gepubliceerd op 02 april 2003
Protocol tussen de Federale Regering en de in artikel 128, 130 en 135 van de Grondwet bedoelde overheden inzake de organisatie en financiering van een gezondheidsenquete
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
11 DECEMBER 2002. - Protocol tussen de Federale Regering en de in artikel 128, 130 en 135 van de Grondwet bedoelde overheden inzake de organisatie en financiering van een gezondheidsenquete
Gelet op de respectievelijke bevoegdheden waarover de Federale Staat en de in artikel 128, 130 en 135 van de Grondwet bedoelde overheden, hierna de Gemeenschappen en Gewesten genoemd, op het vlak van het gezondheidsbeleid beschikken;
Overwegende dat dit protocolakkoord tot stand kwam na gezamenlijk overleg tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten;
Overwegende dat voorliggend akkoord ertoe strekt de verbintenis aan te gaan om, in uitvoering van de beslissing genomen op de interministeriële conferentie voor de Volksgezondheid, een periodieke bevraging van de gezondheidstoestand van de bevolking te organiseren door middel van interviews;
Overwegende dat de Wereld Gezondheidsorganisatie voorstelt dat de lid-Staten dergelijke onderzoeken realiseren om op basis van internationaal vergelijkbare gegevens, aanbevelingen te formuleren;
Overwegende dat de Europese Unie sterk aanbeveelt dat de lidstaten om de twee jaar een gezondheidsenquête zouden organiseren, 1. Algemeen protocol 1.1. Doelstelling 1.1.1. De Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten (voortaan « opdrachtgevers » genoemd) zijn het er over eens dat, om de behoeften aan gezondheidszorg te kennen en om een coherent preventief en curatief gezondheidsbeleid te voeren, het noodzakelijk is de gezondheidstoestand van de bevolking onder meer te onderzoeken via een periodieke gezondheidsenquête door middel van interview (voortaan « gezondheidsenquête » genoemd). 1.1.2. In een gezondheidsenquête wordt informatie verzameld over o.a. de gezondheidstoestand, de leeftijd, de zorgbehoeften en zorgvragen, de sociale en economische levensomstandigheden en de consumptie van preventieve en curatieve diensten. Een overzicht van de kernbevraging is als bijlage opgenomen. 1.1.3. De opdrachtgevers zijn overtuigd van het belang een gezondheidsenquête op eenvormige wijze te organiseren voor het ganse land terwijl ook de ruimte moet gegarandeerd worden opdat ten behoeve van elk der opdrachtgevers specifiek door haar gevraagde gezondheidsinformatie verzameld kan worden. 1.1.4. Een gezondheidsenquête omvat drie fases : een voorbereidingsfase, het uitvoeren van het veldwerk en een analysefase met het voorleggen van een rapport aan de overheden die de enquête aangevraagd hebben. Voor het correct realiseren van elk van deze fases is één kalenderjaar vereist. 1.1.5. Het veldwerk omvat het interviewen van een representatieve en per opdrachtgever gestratificeerde steekproef van de bevolking; hierbij staan beleidsrelevantie en internationale vergelijkbaarheid voorop. 1.1.6. Een gezondheidsenquête wordt georganiseerd met een periodiciteit van vier jaar. 1.1.7. De mogelijkheid wordt weerhouden om, in opdracht van een of meerdere opdrachtgevers, een oververtegenwoordiging van een populatie in de steekproef te realiseren om de precisie van de gegevensverzameling voor deze populatie te verhogen. 1.1.8. De gezondheidsenquête kadert binnen het bevolkingsonderzoek. De samenstelling van de steekproef, het verzamelen van gegevens, de analyse en rapportage van de onderzoeksresultaten verlopen in overeenstemming met de bepalingen van de wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. 1.1.9. De mogelijkheid wordt weerhouden om ook voor andere overheden, zoals de provincies, een oververtegenwoordiging in de steekproef te realiseren. Alle supplementaire kosten die met deze oververtegenwoordiging gepaard gaan, evenals een evenredig deel van de basiskost dienen door deze overheden te worden gefinancierd. 1.1.10. Op basis van een relatieve weging van de verschillende modules van de enquête en een verdeling daarvan op basis van de bevoegdheden, de wensen van de respectieve opdrachtgevers, de grootte van de populatie en het aantal ondervraagden dient een budgettaire verdeelsleutel te worden vastgelegd. 1.2. Organisatie 1.2.1. De opdrachtgevers vertrouwen de uitvoering van de gezondheidsenquête toe aan de afdeling Epidemiologie van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, verder WIV genoemd. 1.2.2. Een « Commissie van Opdrachtgevers » verzekert de opvolging, de begeleiding en de evaluatie van de werking van de Gezondheidsenquête : vaststellen van de inhoud van de bevraging en van de analyse, uitwerken van het interministerieel akkoord en de betalingsmodaliteiten voor de enquête, opvolging van de realisatie van de enquête, controleren van het jaarlijks financieel rapport en het behandelen van problemen met betrekking tot de koppeling van de gegevens van de Gezondheidsenquête met andere bestaande gegevensbanken. De opdrachtgevers vaardigen elk één persoon af die deelneemt aan de werkzaamheden ervan. Een Nederlandstalige en een Franstalige vertegenwoordiger van het WIV nemen deel aan de werkzaamheden, evenals een vertegenwoordiger van de administraties van de opdrachtgevers (zie artikel 2 van het reglement van inwendige orde). 1.2.3. De Commissie van Opdrachtgevers stelt een Wetenschappelijke Adviesraad samen met als opdracht de enquête wetenschappelijk te begeleiden, d.i. te reflecteren over de gehanteerde aanpak, de steekproeftrekking, de gebruikte vragenlijsten, de te berekenen indicatoren, de statistische analyse en de rapportage. De Adviesraad brengt verslag uit aan de Commissie van Opdrachtgevers en bestaat o.a. uit vertegenwoordigers van de universiteiten en uit andere, voor de enquête relevante, instellingen aangevuld met een afvaardiging van de betrokken opdrachtgevers. 1.2.4. De Commissie stelt een reglement op waarin o.a. het volgende wordt geregeld : de toegankelijkheid van de gegevens voor de externe gebruikers, de verwerking van de gegevens, de wijze van betaling van de bijdragen; in dit reglement worden verder alle praktische schikkingen, schriftelijk vastgelegd. 1.2.5. Het WIV wordt belast met het bijeenroepen van de Commissie van Opdrachtgevers en de Wetenschappelijke Adviesraad. Zij neemt tevens het secretariaat ervan waar. 1.2.6. De Commissie van Opdrachtgevers, de Wetenschappelijke Adviesraad en de afdeling Epidemiologie stimuleren het gebruik van de gegevens op het domein van Volksgezondheid en zullen de enquêteresultaten derhalve zo ruim en zo toegankelijk mogelijk verspreiden. De Commissie van Opdrachtgevers wordt officieel op de hoogte gesteld van zodra een comlementair contract, bijvoorbeeld met de provincies, wordt afgesloten. 1.3. Rapportage 1.3.1. Een volledig rapport met de onderzoeksresultaten en de basistabellen wordt ten laatste op het einde van het derde jaar van een cyclus overhandigd aan elk der opdrachtgevers. Dit rapport omvat minstens een overzicht van de gebruikte methodologie, een karakterisering van de steekproef, een eerste analyse van de resultaten, operationele besluiten of aanbevelingen met betrekking tot het gezondheidszorgbeleid en het geheel van basistabellen. De andere overheden bedoeld in 1.1.9. zullen de basistabellen krijgen. 1.3.2. De wijze waarop de onderzoeksresultaten gerapporteerd dienen te worden, wordt bepaald door de Commissie van Opdrachtgevers. 1.4. Gebruik van het gegevensbestand 1.4.1. Het gegevensbestand, omvattende alle variabelen en de indicatoren samen met een handleiding voor het gebruik van het gegevensbestand wordt bij het beëindigen van een cyclus ter beschikking gesteld van elk der opdrachtgevers met inbegrip van hun administraties. 1.4.2. Dit gegevensbestand wordt tevens ter beschikking gesteld van externe gebruikers. Onder externe gebruikers wordt verstaan : andere dan onder 1.4.1. bedoelde administraties op federaal, communautair en regionaal niveau; universitaire onderzoeksequipes of onderzoeksequipes verbonden aan een universiteit; andere onderzoeksinstituten niet verbonden aan een universiteit; internationale organisaties. 1.4.3. De modaliteiten voor het gebruik van het gegevensbestand worden vervat in een protocol te ondertekenen door iedere externe gebruiker.
In dit protocol worden o.a. gebruiksvoorwaarden en de financiële vergoedingen opgesomd. De inhoud van dit protocol wordt bepaald door de Commissie van Opdrachtgevers; 1.4.4. Het WIV kan ten behoeve van externen supplementaire analyses en rapportages verrichten van de onderzoeksgegevens. De modaliteiten waaronder dit dient te gebeuren en de vergoeding ervoor worden vervat in een akkoord te ondertekenen door de aanvragers, het WIV en de opdrachtgevers. 1.5. Evaluatie 1.5.1. Bij het beëindigen van een cyclus wordt een gedetailleerd overzicht van alle uitgaven verricht in het kader ervan overhandigd aan elk der opdrachtgevers. 1.5.2. Bij het beëindigen van een cyclus wordt de gezondheidsenquête geëvalueerd. De modaliteiten van deze evaluatie worden door de Commissie van Opdrachtgevers bepaald. 2. Specifiek protocol 2.1. Dit onderdeel van het protocol betreft specifiek de organisatie van een Gezondheidsenquête 2004. Het wordt afgesloten voor een periode van drie jaar, die ingaat op 1 januari 2003. In het kalenderjaar 2003 worden de voorbereidende werkzaamheden verricht, in het kalenderjaar 2004 het veldwerk, in het kalenderjaar 2005 worden de gegevens geanalyseerd en gerapporteerd. In het licht van het jaar van uitvoering wordt deze cyclus verder de « Gezondheidsenquête 2004 » genoemd. 2.2. In de Gezondheidsenquête 2004 wordt ernaar gestreefd in totaal 10 000 individuen effectief te bevragen : 3 500 in de Vlaamse Regio, 3 500 in de Waalse Regio en 3 000 in de Brusselse Regio. Voor de Duitstalige Gemeenschap wordt een oververtegenwoordiging in de steekproef gerealiseerd (300 interviews) om de betrouwbaarheid van de gegevensverzameling voor deze meer beperkte subpopulatie te verhogen. 2.3. Op basis van een relatieve weging van de verschillende modules van de enquête en een verdeling daarvan op basis van de behoeften, de wensen van de respectieve opdrachtgevers, de grootte van de populatie en het aantal ondervraagden, wordt voor de Gezondheidsenquête 2004, de volgende verdeelsleutel (in afgeronde procenten) vastgelegd : - Federale Staat . . . . . 51,6 % - Vlaamse Gemeenschap . . . . . 23,4 % - Franse Gemeenschap . . . . . 11,8 % - Waals Gewest . . . . . 7,5 % - Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie . . . . . 5,7 % 2.4. In de loop van het vierde jaar dat volgt op de periode van drie jaar zoals bedoeld in 2.1., ontvangt het WIV geen financiering. Het WIV kan in dat jaar supplementaire financiering zoeken of het personeel op andere programma's inzetten. De opdrachtgevers die dit wensen kunnen een supplementaire financiering ter beschikking stellen van het WIV (bijvoorbeeld voor het uitvoeren van een specifieke analyse, of voor het uitvoeren van een bijkomende enquête). 2.5. De kosten voor de enquête bedragen 1.197.702 euro (48 315 284 BEF) waarvan 288.521 euro (11 638 951 BEF) voor het eerste jaar, 631.103 euro (25 458 693 BEF) voor het tweede jaar en 278.077 euro (11 217 640 BEF) voor het derde jaar, te verdelen volgens de hoger vermelde sleutel. Een gedetailleerd overzicht van het budget is in bijlage opgenomen.
Dit betekent, in Euro en per overheid, voor het eerste jaar : - Federale Staat . . . . . 148.877 - Vlaamse Gemeenschap . . . . . 67.514 - Franse Gemeenschap . . . . . 34.046 - Waals Gewest . . . . . 21.639 - Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie . . . . . 16.446 voor het tweede jaar : - Federale Staat . . . . . 325.649 - Vlaamse Gemeenschap . . . . . 147.678 - Franse Gemeenschap . . . . . 74.470 - Waals Gewest . . . . . 47.333 - Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie . . . . . 35.973 en voor het derde jaar : - Federale Staat . . . . . 143.488 - Vlaamse Gemeenschap . . . . . 65.070 - Franse Gemeenschap . . . . . 32.813 - Waals Gewest . . . . . 20.856 - Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie . . . . . 15.850 2.6. De opdrachtgevers zijn het erover eens dat alle overheden hun financiële bijdrage moeten leveren om deze enquête te realiseren; indien een van de betrokkenen zijn verplichtingen niet zou nakomen, wordt dit akkoord herzien. 2.7. In het kader van de financiering van de enquête worden bilaterale contracten gesloten tussen de Rechtspersoonlijkheid van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid en elk van de opdrachtgevers. 2.8. De opdrachtgevers zijn het eens over de volgende betalingsmodaliteiten : De verschuldigde bedragen worden gestort op het rekeningnummer 001-1660480-13 van de Rechtspersoonlijkheid van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid en dit overeenkomstig de volgende timing : 1° jaar : - Na ondertekening van het contract bedoeld in 2.7., 30 % van het verschuldigde bedrag eerste jaar, na voorlegging van factuur; - Na het eerste trimester, 30 % van het verschuldigde bedrag eerste jaar, na voorlegging van factuur; - Na het tweede trimester, 30 % van het verschuldigde bedrag eerste jaar, na voorlegging van factuur; - Na het derde trimester, de resterende 10 % van het verschuldigde bedrag eerste jaar, na voorlegging van factuur een gedetailleerd overzicht van alle uitgaven en een voortgangsrapport; 2° jaar : - Bij de aanvang van het tweede jaar, 30 % van het verschuldigde bedrag, tweede jaar, na voorlegging van factuur; - Na het eerste trimester, van het tweede jaar, 30 % van het verschuldigde bedrag tweede jaar, na voorlegging van factuur; - Na het tweede trimester van het tweede jaar , 30 % van het verschuldigde bedrag tweede jaar, na voorlegging van factuur; - Na het derde trimester van het tweede jaar, de resterende 10 % van het verschuldigde bedrag tweede jaar, na voorlegging van factuur een gedetailleerd overzicht van alle uitgaven en een voortgangsrapport; 3° jaar : - Bij de aanvang van het derde jaar, 30 % van het verschuldigde bedrag, derde jaar, na voorlegging van factuur; - Na het eerste trimester van het derde jaar, 30 % van het verschuldigde bedrag derde jaar, na voorlegging van factuur; - Na het tweede trimester van het derde jaar, 30 % van het verschuldigde bedrag derde jaar, na voorlegging van factuur;
Na voorlegging van het eind rapport, de resterende 10 % van het verschuldigde bedrag derde jaar, na voorlegging factuur en een gedetailleerd overzicht van alle uitgaven. 2.9. De mogelijkheid wordt weerhouden opdat provincies een oververtegenwoordiging in de steekproef zouden vragen (tot een globaal maximum van 3 000 individuen). De kost voor een oververtegenwoordiging van 3 000 effectief bevraagde individuen wordt vastgesteld op 307.784 euro (12,4 miljoen BEF). De provinciale bijdrage resulteert desgevallend in een vermindering van de kosten voor de opdrachtgevers met 181.514 (7,3 miljoen BEF), op te splitsen volgens voor vermelde verdeelsleutel. Deze vermindering wordt in rekening gebracht in het tweede en derde jaar van de cyclus. 2.10. Het geïnformatiseerde gegevensbestand wordt gratis ter beschikking gesteld van de opdrachtgevers bedoeld in punt 1.4.1. en hun administraties, alsook van de provincies bedoeld in 2.9. en de administraties op internationaal niveau. Voor universitaire onderzoeksequipes of onderzoeksequipes verbonden aan een universiteit wordt het gegevensbestand ter beschikking gesteld tegen een eenmalige vergoeding van 1.600 euro per universiteit. Voor andere onderzoeksinstituten niet verbonden aan een universiteit wordt een vergoeding van minimaal 5.500 euro vooropgesteld. In dit laatste geval bepaalt de Commissie van Opdrachtgevers het juiste bedrag van de vergoeding. 2.11. De vergoeding voor het WIV voor het ten behoeve van externen verrichten van supplementaire analyses wordt als volgt bepaald : gratis voor de opdrachtgevers en hun administraties, alsook voor de provincies bedoeld in 2.9. en de administraties op internationaal niveau (enkel met betrekking tot de opmaak van basistabellen op basis van bestaande indicatoren; voor diepgaande analyses en rapportering dienen in onderling overleg supplementaire budgetten voorzien te worden). Voor universitaire onderzoeksequipes of onderzoeksequipes verbonden aan een universiteit bedraagt de vergoeding 270 Euro + 130 Euro per werkdag; voor andere onderzoeksinstituten niet verbonden aan een universiteit bedraagt de vergoeding 540 Euro + 260 Euro per werkdag. 2.12. De financiële middelen verkregen via het ter beschikking stellen van het gegevensbestand en het verrichten van supplementaire analyses worden integraal ter beschikking gesteld van de Gezondheidsenquête. De Commissie van Opdrachtgevers bepaalt op welke wijze deze middelen besteed zullen worden.
Gelezen en goedgekeurd te Brussel, 11 december 2002.
Voor de Federale Regering : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Le Ministre de la Protection de la Consommation, de la Santé publique et de l'Environnement, J. TAVERNIER Pour le Gouvernement fédéral : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Le Ministre des Affaires sociales et des Pensions, F. VANDENBROUCKE Voor de Vlaamse regering : De Minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, M. VOGELS Pour le Gouvernement wallon : Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé, T. DETIENNE Pour le Gouvernement de la Communauté française : La Ministre de l'Aide à la Jeunesse et de la Santé, Mme N. MARECHAL Pour le Gouvernement de la Communauté germanophone : Le Ministre de la Jeunesse et de la Famille, des Monuments et des Sites, de la Santé et des Affaires sociales, H. NIESSEN Voor het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels-Hoofdstedelijk Gewest : Het lid van het Verenigd College, bevoegd voor Gezondheidsbeleid, J. CHABERT Pour le Collège réuni de la Commission communautaire commune de la Région de Bruxelles-Capitale : Le membre du Collège réuni, compétent pour la Politique de la Santé, D. GOSUIN