Etaamb.openjustice.be
Protocol
gepubliceerd op 10 juli 2012

Protocolakkoord tussen de Federale Regering en de in artikelen 128, 130 en 135 van de grondwet bedoelde overheden inzake de organisatie en financiering van een gezondheidsenquête Gelet op de respectievelijke bevoegdheden waarover de Federale Sta Gelet op de wens van de bevoegde instanties inzake gezondheid op het niveau van de Federale Staat, (...)

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2012024228
pub.
10/07/2012
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU


Protocolakkoord tussen de Federale Regering en de in artikelen 128, 130 en 135 van de grondwet bedoelde overheden inzake de organisatie en financiering van een gezondheidsenquête Gelet op de respectievelijke bevoegdheden waarover de Federale Staat en de in artikel 128, 130 en 135 van de Grondwet bedoelde overheden, hierna de Gemeenschappen en Gewesten genoemd, op het vlak van het gezondheidsbeleid beschikken;

Gelet op de wens van de bevoegde instanties inzake gezondheid op het niveau van de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten (voortaan « opdrachtgevers » genoemd) de gezondheid van de bevolking te evalueren middels het aanmaken van statistische gegevens gebaseerd op informatie verzameld in het kader van een enquête (voortaan « gezondheidsenquête » genoemd);

Overwegende dat de opdrachtgevers overtuigd zijn van het belang een gezondheidsenquête op eenvormige wijze te organiseren voor het ganse land terwijl ook de ruimte moet gegarandeerd worden opdat ten behoeve van elk der opdrachtgevers specifiek door hen gevraagde gezondheidsinformatie verzameld kan worden;

Overwegende dat dit protocolakkoord tot stand kwam na gezamenlijk overleg tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten;

Overwegende dat voorliggend akkoord ertoe strekt de verbintenis aan te gaan om, in uitvoering van de beslissing genomen op de interministeriële conferentie voor de Volksgezondheid van februari 2012, een periodieke bevraging over de gezondheid van de bevolking te organiseren door middel van interviews;

Overwegende dat de Wereld Gezondheidsorganisatie voorstelt dat de lidstaten dergelijke onderzoeken realiseren om op basis van internationaal vergelijkbare gegevens, aanbevelingen te formuleren;

Overwegende dat de Europese Unie er sterk bij haar lidstaten op heeft aangedrongen om een gezondheidsenquête te organiseren met een periodiciteit van vijf jaar;

Overwegende de Verordening Nr. 1338/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende communautaire statistieken over de volksgezondheid en de gezondheid en veiligheid op het werk, Is er het volgende beslist : 1. Algemeen protocol 1.1. Algemene bepalingen 1.1.1. In een gezondheidsenquête wordt informatie verzameld over o.a. de gezondheidstoestand, de leefstijl, de zorgbehoeften en zorgvragen, de sociale en economische levensomstandigheden en de consumptie van preventieve en curatieve diensten. 1.1.2. Een gezondheidsenquête wordt georganiseerd met een periodiciteit van vijf jaar. 1.1.3. Een gezondheidsenquête kent een looptijd van drie kalenderjaren en wordt opgesplitst in drie fases van elk één jaar : een voorbereidingsfase, een veldwerkfase en een analysefase waaropvolgend een rapport wordt overgemaakt aan de opdrachtgevers. 1.1.3.1. In de voorbereidingsfase wordt de inhoud van de enquête vastgesteld. Hierbij staan beleidsrelevantie en internationale vergelijkbaarheid voorop. 1.1.3.2. De veldwerkfase omvat het bevragen van een representatieve steekproef van de bevolking en dit zowel op gewestelijk als op federaal niveau. 1.1.3.3. De analysefase omvat de aanmaak van gezondheidsindicatoren, de voorstelling ervan in functie van een selectie van socio-demografische en socio-economische achtergrondskenmerken en een beschrijving van trends doorheen de tijd. 1.1.4. De mogelijkheid wordt weerhouden om voor gemeentelijke, stedelijke en provinciale overheden een oververtegenwoordiging in de steekproef te realiseren. De modaliteiten van een dergelijke oververtegenwoordiging vormen het onderwerp van een afzonderlijk protocol tussen de betrokken partijen. 1.1.5. De mogelijkheid wordt weerhouden om voor andere administratieve overheden op federaal-, gewestelijk- of gemeenschapsniveau dan deze die vallen onder de verantwoordelijkheid van de Opdrachtgevers een oververtegenwoordiging in de steekproef te realiseren. De modaliteiten van een dergelijke oververtegenwoordiging vormen het onderwerp van een afzonderlijk protocol tussen de betrokken partijen. 1.2. Juridisch kader 1.2.1. De gezondheidsenquête kadert binnen het bevolkingsonderzoek. De samenstelling van de steekproef, het verzamelen van gegevens, de analyse, de rapportage of enig ander gebruik van de onderzoeksresultaten door iedereen die er toegang toe heeft, dienen conform de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens te verlopen. 1.2.2. De gegevens van het Rijksregister met het oog op het samenstellen van een steekproef, zullen gebruikt worden na een machtigingsaanvraag gericht aan het bevoegde Sectorieel Comité van Commissie voor de Bescherming van de Private Levenssfeer (CBPL). 1.2.3. Voor de samenstelling van een gegevensbestand omvattende de resultaten van de bevraging dient een machtigingsaanvraag gericht worden aan het bevoegde Comité van Commissie voor de Bescherming van de Private Levenssfeer (CBPL). 1.2.4. In de in (1.2.3.) vermelde machtigingsaanvraag dient aangegeven te worden dat de opdrachtgevers en geïnteresseerde derden indicatoren en variabelen vanuit de databank kunnen aanvragen, de procedure die gevolgd dient te worden en de voorwaarden waaronder dit dient te gebeuren. 1.3. Organisatie 1.3.1 De opdrachtgevers vertrouwen de uitvoering van de gezondheidsenquête, met inbegrip van de voorvermelde punten 1.2.1 tot 1.2.4 toe aan de Operationele Directie Volksgezondheid en Surveillance van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, verder WIV genoemd. 1.3.2. Voor de veldwerkfase doet het WIV beroep op een onderaannemer.

In het kader hiervan wordt tussen WIV en de onderaannemer, in overeenstemming met artikel 16 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, een contract afgesloten. 1.3.2.1. In dit contract dient de te gebruiken methodologie en de tijdsplanning van het veldwerk nauwkeurig te worden omschreven. In ieder geval moet de toegepaste methodologie een vergelijking van de onderzoeksresultaten met de vorige gezondheidsenquêtes mogelijk maken. 1.3.2.2. In dit contract, dienen de taken van de onderaannemer expliciet te worden omschreven. Deze taken en verantwoordelijkheden hebben uitsluitend betrekking op het verzamelen van gegevens (veldwerk) conform de methodologie ontwikkeld door WIV en mits in achtname van de kwaliteitseisen die door WIV worden geformuleerd. 1.3.2.3. In dit contract dient te worden benadrukt dat de onderaannemer in deze context werkt voor rekening van WIV, onder het toezicht en verantwoordelijkheid van WIV. De onderaannemer is verplicht het nodige te doen om de verzamelde gegevens te beschermen tegen enig intern onrechtmatig gebruik ervan. 1.3.2.4. In het contract dient een lijst van personen van de onderaannemer te worden opgemaakt die toegang hebben tot de verzamelde gegevens in het kader van de gezondheidsenquête. Deze personen werken onder de verantwoordelijkheid van de onderaannemer. 1.3.2.5. In geen geval kan de onderaannemer enige vorm van intellectuele eigendomsrechten doen gelden op het gegevensbestand dat in het kader van de gezondheidsenquête wordt samengesteld. 1.3.2.6. Het optreden van de onderaannemer is onderworpen aan de bepalingen geldend in de wet 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. 1.3.3. Een Commissie van Opdrachtgevers verzekert de opvolging (planning en uitvoering) en de evaluatie van de gezondheidsenquête.

Zij bepaalt de inhoud van de bevraging en de methodologische aanpak inzake de gegevensverzameling, geeft, op basis van een advies van de wetenschappelijke adviesraad, de richting aan voor wat de statistische analyse van de gegevens betreft, omschrijft formeel de inhoud van het eindrapport en de evaluatie. 1.3.3.1. De opdrachtgevers vaardigen elk twee personen - een vertegenwoordiger van het kabinet en een vertegenwoordiger van de administratie - af in de Commissie van Opdrachtgevers. 1.3.3.2. De Commissie van Opdrachtgevers wordt voorgezeten door de administratieve vertegenwoordiger van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Hij roept de Commissie van Opdrachtgevers samen en stelt de agenda van de vergadering vast.

Hij neemt tevens het secretariaat ervan waar. 1.3.3.3. Een Nederlandstalige en een Franstalige vertegenwoordiger van het WIV neemt, zonder beslissingsbevoegdheid deel aan de vergaderingen van de Commissie van Opdrachtgevers. 1.3.3.4. In onderling overleg stelt de Commissie van Opdrachtgevers een Reglement van inwendige orde vast teneinde de werkingsmodaliteiten van deze Commissie te bepalen. 1.3.3.5. De Commissie van Opdrachtgevers geeft haar akkoord voor een oververtegenwoordiging van gemeenten, steden en provincies in de steekproef. 1.3.3.6. De Commissie van Opdrachtgevers geeft haar akkoord voor een oververtegenwoordiging aangevraagd door andere administratieve overheden op federaal-, gewestelijk- of gemeenschapsniveau dan deze die vallen onder de verantwoordelijkheid van de Opdrachtgevers. 1.3.3.7. De Commissie van Opdrachtgevers bepaalt de wijze, de vorm en de kalender waarop de resultaten van de enquête gerapporteerd zullen worden en staat eventueel afwijkingen hieromtrent toe. 1.3.3.8. De Commissie van Opdrachtgevers keurt het eindrapport en het financiële verslag van de Gezondheidsenquête goed. 1.3.3.9. De Commissie van Opdrachtgevers stelt een Wetenschappelijke Adviesraad samen. 1.3.4. De Wetenschappelijke Adviesraad bestaat uit experten afkomstig van de universiteiten en van andere, voor de enquête relevante, instellingen aangevuld met een afvaardiging van de Opdrachtgevers. 1.3.4.1. De Wetenschappelijke Adviesraad heeft als opdracht de enquête wetenschappelijk te begeleiden, d.i. advies verlenen over de methodologische aanpak, de steekproeftrekking, de gebruikte vragenlijsten, de te berekenen indicatoren, de statistische analyse en de rapportage. 1.3.4.2. De Wetenschappelijke Adviesraad duidt één van haar leden als Voorzitter aan. Deze voorzitter mag niet behoren tot de Commissie van Opdrachtgevers, het WIV of de onderaannemer. Hij roept de Wetenschappelijke Adviesraad samen, stelt de agenda van de vergadering vast en neemt verslag. Het WIV neemt het secretariaat van de Wetenschappelijke Adviesraad waar. 1.3.4.3. Van elke vergadering van de Wetenschappelijke Adviesraad wordt een verslag gemaakt en overgemaakt aan alle leden van de Commissie van Opdrachtgevers. Dit verslag wordt ter bespreking geagendeerd op de eerstvolgende vergadering van de Commissie van Opdrachtgevers. 1.4. Rapportage 1.4.1. De publicatie van de resultaten door het WIV, zal ten laatste zes maanden na het beëindigen van het veldwerk beginnen. 1.4.2. De onderzoeksresultaten omvatten minstens een overzicht van de gebruikte methodologie, een karakterisering van de steekproef, een eerste analyse van de resultaten, besluiten of aanbevelingen met betrekking tot het gezondheidsbeleid en een geheel van tabellen met de berekende resultaten. Daarnaast wordt tegelijk een interactieve website ter beschikking gesteld aan de hand waarvan geïnteresseerden zelf tabellen kunnen aanmaken. 1.4.3. Voor gemeentelijke, stedelijke en provinciale overheden en andere administratieve overheden op federaal-, gewestelijk- of gemeenschapsniveau dan deze die vallen onder de verantwoordelijkheid van de Opdrachtgevers, die een oververtegenwoordiging gevraagd hebben, omvat de rapportage enkel een geheel van tabellen met de voor hen berekende resultaten. 1.4.4. De resultaten van de enquête mogen niet gepubliceerd worden vooraleer WIV deze heeft gepresenteerd (in navolging van de wijze en het ritme aangenomen door de Commissie van Opdrachtgevers). Elke afwijking van dit principe dient een voorafgaand akkoord te krijgen van de Commissie van Opdrachtgevers. 1.4.5. Drie dagen voor publicatie door het WIV van de onderzoeksresultaten, dienen deze onder embargo, overgemaakt te worden aan elk van de Opdrachtgevers. 1.4.6. Na publicatie van de resultaten door het WIV staat elke opdrachtgever vrij om de resultaten die hij wil te verspreiden. 1.5. Gebruik van variabelen en indicatoren 1.5.1 Variabelen en indicatoren die verzameld werden in het kader van de gezondheidsenquête worden voor gebruik ter beschikking gesteld van de opdrachtgevers met inbegrip van hun administraties onder de vorm van een gegevensbestand en dit ten laatste zes maand na de publicatie van de laatste resultaten door het WIV. In de tussentijd, zal WIV aan de opdrachtgevers de resultaten leveren die zij nodig hebben om te reageren op verzoeken. 1.5.2. Voor het gebruik van variabelen en indicatoren die verzameld werden in het kader van de gezondheidsenquête dient elk van de opdrachtgevers een machtigingsaanvraag te bekomen bij het Sectorale Comité Gezondheid van de Commissie voor de Bescherming van de Private Levenssfeer. 1.5.3. Voor het gebruik van de variabelen en indicatoren dienen gemeentelijke, stedelijke en provinciale overheden, andere administratieve overheden op federaal-, gewestelijk- of gemeenschapsniveau dan deze die vallen onder de verantwoordelijkheid van de Opdrachtgevers en universitaire onderzoeksgroepen of groepen verbonden aan een universiteit en internationale gezondheidsorganisaties een machtigingsaanvraag te bekomen bij het Sectorale Comité Gezondheid van de Commissie voor de Bescherming van de Private Levenssfeer.

Alle andere aanvragen voor het gebruik van de variabelen en indicatoren dienen voorafgaand door de Commissie van Opdrachtgevers te worden goedgekeurd. 1.6. Evaluatie 1.6.1. Bij het beëindigen van een cyclus wordt de gezondheidsenquête geëvalueerd. De modaliteiten van deze evaluatie worden door de Commissie van Opdrachtgevers bepaald; ze omvat een evaluatie van de gebruikte procedure aangaande de gegevensverzameling, de kwaliteit van de gegevens, de thematische volledigheid, en de verspreiding van de onderzoeksresultaten. 2. Specifiek protocol 2.1 Dit onderdeel van het protocol betreft specifiek de organisatie van een gezondheidsenquête 2013. Het wordt afgesloten voor een periode van 3 jaar, die ingaat op 1 januari 2012 en eindigt op 31 december 2014. 2.2. In de organisatie van de gezondheidsenquête 2013 wordt de volgende kalender gehanteerd : ? in het kalenderjaar 2012 worden de voorbereidende werkzaamheden verricht ? in het kalenderjaar 2013 het veldwerk ? in het kalenderjaar 2014 worden de gegevens geanalyseerd en, volgens het ritme bepaald door de Opdrachtgevers, gerapporteerd. 2.3. In de gezondheidsenquête 2013 zullen in totaal 10 000 individuen effectief bevraagd worden : 3.500 in het Vlaamse Gewest, 3 000 in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en 3 500 in het Waalse Gewest (waaronder 300 in steden en gemeenten behorend tot de Duitstalige Gemeenschap). 2.4. Voor het uitvoeren van de veldwerkfase sluit WIV een contract met de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI). De inhoud van dit contract dient conform te zijn aan de bepalingen opgesomd in artikels 1.3.2.1 t.e.m. 1.3.2.6. van het « Algemeen Protocol ». 2.5. Alle opdrachtgevers, met uitzondering van de Duitstalige Gemeenschap, participeren in de financiering van de gezondheidsenquête.

De volgende opdrachtgever heeft ervoor geopteerd zijn bijdrage te spreiden over de jaren 2012, 2013 en 2014 : de Vlaamse Gemeenschap.

De volgende opdrachtgevers hebben ervoor geopteerd hun bijdrage forfaitair te spreiden over de jaren 2012, 2013, 2014, 2015 en 2016 : de Federale Regering, de Franse Gemeenschap, Waalse Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. 2.6. Voor de financiering van de gezondheidsenquête 2013 werd de volgende verdeelsleutel door de Opdrachtgevers bepaald : ? Federale Regering : 51,6 % ? Vlaamse Gemeenschap : 23,4 % ? Franse Gemeenschap : 11,8 % ? Waalse Gewest : 7,5 % ? Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : 5,7 % 2.7. Voor de financiering van de gezondheidsenquête 2013 wordt het budget bepaald op euro; 1.593.709. Bij toepassing van de verdeelsleutel impliceert dit de volgende financiële bijdrage van elk van de opdrachtgevers : ? Federale Regering : euro; 822.354 ? Vlaamse Gemeenschap : euro; 372.928 ? Franse Gemeenschap : euro; 188.058 ? Waalse Gewest : euro; 119.528 ? Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : euro; 90.841 2.8. Toepassing van de optie voor wat betreft de spreiding van de betaling impliceert dit per kalenderjaar voor elk van de opdrachtgevers : 2012 : Federale Regering : euro; 164.471 Vlaamse Gemeenschap : euro; 124.309 Franse Gemeenschap : euro; 37.612 Waalse Gewest : euro; 23.906 Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : euro; 18.168 2013 : ? Federale Regering : euro; 164.471 ? Vlaamse Gemeenschap : euro; 124.309 ? Franse Gemeenschap : euro; 37.612 ? Waalse Gewest : euro; 23.906 ? Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : euro; 18.168 2014 : ? Federale Regering : euro; 164.471 ? Vlaamse Gemeenschap : euro; 124.309 ? Franse Gemeenschap : euro; 37.612 ? Waalse Gewest : euro; 23.906 ? Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : euro; 18.168 2015 : ? Federale Regering : euro; 164.471 ? Franse Gemeenschap : euro; 37.612 ? Waalse Gewest : euro; 23.906 ? Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : euro; 18.168 2016 : ? Federale Regering : euro; 164.471 ? Franse Gemeenschap euro; 37.612 Waalse Gewest : euro; 23.906 ? Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : euro; 18.168 2.9. De opdrachtgevers, met uitzondering van de Duitstalige Gemeenschap, moeten hun financiële bijdrage leveren om deze enquête te realiseren; indien een van de betrokkenen zijn verplichtingen niet zou nakomen, wordt dit protocolakkoord herzien. 2.10. In het kader van de financiering van de enquête worden bilaterale contracten gesloten tussen het WIV en elk van de opdrachtgevers. 2.11. De opdrachtgevers zijn het eens over de volgende betalingsmodaliteiten : de verschuldigde bedragen worden gestort op het rekeningnummer 001-1660480-13 van de Rechtspersoonlijkheid van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid en dit overeenkomstig de volgende timing : Voor de Vlaamse Gemeenschap : ? Voor eind april van het jaar 2012, 60 % van het voor het jaar verschuldigde bedrag, na voorlegging van factuur; ? Voor eind januari van de jaren 2013 en 2014, 30 % van het voor het jaar verschuldigde bedrag, na voorlegging van factuur; ? Voor eind april van de jaren 2013 en 2014, 30 % van het voor het jaar verschuldigde bedrag, na voorlegging van factuur; ? Voor eind juli van het jaren 2012, 2013 en 2014, 30 % van het voor het jaar verschuldigde bedrag, na voorlegging van factuur; ? Voor eind december van de jaren 2012 en 2013, 10 % van het voor het jaar verschuldigde bedrag, na voorlegging van factuur en een verslag over de voortgang van de werkzaamheden; ? Voor eind december van het jaar 2014, het resterende bedrag voor de drie jaren van de enquête na voorlegging van factuur en met een verrechtvaardiging van alle uitgaven verricht in de drie jaar 2012, 2013 en 2014, en een eindrapport.

Voor de Federale Regering, de Franse Gemeenschap, Waalse Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : ? Voor eind april van het jaar 2012, 60 % van het voor het jaar verschuldigde forfaitaire bedrag, na voorlegging van factuur; ? Voor eind januari van de jaren 2013, 2014, 2015 en 2016, 30 % van het voor het jaar verschuldigde forfaitaire bedrag, na voorlegging van factuur. ? Voor eind april van de jaren 2013, 2014, 2015 en 2016, 30 % van het voor het jaar verschuldigde forfaitaire bedrag, na voorlegging van factuur. ? Voor eind juli van de jaren 2012, 2013, 2014, 2015 en 2016, 30 % van het voor het jaar verschuldigde forfaitaire bedrag, na voorlegging van factuur. ? Voor eind december van het jaar 2014 wordt, een gedetailleerd rapport voorgelegd van alle uitgaven verricht in de drie jaar 2012, 2013 en 2014, en een eindrapport. ? Voor eind december van de jaren 2012, 2013, 2014 en 2015, 10 % van het voor het jaar verschuldigde forfaitaire bedrag, na voorlegging van een factuur en een verslag over de voortgang van de werkzaamheden. ? Voor eind december van de jaren 2016, het resterende saldo van het voor het jaar verschuldigde forfaitaire bedrag, na voorlegging van een eindrapport van de uitgaven van de gezondheidsenquête (zie hierboven) en een factuur. 2.12. Gemeentelijke, stedelijke en provinciale overheden en administratieve overheden op federaal-, gewestelijk- of gemeenschapsniveau dan deze die vallen onder de verantwoordelijkheid van de Opdrachtgevers die een oververtegenwoordiging in de steekproef zouden vragen, dragen financieel tot het globale budget pro rato van euro; 110 voor elk bevraagd individu. De helft van dit bedrag wordt gebruikt om de kosten die deze oververtegenwoordiging met zich meebrengt te dekken. De andere helft van dit bedrag wordt, na toepassing van de verdeelsleutel, in mindering gebracht bij de bijdrage voorzien voor elke opdrachtgever. 2.13. In totaal kan de oververtegenwoordiging in de steekproef gevraagd door de gemeentelijke, stedelijke en provinciale overheden en administratieve overheden op federaal-, gewestelijk- of gemeenschapsniveau dan deze die vallen onder de verantwoordelijkheid van de Opdrachtgevers, maximaal 3 000 individuen omvatten. 2.14.1. De variabelen en indicatoren van de databank worden kosteloos ter beschikking gesteld : ? Voor alle analyses gedaan op vraag van de opdrachtgevers. ? Aan de gemeentelijke, stedelijke en provinciale overheden en administratieve overheden op federaal-, gewestelijk- of gemeenschapsniveau dan deze die vallen onder de verantwoordelijkheid van de Opdrachtgevers die een oververtegenwoordiging in de steekproef hebben gefinancierd. ? Aan de publiekrechterlijke internationale gezondheidsorganisaties of statistieks-organisaties. 2.14.2. De variabelen en indicatoren van de databank voor gebruik aangevraagd voor eind 2016 door een universitaire onderzoeksgroep of een groep verbonden aan een universiteit worden ter beschikking gesteld aan de forfaitaire vergoeding van euro; 1.750 per universiteit. Aanvragen vanaf 2017 door een universitaire onderzoeksgroep of een groep verbonden aan een universiteit, worden kosteloos ter beschikking gesteld. 2.15. De financiële middelen verkregen via het voor gebruik ter beschikking stellen van variabelen en indicatoren van de databank, worden in mindering gebracht van de bijdragen voor de opdrachtgevers in functie van de verdeelsleutel. Voor de Vlaamse Gemeenschap gaat het om een terugbetaling op het einde van het jaar 2016, voor de Federale Regering, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschap en Waalse Gewest gaat het om een in een mindering brengen van hun bijdrage aan het WIV op het einde van het jaar 2016. 3. Herziening 3.1. Elk van de ondertekenende partijen kan de herziening van dit protocol aanvragen. 3.2. Elke wijziging aan dit protocol zal gebeuren bij een geschreven aanhangsel, dat onder dezelfde voorwaarden als dit protocol zal worden gesloten. Een mondeling akkoord tussen partijen is niet bindend.

Aldus gesloten te Brussel op 10 april 2012 in acht originele exemplaren.

Voor de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie : De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, Consumenten en Noordzee, J. VANDE LANOTTE Voor de Federale Regering : De Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, Mevr. L. ONKELINX Voor de Vlaamse Regering : De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN Voor de Waalse Regering : De Minister van Gezondheid, Gelijke Kansen en Sociale Actie, Mevr. E. TILLIEUX Voor de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Cultuur, Audiovisuele Sector, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. F. LAANAN Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, H. MOLLERS Voor het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels-Hoofdstedelijk Gewest : Het lid van het Verenigd College, bevoegd voor Gezondheidsbeleid, G. VANHENGEL Voor het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels-Hoofdstedelijk Gewest : Het lid van het Verenigd College, bevoegd voor Gezondheidsbeleid, B. CEREXHE

^