gepubliceerd op 24 november 2016
Protocolakkoord tussen de Federale Regering en de in artikel 128, 130 en 135 van de Grondwet bedoelde overheden inzake de organisatie en financiering van de gezondheidsenquête 2018
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
21 MAART 2016. - Protocolakkoord tussen de Federale Regering en de in artikel 128, 130 en 135 van de Grondwet bedoelde overheden inzake de organisatie en financiering van de gezondheidsenquête 2018
Gelet op artikel 128, 130 en 135 van de Grondwet;
Gelet op Europese Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG, artikel 12, § 4;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 5 en 92bis, § 1, § 5 en § 6;
Gelet op de wet van 31 december 1983Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/12/1983 pub. 11/12/2007 numac 2007000934 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, artikel 4, § 2;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014, artikel 42, 60, 61 en 63;
Gelet op de wet van 22 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten betreffende de rechten van de patiënt;
Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens;
Gelet op het Bijzonder decreet van 3 april 2014Relevante gevonden documenten type bijzonder decreet prom. 03/04/2014 pub. 25/06/2014 numac 2014029357 bron ministerie van de franse gemeenschap Bijzonder decreet betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening naar het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie wordt overgedragen sluiten betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening naar het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie wordt overgedragen, artikel 3, 6° ;
Gelet op Verordening (EG) nr. 1338/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende communautaire statistieken over de volksgezondheid en de gezondheid en veiligheid op het werk, artikel 9, § 1;
Gelet op de wens van de bevoegde instanties inzake gezondheid op het niveau van de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten (voortaan `opdrachtgevers' genoemd) de gezondheid van de bevolking te evalueren middels het aanmaken van statistische gegevens gebaseerd op informatie verzameld in het kader van een enquête (voortaan `gezondheidsenquête' genoemd);
Overwegende dat de opdrachtgevers overtuigd zijn van het belang een gezondheidsenquête op eenvormige wijze te organiseren voor het ganse land terwijl ook de ruimte moet gegarandeerd worden opdat ten behoeve van elk der opdrachtgevers specifiek door hen gevraagde gezondheidsinformatie verzameld kan worden;
Overwegende dat dit protocolakkoord tot stand kwam na gezamenlijk overleg tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten;
Overwegende dat dit protocolakkoord ertoe strekt de verbintenis aan te gaan om, in uitvoering van de beslissing genomen op de interministeriële conferentie voor de Volksgezondheid van 21.03.2016 een periodieke bevraging over de gezondheid van de bevolking te organiseren door middel van interviews;
Is er het volgende beslist : 1. ALGEMEEN PROTOCOL Dit protocolakkoord heeft tot doel de taken, structuren en werkwijzen vast te leggen die noodzakelijk zijn voor de organisatie van gezondheidsenquêtes die minimaal voldoen aan de verordening (EG) nr. 1338/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende communautaire statistieken over de volksgezondheid en de gezondheid en veiligheid op het werk en aan de wetgeving inzake overheidsopdrachten, de patiëntenrechten en de persoonlijke levenssfeer. 1.1. Algemene bepalingen 1.1.1. In een gezondheidsenquête wordt informatie verzameld over o.a. de gezondheidstoestand, de leefstijl, de zorgbehoeften en zorgvragen, de sociale en economische levensomstandigheden en het gebruik van preventieve en curatieve diensten. 1.1.2. Een gezondheidsenquête wordt georganiseerd met een periodiciteit van 5 jaar. 1.1.3. Een gezondheidsenquête kent een looptijd van 3 kalenderjaren en wordt opgesplitst in 3 fases van elk één jaar : een voorbereidingsfase, een veldwerkfase en een analysefase waaropvolgend een rapport wordt overgemaakt aan de opdrachtgevers. 1.1.3.1. In de voorbereidingsfase wordt de inhoud van de enquête vastgesteld. Hierbij staan beleidsrelevantie en internationale vergelijkbaarheid voorop. 1.1.3.2. De veldwerkfase omvat het bevragen van een representatieve steekproef van de bevolking en dit zowel op gewestelijk als op federaal niveau. 1.1.3.3. De analysefase omvat de aanmaak van gezondheidsindicatoren, de voorstelling ervan in functie van een selectie van socio-demografische en socio-economische achtergrondskenmerken en een beschrijving van trends doorheen de tijd. 1.1.4. De mogelijkheid bestaat om voor gemeentelijke, stedelijke en provinciale overheden een oververtegenwoordiging in de steekproef te realiseren. De nadere regels van een dergelijke oververtegenwoordiging vormen het onderwerp van een afzonderlijk protocol tussen de betrokken partijen. 1.1.5. De mogelijkheid bestaat om voor andere administratieve overheden op federaal-, gewestelijk- of gemeenschapsniveau dan deze die vallen onder de verantwoordelijkheid van de Opdrachtgevers een oververtegenwoordiging in de steekproef te realiseren. De nadere regels van een dergelijke oververtegenwoordiging vormen het onderwerp van een afzonderlijk protocol tussen de betrokken partijen. 1.2. Juridisch kader 1.2.1. De gezondheidsenquête kadert binnen het bevolkingsonderzoek. De samenstelling van de steekproef, het verzamelen van gegevens, de analyse, de rapportage of enig ander gebruik van de onderzoeksresultaten door iedereen die er toegang toe heeft, verlopen conform de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. 1.2.2. De gegevens van het Rijksregister met het oog op het samenstellen van een steekproef worden gebruikt na het bekomen van een machtiging van het bevoegde Sectoraal Comité van Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer (CBPL). 1.2.3. Het gegevensbestand met de resultaten van de bevraging wordt samengesteld na het bekomen van een machtiging van het bevoegde Sectoraal Comité van Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer (CBPL). 1.2.4. In de machtigingsaanvraag, vermeld in punt 1.2.3.word aangegeven dat de opdrachtgevers en derden indicatoren en variabelen vanuit de databank kunnen aanvragen, de procedure die gevolgd moet worden en de voorwaarden waaronder dit moet te gebeuren. 1.3. Organisatie 1.3.1. De opdrachtgevers vertrouwen de uitvoering van de gezondheidsenquête, met inbegrip van de punten 1.2.1. tot 1.2.4. toe aan de Operationele Directie Volksgezondheid en Surveillance van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, verder WIV-ISP genoemd. 1.3.2. Voor de veldwerkfase doet WIV-ISP beroep op een onderaannemer.
In het kader hiervan wordt tussen WIV-ISP en de onderaannemer een overeenkomst afgesloten in overeenstemming met artikel 16 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. 1.3.2.1. In deze overeenkomst wordt de te gebruiken methodologie en de tijdsplanning van het veldwerk nauwkeurig omschreven. In ieder geval moet de toegepaste methodologie een vergelijking van de onderzoeksresultaten met de vorige gezondheidsenquêtes mogelijk maken. 1.3.2.2. In deze overeenkomst worden de taken van de onderaannemer expliciet omschreven. Die taken en verantwoordelijkheden hebben uitsluitend betrekking op het verzamelen van gegevens (veldwerk) conform de methodologie ontwikkeld door WIV-ISP en na in acht name van de kwaliteitseisen die door WIV-ISP worden geformuleerd. 1.3.2.3. In deze overeenkomst wordt benadrukt dat de onderaannemer werkt voor rekening van WIV-ISP, onder het toezicht en verantwoordelijkheid van WIV-ISP. De onderaannemer is verplicht het nodige te doen om de verzamelde gegevens te beschermen tegen enig intern onrechtmatig gebruik ervan. 1.3.2.4. In deze overeenkomst wordt een lijst van personen van de onderaannemer opgemaakt die toegang hebben tot de verzamelde gegevens in het kader van de gezondheidsenquête. Deze personen werken onder de verantwoordelijkheid van de onderaannemer. 1.3.2.5. In geen geval kan de onderaannemer enige vorm van intellectuele eigendomsrechten doen gelden op het gegevensbestand dat in het kader van de gezondheidsenquête wordt samengesteld. 1.3.2.6. De onderaannemer is bij de uitvoering van zijn opdracht in het kader van deze overeenkomst onderworpen aan de bepalingen van de wet 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. 1.3.3. Een "Commissie van Opdrachtgevers" verzekert de opvolging (planning en uitvoering) en de evaluatie van de gezondheidsenquête.
Zij bepaalt de inhoud van de bevraging en de methodologische aanpak inzake de gegevensverzameling, geeft, op basis van een advies van de Wetenschappelijke Adviesraad, de richting aan voor wat de statistische analyse van de gegevens betreft, omschrijft formeel de inhoud van het eindrapport en de evaluatie. 1.3.3.1. De opdrachtgevers vaardigen elk twee personen - een vertegenwoordiger van het kabinet en een vertegenwoordiger van de administratie - af in de Commissie van Opdrachtgevers. 1.3.3.2. De Commissie van Opdrachtgevers wordt voorgezeten door de administratieve vertegenwoordiger van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Hij roept de Commissie van Opdrachtgevers samen en stelt de agenda van de vergadering vast.
Hij neemt ook het secretariaat ervan waar. 1.3.3.3. Een Nederlandstalige en een Franstalige vertegenwoordiger van WIV-ISP nemen, zonder beslissingsbevoegdheid, deel aan de vergaderingen van de Commissie van Opdrachtgevers. 1.3.3.4. In onderling overleg stelt de Commissie van Opdrachtgevers een Reglement van inwendige orde vast teneinde de nadere regels over de werking van deze Commissie van Opdrachtgevers te bepalen. 1.3.3.5. De Commissie van Opdrachtgevers beslist over een verzoek tot een oververtegenwoordiging van gemeenten, steden en provincies in de steekproef. 1.3.3.6. De Commissie van Opdrachtgevers beslist over een verzoek tot een oververtegenwoordiging aangevraagd door andere administratieve overheden op federaal-, gewestelijk- of gemeenschapsniveau dan deze die vallen onder de verantwoordelijkheid van de Opdrachtgevers. 1.3.3.7. De Commissie van Opdrachtgevers bepaalt de wijze, de vorm en de kalender waarop de resultaten van de enquête gerapporteerd worden en staat eventueel afwijkingen daarover toe. 1.3.3.8. De Commissie van Opdrachtgevers keurt het eindrapport en het financiële verslag van de Gezondheidsenquête goed. 1.3.3.9. De Commissie van Opdrachtgevers stelt een Wetenschappelijke Adviesraad samen. 1.3.4. De Wetenschappelijke Adviesraad bestaat uit experten afkomstig van de universiteiten en van andere, voor de enquête relevante, instellingen aangevuld met een afvaardiging van de Opdrachtgevers. 1.3.4.1. De Wetenschappelijke Adviesraad heeft als opdracht de enquête wetenschappelijk te begeleiden, dit houdt in het verlenen van advies over de methodologische aanpak, over de steekproeftrekking, over de gebruikte vragenlijsten, over de te berekenen indicatoren, de statistische analyse en de rapportage. 1.3.4.2. De Wetenschappelijke Adviesraad duidt een van haar leden als Voorzitter aan. Deze voorzitter mag niet behoren tot de Commissie van Opdrachtgevers, WIV-ISP of de onderaannemer. Hij roept de Wetenschappelijke Adviesraad samen, stelt de agenda van de vergadering vast en neemt verslag. WIV-ISP neemt het secretariaat van de Wetenschappelijke Adviesraad waar. 1.3.4.3. Van elke vergadering van de Wetenschappelijke Adviesraad wordt een verslag gemaakt en bezorgd aan alle leden van de Commissie van Opdrachtgevers. Dit verslag wordt ter bespreking geagendeerd op de eerstvolgende vergadering van de Commissie van Opdrachtgevers. 1.4. Rapportage 1.4.1. WIV-ISP publiceert de resultaten. De publicatie zal ten laatste zes maanden na het beëindigen van het veldwerk beginnen en binnen 12 maanden afgerond worden. 1.4.2. De onderzoeksresultaten omvatten minstens een overzicht van de gebruikte methodologie, een karakterisering van de steekproef, een eerste analyse van de resultaten, besluiten of aanbevelingen met betrekking tot het gezondheidsbeleid en een geheel van tabellen met de berekende resultaten. Daarnaast wordt tegelijk een interactieve website ter beschikking gesteld aan de hand waarvan geïnteresseerden zelf tabellen kunnen aanmaken. 1.4.3. Voor gemeentelijke, stedelijke en provinciale overheden en andere administratieve overheden op federaal-, gewestelijk- of gemeenschapsniveau dan deze die vallen onder de verantwoordelijkheid van de Opdrachtgevers, die een oververtegenwoordiging gevraagd hebben, omvat de rapportage alleen een geheel van tabellen die voor hen berekend zijn. 1.4.4. De resultaten van de enquête mogen niet gepubliceerd worden door de Opdrachtgevers of derden vooraleer WIV-ISP die zelf heeft gepubliceerd (in navolging van de wijze en het ritme aangenomen door de Commissie van Opdrachtgevers). Elke afwijking van dit principe moet vooraf een akkoord krijgen van de Commissie van Opdrachtgevers. 1.4.5. Vijf werkdagen voor publicatie door WIV-ISP van de onderzoeksresultaten, moeten die, onder embargo, bezorgd te worden aan elk van de Opdrachtgevers. 1.4.6. Na publicatie van de resultaten door WIV-ISP staat het elke opdrachtgever vrij om de resultaten die hij wil te verspreiden. 1.5. Gebruik van variabelen en indicatoren 1.5.1 Variabelen en indicatoren die verzameld worden in het kader van de gezondheidsenquête worden voor gebruik ter beschikking gesteld van de opdrachtgevers met inbegrip van hun administraties onder de vorm van een gegevensbestand en dit ten laatste zes maanden na de publicatie van de laatste resultaten door WIV-ISP. In de tussentijd, levert WIV-ISP aan de opdrachtgevers de resultaten die zij nodig hebben om te reageren op verzoeken. 1.5.2. Voor het gebruik van variabelen en indicatoren die verzameld worden in het kader van de gezondheidsenquête moet elk van de opdrachtgevers een machtiging bekomen van het bevoegde Sectoraal Comité van de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer. 1.5.3. Voor het gebruik van de variabelen en indicatoren moeten gemeentelijke, stedelijke en provinciale overheden, andere administratieve overheden op federaal-, gewestelijk- of gemeenschapsniveau dan deze die vallen onder de verantwoordelijkheid van de Opdrachtgevers en universitaire onderzoeksgroepen of onderzoeksgroepen verbonden aan een universiteit en internationale gezondheidsorganisaties een machtiging bekomen bij het bevoegde Sectoraal Comité van de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer.
Alle andere aanvragen voor het gebruik van de variabelen en indicatoren moeten vooraf door de Commissie van Opdrachtgevers worden goedgekeurd. 1.6. Evaluatie 1.6.1. Bij het beëindigen van een cyclus wordt de gezondheidsenquête geëvalueerd. De nadere regels voor deze evaluatie worden door de Commissie van Opdrachtgevers bepaald; ze omvat een evaluatie van de gebruikte procedure over de gegevensverzameling, de kwaliteit van de gegevens, de thematische volledigheid en de verspreiding van de onderzoeksresultaten. 2. SPECIFIEK PROTOCOL 2.1 Dit onderdeel van het protocol betreft specifiek de organisatie van een gezondheidsenquête 2018. Het wordt afgesloten voor een periode van 3 jaar, die ingaat op 1 januari 2017 en eindigt op 31 december 2019. 2.2. In de organisatie van de gezondheidsenquête 2018 wordt de volgende kalender gehanteerd : o in het kalenderjaar 2017 worden de voorbereidende werkzaamheden verricht o in het kalenderjaar 2018 het veldwerk o in het kalenderjaar 2019 worden de gegevens geanalyseerd en, volgens het ritme bepaald door de Opdrachtgevers, gepubliceerd. 2.3. In de gezondheidsenquête 2018 worden in totaal 10.700 individuen effectief bevraagd worden : 4.200 in het Vlaamse Gewest, 3.000 in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en 3.500 in het Waalse Gewest (waaronder 300 in steden en gemeenten die behoren tot de Duitstalige Gemeenschap). 2.4. Voor het uitvoeren van de veldwerkfase sluit WIV-ISP een overeenkomst met de Algemene Directie Statistiek (ADS). De inhoud van deze overeenkomst moet conform zijn aan de bepalingen opgesomd in punt 1.3.2.1 tot en met 1.3.2.6 van het "Algemeen Protocol". 2.5. Alle opdrachtgevers, met uitzondering van de Duitstalige Gemeenschap, participeren in de financiering van de gezondheidsenquête.
De volgende opdrachtgever heeft ervoor geopteerd zijn bijdrage te spreiden over de jaren 2017, 2018 en 2019 : de Vlaamse Gemeenschap.
De volgende opdrachtgevers hebben ervoor geopteerd hun bijdrage forfaitair te spreiden over de jaren 2017, 2018, 2019, 2020 en 2021 : de federale regering, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie 2.6. Voor de financiering van de gezondheidsenquête 2018 werd de volgende verdeelsleutel door de Opdrachtgevers bepaald : o federale regering : 51,6% o Vlaamse Gemeenschap : 23,4% o Waalse Gewest : 15,4% o Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : 5,7% o Franse Gemeenschapscommissie : 3,9% 2.7. Voor de financiering van de gezondheidsenquête 2018 wordt het budget bepaald op 1.816.829 Euro. Bij toepassing van de verdeelsleutel impliceert dit de volgende financiële bijdrage van elk van de opdrachtgevers : o federale regering : 937.483 Euro o Vlaamse Gemeenschap : 425.138 Euro o Waalse Gewest : 279.792 Euro o Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : 103.559 Euro o Franse Gemeenschapscommissie : 70.856 Euro 2.8. Toepassing van de optie vermeld in 2.5. impliceert dit per kalenderjaar voor elk van de opdrachtgevers : 2017 : o federale regering : 187.497 Euro o Vlaamse Gemeenschap : 141.713 Euro o Waalse Gewest : 55.958 Euro o Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : 20.712 Euro o Franse Gemeenschapscommissie : 14.171 Euro 2018 : o federale regering : 187.497 Euro o Vlaamse Gemeenschap : 141.713 Euro o Waalse Gewest : 55.958 Euro o Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : 20.712 Euro o Franse Gemeenschapscommissie : 14.171 Euro 2019 : o federale regering : 187.497 Euro o Vlaamse Gemeenschap : 141.713 Euro o Waalse Gewest : 55.958 Euro o Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : 20.712 Euro o Franse Gemeenschapscommissie : 14.171 Euro 2020 : o federale regering : 187.497 Euro o Waalse Gewest : 55.958 Euro o Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : 20.712 Euro o Franse Gemeenschapscommissie : 14.171 Euro 2021 : o federale regering : 187.497 Euro o Waalse Gewest : 55.958 Euro o Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : 20.712 Euro o Franse Gemeenschapscommissie : 14.171 Euro 2.9. De opdrachtgevers, met uitzondering van de Duitstalige Gemeenschap, moeten hun financiële bijdrage leveren om deze enquête te realiseren; als een van de betrokkenen zijn verplichtingen niet na komt, wordt dit protocolakkoord herzien. 2.10. In het kader van de financiering van de enquête worden bilaterale contracten gesloten tussen WIV-ISP en elk van de opdrachtgevers. 2.11. De opdrachtgevers zijn het eens over de volgende wijze van betaling : de verschuldigde bedragen worden gestort op het rekeningnummer 001-1660480-13 van de Rechtspersoonlijkheid van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid en dit overeenkomstig de volgende timing : Voor de Vlaamse Gemeenschap : o voor eind april van het jaar 2017, 60% van het voor het jaar verschuldigde bedrag, na voorlegging van een factuur; o voor eind januari van de jaren 2018 en 2019, 30% van het voor het jaar verschuldigde bedrag, na voorlegging van een factuur; o voor eind april van de jaren 2018 en 2019, 30% van het voor het jaar verschuldigde bedrag, na voorlegging van een factuur; o voor eind juli van het jaren 2017, 2018 en 2019, 30% van het voor het jaar verschuldigde bedrag, na voorlegging van een factuur; o voor eind december van de jaren 2017 en 2018, 10% van het voor het jaar verschuldigde bedrag, na voorlegging van een factuur en een verslag over de voortgang van de werkzaamheden; o in de loop van het jaar 2020, het resterende bedrag voor de drie jaren van de enquête na voorlegging van factuur en met een verrechtvaardiging van alle uitgaven verricht in de jaren 2017, 2018 en 2019 en een eindrapport.
Voor de federale regering, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie : o voor eind april van het jaar 2017, 60% van het voor het jaar verschuldigde forfaitaire bedrag, na voorlegging van factuur; o voor eind januari van de jaren 2018, 2019, 2020 en 2021, 30% van het voor het jaar verschuldigde forfaitaire bedrag, na voorlegging van factuur. o voor eind april van de jaren 2018, 2019, 2020 en 2021, 30% van het voor het jaar verschuldigde forfaitaire bedrag, na voorlegging van factuur. o voor eind juli van de jaren 2017, 2018, 2019, 2020 en 2021, 30% van het voor het jaar verschuldigde forfaitaire bedrag, na voorlegging van factuur. o in de loop van het jaar 2020, een gedetailleerd rapport voorgelegd van alle uitgaven verricht in de jaren 2017, 2018 en 2019 en een eindrapport. o voor eind december van de jaren 2017, 2018, 2019 en 2020, 10% van het voor het jaar verschuldigde forfaitaire bedrag, na voorlegging van een factuur en een verslag over de voortgang van de werkzaamheden. voor eind december van het jaar 2021, het resterende saldo van het forfaitaire bedrag dat voor dat jaar verschuldigd is,, na voorlegging van het eindrapport van de uitgaven (zie hierboven - rapport opgemaakt in de loop van 2020 ) van de gezondheidsenquête en een factuur. 2.12. Gemeentelijke, stedelijke en provinciale overheden en andere administratieve overheden op federaal-, gewestelijk- of gemeenschapsniveau dan deze die vallen onder de verantwoordelijkheid van de Opdrachtgevers die een oververtegenwoordiging in de steekproef vragen, dragen financieel tot het globale budget pro rato van 115 Euro voor elk bevraagd individu. De helft van dit bedrag wordt gebruikt om de kosten die deze oververtegenwoordiging met zich meebrengt te dekken. De andere helft van dit bedrag wordt, na toepassing van de verdeelsleutel, in mindering gebracht bij de bijdrage voorzien voor elke opdrachtgever. 2.13. In totaal kan de oververtegenwoordiging in de steekproef gevraagd door de gemeentelijke, stedelijke en provinciale overheden en administratieve overheden op federaal-, gewestelijk- of gemeenschapsniveau dan deze die vallen onder de verantwoordelijkheid van de Opdrachtgevers, maximaal 3.000 individuen omvatten. 2.14.1. De variabelen en indicatoren van de databank worden kosteloos ter beschikking gesteld : o Aan alle opdrachtgevers. o Aan gemeentelijke, stedelijke en provinciale overheden en andere administratieve overheden op federaal-, gewestelijk- of gemeenschapsniveau dan deze die vallen onder de verantwoordelijkheid van de Opdrachtgevers die een oververtegenwoordiging in de steekproef hebben gefinancierd. o Aan de publiekrechterlijke internationale gezondheidsorganisaties of statistieks-organisaties. 2.14.2. De variabelen en indicatoren van de databank voor gebruik aangevraagd voor eind 2021 door een universitaire onderzoeksgroep of een groep verbonden aan een universiteit worden ter beschikking gesteld aan de forfaitaire vergoeding van 1.750 Euro per universiteit.
Aanvragen vanaf 2022 door een universitaire onderzoeksgroep of een onderzoeksgroep verbonden aan een universiteit, worden kosteloos ter beschikking gesteld. 2.15. De financiële middelen verkregen via het voor gebruik ter beschikking stellen van variabelen en indicatoren van de databank, worden in mindering gebracht van de bijdragen voor de opdrachtgevers in functie van de verdeelsleutel. Voor de Vlaamse Gemeenschap gaat het om een terugbetaling op het einde van het jaar 2021, voor de federale regering, het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie gaat het om een in een mindering brengen van hun bijdrage aan WIV-ISP op het einde van het jaar 2021. 3. HERZIENING 3.1. Elk van de ondertekenende partijen kan de herziening van dit protocol vragen. 3.2. Elke wijziging aan dit protocol moet gebeuren bij een geschreven aanhangsel, dat onder dezelfde voorwaarden als dit protocol moet worden gesloten. Een mondeling akkoord tussen partijen is niet bindend.
Aldus gesloten te Brussel, op 21 maart 2016.
Voor de Federale Staat : Mevr. M. DE BLOCK, Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid.
Voor de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest : J. VANDEURZEN, Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.
Pour la Région Wallonne : M. PREVOT, Ministre des Travaux publics, de la Santé, de l'Action sociale et du Patrimoine.
Pour la Communauté Française : R. DEMOTTE, Ministre-Président de la Fédération Wallonie-Bruxelles.
Mme A. GREOLI, Vice-Président et Ministre de la Culture et de l'Enfance.
Pour la Commission Communautaire Commune de Bruxelles-Capitale : Voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad : D. GOSUIN, Ministre, Membre du Collège réuni, compétent pour la politique de la Santé, les Finances, le Budget, la Fonction publique, le Patrimoine et les Relations extérieures G. VANHENGEL, Minister, Lid van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, de Financiën, de Begroting, het Openbaar Ambt, het Patrimonium en de Externe Betrekkingen.
Pour le Collège de la Commission Communautaire Française de Bruxelles-Capitale : Voor het College van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : Mme C. JODOGNE, Membre du Collège de la Commission communautaire française, compétente pour la Politique de Santé.
Für die Deutschsprachige Gemeinschaft : Pour la Communauté germanophone : A. ANTONIADIS, Minister der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Familie, Gesundheit und Soziales