Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief
gepubliceerd op 18 januari 2017

Omzendbrief betreffende het brandpreventieverslag en de adviesverlening door de hulpverleningszones Aan de voorzitters van de hulpverleningszones Deze omzendbrief is bestemd voor de bevoegde overheden van de hulpverleningszones. De hulpver 1. Adviesverlening Bij het sensibiliseren, zoals bepaald in artikel 3 van het koninklijk besluit(...)

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2016000866
pub.
18/01/2017
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


Omzendbrief betreffende het brandpreventieverslag en de adviesverlening door de hulpverleningszones Aan de voorzitters van de hulpverleningszones Deze omzendbrief is bestemd voor de bevoegde overheden van de hulpverleningszones.

De hulpverleningszones verlenen advies en voeren controles uit met betrekking tot de brandpreventie. Er moet onderscheid gemaakt worden tussen sensibilisering en adviesverlening enerzijds en controle gevolgd door het opstellen van een brandpreventieverslag anderzijds.

De adviesverlening gebeurt op basis van artikel 3 of 4 van het koninklijk besluit van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/12/2014 pub. 30/01/2015 numac 2015000020 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vastlegging van de organisatie van de brandpreventie in de hulpverleningszones sluiten tot vastlegging van de organisatie van de brandpreventie in de hulpverleningszones. De controles gebeuren op basis van artikel 5 van het voormelde koninklijk besluit van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/12/2014 pub. 30/01/2015 numac 2015000020 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vastlegging van de organisatie van de brandpreventie in de hulpverleningszones sluiten. 1. Adviesverlening Bij het sensibiliseren, zoals bepaald in artikel 3 van het koninklijk besluit van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/12/2014 pub. 30/01/2015 numac 2015000020 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vastlegging van de organisatie van de brandpreventie in de hulpverleningszones sluiten wordt raad verleend naar een bepaalde doelgroep.De wijze van raad verlenen gebeurt zodanig dat op de meest doeltreffende manier de doelgroep wordt voorgelicht.

Adviesverlening op basis van artikel 4 is erop gericht een specifieke adviesaanvrager verder te helpen. Zulke adviezen zijn vrijblijvend. De hulpverleningszone voert in dat geval geen controle uit en stelt geen brandpreventieverslag op zoals voorzien door artikel 5 van het koninklijk besluit van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/12/2014 pub. 30/01/2015 numac 2015000020 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vastlegging van de organisatie van de brandpreventie in de hulpverleningszones sluiten.

Binnen de adviesverlening op basis van artikel 4 van het koninklijk besluit van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/12/2014 pub. 30/01/2015 numac 2015000020 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vastlegging van de organisatie van de brandpreventie in de hulpverleningszones sluiten maakt men onderscheid tussen de volgende soorten adviezen : 1. informatief advies 2.voorakkoord De hulpverleningszones beschikken over een uitgebreide vakkundige kennis aangaande de brandvoorkoming. Ook voeren de hulpverleningszones in bepaalde mate een beleid inzake brandvoorkoming. Wie een informatief advies aanvraagt bij de hulpverleningszone wenst beroep te doen op de aanwezige kennis. De thema's en de wijze waarop advies wordt verleend kunnen van heel uiteenlopende aard zijn. De bedoeling is dat eenieder snel en vakkundig verder geholpen wordt.

In dit kader is het ook mogelijk om informatie te verstrekken over het feit of een bepaald project te overwegen is vanuit het oogpunt van de brandveiligheid of niet. Een projectontwikkelaar zal met name geen onnodige investeringen willen doen in studies wanneer de hulpverleningszone meent dat het project de toets van de brandvoorkoming nooit zal doorstaan.

Informatieve adviezen kunnen zowel mondeling als schriftelijk verleend worden. Zulke informatieve adviezen hebben geen bindende waarde. Ze zijn te beschouwen als eerstelijnshulp. Snelheid en doeltreffendheid primeren hier, waardoor mogelijks in een latere fase, bij een grondige controle men toch nog een besluit kan nemen dat niet overeenstemt met het eerder verstrekte informatieve advies. Het is dan ook van belang dat adviesverlener en adviesaanvrager duidelijk het kader vastleggen waarin opgetreden wordt en dat het doel van de adviesaanvraag duidelijk gesteld wordt, zodat beiden weten dat het slechts over een informatief advies gaat. De adviesverlener stemt zijn aanbevelingen af op de specifieke vraag, rekening houdend met het doel van de aanvraag en binnen het geschetste kader. Desalniettemin moet de hulpverleningszone alles in het werk stellen om tegenstrijdige uitspraken maximaal te vermijden.

Naast het informatieve advies is ook een voorakkoord een vorm van adviesverlening zoals bedoeld in artikel 4 van het koninklijk besluit van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/12/2014 pub. 30/01/2015 numac 2015000020 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vastlegging van de organisatie van de brandpreventie in de hulpverleningszones sluiten. Er kan met de hulpverleningszone overleg gepleegd worden vooraleer de controle ten gronde plaatsvindt. Er kan samen met de hulpverleningszone gezocht worden naar oplossingen. Het voorakkoord is niet juridisch bindend, maar het is niet eervol om van een gegeven woord af te wijken. Het voorakkoord wordt schriftelijk vastgelegd. Ook hier moet duidelijk gesteld worden binnen welk kader en met welk doel het voorakkoord afgesloten wordt. 2. Controle : brandpreventieverslag 2.1. Voorafgaand aan een overheidsbeslissing Wanneer een overheid een beslissing wil nemen na een controle door de hulpverleningszone, dan is een brandpreventieverslag vereist. Een overheid kan bijvoorbeeld alvorens een vergunning te verlenen de hulpverleningszone verzoeken om de plannen of het bestaande gebouw of de site te controleren. De hulpverleningszone voert de controle uit en schrijft vervolgens haar bevindingen neer in het brandpreventieverslag. 2.2. Kader en doel Het brandpreventieverslag moet voldoende duidelijk zijn zodat de aanvragende overheid goed geïnformeerd haar eindbeslissing kan nemen.

De aanvragende overheid moet zelf ook een voldoende duidelijke vraag stellen zodat de hulpverleningszone doeltreffend de controle kan uitvoeren. Artikel 5, § 4, van het koninklijk besluit van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/12/2014 pub. 30/01/2015 numac 2015000020 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vastlegging van de organisatie van de brandpreventie in de hulpverleningszones sluiten tot vastlegging van de organisatie van de brandpreventie in de hulpverleningszones bepaalt daartoe "(...) De aanvrager maakt duidelijk binnen welk kader en met welk doel de controle aangevraagd wordt. De opsteller van het brandpreventieverslag houdt rekening met het kader waarbinnen en het doel waartoe het brandpreventieverslag werd aangevraagd en stemt zijn conclusie daarop af.".

Indien de aanvragende overheid het kader en het doel onduidelijk of onnauwkeurig schetst, stelt de hulpverleningszone, eventueel in overleg met de aanvragende overheid, het kader en het doel bij. De controle vindt bijvoorbeeld plaats in het kader van de bouw van een nieuw kantoorgebouw. Het doel van de aanvragende overheid daarbij is bijvoorbeeld te weten of een stedenbouwkundige vergunning om veiligheidsredenen al dan niet verleend mag worden. Indien de aanvragende overheid dit foutief kadert door te verwijzen naar de verkeerde reglementering, dan kan de zone dit corrigeren. Indien de aanvragende overheid voor de bouw van een kantoorgebouw bijvoorbeeld verkeerdelijk refereert naar de bijlage 6 van het koninklijk besluit van 7 juli 1994, dan kan de zone dit bijstellen naar de correcte bijlage.

Een voorbeeld van "Aanvraagformulier voor een brandpreventieverslag van een hulpverleningszone" is opgenomen in het punt 2.8. van deze omzendbrief.

De overheid kan zich slechts beroepen op een brandpreventieverslag in de mate dat de situatie voldoende gelijk is gebleven met de situatie toen het brandpreventieverslag opgesteld werd. Mogelijks is een nieuw brandpreventieverslag nodig omwille van verbouwingen, wegens het wijzigen van plannen, wegens het anders uitvoeren van plannen dan voorzien of ten gevolge van een wijziging van de wetgeving.

Brandpreventieverslagen blijven slechts geldig voor zover de situatie niet wijzigde. 2.3. Eindconclusie van het brandpreventieverslag De aanvrager van de controle is in principe geen specialist brandveiligheid. Om het voor de aanvrager van de controle mogelijk te maken een goed beeld te krijgen van de veiligheid van het voorliggende project of gebouw of evenement gebruikt men één van de volgende conclusies als eindconclusie : De hulpverleningszone geeft een : a) gunstig brandpreventieverslag ;b) gunstig brandpreventieverslag mits naleving van volgende voorwaarden;c) ongunstig brandpreventieverslag.d) het opmaken van het verslag is onmogelijk wegens het ontbreken van essentiële informatie (met aanduiding van de ontbrekende informatie). De eindconclusie moet uitdrukkelijk gemotiveerd worden. De motivering moet in het brandpreventieverslag de juridische en feitelijke overwegingen vermelden die aan de eindconclusie ten grondslag liggen.

De motivering moet afdoende zijn. De aangehaalde redenen moeten volstaan om de beslissing te schragen. Op die manier kan de overheid die het brandpreventieverslag aanvroeg ook haar beslissing motiveren door de verwijzing naar het brandpreventieverslag en de kennisgeving van het brandpreventieverslag aan de betrokkene.

De plannen van een gebouw bevatten niet altijd alle informatie inzake brandveiligheid. Het kan zijn dat de opsteller van het brandpreventieverslag nog bepaalde opmerkingen wenst te maken om de aandacht te trekken op bepaalde aspecten die de betrokkene niet mag vergeten. Zulke opmerkingen kunnen in een apart punt in het brandpreventieverslag vermeld worden. 2.4. Elkeen moet de wet respecteren.

Het feit dat de hulpverleningszone een gebouw of een site als "conform de reglementering" beschouwt, ontslaat de bouwheer, de aannemer, de architect, de eigenaar, ... niet van het naleven van de reglementering op punten die niet opgemerkt werden door de hulpverleningszone. De hulpverleningszone voert slechts een controle uit op alle volgens haar belangrijke punten binnen een bepaald kader, maar kan onmogelijk een totale controle uitvoeren. Anderzijds mag uitgegaan worden van de goede trouw van de voormelde personen bij de uitvoering van de werken en hoeven zij niet voor elk detail op voorhand aan te tonen dat zij de werken conform de reglementering zullen uitvoeren. Iedereen wordt verondersteld de wet te kennen en elkeen moet de wet respecteren.

Wanneer zich achteraf incidenten voordoen zal in principe de veroorzaker van het incident aansprakelijk zijn, zelfs al had de hulpverleningszone een "gunstig brandpreventieverslag" gegeven. De verantwoordelijkheid van de hulpverleningszone beperkt zich tot het goed uitvoeren van een controle. Zij voldoet hieraan wanneer zij de controle uitvoert, zoals een normaal zorgvuldig persoon, geplaatst in dezelfde omstandigheden, dat zou doen. 2.5. Toepasselijke reglementering De hulpverleningszone controleert op basis van de reglementering die van toepassing is. Zo zal de hulpverleningszone bijvoorbeeld de plannen voor een nieuwbouw in eerste instantie controleren op basis van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen. De hulpverleningszone mag tegelijkertijd ook opmerkingen maken over andere toepasselijke reglementering, bijvoorbeeld art. 52 van het ARAB, zelfs al is zij niet de instantie die aangeduid werd ter controle van de arbeidsbescherming.

Het is belangrijk steeds goed naar het toepassingsgebied van een bepaalde reglementering te kijken om te weten of een bepaalde tekst al dan niet van toepassing is. Het toepassingsgebied is meestal bepaald in één van de eerste artikelen van de tekst. Indien meerdere teksten tegelijkertijd van toepassing zijn, dan dienen zij in principe ook samen toegepast te worden. Meestal zal dit in het kader van de brandpreventie leiden tot de toepassing van het strengste voorschrift.

Wanneer in het kader van de wetgeving een afwijking wordt toegestaan voor een bepaald gebouw dan moet dit gebouw voldoen aan de wetgeving met uitzondering van de punten waarvoor een afwijking toegestaan werd.

Eventuele eisen opgelegd in de afwijking dienen nageleefd te worden. 2.6. Gebrek aan reglementering Bij het opstellen van het brandpreventieverslag dient de hulpverleningszone zich te baseren op de bestaande reglementering inzake brandvoorkoming. De hulpverleningszone mag geen hogere eisen stellen dan wat bepaald werd in de reglementering. Indien geen reglementering van toepassing is, moet de hulpverleningszone het gebrek aan reglementering vaststellen. Toch zal de hulpverleningszone controle moeten uitvoeren en de veiligheid van het gebouw, site, evenement, ... beoordelen. Bij gebrek aan reglementering, of indien een bepaald aspect niet of klaarblijkelijk onvolledig gereglementeerd werd en de hulpverleningszone oordeelt dat er sprake is van een gevaarlijke toestand dan dient de hulpverleningszone dit op te merken en mag zij eisen voorstellen om een minimale veiligheid te garanderen.

In dat geval is er sprake van een niet door de reglementering afgedekt risico. De hulpverleningszone dient zich in zulke gevallen terughoudend op te stellen. De hulpverleningszone mag zich niet in de plaats van de wetgever stellen en willekeurig bijkomende eisen opleggen. De hulpverleningszone moet erover waken dat haar voorstellen en voorwaarden proportioneel en redelijk zijn in verhouding met het beoogde doel. Het strekt tot aanbeveling om binnen de zone of interzonaal richtlijnen uit te werken om soortgelijke gevallen op een soortgelijke manier te behandelen. Een grondige motivatie van de voorstellen en voorwaarden opgenomen in het brandpreventieverslag is noodzakelijk. De hulpverleningszone kan haar motivering baseren op de professionele ervaring van de brandweer en op de algemene kennis omtrent brandveiligheid. Zij kan haar conclusies kracht bijzetten door te verwijzen naar normen van verschillende aard, nationale of buitenlandse.

Een technische norm valt niet onder de vigerende reglementering, tenzij deze norm werd overgenomen in de reglementering door middel van een beslissing van de overheid (wet, besluit, ...). 2.7. Brussels Hoofdstedelijk Gewest Deze omzendbrief is mutatis mutandis ook van toepassing in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In deze omzendbrief worden onder de termen "zone" en "hulpverleningszone" ook de Brusselse Hoofdstedelijke dienst voor brandweer en dringende medische hulp begrepen. 2.8. Voorbeeld van aanvraagformulier voor een brandpreventieverslag van een hulpverleningszone Aanvraag brandpreventieverslag van de hulpverleningszone : 1. Aanvrager Naam en functie : optredend voor de overheid/organisatie : Adres : e-mail : telefoon : 2.Geografische situering Naam van het goed/de locatie : of naam van de activiteit : datum van de activiteit : Adres : eventueel kadastrale of andere gegevens voor de plaatsbepaling : 3. Kader en doel Toekomstig of bestaand : o met betrekking tot een te realiseren project of toekomstig evenement ; o met betrekking tot een bestaand gebouw of aanwezige activiteit.

Toepasselijke regelgeving : Doel van de aanvraag : o Aanvraag stedenbouwkundige vergunning o Aanvraag exploitatievergunning voor ... o Nodig voor het bekomen van subsidies voor ... o Andere : 4. Handtekening aanvrager Ondertekend op : te : handtekening Deze omzendbrief vervangt de ministeriële omzendbrief van 17 november 2009 betreffende het brandpreventieverslag en de ministeriële omzendbrief van 18 juni 1991 met betrekking tot het nationaal type brandpreventieverslag. Met de meeste hoogachting, Brussel, 1 december 2016.

Jan JAMBON

^