Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief
gepubliceerd op 24 oktober 2001

Omzendbrief van de Minister van Leefmilieu en Openbare Netheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de rol van de gemeenten in de bestraffing van inbreuken op de openbare netheid Dames en heren burgemeesters, Inleiding Het be - de gemeentelijke verordeningsbevoegdheden; - de gewestelijke bevoegdheden; - de agglomerati(...)

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2001031357
pub.
24/10/2001
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

Omzendbrief van de Minister van Leefmilieu en Openbare Netheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de rol van de gemeenten in de bestraffing van inbreuken op de openbare netheid Dames en heren burgemeesters, Inleiding Het beheer van de openbare netheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt door drie soorten rechtsmiddelen geregeld en beïnvloed : - de gemeentelijke verordeningsbevoegdheden; - de gewestelijke bevoegdheden; - de agglomeratiebevoegdheden.

Daarom hebben de gemeenten niet altijd een duidelijk beeld van hun verordeningsbevoegdheden en sanctiemogelijkheden.

Het probleem van de bevoegdheidsverdeling tussen het Gewest en de gemeenten is des te prangender sinds de goedkeuring, op 11 maart 1999, van het gewestelijk netheidsplan waarin aan het Agentschap Net Brussel een centrale coördinatierol voor de toepassing ervan wordt toevertrouwd terwijl de negentien gemeenten hierbij worden betrokken door middel van twee instrumenten : de toetreding tot een netheidshandvest, enerzijds, en de facultatieve afsluiting van een netheidscontract met het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, anderzijds.

In de netheidscontracten staat de idee van de enige operator centraal.

Het grondgebied van elke gemeente wordt onderverdeeld in geografische zones waarin een enkele administratie alle netheidstaken voor haar rekening neemt.

Zo bepalen de netheidscontracten doorgaans wat volgt : - « De toekenning van een interventiezone houdt in dat de betrokken operator alle opdrachten met betrekking tot de reiniging van zijn zone uitvoert. - De reiniging behelst het volledig openbaar gebied. Ze omvat dus trottoirs, straatgoten, groene ruimten op wegen, eigen sites van het openbaar vervoer en voetgangerstunnels. Ze omvat de volgende activiteiten : - manuele of mechanische veging; - reiniging van de straatkolken; - ledigen van de stadsvuilbakken; - verwijderen van sluikstorten; - verwijderen van hondenpoep; - verwijderen van graffiti en wildaanplakking op het stadsmeubilair en op de openbare gebouwen. » Wanneer de gemeente de enige operator is, kan de vraag rijzen over welke rechtsmiddelen ze beschikt om een dwangbeleid te voeren ten opzichte van de personen die afval achterlaten, of het nu om sluikstorten gaat dan wel om elke andere vorm van vervuiling van de openbare ruimte.

Dubbele actiemogelijkheid voor de gemeenten De gemeentelijke ambtenaren kunnen hun acties ter bestrijding en bestraffing van inbreuken op de openbare netheid op twee verschillende rechtsgronden stoelen : hetzij op een gemeentelijke verordening ter uitvoering van de administratieve sancties bedoeld in artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet zoals ingevoerd bij de wet van 13 mei 1999 tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties, hetzij door de aanwijzing, door het College van burgemeester en schepenen, van ambtenaren die belast zijn met het toezicht op de naleving van het milieurecht krachtens de ordonnnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu.

Wanneer de gemeente optreedt op basis van een gemeentelijke verordening, wordt een bijzondere procedure op gang gebracht die kan leiden tot het opleggen van administratieve geldboetes waarvan de opbrengst aan de gemeente toekomt.

Wanneer een overtreding van het Brusselse milieurecht wordt bestraft, wordt een andere procedure opgestart die tot hogere administratieve geldboetes kan leiden, maar waarvan de opbrengst in de eerste plaats naar het Gewest gaat, dat het pas nadien via subsidies aan de gemeenten terugstort op voorwaarde dat die gemeenten een netheidscontract hebben afgesloten.

Deze omzendbrief heeft tot doel het toepassingsgebied van elk van die teksten te verduidelijken en de gevallen inzake openbare netheid te identificeren waarin de gemeenten hun verordeningsbevoegdheden kunnen uitoefenen en hun ambtenaren op basis van een gemeentelijke verordening kunnen laten optreden en de gevallen waarin de gemeentelijke ambtenaren de gewestelijke ordonnantie van 25 maart 1999 kunnen inroepen, alsook de bevoegdheden die de burgemeester en zijn ambtenaren krachtens die ordonnantie kunnen uitoefenen.

Rol en bevoegdheden van de gemeenten op basis van de gewestelijke procedure voor de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu De ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu bevat toezichts- en dwangbepalingen die noodzakelijk zijn voor de toepassing van de diverse wetsnormen inzake leefmilieu, in het bijzonder de ordonnantie van 9 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen. Artikel 8 van die ordonnantie bepaalt dat het verboden is om afvalstoffen achter te laten op een openbare of privé-plaats buiten de plaatsen die hiertoe door de bevoegde administratieve overheid voorzien zijn of zonder de reglementaire bepalingen betreffende de verwijdering van afvalstoffen na te leven.

De ordonnantie van 25 maart 1999 machtigt het College van burgemeester en schepenen ertoe gemeentelijke ambtenaren aan te wijzen die overtredingen van dit verbod om afvalstoffen achter te laten kunnen vaststellen en verbaliseren.

De met het toezicht belaste gemeentelijke ambtenaren hebben nog andere bevoegdheden : - ze kunnen te allen tijde een waarschuwing richten tot de vermoedelijke dader van het misdrijf of tot de eigenaar van het goed waar het feit dat het hoofdbestanddeel van het misdrijf vomt gepleegd werd of waar het zijn oorsprong vond en de termijn vaststellen waarbinnen de voorschriften moeten worden nagekomen (art. 8 van de ordonnantie); wanneer geen schriftelijke, maar een mondelinge waarschuwing is gegeven, moet die binnen tien dagen bij een ter post aangetekende brief door de burgemeester worden bevestigd; - ze kunnen te allen tijde maatregelen treffen, of zelfs mondeling opleggen, die nodig zijn om elke door het misdrijf veroorzaakte vorm van hinder te verhelpen en indien aan die maatregelen geen gevolg wordt gegeven, de voorgeschreven maatregel ambtshalve op kosten van de in gebreke blijvende persoon uitvoeren of laten uitvoeren (art. 9, § 1, van de ordonnantie); indien de maatregelen niet schriftelijk, maar mondeling zijn opgelegd, moeten ze binnen tien dagen bij een ter post aangetekende brief door de burgemeester worden bevestigd; - indien het achterlaten van afval tot een ernstig risico kan leiden voor het milieu (bodemverontreiniging bijv.) of voor derden (schade door de proliferatie van insecten of ongedierte dat door het afval wordt aangetrokken) of indien de exploitant van een activiteit of een installatie waarvan het afval afkomstig is, dit afval blijft achterlaten buiten de hiertoe voorziene uren en plaatsen, kunnen de gemeentelijke ambtenaren bevelen tot de gedeeltelijke of volledige stopzetting van de activiteit die de achtergelaten afvalstoffen genereert of tot de sluiting van de inrichting waar die afvalstoffen onwettig zijn achtergelaten (art. 9, § 2, van de ordonnantie); in dat geval moet de burgemeester evenwel bij aangetekende brief de gedeeltelijke of volledige stopzetting van de activiteit of de sluiting van de bewuste inrichting bevestigen; bij het Milieucollege kan beroep worden aangetekend tegen de beslissing tot gedeeltelijke of volledige stopzetting van de activiteit die de achtergelaten afvalstoffen genereert of tot sluiting van de inrichting waar die afvalstoffen onwettig zijn achtergelaten; - de gemeentelijke ambtenaren beschikken over ruime onderzoeksmiddelen, aangezien ze te allen tijde inrichtingen, lokalen, terreinen en andere plaatsen kunnen betreden waar afval is achtergelaten of waarvan het achtergelaten afval afkomstig is (art. 12 van de ordonnantie); in dat kader kunnen ze ook tot onderzoeken, controles en verhoren overgaan en alle nodige inlichtingen inwinnen, met name door het ondervragen van alle personen over alles wat nuttig is voor de vervolging en de bestraffing van het achterlaten van afval dat ze hebben vastgesteld; - ze kunnen een proces-verbaal opstellen tegen de vermoedelijke dader of tegen X (art. 11 van de ordonnantie); in dat geval moet het proces-verbaal worden bezorgd aan de vermoedelijke dader of aan de eigenaar van het goed waar het afval werd achtergelaten (art. 11 van de ordonnantie), alsook aan de leidend ambtenaar van het Agentschap Net Brussel en aan de procureur des Konings (art. 36 van de ordonnantie).

De ordonnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu is bijzonder in die zin dat de processen-verbaal die worden opgesteld door de gemeentelijke ambtenaren die hiertoe door het College van burgemeester en schepenen zijn aangewezen aanleiding kunnen geven tot de betaling van een administratieve geldboete ten laste van de overtreder. De leidend ambtenaar van het Agentschap Net Brussel is verantwoordelijk voor de toepassing van de procedure en legt de administratieve geldboete, die kan schommelen tussen 2 500 en 25 000 BEF, op.

Die procedure van administratieve geldboetes staat volledig los van de terugbetaling van de kosten voor de verwijdering van het afval die het Gewestelijk Agentschap voor Netheid kan vorderen en die ten laste vallen van de dader indien het vuil op de openbare weg werd achtergelaten of, in alle andere gevallen, van de bezetter of de eigenaar van de plaats waar het afval werd achtergelaten (art. 9, § 2, van de ordonannantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen). Die procedure staat eveneens volledig los van een eventuele netheidstaks die de gemeente kan opleggen.

In alle gevallen wordt de opbrengst van die administratieve geldboetes aan het Gewest gestort. Het Gewest heeft niettemin een netheidshandvest en netheidscontracten in het leven geroepen waarin de gemeenten zich kunnen verbinden en waardoor ze subsidies kunnen ontvangen voor een bedrag dat zelfs hoger kan liggen dan de opbrengst van de boetes die op grond van de processen-verbaal van de gemeentelijke ambtenaren werden opgelegd.

Rol en bevoegdheden van de gemeenten op basis van een gemeentelijke verordening Wat de residuaire bevoegdheden van de gemeenten op het vlak van de openbare netheid betreft, kan de gemeente een gemeentelijke verordening uitvaardigen of een bestaande gemeentelijke verordening wijzigen met het doel de gemeente de mogelijkheid te geven om een boete op te leggen aan al wie een inbreuk pleegt op de openbare netheid, een boete waarvan het bedrag maximum 10 000 BEF mag bedragen.

Het gaat hier niet om de vervolging van sluikstorten, maar om kleine inbreuken op de openbare netheid zoals het vervuilen van de openbare weg of van plaatsen die voor het publiek toegankelijk zijn (hondenpoep, sigarettenpeuken, vet papier,...) De Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft een ontwerp van gemeentelijke verordening opgesteld. Het Gewest werd niet bij de opstelling hiervan betrokken, maar ik raad de gemeenten aan het goed te keuren. Dit ontwerp van gemeentelijke verordening met betrekking tot de openbare netheid is bij deze omzendbrief gevoegd. De gemeenten kunnen het als inspiratiebron gebruiken en op basis van hun behoeften aanpassen (zo kunnen de gemeenten beoordelen of het realistisch is om vaste uren op te leggen waarop alle handelaars, ongeacht hun activiteit, hun afval moeten buitenzetten dan wel of er een maximumtijd moet worden vastgesteld waarbinnen het afval van de handelszaken op de openbare weg aanwezig mag zijn). De gemeenten moeten hierbij overlappingen met agglomeratieverordeningen vermijden (bijvoorbeeld wat de aard van de zakken betreft en de uren waarop ze voor de vuilnisophaling mogen worden buitengezet).

Om de door de federale wet bedoelde administratieve geldboetes te kunnen opleggen, moeten de gemeenten niet alleen een gemeentelijke verordening goedkeuren zoals die welke bij deze omzendbrief is gevoegd, maar moeten ze ook een aantal onontbeerlijke handelingen stellen (zie omzendbrief OOP 30 van 2 mei 2001 van de Minister van Binnenlandse Zaken aangaande de uitvoering van de wet van 13 mei 1999 tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties, Belgisch Staatsblad van 23 mei 2001, punt B.4., blz. 17251 ev.) : - het College wijst de ambtenaar aan die bevoegd is om administratieve geldboetes op te leggen; het moet een andere ambtenaar zijn dan de politieambtenaar of hulpagent van politie die de overtreding heeft vastgesteld; aangezien de opbrengst van de administratieve geldboetes ten goede komt aan de gemeentekas, oordeelt de Minister van Binnenlandse Zaken dat de gemeenteontvanger evenmin die functie mag vervullen; - de aangewezen ambtenaar stelt de procedure in bij een ter post aangetekend schrijven aan de overtreder waarin de feiten worden vermeld op basis waarvan de procedure werd opgestart en waarin de overtreder wordt verzocht zijn verweermiddelen binnen een termijn van vijftien dagen te kennen te geven; binnen die termijn kan de overtreder zijn verweermiddelen schriftelijk kenbaar maken of vragen om zich mondeling te mogen verdedigen; indien de administratieve geldboete minder dan 2 500 BEF bedraagt, wordt in prinicpe geen mondeling verweer toegestaan; - de aangewezen ambtenaar neemt vervolgens een gemotiveerde beslissing tot oplegging van een administratieve geldboete waarbij zowel de beweegredenen als het bedrag moeten worden verantwoord en brengt de overtreder hiervan op de hoogte; - de beslissing betreffende de oplegging van de geldboete is uitvoerbaar na het verstrijken van één maand na de kennisgeving aan de betrokkene, tenzij deze beroep heeft aangetekend bij de politierechtbank.

We hopen dat deze verduidelijkingen u tot nut zullen zijn.

De Minister van Leefmilieu en Openbare Netheid, D. GOSUIN

Bijlage : ontwerp van gemeentelijke verordening HOOFDSTUK I. - De openbare netheid

Artikel 1.Het is verboden op welke manier dan ook, door eigen toedoen of door toedoen van personen, dieren of zaken waarover men toezicht of zeggenschap heeft : 1. voorwerpen van openbaar nut;2. plaatsen van de openbare weg;3. galerijen en doorgangen op private grond die voor het publiek toegankelijk zijn te vervuilen. De dieren waarover men het toezicht heeft, mogen hun uitwerpselen enkel achterlaten in de goten, afvoer of riolen of in de speciaal daartoe ingerichte plaatsen.

Ieder die de bovenvermelde bepalingen heeft overtreden, moet de zaken onmiddellijk opnieuw reinigen, zoniet zal de gemeente het doen op kosten en op risico van de overtreder.

Art. 2.Behoudens voorafgaande vergunning ongeacht de burgemeester is het verboden tekens of opschriften te maken met welk product , op de rijwegen en trottoirs van de openbare weg.

Art. 3.Overeenkomstig artikel 551, 3°, van het Strafwetboek moeten trottoirs en bermen van bewoonde gebouwen rein gehouden worden. Deze verplichting rust op de eigenaar of de mede-eigenaar van het gebouw, en omvat onder meer het verwijderen van onkruid en wilde begroeiing.

Trottoirs en bermen mogen enkel schoongemaakt worden op de meest aangewezen tijdstippen om de veilige en gemakkelijke doorgang en de openbare rust niet in het gedrang te brengen.

Onder trottoir verstaat men de doorgaans ten opzichte van de rijweg verhoogde berm, die langs de rooilijn gelegen is en voor de voetgangers bestemd is.

De berm is de ruimte of het gedeelte van de weg dat niet in de rijweg inbegrepen is.

Overtredingen tegen onderhavige bepaling worden bestraft met toepassing van artikel 551, 3°, van het strafwetboek.

Art. 4.De trottoirs en bermen van niet bewoonde gebouwen dienen schoon te worden gehouden. Deze verplichting rust : 1. Voor gebouwen zonder woonfunctie : op de conciërges, portiers of bewakers die belast zijn met het dagelijks onderhoud van de gebouwen;2. Voor leegstaande gebouwen of onbebouwde terreinen : op iedere houder van een zakelijk recht op het gebouw, of op de huurders. Deze verplichting omvat onder andere de verwijdering van onkruid en wilde begroeiing.

Trottoirs en bermen mogen enkel schoongemaakt worden op de meest aangewezen tijdstippen om de veilige en gemakkelijke doorgang en de openbare rust niet in het gedrang te brengen.

Art. 5.Het is verboden op de openbare weg het onderhoud, de smering, olieverversing of herstelling van voertuigen of stukken van deze voertuigen te doen, met uitzondering van het depanneren vlak na het zich voordoen van het defect voor zover het gaat om zeer beperkte interventies teneinde het voertuig in staat te stellen zijn weg voort te zetten of weggesleept te worden.

Het wassen van voertuigen, met uitzondering van voertuigen voor het al dan bezoldigd goederenvervoer of gezamenlijk vervoer van personen, is toegelaten op de openbare weg op tijdstippen van de dag die het best verenigbaar zijn met de veilige en gemakkelijke doorgang en de openbare rust; het mag in geen geval tussen 22 uur en 7 uur gebeuren.

Het wassen en schoonmaken mag enkel plaatshebben voor het gebouw waar de eigenaar van het voertuig woont of voor diens garage.

De producten en het gereedschap voor het herstellen of het wassen van het voertuig moeten zorgvuldig samengehouden worden zodat de doorgang van de voetgangers en de weggebruikers niet wordt gehinderd.

Art. 6.Het is verboden de leidingen voor de afvoer van regen- of afvalwater af te sluiten.

Art. 7.Behoudens toelating is het verboden om de riolen in het openbaar domein te ontstoppen, schoon te maken, te herstellen of er aansluitingen op aan te brengen.

Het verbod is niet van toepassing op de vrijmaking van aflopen als de minste vertraging aan de aangrenzende eigendommen schade zou kunnen berokkenen en voor zover er niets wordt gedemonteerd of uitgegraven.

Art. 8.Het gebruik van containers die door de gemeenteadministratie of met diens goedkeuring op het openbaar domein worden geplaatst, is strikt voorbehouden aan de personen en voorwerpen die deze heeft vastgesteld. Het is verboden er andere voorwerpen of afval in te deponeren.

De door de gemeente voor groenafval voorbehouden plaatsen moeten volkomen net worden gehouden. - ze zijn enkel voorbehouden voor de inwoners van de gemeente; - het storten van groenafval door beroepstuiniers is er verboden.

Onder groenafval verstaat men het afval uit het onderhoud van tuinen en groene ruimten of composteerbaar of biologisch afbreekbaar huishoudafval, uitgezonderd het recycleerbaar afval waarvoor selectieve ophalingen gehouden worden.

Art. 9.Het is verboden op de openbare weg en op openbare plaatsten zoals parken en tuinen eender welke materie voor de voeding van zwervende dieren of duiven achter te laten, te deponeren of te werpen, met uitzondering van de voeding voor de vogels bij vriesweer.

De eigenaars, beheerders of huurders van gebouwen moeten de plaatsen waar duiven nesten zouden kunnen bouwen permanent afschermen, alsook vervuilde gebouwen doen schoonmaken en ontsmetten.

Art. 10.De goede staat van onbebouwde terreinen en onbebouwde delen van eigendommen moet op ieder moment verzekerd zijn, wat inhoudt dat erover dient gewaakt te worden dat de begroeiing noch de openbare eigendom noch de openbare weg bedreigt.

Art. 11.Het is verboden regenwater afkomstig van bebouwde eigendommen op de openbare weg te doen afvloeien.

Art. 12.De natuurlijke of rechtspersonen die een overeenkomst hebben afgesloten met een maatschappij voor de verwijdering van hun afval uitgezonderd huishoudafval, moeten in die overeenkomst de dag en het tijdstip van de ophaling preciseren. Ze dienen er tevens over te waken dat de zakken of recipiënten met dit afval geen bron van hinder of vervuiling kunnen vormen en dat ze geen dieren kunnen aantrekken.

Wanneer de ophaling 's morgens plaatsvindt, dienen de zakken te worden klaargezet op de vooravond van de ophaling na 18 uur of de dag zelf, vóór de komst van de vrachtwagen. Wanneer de ophaling 's avonds plaatsvindt, dienen de zakken of recipiënten te worden klaargezet de dag zelf na 18 uur en vóór de komst van de vrachtwagen.

De gemeenteadministratie kan afwijken van de tijdstippen voor de plaatsing van de zakken of recipiënten met afval wanneer die in strijd zijn met de voorschriften inzake openbare veiligheid, rust en volksgezondheid.

Art. 13.Het is verboden de buurt te verstoren met rook, geuren of uitwasemingen van welke bron dan ook, alsook met stof of projectielen van allerlei aard.

Behoudens vergunning van de bevoegde overheid is het eveneens verboden vuur te maken buiten gebouwen en in open lucht afval te verbranden, met inbegrip van groenafval zoals beoogd bij artikel *** van dit reglement.

Onverminderd het eerste lid zijn barbecues toegelaten in private tuinen en enkel als er gebruik wordt gemaakt van vaste of mobiele barbecuestellen.

Art. 14.De verkopers van voedingsproducten die onmiddellijk en buiten worden verbruikt, dienen het nodige te doen opdat hun klanten de openbare weg rond hun handel niet vervuilen.

Art. 15.Het is verboden te urineren of uitwerpselen achter te laten op de openbare weg of in openbare plaatsen en parken, galerijen en passages op privé-gebied die voor het publiek toegankelijk zijn, elders dan in de daartoe bestemde plaatsen.

Het is verboden te spuwen op een openbare plaats of een voor het publiek toegankelijke plaats.

Art. 16.Het is verboden het ijs op stilstaand water, waterwegen of afvoerpijpen te vervuilen door er voorwerpen, substanties of dode of levende dieren op te werpen of te gieten.

Art. 17.Het is verboden te baden in rivieren, kanalen, vijvers, bekkens, fonteinen, er dieren te laten baden of te wassen of er eender wat in onder te dompelen.

Art. 18.De toegang tot cabines, stortbaden of zwembaden en sportinrichtingen die voor het publiek toegankelijk zijn, is verboden voor personen : - die duidelijk niet zindelijk zijn; - die met ongedierte besmet zijn; - die lijden aan een besmettelijke ziekte of een wonde die nog niet geheeld of met een verband bedekt is, hetzij een huidziekte die met uitslag gepaard gaat.

Art. 19.Het is verboden personen die aan een besmettelijke ziekte lijden te vervoeren of te doen vervoeren met een ander vervoermiddel dan met een speciale ziekenwagen.

Art. 20.Behoudens vergunning is het verboden op het hele grondgebied van de gemeente en op iedere plaats van de openbare weg langer dan 24 uur achtereen te verblijven of te slapen in een wagen, een caravan of een daartoe ingericht voertuig, of er te kamperen.

Het is eveneens verboden meer dan 24 uur achtereen op een privé-terrein te verblijven in een mobiel onderkomen zoals een woonaanhangwagen, een caravan of een motorhome.

Art. 21.Ieder die de bepalingen van de artikelen van onderhavig reglement overtreedt, wordt gestraft met een administratieve geldboete van maximum 10 000 frank (248 euro (1)).

Art. 22.De administratieve geldboetes worden verhoogd in geval van recidive binnen drie jaar na de oplegging van een administratieve geldboete, zonder dat ze echter 10 000 frank of 248 euro mogen overschrijden. _______ Nota (1) Het bedrag in euro werd berekend door afronding naar de lagere eenheid wanneer de decimaal lager is dan 0,50 of naar de hogere eenheid wanneer de decimaal hoger is dan 0,50.Daardoor is het equivalent in euro van 10 000 frank niet het tienvoud van het equivalent in euro van 1 000 frank. Dit verschil kan omzeild worden door de bedragen enkel in euro te vermelden (trouwens, vooraleer het APR in werking treedt...)

^