Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief
gepubliceerd op 20 juni 2003

Ministeriële omzendbrief betreffende de verlenging van sommige rijbewijzen van asielzoekers en van erkende vluchtelingen De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Overwegende dat de huidige ministeriële omzendbrief de bedoeling heeft administra Overwegende dat bij toepassing van het artikel 3 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 « bet(...)

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2003014136
pub.
20/06/2003
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER


Ministeriële omzendbrief betreffende de verlenging van sommige rijbewijzen van asielzoekers en van erkende vluchtelingen De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Overwegende dat de huidige ministeriële omzendbrief de bedoeling heeft administratieve praktijken te harmoniseren en de reglementaire voorwaarden in herinnering te brengen voor de verlenging, voor de erkende vluchtelingen en de kandidaat - vluchtelingen van de buitlenlandse rijbewijzen die op het ogenblik van het indienen van de asielaanvraag erkend en geldig zijn;

Overwegende dat bij toepassing van het artikel 3 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 « betreffende het rijbewijs », het de personen die ingeschreven zijn in het bevolkingsregister, of in het vreemdelingenregister of op de wachtlijst van een Belgische gemeente, niet toegelaten is een motorvoertuig te besturen tenzij indien zij houder zijn van een Belgisch of een Europees rijbewijs, geldig voor de categorie of subcategorie waartoe het voertuig behoort;

Overwegende dat de erkende vluchtelingen en de asielzoekers onder de toepassing vallen van deze bepalingen en derhalve geen motorvoertuig mogen besturen tenzij zij beschikken over een geldig Belgisch rijbewijs gevalideerd voor dat type voertuig;

Overwegende dat het wenselijk is de erkende vluchtelingen en de asielzoekers toe te laten hun erkend nationaal rijbewijs om te wisselen voor een Belgisch rijbewijs;

Overwegende dat sommige erkende buitenlandse rijbewijzen een beperkte geldigheidsdatum hebben;

Overwegende dat uit de samengevoegde lezing van de artikelen 23, § 2, 1°, van de wet van 16 maart 1968 « betreffende de politie van het wegverkeer » en 27 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 « betreffende het rijbewijs », blijkt dat het erkend buitenlands rijbewijs nog geldig dient te zijn om omgewisseld te worden en door de bevoegde Overheid uitgereikt moet zijn geweest wanneer de titularis er verbleef voor een minimum duur van 185 dagen en voor zijn inschrijving in de Belgische registers;

Overwegende dat bij toepassing van de beëindigingclausule van artikel 1, C, 1° van het Verdrag van Genève van 28 juli 1951 « betreffende de statuut van vluchtelingen », een erkende vluchteling riskeert zijn hoedanigheid van vluchteling te verliezen, als hij om een dienst verzoekt bij de overheden van het land dat hij heeft ontvlucht;

Overwegende dat de beëindigingclausule mutadis mutandis toepasselijk is op de kandidaat-vluchtelingen die, indien zij deze niet eerbiedigen, riskeren nooit de hoedanigheid van vluchteling te zullen bekomen;

Overwegende dat het artikel 25 van het Verdrag van Genève van 28 juli 1951 « betreffende de status van vluchtelingen » dat rechtstreeks in het intern recht toepasselijk werd gemaakt, met het Protocol van New York van 31 januari 1967 « betreffende het statuut van de vluchtelingen », door de wetten van 26 juni 1953 en 27 februari 1969, de Belgische Staat bevoegd maakt en hem toelaat een document te overhandigen en de geldigheid te verlengen van een buitenlands document in de plaats van de normaal bevoegde nationale overheid;

Overwegende dat het derhalve aan de Blegische Staat toekomt de voorwaarden vast te leggen voor de verlenging van de geldigheidsduur van het buitenlands rijbewijs (niet uitgereikt door een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte), dat geldig is op het ogenblik van de asielaanvraag, m.a.w. op het ogenblik dat de aanvrager zich niet meer kan wenden tot de bevoegde Overheden of tot de Ambassade van het land dat hij ontvlucht is;

Overwegende dat de verlenging van het buitenlands rijbewijs (niet behorende tot de Europese Economische Ruimte), plaats heeft zonder afbreuk te doen aan de authenticiteitcontrole van dit document, in het kader van de uitwisselingsprocedure, conform de reglementeringen en de richtlijnen die in deze materie toepasselijk zijn;

Wanneer een buitenlander (niet EER- ingezetene) zich bij de gemeentelijke autoriteiten aanbiedt met een rijbewijs (niet EER) waarvan de geldigheidsduur verstreken is, kunnen deze laatsten ervan de geldigheidsduur voor 30 dagen verlengen om betrokkene toe te laten er de omruiling van aan te vragen binnen deze termijn, indien de volgende voorwaarden verenigd zijn; 1. Voorwaarden slaande op de titularis : a) De titularis moet een asielzoeker zijn of in België als vluchteling erkend zijn en in de gemeente zijn ingeschreven.b) De titularis moet op zijn eer bevestigen dat hij fysisch in staat is het type motorvoertuig te besturen waarvoor het rijbewijs werd uitgereikt of dient zich te onderwerpen aan een medische controle. Indien de eerste oplossing door de betrokkene wordt gekozen, moet hij het attest ondertekenen waarvan het model gevoegd is aan de huidige ministeriële omzendbrief (bijlage nr. 1, rubrieken I.II. & III). c) De titularis moet op zijn eer bevestigen niet het voorwerp uit te maken van enig verval van het recht tot sturen dat zou zijn uitgesproken door de Overheden van zijn land van afkomst of door de Belgische Overheden. Hiertoe dient hij het attest te ondertekenen dat gevoegd is aan huidige ministeriële omzendbrief (bijlage nr. 1, rubriek IV).

De buitenlander (niet EER-burger) verliest het voordeel van de verlenging indien zou blijken dat een valse verklaring werd afgelegd aan de gemeentelijke overheden of dat een document dat ter staving werd voorgelegd werd vervalst. 2. Voorwaarden slaande op het rijbewijs. a) Het buitenlands bewijs (niet EER) dat het voorwerp uitmaakt van de aanvraag tot verlenging moet een erkend document zijn, m.a.w. dat door een van de verdragsluitende partijen werd afgeleverd, conform het dispositief en de Bijlagen van de Verdragen van Genève van 19 september 1949 en van Wenen van 8 november 1968, zoals geldig bekrachtigd, of op basis van een van de bilaterale akkoorden die met België zijn gesloten en die slaan op de wederzijdse erkenning en de omwisseling van de rijbewijzen. b) Het buitenlands rijbewijs (niet EER) dat het voorwerp uitmaakt van de aanvraag tot verlenging moet geldig zijn op het ogenblik van de indiening van de asielaanvraag in België. Indien één van de bovenvermelde voorwaarden ontbreekt, kan de verlenging van het buitenlands rijbewijs niet worden uitgevoerd en is de titularis, indien hij wenst te beschikken over een Belgisch rijbewijs, verplicht alle theoretische en praktische examens af te leggen met inachtneming van de geldende reglementaire bepalingen die toepasselijk zijn in zake het rijbewijs. Deze verlenging kan nog éénmaal worden herhaald voor een periode van 30 dagen.

Voor alle bijkomende informatie betreffende de toepassing van de huidige omzendbrief, zullen de gemeenten contact kunnen nemen met de dienst « Rijbewijs » op het nummer 02-287 44 37 (sectie gemeenten).

De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld I

^