17 JULI 1998. - Programma-decreet houdende diverse maatregelen inzake budgettair beheer, begrotingsfondsen, schoolgebouwen, onderwijs en gezondheidspromotie (1)

De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Bepalingen met betrekking tot het budgettair beheer

Artikel 1.Er wordt een instelling van openbaar nut ingericht onder de benaming "Egalisatiefonds van de begrotingen van de Franse Gemeenschap".

Deze instelling wordt in categorie A van de instellingen bedoeld bij artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut gerangschikt.

Art. 2.Het Egalisatiefonds van de begrotingen van de Franse Gemeenschap heeft tot opdracht het toekennen aan de Franse Gemeenschap, binnen de perken van haar ontvangsten, van dotaties die ertoe bijdragen het jaarlijks in evenwicht stellen van de begrotingen van deze laatste te verwezenlijken.

Voornoemd fonds kan door de Regering belast worden met het beheer van de thesaurierekeningen die gestijd zijn door de provisies noodzakelijk voor de betaling van de schulden van de Franse Gemeenschap aan de Federale Staat, wat betreft de beroepsvoorheffing en de bijdragen tot de Weduwen- en Wezenkas, de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, en de Rijksdienst voor Werknemerspensioenen.

Art. 3.De inkomsten van het Egalisatiefonds van de begrotingen van de Franse Gemeenschap komen uit de dotaties daartoe uitgetrokken op de begroting van de Franse Gemeenschap.

Art. 4.Het Egalisatiefonds van de begrotingen van de Franse Gemeenschap wordt beheerd door het indienstzijnde personeel van het ministerie van de Franse Gemeenschap en binnen zijn diensten. HOOFDSTUK II. - Bepalingen betreffende de begrotingsfondsen

Art. 5.§ 1. Punt 32 van de tabel gevoegd bij het decreet van 27 oktober 1997 houdende de begrotingsfondsen vermeld op de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap, wordt gewijzigd volgens de in bijlage I van dit decreet gevoegde tabel. § 2. Er wordt in de tabel gevoegd bij het decreet van 27 oktober 1997 houdende de begrotingsfondsen vermeld op de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap, een punt 43 ingevoegd, volgens de in bijlage II van dit decreet gevoegde tabel. HOOFDSTUK III. - Bepalingen met betrekking tot schoolgebouwen

Art. 6.In artikel 7 van het decreet van 24 juni 1996 betreffende het dringende programma voor de schoolgebouwen van het basis- en secundair onderwijs ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, worden de woorden "begrotingsjaren 1996, 1997 en 1998" vervangen door de woorden "begrotingsjaren 1996, 1997, 1998, 1999 en 2000". HOOFDSTUK IV. - Bepalingen inzake onderwijs Afdeling 1. - Wijzigingen aan het decreet van 9 september 1996

betreffende de financiering van de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde hogescholen.

Art. 7.In artikel 10 van het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde hogescholen, gewijzigd bij het decreet van 24 juli 1997, worden de woorden "10 527, 5 miljoen" vervangen door de woorden "10 369,0 miljoen".

Art. 8.In artikel 11, 2°, van hetzelfde decreet, worden de woorden ", met uitsluiting van het wegens persoonlijke aangelegenheid in disponibiliteit gesteld personeel in toepassing van artikel 39 van het decreet van 2 april 1996 tot wijziging van de onderwijswetgeving," ingevoegd tussen de woorden "PMD dat de echte berekende kosten van het wegens ontstentenis van betrekking ter beschikking gesteld personeel op 15 januari 1996 vertegenwoordigt, wegens ziekte of invaliditeit die geen definitieve dienstongeschiktheid tot gevolg heeft, met verlof wegens opdracht krachtens artikel 5 van het decreet tot regeling van de opdrachten, de verloven wegens opdrachten en de terbeschikkingstelling wegens bijzondere opdracht in het door de Franse Gemeenschap ingericht of gesubsidieerd onderwijs of wegens persoonlijke reden vóór de oppensioenstelling," en de woorden "en de forfaitaire kosten van de wegens ontstentenis van betrekking ter beschikking gestelde personeelsleden die in een Hogeschool worden geaffecteerd overeenkomstig artikel 29, lid 6, niet afgetrokken van de globale jaarlijkse toelage van deze Hogeschool;". Afdeling 2. - Wijzigingen aan de onderwijswetgeving

Art. 9.In afwijking van artikel 32, § 3, van de wet van 29 mei 1959 houdende wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, wordt het bedrag van de per regelmatig ingeschreven leerling toegekende werkingstoelage, buiten het universitair onderwijs, buiten het hoger onderwijs ingericht in de hogescholen en buiten het kleuter- en gewoon lager onderwijs, voor het schooljaar 1998-1999, vastgesteld op het voor het schooljaar 1997-1998 toegekend bedrag, zoals bepaald op basis van artikel 2 van het programma-decreet van 27 oktober 1997 houdende diverse maatregelen inzake onderwijs, vermeerderd met 1,4 %.

In afwijking van artikel 52, c) en d), van het koninklijk besluit van 13 augustus 1962 tot regeling van de psycho-medisch-sociale centra, wordt het bedrag van de toelagen, voor het schooljaar 1998-1999, vastgesteld op het voor het schooljaar 1997-1998 toegekend bedrag, zoals bepaald op basis van artikel 2 van voornoemd programma-decreet, vermeerderd met 1,4 %.

De werkingskredieten van de andere scholen en onderwijsinrichtingen van de Franse Gemeenschap dan universitaire, dan het hoger onderwijs ingericht in de hogescholen en dan het kleuter- en gewoon lager onderwijs, worden vermeerderd op dezelfde basis als de verhoging van de toelagen bedoeld bij de leden 1 en 2.

Art. 10.In artikel 6 van het koninklijk besluit nr. 413 van 29 april 1986 houdende diverse maatregelen inzake werkingstoelagen toegekend aan het Rijksonderwijs en werkingstoelagen toegekend aan het gesubsidieerd onderwijs, gewijzigd bij de decreten van 9 november 1990, 20 december 1995, 25 juli 1996 en 27 oktober 1997, worden de woorden "... met uitzondering van artikel 1, dat in werking treedt op 1 januari 1999..." vervangen door de woorden "... met uitzondering van artikel 1, dat in werking treedt op 1 januari 2000".

Art. 11.Artikel 74 van het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren, wordt met volgend lid aangevuld : « Ieder vertegenwoordigings- en coördinatieorgaan bedoeld bij het vorig lid is ertoe gehouden de Regering een zesmaandelijks verslag te laten geworden over het aantal personeelsleden die gedeeltelijk of geheel hun opdracht verliezen en die niet opnieuw werden aangewezen, in dienst geroepen, opnieuw aan het werk gesteld of die hun last niet hebben zien vervolledigen. ». HOOFDSTUK V. - Wijzigingen aan het decreet van 14 juli 1997 houdende organisatie van de gezondheidspromotie in de Franse Gemeenschap

Art. 12.§ 1. In artikel 5, lid 1, van het decreet houdende organisatie van de gezondheidspromotie in de Franse Gemeenschap, worden de woorden "een lid dat het "Comité interprovincial de médecine préventive" vertegenwoordigt" vervangen door de woorden "drie leden die het "Comité interprovincial de médecine préventive" vertegenwoordigen". § 2. In artikel 9 van hetzelfde decreet, worden de woorden " aan de "Conseil scientifique et éthique de prévention du sida", aan de diensten van de Regering," ingevoegd tussen de woorden "aan de Hoge Raad voor gezondheidspromotie," en de woorden "aan de plaatselijke centra". HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 13.De artikelen 1 tot 5, 10, 11 en 12 treden in werking op 1 september 1998.

Art. 14.De artikelen 6 tot 9 treden in werking op 1 januari 1999.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 17 juli 1998.

De Minister-Voorzitster van de Regering van de Franse Gemeenschap, belast met Onderwijs, de Audiovisuele Sector, Hulpverlening aan de Jeugd, Kinderwelzijn en Gezondheidspromotie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION De Minister van Cultuur en Permanente Opvoeding, Ch. PICQUE De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE _______ Nota Zitting 1997-1998 Stukken van de Raad. - Ontwerp van decreet, nr. 247-1. - Advies van de commissies, nrs. 247-2 en 247-3. - Commissieamendement, 247-4. - Verslag nr. 247-5.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 17 juli 1998.

Bijlage I Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Bijlage II Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld