Etaamb.openjustice.be
Overeenkomst
gepubliceerd op 13 mei 2019

Administratieve Schikking betreffende de toepassing van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België EN de Republiek Kosovo Bij toepassing van artikel 22 van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tusse TITEL I. - Algemene bepalingen Artikel 1. Definities 1. Voor de toepassing van deze Schikking(...)

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2019202219
pub.
13/05/2019
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

Administratieve Schikking betreffende de toepassing van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België EN de Republiek Kosovo Bij toepassing van artikel 22 van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Kosovo, hebben de Belgische en Kosovaarse bevoegde autoriteiten de volgende bepalingen in gemeen overleg vastgesteld: TITEL I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Definities 1. Voor de toepassing van deze Schikking : (1) verstaat men onder "Overeenkomst" de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Kosovo, ondertekend in Brussel op 20 februari 2018;(2) verstaat men onder "Schikking" de Administratieve Schikking betreffende de toepassing van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Kosovo.2. De in deze Schikking gebruikte termen hebben de betekenis die daaraan in artikel 1 van de Overeenkomst wordt gegeven.

Art. 2.Verbindingsinstellingen Worden met toepassing van artikel 22 van de Overeenkomst als verbindingsinstellingen aangewezen : In België : 1. Ouderdom en nagelaten betrekkingen 1.1. voor werknemers: Federale Pensioendienst (FPD), Brussel; 1.2. voor zelfstandigen: Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ), Brussel. 2. Arbeidsongevallen en beroepsziekten Federaal Agentschap voor beroepsrisico's (FEDRIS), Brussel. In Kosovo : 1. Premiegebonden ouderdomspensioen, arbeidsinvaliditeitspensioen en overlevingspensioen Het departement Pensioenen van het Ministerie van Arbeid en Maatschappelijk Welzijn, Pristina 2.Pensioen van het spaarfonds voor individuele pensioenen (2de pijler) Het pensioenspaarfonds van Kosovo (FKPK), Pristina

Art. 3.Bevoegde instellingen Worden met toepassing van artikel 22 van de Overeenkomst als bevoegde instellingen aangewezen : In België : 1. Ouderdom en nagelaten betrekkingen 1.1. voor werknemers: Federale Pensioendienst (FPD), Brussel; 1.2. voor zelfstandigen: Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ), Brussel. 2. Arbeidsongevallen 2.1. ongevallen overkomen vanaf 1 januari 1988 : - in algemene regel: de verzekeringsonderneming bij wie de werkgever verzekerd is; - uitbetaling van de uitkeringen en renten betreffende een blijvende ongeschiktheid tot en met 19 % : Federaal Agentschap voor beroepsrisico's (FEDRIS), Brussel; 2.2. ongevallen overkomen vóór 1 januari 1988 : - in algemene regel: de verzekeringsonderneming bij wie de werkgever verzekerd is; - uitbetaling van de aanvullingen op een rente of van renten betreffende een blijvende ongeschiktheid van minder dan 10 % : Federaal Agentschap voor beroepsrisico's (FEDRIS), Brussel; 2.3. regeling voor zeelieden en vissers en in geval van niet-verzekering: Federaal Agentschap voor beroepsrisico's (FEDRIS), Brussel. 3. Beroepsziekten Federaal Agentschap voor beroepsrisico's (FEDRIS), Brussel. In Kosovo : 1. Premiegebonden ouderdomspensioen en overlevingspensioen De afdeling Buitenlandse Pensioenen van het departement Pensioenen van het Ministerie van Arbeid en Maatschappelijk Welzijn (DJP), Pristina 2.Arbeidsinvaliditeitspensioenen De afdeling Medische Commissies van departement Pensioenen van het Ministerie van Arbeid en Maatschappelijk Welzijn (DP), Pristina 3. Pensioen van het spaarfonds voor individuele pensioenen (2de pijler) Het pensioenspaarfonds van Kosovo (FKPK), Pristina TITEL II.- Bepalingen betreffende de toepasselijke wetgeving

Art. 4.Getuigschrift van onderwerping 1. In de gevallen bedoeld in artikel 7, paragrafen 1 (3) en 4 en in artikelen 8 tot 11 van de Overeenkomst stelt de in paragraaf 2 van dit artikel aangeduide instelling van de overeenkomstsluitende Staat waarvan de wetgeving van toepassing is, de werknemer, de ambtenaar of de zelfstandige een getuigschrift ter hand waaruit blijkt dat deze wetgeving van toepassing blijft op de daarin vermelde personen en tot welke datum, op verzoek van de werkgever, de werknemer, de ambtenaar of de zelfstandige. 2. Het getuigschrift bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel wordt uitgereikt : 2.1. Wanneer de toepasselijke wetgeving die van België is : 2.1.1. wat betreft artikel 7, paragraaf 3, van de Overeenkomst, door: het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ), Brussel; 2.1.2. wat betreft artikel 7, paragrafen 1(3) en 4, en artikelen 8, 9 en 10 van de Overeenkomst, door : de Rijksdienst voor sociale zekerheid (RSZ), Brussel; 2.1.3. wat betreft artikel 11 van de Overeenkomst : - Wanneer het gaat om individuele gevallen van werknemers: door de Rijksdienst voor sociale zekerheid (RSZ), Brussel; - Wanneer het gaat om bepaalde categorieën van werknemers: door de Directie-generaal Beleidsondersteuning en -Coördinatie, Brussel; - Wanneer het gaat om zelfstandigen: door de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, Directie-generaal Zelfstandigen, Brussel. 2.2. Wanneer de toepasselijke wetgeving die van Kosovo is: Wanneer het gaat om paragrafen 1 (3), 3 en 4 van artikel 7 en artikelen 8 tot 11 van de Overeenkomst: door het Ministerie van Arbeid en Maatschappelijk Welzijn, Tirana. 3. Het origineel van het getuigschrift bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel moet in het bezit zijn van de werknemer, de ambtenaar of de zelfstandige overhandigd tijdens gans de vermelde periode om zijn toestand van onderwerping te kunnen bewijzen in het gastland.4. Een kopie van het getuigschrift uitgereikt bij toepassing van paragraaf 1 van dit artikel door de bevoegde instelling van Kosovo wordt, wat de werknemers en de ambtenaren betreft, verzonden naar de Rijksdienst voor sociale zekerheid (RSZ) te Brussel en, wat de zelfstandigen betreft, naar het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ) te Brussel.Evenzo wordt een kopie van het getuigschrift uitgereikt door de bevoegde instelling van België verzonden naar het Ministerie van Arbeid en Maatschappelijk Welzijn, Pristina. 5. De bevoegde instelling dat het getuigschrift heeft uitgereikt, kan beslissen dit in te trekken.In dat geval brengt het daarvan de bevoegde instelling van de andere overeenkomstsluitende Staat op de hoogte. 6. Wanneer de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat krachtens artikel 7, paragraaf 3 van de Overeenkomst van toepassing is op een zelfstandige wat een beroepsactiviteit betreft die hij op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat heeft uitgeoefend tijdens een bepaald jaar, zal de in paragraaf 7 van dit artikel aangewezen instelling van deze andere overeenkomstsluitende Staat de overeenstemmende instelling van de eerste overeenkomstsluitende Staat alle beschikbare informatie verstrekken die nuttig kan zijn voor het bepalen of het controleren van het bedrag van de beroepsinkomsten die de zelfstandige heeft verworven uit deze activiteit tijdens bedoeld jaar.In afwachting van de mededeling van de informatie kan de instelling van de overeenkomstsluitende Staat waarvan de wetgeving van toepassing is voorlopig een bijdrage ontvangen, waarvan het bedrag wordt vastgesteld door de bevoegde autoriteit van deze overeenkomstsluitende Staat. 7. De voor de toepassing van paragraaf 6 van dit artikel bevoegde instellingen zijn : voor België : het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ), Brussel; voor Kosovo: het Ministerie van Arbeid en Sociaal Overleg, Pristina.

Art. 5.Gegevensuitwisseling in geval van een gelijktijdige activiteit in loondienst Wanneer de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat van toepassing is krachtens artikel 7, paragraaf 4, van de Overeenkomst, dient een werkgever die gevestigd is buiten de bevoegde lidstaat, alle verplichtingen na te komen waarin de op zijn werknemers toepasselijke wetgeving voorziet, met name de verplichting tot het betalen van de in die wetgeving bedoelde bijdragen, alsof hij zijn statutaire zetel of vestiging in de bevoegde overeenkomstsluitende staat zou hebben.

TITEL III. - Bijzondere bepalingen betreffende de prestaties HOOFDSTUK 1. - Ouderdom en nagelaten betrekkingen

Art. 6.Onderzoek van prestatieaanvragen 1. De aanvrager dient zijn aanvraag om prestaties krachtens de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat in bij de bevoegde instelling van de Staat van de woonplaats of rechtstreeks bij de bevoegde instelling van de andere overeenkomstsluitende Staat.Een aanvraag die wordt ingediend bij de bevoegde instelling van de Staat van de woonplaats moet worden gedaan met inachtneming van de procedure waarin de wetgeving van de Staat van de woonplaats voorziet. Indien de aanvraag rechtstreeks bij de bevoegde instelling van de andere overeenkomstsluitende Staat wordt ingediend, moet dit gebeuren met inachtneming van de procedure waarin de wetgeving van deze Staat voorziet. 2. De verbindingsinstelling dat een dergelijke aanvraag ontvangt, bezorgt deze onverwijld aan de verbindingsinstelling van de andere overeenkomstsluitende Staat, door de daartoe voorziene formulieren te gebruiken.3. Bij deze verzending laat de verbindingsinstelling van de Staat van de woonplaats de verbindingsinstelling van de andere overeenkomstsluitende Staat weten of ze al dan niet akkoord gaat met de rechtstreekse uitbetaling van de achterstallen ten gunste van de aanvrager.4. De aanvrager bezorgt alle beschikbare documenten die nodig zouden kunnen zijn opdat de bevoegde instelling van de andere overeenkomstsluitende Staat het recht van de aanvrager op de bedoelde prestatie zou kunnen vaststellen.5. De gegevens betreffende de burgerlijke stand die het aanvraagformulier bevat, worden voor echt verklaard door de verbindingsinstelling, die bevestigt dat oorspronkelijke documenten deze gegevens staven.

Art. 7.Mededeling van de verzekeringstijdvakken 1. De verbindingsinstelling van de Staat waar de prestatieaanvraag wordt ingediend, bezorgt aan de verbindingsinstelling van de andere overeenkomstsluitende Staat een formulier waarop de verzekeringstijdvakken vervuld krachtens de wetgeving van de eerste Staat vermeld zijn.2. Na ontvangst van het formulier voegt de verbindingsinstelling van de andere Staat de inlichtingen betreffende de verzekeringstijdvakken vervuld krachtens de wetgeving die zij toepast eraan toe en zendt zij dit formulier onverwijld terug naar de verbindingsinstelling van de eerste Staat.

Art. 8.Mededeling van de beslissing 1. Elk van de bevoegde instellingen stelt de rechten van de aanvrager en, in voorkomend geval, van zijn echtgenoot vast, bezorgt de verbindingsinstelling haar beslissing en stuurt een kopie van deze beslissing naar de aanvrager.Deze laatste instelling bezorgt deze beslissing, die overigens de middelen en termijnen voor het instellen van een beroep voorzien in haar wetgeving moet vermelden, aan de verbindingsinstelling van de Staat van de woonplaats waarbij de aanvraag werd ingediend. Deze laatste instelling deelt per aangetekend schrijven de beslissing mede aan de aanvrager. De termijnen inzake beroep beginnen te lopen vanaf de datum waarop de aanvrager deze aangetekende brief heeft ontvangen. 2. De verbindingsinstelling bezorgt tegelijk de kennisgeving van de beslissing bedoeld bij paragraaf 1 alsook haar eigen beslissing aan de verbindingsinstelling van de andere overeenkomstsluitende Staat en deelt deze, in voorkomend geval, het bedrag mede dat ze ter compensatie moet terugvorderen op de achterstallen van de prestatie verschuldigd door de andere overeenkomstsluitende Staat.

Art. 9.Uitwisseling van informatie over de situatie van de verzekerden 1. Wanneer de verbindingsinstelling van de Staat van de woonplaats kennis heeft van het feit dat een gerechtigde op een bij artikel 2 van de Overeenkomst voorziene prestatie toegekend door de andere overeenkomstsluitende Staat, of eventueel zijn echtgenoot, niet alle beroepsactiviteiten heeft stopgezet of een dergelijke activiteit heeft hervat, stelt zij de verbindingsinstelling van bedoelde overeenkomstsluitende Staat onverwijld in kennis daarvan.2. De verbindingsinstelling van de Staat van de woonplaats zal daarenboven alle beschikbare inlichtingen mededelen over de aard van het verrichte werk en over het bedrag van de winsten en inkomsten die de belanghebbende of zijn echtgenoot geniet of heeft genoten.3. De verbindingsinstelling van de overeenkomstsluitende Staat waar een gerechtigde op een bij artikel 2 van de Overeenkomst voorziene prestatie toegekend door de andere overeenkomstsluitende Staat woont, en in voorkomend geval zijn echtgenoot, brengt de verbindingsinstelling van deze laatste Staat op de hoogte van het overlijden van deze gerechtigde of zijn echtgenoot.

Art. 10.Storting van de prestaties De bevoegde instellingen storten de prestaties aan de gerechtigden door rechtstreekse uitbetaling. 2. In geval van toepassing van artikel 28 van de Overeenkomst zullen de nabetalingen van achterstallen en de ingehouden bedragen overgemaakt worden aan de crediteurinstelling door toedoen van de verbindingsinstellingen. HOOFDSTUK 2. - Arbeidsongevallen en beroepsziekten

Art. 11.Evaluatie van de graad van arbeidsongeschiktheid in geval van een voorheen overkomen arbeidsongeval of beroepsziekte Voor de evaluatie van de graad van arbeidsongeschiktheid, voor de aanspraak op de prestaties en voor de vaststelling van het bedrag ervan in de gevallen bedoeld bij artikel 12 van de Overeenkomst, moet de aanvrager de bevoegde instelling van de overeenkomstsluitende Staat waarvan de wetgeving op hem van toepassing was bij het overkomen van het arbeidsongeval of bij de eerste medische vaststelling van de beroepsziekte alle inlichtingen mededelen over arbeidsongevallen of beroepsziekten waardoor hij vroeger getroffen is geweest terwijl de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat op hem van toepassing was, ongeacht de graad van arbeidsongeschiktheid veroorzaakt door deze vroegere gevallen. De bevoegde instelling kan zich richten tot gelijk welke andere instelling die vroeger bevoegd was om de inlichtingen die zij nuttig acht te bekomen.

Art. 12.Procedure in geval van blootstelling aan het risico van een beroepsziekte in beide Staten In het geval bedoeld in paragraaf 1 van artikel 13 van de Overeenkomst, wordt de aangifte van de beroepsziekte verzonden ofwel naar de bevoegde instelling inzake beroepsziekten van de overeenkomstsluitende Staat onder de wetgeving waarvan de getroffene laatstelijk een activiteit heeft uitgeoefend die de bedoelde ziekte zou kunnen veroorzaken, ofwel naar de instelling van de woonplaats die de aangifte aan de bevoegde instelling bezorgt.

Art. 13.Verergering van een beroepsziekte In het geval bedoeld in artikel 14 van de Overeenkomst, is de belanghebbende verplicht de bevoegde instelling van de overeenkomstsluitende Staat waarbij hij zijn rechten op prestaties laat gelden alle inlichtingen mede te delen over prestaties toegekend vóór de bedoelde beroepsziekte. Deze instelling kan zich richten tot elke instelling die voorheen bevoegd was, om de inlichtingen die zij noodzakelijk acht te verkrijgen.

Art. 14.Administratieve en medische controle 1. De verbindingsinstelling van een overeenkomstsluitende Staat verstrekt, op verzoek, de verbindingsinstelling van de andere Staat alle beschikbare medische informatie en documentatie over de ongeschiktheid van de aanvrager of de gerechtigde.2. Wanneer de gerechtigde op een prestatie verblijft of woont op het grondgebied van de andere Staat dan die waar de bevoegde instelling zich bevindt, geschiedt de administratieve en medische controle op verzoek van deze instelling door de bevoegde instelling van de verblijf- of woonplaats van de gerechtigde volgens de modaliteiten voorzien bij de wetgeving die laatstgenoemde instelling toepast.De bevoegde instelling beschikt echter steeds over de mogelijkheid de gerechtigde te laten onderzoeken door een arts van haar keuze. 3. De kosten voor medische controle worden terugbetaald aan de bevoegde instelling van de verblijf- of woonplaats door de bevoegde instelling van de andere Staat.Deze kosten worden vastgesteld door de instelling van de verblijf- of woonplaats op basis van haar tarief en worden door de bevoegde instelling terugbetaald na overlegging van een gedetailleerde staat van de verrichte uitgaven. Deze kosten worden niet terugbetaald wanneer het gaat om expertises die werden uitgevoerd in het belang van de beide overeenkomstsluitende Staten.

TITEL IV. - Diverse bepalingen

Art. 15.Samenwerking inzake fraudebestrijding Bij toepassing van artikel 29 van het Verdrag zullen gegevens worden uitgewisseld ten einde samen te werken op het vlak van fraudebestrijding.

Art. 16.Overdracht van gegevens 1. De bevoegde instelling van een overeenkomstsluitende Partij kan een bevoegde instelling van de andere Partij of iedere andere door haar aangeduide instelling verzoeken haar bestanden te bezorgen om ze samen te brengen, te doorzoeken, te vergelijken, te benutten, gegevens daaruit op het halen en ze te gebruiken door middel van gelijk welk automatisch of halfautomatisch proces.2. De aanvraag van de bevoegde instelling bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel heeft tot doel fraude en fouten op het gebied van prestaties, bijdragen en onderwerping vast te stellen en heeft inzonderheid betrekking op het controleren en verifiëren van de burgerlijke staat, de verblijfplaats, de schatting van de inkomsten, het al dan niet uitoefenen van een beroepsactiviteit, de gezinssamenstelling of het bestaan van een prestatie om de onterechte cumulatie ervan te voorkomen.3. Voor iedere in het kader van dit artikel uitgevoerde handeling moeten de principes op het gebied van finaliteit en proportionaliteit nageleefd worden.4. De bevoegde instelling waaraan de aanvraag bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel wordt gericht, bezorgt de gevraagde bestanden op de datum of volgens de periodiciteit die beide bevoegde instellingen zijn overeengekomen.5. De samenwerkingsakkoorden die overeenkomstig artikel 19 van deze administratieve schikking worden afgesloten tussen bevoegde instellingen, zullen een bepaling bevatten die uitdrukkelijk de finaliteit vastlegt van de gegevensoverdrachten tussen bevoegde instellingen, en alle andere bepalingen die nodig zijn met het oog op de naleving van de regeling voor de bescherming van persoonsgegevens die van toepassing is op het grondgebied van iedere overeenkomstsluitende Partij, krachtens de nationale en internationale regels.

Art. 17.Algemene principes voor de samenwerking betreffende de controles De bevoegde instellingen van een overeenkomstsluitende Partij zorgen voor een ondersteuning bij de door de bevoegde instellingen van de andere overeenkomstsluitende Partij uitgevoerde controleacties. In dit verband kunnen ze personeelsleden uitwisselen voor het verzamelen van de voor de uitoefening van hun controleopdracht nuttige inlichtingen.

Ze verlenen elkaar bijstand overeenkomstig de wetgevingen die op het grondgebied van elke overeenkomstsluitende Partij van toepassing zijn om de geldigheid van documenten en attesten te bepalen, en met het oog op iedere andere vorm van wederzijdse bijstand en samenwerking.

Art. 18.Nadere regels voor de gezamenlijke controles 1. In het kader van een door de personeelsleden op het grondgebied van één van de overeenkomstsluitende Partijen uitgevoerde controle kunnen de personeelsleden van de andere overeenkomstsluitende Partij aanwezig zijn bij deze controle voor het juist vaststellen van de socialezekerheidsbijdragen, voor het onderzoeken van de detacheringsvoorwaarden en voor het verifiëren van de cumulatie van prestaties overeenkomstig de wetgeving die geldt op het grondgebied waar de controle gebeurt.2. De personeelsleden van een van de overeenkomstsluitende Partijen nemen enkel als waarnemer deel aan de op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Partij uitgevoerde controles en moeten steeds in staat zijn hun hoedanigheid te verantwoorden.3. De periodiciteit van deze controles, het aantal personeelsleden die nodig zijn voor de goede uitvoering van de controles alsook de nadere regels voor de evaluatie ervan zijn kunnen verder worden uitgewerkt aan de hand van samenwerkingsakkoorden tussen bevoegde instellingen, overeenkomstig artikel 19 van deze administratieve schikking.

Art. 19.Samenwerking tussen bevoegde instellingen.

De bevoegde instellingen van de verdragsluitende Partijen kunnen samenwerkingsakkoorden afsluiten om de nadere regels voor de uitvoering van artikel 15 tot 18 van deze administratieve schikking vast te leggen.

Art. 20.Statistische inlichtingen De verbindingsinstellingen wisselen jaarlijks statistische gegevens uit over het aantal in de andere overeenkomstsluitende Staat verrichte stortingen en de bedragen daarvan. Deze uitwisselingen gebeuren per type prestatie waarin de Overeenkomst voorziet.

Art. 21.Getuigschriften, attesten en formulieren Het model van de getuigschriften, attesten of formulieren die voor de uitvoering van de Overeenkomst en van de Schikking nodig zijn, wordt in gemeen overleg vastgesteld door de verbindingsinstellingen van beide overeenkomstsluitende Staten na goedkeuring door de bevoegde autoriteiten.

Art. 22.Inwerkingtreding Deze Schikking treedt in werking op dezelfde datum als de Overeenkomst en zal dezelfde duur hebben.

Opgemaakt te Pristina, op 8 mei 2018 in tweevoud, in de Nederlandse, Franse en Albanese taal, de drie teksten zijnde gelijkelijk rechtsgeldig.

Voor de Belgische bevoegde autoriteit Mr. Hendrik HERMANS Adviseur-Generaal Voor de Kosovaarse bevoegde autoriteit Mr. Izedin BYTYQI Secretaris-Generaal

^