Etaamb.openjustice.be
Protocol
gepubliceerd op 05 augustus 1997

Protocol tussen het Koninkrijk België en het Belgisch-Kongolees Fonds voor Delging en Beheer, autonome instelling van internationaal publiek recht betreffende de uitvoering van het koninklijk besluit van 20 december 1996 aangaande de vergoeding van Gezaïriseerde goederen

bron
ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
1997015095
pub.
05/08/1997
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING


Protocol tussen het Koninkrijk België en het Belgisch-Kongolees Fonds voor Delging en Beheer, autonome instelling van internationaal publiek recht betreffende de uitvoering van het koninklijk besluit van 20 december 1996 aangaande de vergoeding van Gezaïriseerde goederen


Tussen: de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de vice-Premier en Minister van Financiën, de vice-Premier en Minister van Begroting en de Minister van Buitenlandse Zaken, enerzijds, en het Belgisch-Kongolees Fonds voor Delging en Beheer, hierna genoemd het Fonds, autonome instelling van internationaal publiek recht, vertegenwoordigd door de Voorzitter en door de Administrateur-Directeur-generaal, anderzijds, is het volgende overeengekomen : 1° De Belgische Staat belast het Fonds met de uitvoering van het koninklijk besluit van 20 december 1996 betreffende de tussenkomst van het Belgisch-Kongolees Fonds voor Delging en Beheer bij de betaling van de vergoedingen, verschuldigd door de Belgische Staat ter uitvoering van de bepalingen van het « Protocol houdende regeling van de vergoeding van gezaïriseerde goederen die aan Belgische onderdanen hebben toebehoord en de daarop betrekking hebbende uitwisselingen van brieven » bij toepassing van de artikelen 2, 1 en 3, 1, 1° van de wet van 26 juli 1996, strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie. Het Fonds aanvaardt deze opdracht overeenkomstig artikel 5, 2, 7° van de overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Democratische Republiek Kongo voor de regeling der aangelegenheden betreffende de openbare schuld en de portefeuille van de Kolonie Belgisch-Kongo, ondertekend te Brussel op 6 februari 1965 en goedgekeurd bij wet van 23 april 1965. 2° Met inachtneming van de voorschriften inzake administratieve en budgettaire controle neemt de Belgische Staat de verantwoordelijkheid op zich de te betalen bedragen en de begunstigden ervan, vast te leggen.Hij deelt het Fonds mee welke autoriteiten bevoegd zijn om de onderstaande formulieren en de hierna bedoelde nadere gegevens te legaliseren.

Het Fonds is belast met de uitkering in Belgische Frank, binnen een zo redelijk mogelijke termijn, van individuele vorderingen, aan de hand van de gegevens die het per aangetekend schrijven van het Ministerie van Buitenlandse Zaken ontvangt. a) Zodra alle voorwaarden zijn vervuld om de begunstigde uit te betalen, bepaalt het Fonds het totale bedrag van de vordering, met inbegrip van de interesten en de kosten, uitgaande van de datum waarop de fondsen aan de Deposito- en Consignatiekas zijn gestort.Bedoelde kas stelt de fondsen ter beschikking van de begunstigde of zijn gevolmachtigde zodra het Fonds in het bezit is van de ondertekende kwitantie, als bedoeld in artikel 2 van bovengenoemd koninklijk besluit, die door het Ministerie van Buitenlandse Zaken werd opgemaakt. b) In de andere gevallen bepaalt het Fonds het totale bedrag van de vordering, met inbegrip van de interesten en de kosten, uitgaande van de datum waarop de fondsen aan de boekhoudkundige van de dienst Geschillen van het Ministerie van Financiën zijn overgemaakt.Op basis van het dossier van het Ministerie van Buitenlandse Zaken legt de boekhoudkundige van de dienst Geschillen vast welke personen voor betaling in aanmerking komen. Zodra bovenvermelde kwitantie, die door het Ministerie van Buitenlandse Zaken werd opgemaakt, aan het Fonds ondertekend is teruggezonden, krijgt de boekhoudkundige van de dienst Geschillen van het Fonds de toelating om de betaling te verrichten.

Het Fonds doet eensluidende afschriften van deze kwitantie en van het betalingsbewijs toekomen aan de Minister van Financiën en de Minister van Buitenlandse Zaken.

De terugvordering van niet-verschuldigde bedragen gebeurt op verzoek van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, door toedoen van het Ministerie van Financiën, Administratie van de BTW, registratie en domeinen, op grond van een rechterlijke executoriale titel. 3° Het Fonds mag, met inachtneming van het bepaalde in artikel 5, 1 van het koninklijk besluit van 20 december 1996 alsmede binnen bepaalde grenzen en tegen de voorwaarden die door zijn beheerraad zijn vastgelegd en door het Gemengd Ministercomité zijn goedgekeurd, putten uit zijn thesauriemiddelen om de in het koninklijk besluit van 20 december 1996 vastgelegde betalingen te doen. Met het oog op de vaststelling en de storting van de dotaties, als bepaald in artikel 5, 3 van bovengenoemd koninklijk besluit, stelt het Fonds een tijdschema op voor de terugbetaling van de (voorgeschoten of geleende) bedragen, verhoogd met eventuele rentelasten en onkosten.

Dit schema wordt halfjaarlijks ter kennis gebracht van de Minister van Financiën.

De Belgische Staat verbindt zich ertoe het Fonds de in artikel 5, 3 van het koninklijk besluit bedoelde dotatie te betalen. 4° Met uitzondering van de bovenstaande regels, zijn de statuten van het Fonds van toepassing voor de uitvoering van de in dit protocol vastgelegde opdracht. Dit protocol en de bijlage worden van kracht op de dag van de ondertekening. De partijen behouden zich het recht voor ze in gemeenschappelijk overleg te verduidelijken of te wijzigen.

Opgemaakt in vier exemplaren te Brussel op 30 mei 1997 Voor het Koninkrijk België : De Minister van Buitenlandse Zaken, E. DERYCKE De vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY De vice-Eerste Minister en Minister van Financiën Ph. MAYSTADT Voor het Belgisch-Kongolees Fonds voor Delging en Beheer : De Administrateur-Directeur-generaal, De Voorzitter, Ph. Reul A. Van De Voorde Bijlage bij het protocol tussen het Koninkrijk Belgie en het Belgisch-Kongolees Fonds voor Delging en Beheer, autonome instelling van internationaal publiek recht A. Gewone procedure 1. Zodra het Ministerie van Buitenlandse Zaken in kennis is gesteld van de executoriale rechterlijke beslissing (vonnis of arrest), zullen de advocaat en de juridische dienst van het ministerie het dictum van deze beslissing alsmede de juridische gegevens van de verrekening nader bestuderen.2. De juridische dienst stuurt het dossier met alle vereiste gegevens door naar de Bestuursdirectie Begroting en Comptabiliteit van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, waar de verrekening van de aan de begunstigden uit te keren vordering zal worden getoetst. De juridische dienst en de Bestuursdirectie Begroting en Comptabiliteit zullen gezamenlijk nagaan of bij het Departement Buitenlandse Zaken geen kennisgeving is toegekomen van een beslaglegging ten laste van de begunstigde dan wel van het overlijden van een begunstigde. Mocht dit het geval zijn, dan is procedure B van toepassing. 3. De Bestuursdirectie Budget en Comptabiliteit maakt een betalingsopdracht op die aan het Belgisch-Kongolees Fonds (hierna te noemen « het Fonds ») is gericht, met de verrekening van de verwijlinteresten op de eerste of de 15de van de maand.De betalingsopdracht is onderworpen aan het advies van de inspecteur van financiën bij het Departement Buitenlandse Zaken en dient aan de juridische dienst ter goedkeuring te worden voorgelegd. 4. Vervolgens stuurt de Bestuursdirectie Budget en Comptabiliteit de opdracht voor uitvoering door naar het Fonds, vergezeld van een dossier bevattende een afschrift van de rechterlijke beslissing, de kwitantie naar het model als vastgelegd in overleg tussen de partijen bij dit protocol en de eventuele speciale gelegaliseerde volmacht.Dit alles moet aangetekend worden verzonden. 5. De eindberekening gebeurt door het Fonds, dat ze aangetekend verstuurt naar de begunstigden of, in voorkomend geval, hun gemachtigde.Deze verzending gaat vergezeld van een kwitantie die ondertekend en gelegaliseerd naar het Fonds dient te worden teruggestuurd. 6. Het Fonds stort de te betalen bedragen op de rekening van de Deposito- en Consignatiekas, hierna te noemen « de Kas ».7. Zodra het Fonds in het bezit is gesteld van de naar behoren ondertekende en gelegaliseerde kwitantie, geeft het de Kas onmiddellijk toelating voor het verrichten van de betaling aan de begunstigden dan wel hun gemachtigde.De betaling dient onverwijld door de Kas te worden verricht.

B. Procedure via de boekhoudkundige van de dienst Geschillen bij het Ministerie van Financiën 1. en 2.zie « Gewone procedure » 3. In geval van beslaglegging ten laste van een begunstigde of van overlijden van een begunstigde, wordt het dossier voor verdere behandeling naar de boekhoudkundige van de dienst Geschillen bij het Ministerie van Financiën doorgestuurd.4. Dezelfde werkwijze als vermeld onder punt 3 bij een gewone procedure, onder voorbehoud dat het beletsel voor betaling op de betalingsopdracht wordt vermeld.5. De Bestuursdirectie Begroting en Comptabiliteit stuurt volgende stukken per aangetekend schrijven naar - het Fonds : de betalingsopdracht en het dossier; - de boekhoudkundige van de dienst Geschillen : het dossier met onder meer de stukken ter staving van het beletsel voor betaling. 6. Het Fonds legt de eindberekening vast met inachtneming van het vonnis of arrest en stort het bedrag op de rekening van de boekhoudkundige van de dienst Geschillen.7. De boekhoudkundige van de dienst Geschillen gaat zo snel mogelijk na welke personen voor betaling in aanmerking komen en stelt het Fonds en de juridische dienst van het Ministerie van Economische Zaken hiervan in kennis.8. De juridische dienst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken maakt de kwitanties op en stuurt ze per aangetekend schrijven naar het Fonds, samen met de eventuele speciale gelegaliseerde volmachten.9. Het Fonds stuurt de kwitanties per aangetekend schrijven naar de personen die volgens de boekhoudkundige van de dienst Geschillen voor betaling in aanmerking komen.Het stelt hen ervan in kennis dat de hun verschuldigde bedragen aan de boekhoudkundige van de dienst Geschillen werden overgemaakt en dat deze zullen worden uitgekeerd zodra het Fonds in het bezit is van de ondertekende en gelegaliseerde kwitanties. 10. Bij ontvangst van de ondertekende kwitanties, verstrekt het Fonds de boekhoudkundige van de dienst Geschillen onverwijld de toelating om de verschuldigde bedragen aan de begunstigden uit te keren. C. Toepassing van artikel 5 van het koninklijk besluit van 20 december 1996 De Administratie der Thesaurie krijgt een afschrift toegestuurd van de aanvragen die bij het Ministerie van Financiën op basis van artikel 5 van het koninklijk besluit van 20 december 1996 worden ingediend.

^