Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief
gepubliceerd op 17 maart 2022

25 FEBRUARI 2022. - Ministeriële omzendbrief GPI 37ter betreffende het beoefenen van sport binnen de geïntegreerde politie Aan de Dames en Heren Provinciegouverneurs, Aan Mevrouw de Hoge Ambtenaar belast met de uitoefening van bevoegdheden va Aan de Dames en Heren Burgemeesters, Aan de Dames en Heren Voorzitters van de Politiecolleges,

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2022031067
pub.
17/03/2022
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


25 FEBRUARI 2022. - Ministeriële omzendbrief GPI 37ter betreffende het beoefenen van sport binnen de geïntegreerde politie Aan de Dames en Heren Provinciegouverneurs, Aan Mevrouw de Hoge Ambtenaar belast met de uitoefening van bevoegdheden van de Brusselse Agglomeratie, Aan de Dames en Heren Burgemeesters, Aan de Dames en Heren Voorzitters van de Politiecolleges, Aan de Dames en Heren Korpschefs van de Lokale Politie, Aan de Heer Commissaris-generaal van de Federale Politie, Aan de Heer Inspecteur-generaal van de Algemene inspectie van de Federale Politie en van de Lokale Politie, Ter informatie: Aan de Heer Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheid en Preventie, Aan de Heer Voorzitter van de Vaste Commissie van de Lokale Politie, Aan Mevrouw de Voorzitster van het Comité P, Aan de Heer Voorzitter van het Controleorgaan op de politionele informatie, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw de Hoge Ambtenaar, Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester, Mevrouw, Mijnheer de Voorzitter, Mevrouw, Mijnheer de Korpschef, Mijnheer de Commissaris-generaal, Mijnheer de Inspecteur-generaal, Dames, Heren, 1. Inleiding Het is algemeen bekend dat regelmatig sporten bijdraagt tot een goede gezondheid, zowel lichamelijk als mentaal. Het nemen van maatregelen die de beoefening van een sportactiviteit vergemakkelijken en stimuleren, kadert dus logischerwijs in de verplichtingen van de werkgever inzake welzijn op het werk.

Naast de gezondheid is de fysieke en geestelijke ontwikkeling van de personeelsleden mijns inziens het noodzakelijke achtste beleidspunt van het welzijn op het werk; een beleidspunt dat nog verder moet worden ontwikkeld, zeker gelet op de resultaten van de enquête over het psychosociale welzijn van december 2018.

Voor een efficiënt beleid ter zake volstaat het niet om infrastructuur en materiële middelen ter beschikking te stellen. Het betekent ook en vooral dat de personeelsleden sportbeoefening echt moeten kunnen inpassen in de organisatie van hun beroeps- en privéleven, door hen voldoende flexibiliteit te bieden en zo bij te dragen aan het evenwicht tussen het privé- en beroepsleven.

In groepsverband dragen sportactiviteiten ook bij tot het versterken van de collegialiteit en de teamgeest; deze aspecten verbeteren op hun beurt het welzijn op het werk en moeten derhalve aangemoedigd worden.

Het adagium "Mens sana in corpore sano" moet een deel van het DNA van de geïntegreerde politie worden. 2. Toepassingsgebied Deze omzendbrief is van toepassing op alle personeelsleden van de geïntegreerde politie, statutair en contractueel, die zich in de administratieve stand van dienstactiviteit bevinden, met uitzondering van de personeelsleden: - die afwezig zijn wegens ziekte, al dan niet ingevolge een arbeidsongeval of een beroepsziekte; - die zich voltijds in een van de hierna genoemde verloven bevinden: 1° het moederschaps- en het vaderschapsverlof;2° het borstvoedingsverlof; 3° het ouderschapsverlof bedoeld in artikel VIII.VII.1 RPPol; 4° het adoptieverlof en het opvangverlof bedoeld in deel VIII, titel VIII, RPPol, met uitzondering van het pleegzorgverlof;5° het profylactisch verlof;6° het verlof voor opdracht van algemeen belang;7° de klassieke loopbaanonderbreking en de thematische loopbaanonderbrekingen;8° de politieke verloven zoals bedoeld in de wet van 18 september 1986 tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de overheidsdiensten;9° het verlof voor het uitoefenen van een ambt bij een secretariaat, de cel algemene beleidscoördinatie of een cel algemeen beleid, bij het kabinet van een federaal, gemeenschaps-, gewestelijk, provinciaal of lokaal politiek mandataris of bij het kabinet van een politiek mandataris van de wetgevende macht; 10° de verwijdering van de arbeidsplaats bedoeld in artikel VIII.V.6 RPPol.

Een sportactiviteit uitgeoefend op de vaste vrije dag(en) of het vaste vrije dagdeel in het raam van de deeltijdse (klassieke of thematische) loopbaanonderbreking, de vierdagenweek met of zonder premie en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar geeft geen aanleiding tot een aanrekening als dienstprestatie, maar een ongeval tijdens deze sportactiviteit kan, mits voldaan is aan de wettelijke voorwaarden van een arbeidsongeval, wel aanleiding geven tot een erkenning van het ongeval als arbeidsongeval. 3. Algemeen In deze omzendbrief dient men onder "verantwoordelijke overheid" te verstaan de commissaris-generaal of de door hem aangewezen dienst voor wat de federale politie betreft en de korpschef of de door hem aangewezen dienst voor wat de lokale politie betreft. 4. Sportactiviteiten door de overheid voorgeschreven 4.1. De opleidingsactiviteiten Het betreft hier sportactiviteiten die opgenomen worden in de programma's van de basisopleidingen, voortgezette opleidingen en functionele opleidingen, zoals voorzien in de reglementaire teksten of de daartoe gevalideerde erkenningsdossiers.

De aanrekening als dienstprestatie van deze sportactiviteiten zit reeds vervat in de in het raam van deze opleidingen toegekende arbeidstijd.

De ongevallen die zich voordoen tijdens de sportactiviteiten beoefend in het raam van deze opleidingen kunnen, mits voldaan is aan de wettelijke voorwaarden van een arbeidsongeval, aanleiding geven tot een erkenning van het ongeval als arbeidsongeval. 4.2. De functionele trainingen Onder deze categorie vallen de sportoefeningen, oefeningen en trainingen die worden opgelegd in het raam van de organisatie van de dienst en de voorbereiding van de eenheden en/of diensten op de uitoefening van hun operationele opdrachten en dit onder leiding van een specialist geweldsbeheersing.

De aanrekening als dienstprestatie van deze sportactiviteiten zit reeds vervat in de in het raam van deze functionele trainingen toegekende arbeidstijd.

De ongevallen die zich voordoen tijdens de sportactiviteiten beoefend in het raam van deze functionele trainingen kunnen, mits voldaan is aan de wettelijke voorwaarden van een arbeidsongeval, aanleiding geven tot een erkenning van het ongeval als arbeidsongeval. 5. Sportactiviteiten niet door de overheid voorgeschreven 5.1. Algemene principes Deze sportactiviteiten, niet vermeld in punt 4, die individueel of in groep worden beoefend op initiatief van het personeelslid of de personeelsleden en die bijdragen tot het onderhouden en/of verbeteren van de fysieke conditie, de gezondheidstoestand en/of de specifieke politionele geschiktheden, worden in drie categorieën onderverdeeld: 1° Wekelijkse sportactiviteit Deze wekelijkse sportactiviteit geeft aanleiding tot een aanrekening als dienstprestatie. Het ogenblik waarop deze sportactiviteit wordt uitgeoefend (bijv.: tijdens de diensturen, voor of na de diensturen, 's avonds, in het weekend, edm.) dient steeds vastgelegd te worden rekening houdend met het belang van de dienst.

De aanrekening als dienstprestatie opent noch het recht op een toelage voor weekend- of nachturen, noch op vergoedingen.

Een ongeval tijdens deze sportactiviteit kan, mits voldaan is aan de wettelijke voorwaarden van een arbeidsongeval, aanleiding geven tot een erkenning van het ongeval als arbeidsongeval.

Bijv.: een personeelslid dat voorzien was om te werken tot 17u00 wenst na het werk te sporten op maandagavond om 21u00. Mits goedkeuring van de aanvraag zal deze activiteit aangerekend worden als dienstprestatie en zal een ongeval erkend kunnen worden als arbeidsongeval, mits de wettelijke voorwaarden ter zake vervuld zijn. 2° Sportactiviteit uitgeoefend op een forfaitair aangerekend(e) dag/dagdeel Deze sportactiviteit geeft geen aanleiding tot een aanrekening als dienstprestatie. Een ongeval tijdens deze sportactiviteit kan, mits voldaan is aan de wettelijke voorwaarden van een arbeidsongeval, wel aanleiding geven tot een erkenning van het ongeval als arbeidsongeval.

Bijv.: een personeelslid wenst te sporten tijdens een volledige dag jaarlijks vakantieverlof. Hoewel het personeelslid deze activiteit niet als dienstprestatie mag aanrekenen, kan, mits goedkeuring van de aanvraag, een ongeval erkend worden als arbeidsongeval, mits de wettelijke voorwaarden ter zake vervuld zijn. Hierbij dient benadrukt te worden dat ook wanneer deze activiteit 's avonds uitgeoefend wordt het personeelslid geen recht zal hebben op een aanrekening als dienstprestatie. 3° Bijkomende sportactiviteit(en) uitgeoefend kort voor of na de dienst of tijdens de middagpauze Dit betreffen bijkomende sportactiviteiten die bovenop de wekelijkse sportactiviteit (die aangerekend wordt als dienstprestatie) kunnen uitgeoefend worden door het personeelslid kort voor of na de dienst, dan wel tijdens de middagpauze. Het betreffen aldus bijkomende sportactiviteiten die niet worden aangerekend als dienstprestatie bij toepassing van punt 1° (bijv.: een tweede door het personeelslid uitgeoefende sportactiviteit in dezelfde week en die kort voor of na de dienst wordt uitgeoefend of tijdens de middagpauze).

Deze sportactiviteiten die beoefend worden kort voor de aanvang van de dienst of kort na het beëindigen van de dienst of tijdens de middagpauze, geven geen aanleiding tot aanrekening als dienstprestatie.

Een ongeval tijdens deze sportactiviteiten kan, mits voldaan is aan de wettelijke voorwaarden van een arbeidsongeval, wel aanleiding geven tot een erkenning van het ongeval als arbeidsongeval.

Bijv.: een personeelslid bekwam reeds een goedkeuring tot het uitoefenen van een sportactiviteit in toepassing van punt 1° "wekelijkse sportactiviteit" (cf. aanrekening arbeidstijd en eventuele erkenning als arbeidsongeval), maar wenst een tweede activiteit uit te oefenen diezelfde week op een andere dag kort na het einde van de dienst (cf. geen aanrekening arbeidstijd, maar wel eventuele erkenning als arbeidsongeval).

De in punt 5 bedoelde sportactiviteiten, met uitsluiting van de in punt 5.2. bedoelde sportactiviteiten, kunnen worden toegestaan overeenkomstig de door de verantwoordelijke overheid bepaalde modaliteiten, waaronder minstens de voorafgaande aanvraag tot toelating van het personeelslid inhoudende de van toepassing zijnde categorie (zijnde punt 1°, 2° of 3° ), de geografische locatie en tijdsbesteding (begin- en einduur) van de voorgenomen activiteit.

De sportactiviteiten kunnen zowel beoefend worden in de infrastructuur van de politie of daarbuiten. 5.2. Beperking Sportactiviteiten die als gevaarlijk worden beschouwd evenals de zogenaamde "denksporten" of "behendigheidssporten" worden uitgesloten van deze regeling.

De gevaarlijkheid van een sportactiviteit hangt niet enkel en in de eerste plaats af van de aard ervan, maar voornamelijk van de omstandigheden waarin de sport wordt beoefend.

Het gekozen criterium is derhalve de positieve impact van de beoogde sportactiviteit op het onderhouden en/of verbeteren van de fysieke conditie en de gezondheidstoestand.

Vechtsporten worden daarom niet per definitie uitgesloten, op voorwaarde dat de beoefende discipline onderworpen is aan strikte regels en uitgeoefend wordt in een sportvereniging, gedekt door een ongevallenverzekering en deel uitmakend van een erkende sportfederatie.

Derhalve zijn de volgende activiteiten, tenzij voorgeschreven of georganiseerd door de verantwoordelijke overheid, uitgesloten van het toepassingsgebied van onderhavige omzendbrief: - motorsporten; - lucht- en luchtvaartsporten; - speleologie, alpinisme, bungeejumpen, rotsklimmen, wild-waterkajakken, vrijduiken, rafting; - de zogenaamde "denksporten" of "behendigheidssporten", zoals schaken, darts, biljart, kaartspelen, hengelsport, duivensport, ...

Deze lijst is niet exhaustief. De verantwoordelijke overheid kan op gemotiveerde wijze en op basis van de hiervoor vermelde algemene principes andere sportactiviteiten uitsluiten. 5.3. Teambuildingsactiviteiten van sportieve aard De teambuildingsactiviteiten van sportieve aard mogen niet ingaan tegen de principes vervat in deze ministeriële omzendbrief.

In afwijking van punt 5.2. zijn de zogenaamde "denksporten" of "behendigheidssporten" die voldoen aan de doelstellingen en de filosofie van een teambuilding wel toegelaten tijdens een teambuildingsactiviteit. 6. Bijzondere gevallen 6.1. Deelname aan interpolitiecompetities De deelname aan nationale of internationale wedstrijden die openstaan voor alle personeelsleden van de geïntegreerde politie kan worden toegestaan overeenkomstig de door de verantwoordelijke overheid bepaalde modaliteiten en voorwaarden. 6.2. Gebruik van een dienstwapen in een privéschietstand Ter herinnering: het gebruik van een privévuurwapen in een schietstand van de politie wordt niet toegestaan.

Het gebruik van een dienstwapen in een privéschietstand kan worden toegestaan overeenkomstig de door de verantwoordelijke overheid bepaalde modaliteiten en voorwaarden, waaronder het feit dat de beoefende discipline onderworpen is aan strikte regels en uitgeoefend wordt in een sportvereniging, gedekt door een ongevallenverzekering en deel uitmakend van een door een gemeenschap erkende sportfederatie.

Voor de aanrekening als dienstprestatie en de eventuele erkenning van een ongeval als arbeidsongeval dient verwezen te worden naar de principes vermeld onder punt 5.1. 7. Algemeen Voor de lokale politie wordt verwezen naar de ministeriële omzendbrief GPI 70 betreffende de herverzekering voor de vergoeding voor arbeidsongevallen en de rol van de herverzekeringsondernemingen. Teneinde een correcte toepassing van de huidige omzendbrief toe te laten, dient het betrokken personeelslid de hiërarchische meerdere onmiddellijk in te lichten van elk ongeval dat zijn oorsprong vindt in de in deze omzendbrief beoogde sportactiviteiten. 8. Opheffingsbepaling De omzendbrief GPI 37bis van 11 juni 2021 wordt op de datum van inwerkingtreding van huidige omzendbrief opgeheven. De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN

^