Etaamb.openjustice.be
Overeenkomst van 27 april 2022
gepubliceerd op 21 oktober 2022

Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, § 1, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2022033233
pub.
21/10/2022
prom.
27/04/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 APRIL 2022. - Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, § 1, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994


Het Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 80, § 1, 5° ;

Gelet op de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, § 1, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;

Na erover beraadslaagd te hebben tijdens zijn zitting van 27 april 2022, Besluit :

Artikel 1.In artikel 11, § 2 van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, § 1, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, ingevoegd bij de verordening van 17 november 2010 en gewijzigd bij de verordeningen van 18 november 2015 en 28 november 2018, wordt het eerste lid vervangen als volgt : "Indien de gerechtigde die valt onder het toepassingsgebied van een internationaal of supranationaal instrument inzake coördinatie van sociale zekerheid waardoor België gebonden is en die bij de aanvang van zijn arbeidsongeschiktheid niet in België, maar in een andere staat verblijft of woont die eveneens gebonden is door dit internationale of supranationale instrument, aangifte heeft gedaan van zijn arbeidsongeschiktheid overeenkomstig de daartoe voorziene procedures in het desbetreffende internationale of supranationale instrument, brengt de adviserend arts zijn beslissing ter kennis met een formulier conform het model in bijlage V-1bis of VIbis, naargelang het gaat om een beslissing waarbij de staat van arbeidsongeschiktheid wordt erkend of niet wordt erkend, en dit zolang hij zijn verblijf- of woonplaats niet opnieuw naar België heeft overgebracht.".

Art. 2.In artikel 17, § 2 van dezelfde verordening, ingevoegd bij de verordening van 17 november 2010 en gewijzigd bij de verordeningen van 18 november 2015 en 28 november 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt: "Indien de adviserend arts oordeelt dat een gerechtigde die in een andere staat woont of verblijft en valt onder het toepassingsgebied van een internationaal of supranationaal instrument inzake coördinatie van sociale zekerheid waardoor België en de staat van woonplaats of verblijf gebonden zijn, na ontvangst van een medisch controlerapport opgesteld door de controlearts van de betrokken staat, niet langer als arbeidsongeschikt in de zin van artikel 100, § 1, van de gecoördineerde wet kan worden beschouwd, brengt hij onverwijld zijn beslissing ter kennis van de gerechtigde onder de voorwaarden en volgens de modaliteiten bepaald in § 1, derde lid, met een formulier conform het model in bijlage VII-1bis."; 2° het wordt aangevuld met een lid, luidende: "De bepalingen van § 1 zijn van toepassing, onder voorbehoud van de wijzigingen aangebracht door de huidige paragraaf.".

Art. 3.In dezelfde verordening worden de bijlage V-1bis, ingevoegd bij de verordening van 17 november 2010 en laatstelijk vervangen bij de verordening van 18 november 2015, de bijlage V-2bis, ingevoegd bij de verordening van 17 november 2010 en laatstelijk vervangen bij de verordening van 18 november 2015, de bijlage VI, laatstelijk vervangen bij de verordening van 19 september 2012, de bijlage VIbis, ingevoegd bij de verordening van 17 november 2010, de bijlage VII-1, laatstelijk vervangen bij de verordening van 9 juli 2015, de bijlage VII-1bis, ingevoegd bij de verordening van 17 november 2010 en laatstelijk vervangen bij de verordening van 18 november 2015, en de bijlage VII-2bis, ingevoegd bij de verordening van 17 november 2010 en laatstelijk vervangen bij de verordening van 18 november 2015, vervangen door de hierbij gevoegde bijlagen.

Art. 4.Deze verordening heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021, met uitzondering van artikel 3 dat in werking treedt op de eerste dag van de tweede maand na die waarin zij is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

De Voorzitter, I. VAN DAMME De Leidend ambtenaar, C. ARBESU

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^