gepubliceerd op 16 december 2010
Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
17 NOVEMBER 2010. - Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
Het Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, het artikel 80, 5°;
Gelet op de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
Na erover beraadslaagd te hebben tijdens zijn zitting van 17 november 2010, Besluit :
Artikel 1.In de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt artikel 11, gewijzigd bij de verordeningen van 15 september 2004 en 15 februari 2006, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, aangevuld met een paragraaf 2, luidend als volgt : « § 2. Indien de gerechtigde die valt onder het toepassingsgebied van de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en nr. 987/2009 van 16 september 2009 tot vaststelling van haar wijze van toepassing, bij de aanvang van zijn arbeidsongeschiktheid in een andere lidstaat van de Europese Unie dan België verblijft of woont en aangifte heeft gedaan van zijn arbeidsongeschiktheid overeenkomstig de bepalingen van artikel 27 van de voormelde Verordening (EG) nr. 987/2009, brengt de adviserend geneesheer zijn beslissing ter kennis met een formulier conform het model in bijlage V-1bis of VIbis, naargelang het gaat om een beslissing waarbij de staat van arbeidsongeschiktheid wordt erkend of niet wordt erkend.
De adviserend geneesheer zendt terzelfdertijd een afschrift van de kennisgeving aan de administratieve dienst van de verzekeringsinstelling door toezending van de naar behoren ingevulde bijlage V-2bis.
De bepalingen van § 1 zijn van toepassing, onder voorbehoud van de wijzigingen aangebracht door de huidige paragraaf. »
Art. 2.In dezelfde verordening wordt artikel 17, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, aangevuld met een paragraaf 2, luidend als volgt : « § 2. Indien de gerechtigde die valt onder het toepassingsgebied van de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en nr. 987/2009 van 16 september 2009 tot vaststelling van haar wijze van toepassing, bij de aanvang van zijn arbeidsongeschiktheid in een andere lidstaat van de Europese Unie dan België verblijft of woont, kan de adviserend geneesheer, zonder over te gaan tot een voorafgaand geneeskundig onderzoek, een einde stellen aan de erkenning van de arbeidsongeschiktheid vanaf de datum van einde van de ongeschiktheid vermeld op het getuigschrift van arbeidsongeschiktheid dat is opgesteld door de behandelend geneesheer van de Staat van de verblijf- of woonplaats of door het bevoegde orgaan van de verblijf- of woonplaats.
De adviserend geneesheer geeft onverwijld kennis van zijn beslissing aan de gerechtigde onder de voorwaarden en volgens de modaliteiten bepaald in § 1, derde lid van het huidig artikel met een formulier conform het model in bijlage VII-1bis.
De adviserend geneesheer brengt zijn beslissing onmiddellijk ter kennis van de administratieve dienst van zijn verzekeringsinstelling met een formulier conform het model in bijlage VII-2bis. »
Art. 3.In dezelfde verordening wordt een bijlage V-1bis, een bijlage V-2bis, een bijlage VIbis, een bijlage VII-1bis en een bijlage VII-2bis ingevoegd die worden toegevoegd respectievelijk aan de bijlagen 1 tot 5 van de huidige verordening.
De Voorzitter, I. VAN DAMME De Leidend ambtenaar, F. PERL Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld