze fase werden tal van ontmoetingen, bezoeken op het terrein, raadplegingen van de actoren op het terrein en mensen met het humane immunodeficiëntievirus (MMH) georganiseerd en werden wetenschappelijke studies en literatuur bestudeerd om de belangrijkste uitdagingen en problemen voor het Plan te bepalen. De fase werd afgesloten met een symposium, waarop alle medische actoren en verenigingen die bij deze strijd betrokken zijn, met inbegrip van MMH, aanbevelingen konden doen, na afloop van daartoe georganiseerde workshops.
Fase 3 : lancering en ontwikkeling september 2012 - november 2012) De belangrijkste organen die instonden voor de uitwerking van het Plan werden opgericht. Deze organen stonden garant voor de doeltreffendheid van het proces en voor een sterke betrokkenheid van alle actoren : medische actoren en verenigingen, PVVIH enz. Ondersteunende instrumenten en hulpmiddelen werden ter beschikking gesteld om het Plan efficiënt en transparant uit te werken. De uitwerkingsmethodologie, doelstellingen, strategische pijlers, structuur van het Plan, enz. werden tijdens drie vergaderingen van het stuurcomité vastgelegd.
Fase 4 : uitwerkingsfase (november 2012 - mei 2013) Tijdens de uitwerkingsfase hebben de werkgroepen de strategische acties van het Plan vastgelegd. De werkgroepen verzamelden alle betrokken actoren in de strijd tegen hiv/aids (verenigingen, medische wereld, MMH, vertegenwoordigers van de doelgroepen, actoren van volksgezondheid, justitie, de strijd tegen discriminatie, onderwijs enz.).
De ontwikkeling van het hiv-plan was gestoeld op een sterke betrokkenheid van personen met HIV. Zij werden in alle organen betrokken die met de uitwerking van het Plan belast waren. Er werden eveneens workshops met mensen met HIV gehouden, op basis van bestaande patiëntengroepen in verenigingen of ziekenhuizen. Alle resultaten van de werkgroepen werden aan deze workshops voorgelegd.
Het expertencomité van UNAIDS werd eveneens bij de uitwerking van het plan betrokken, zowel in het bepalen van de uitwerkingsprocedure als in de validatie van de doelstellingen en acties van het Plan.
Het Plan streeft het volgende einddoel na : ? De nieuwe gevallen van besmetting met HIV verminderen waarbij de omstandigheden voor een verantwoordelijke en bevredigende seksualiteit worden bevorderd; ? De toegang bevorderen tot diensten en programma's die instaan voor preventie, screening, zorg en een kwaliteitsvolle begeleiding, die gespecialiseerd zijn in HIV binnen een kader van de universele toegang tot gezondheid in het algemeen; ? Alle vormen van stigmatisering en discriminatie verminderen, in het bijzonder als ze gebaseerd zijn op het serologische statuut of de gezondheidstoestand.
Het Plan stelt de volgende streefdoelen voorop : ? de risico's op de overdracht van HIV en andere seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA's) verminderen, door het gecombineerde gebruik van de beschikbare tools en strategieën inzake preventie, in het bijzonder bij de meest blootgestelde personen; ? het aandeel verhogen van met HIV besmette personen die vroegtijdig op de hoogte zijn van hun serologische statuut; ? het aandeel verhogen van met HIV besmette personen die behandeld worden en die een niet op te sporen virale lading hebben; ? de levenskwaliteit van personen met HIV verbeteren, in het bijzonder door de kwaliteit van de zorg en de psychosociale en medische begeleiding te verbeteren; ? alle vormen van stigmatisering en discriminatie verminderen die gebaseerd zijn op het serologische statuut en de gezondheidstoestand maar ook zij die gebaseerd zijn op het geslacht, de afkomst, de seksuele geaardheid en identiteit en zij die gebaseerd zijn op het gebruik van drugs, sekswerk, etz.
Het Plan is gebaseerd op vier strategische pijlers : Preventie Het doel van deze pijler is de overdracht van HIV te doen afnemen, meer bepaald door informatie, opvoeding en sensibilisering. Preventie wordt hier gezien in een breder kader van de promotie van seksuele gezondheid. Seksuele gezondheid is een onderdeel van fysiek, emotioneel, mentaal en sociaal welzijn. Zij veronderstelt niet enkel het niet lijden aan ziektes, beperkingen of kwalen. Zij veronderstelt een positieve en respectvolle aanpak van de seksualiteit en seksuele relaties, alsook de mogelijkheid om veilige en aangename seksuele relaties te hebben, zonder beperking, discriminatie of geweld. De seksuele rechten van eenieder dienen gerespecteerd, beschermd en verzekerd te zijn.
Screening en behandeling Deze pijler heeft als doel de personen die met hiv besmet zijn zo snel mogelijk op te sporen en te verzekeren dat zij onmiddellijk toegang hebben tot de nodige zorg en begeleiding. Het is enorm belangrijk om de besmetting in een vroegtijdig stadium vast te stellen. Een laattijdige detectie kan namelijk de doeltreffendheid van de behandeling fnuiken en de mogelijke therapieën aanzienlijk beperken, de morbiditeit en mortaliteit verhogen, het herstel van het immuunsysteem vertragen, het risico op overbrenging verhogen enz.
Behandeling van personen met HIV Deze pijler heeft als doel aan de personen met HIV de beste zorg, de beste behandeling en de beste begeleiding te verzekeren ten overstaan van de moeilijkheden die zij kunnen ontmoeten.
Levenskwaliteit van mensen met HIV Deze pijler stelt zich tot doel de levenskwaliteit van de mensen met HIV te verbeteren.
Het Plan bevat 58 acties.
De ministers keuren het Plan goed. Ze engageren zich om het Plan in hun regeringen te verspreiden.
Ze engageren zich om de prioriteiten vast te leggen en ze, binnen de limieten van de hiervoor beschikbare financiële middelen, uit te voeren.
Zij engageren zich opdat, op basis van de in kaart gebrachte prioriteiten, hun respectievelijke administraties een specifiek uitvoeringsplan zouden voorstellen voor de acties die onder hun bevoegdheden vallen, waarin de voorziene doelstellingen en budgetten nader zullen worden toegelicht.
Zij engageren zich om het overleg met de ministers die betrokken zijn bij het Plan voort te zetten teneinde het eens te worden over de verdeling van de respectievelijke verantwoordelijkheden.
De ministers verzoeken de werkgroep om de samenwerking met alle ministers die betrokken zijn bij het Plan voort te zetten teneinde dit plan te 'implementeren.
Het `HIV-plan 2014 -2019' is bijgevoegd aan dit protocol.
Aldus gesloten te Brussel op 30 september 2013.
Voor de Federale Overheid : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX Voor de Vlaamse Regering : De Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN Voor de Waalse Gewestregering : De Minister van Gezondheid, Sociale actie en Gelijkheid van kansen, E. TILLIEUX Voor de Franse Gemeenschapsregering : De Minister van Cultuur, Media, Gezondheid en Gelijkheid van kansen, Mevr. F. LAANAN Für die Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft : Minister für Familie, Gesundheit und Soziales H. MOLLERS Voor het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, Mevr. C. FREMAULT Voor het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, G. VANHENGEL Voor het College van de Franse Gemeenschapscommissie, Het Lid van het College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, Mevr. C. FREMAULT