MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN

Omzendbrief GPI 13 met betrekking tot de markering van de voertuigen van de geïntegreerde politie Aan Mevrouw en de heren Provinciegouverneurs.

Aan Mevrouw de Gouverneur van het bestuurlijk arrondissement Brussel-Hoofdstad.

Aan de Dames en Heren Burgemeesters.

Aan de Dames en Heren voorzitters van de politiecolleges.

Aan de heer commissaris-generaal van de Federale Politie.

Ter informatie aan : Aan de dames en heren Arrondissementscommissarissen.

Aan de heer voorzitter van de Vaste Commissie van de Gemeentepolitie en aan de dames en heren korpschefs van de lokale politie.

Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester, Mevrouw, Mijnheer de Voorzitter, In mijn omzendbrief GPI 4 van 8 maart 2001 met betrekking tot de visuele identiteit van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, heb ik vermeld dat de voertuigen drager zijn van deze identiteit.

Tot op heden, enkele weken na de voorstelling van de nieuwe striping van de voertuigen van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, konden enkele tientallen voertuigen van de lokale of federale politie met de nieuwe striping worden gemarkeerd.

Naast het promoten van de visuele identiteit, beoogt deze nieuwe markering een verbetering van zowel de zichtbaarheid van alle kanten van het voertuig als de veiligheid van de politieagenten die er gebruik van maken.

Van deze markering zijn de logo-teksten, de kentekens SOS 101, de woorden POLITIE/POLICE/POLIZEI en de vermeldingen van de lokale politiezone of van het onderdeel van de federale politie uitgevoerd in blauw PMS 072C. De grafische lijn omvat vier banden. Drie banden zijn uitgevoerd in blauw PMS 072C; de kleur van de vierde band is oker PMS 1525 C voor de federale politie of lichtblauw PMS 5503C voor de lokale politie. Alle elementen van de markering worden gezeefdrukt op een lichtweerkaatsende folie. Deze elementen worden omgeven door een lichtweerkaatsende witte bies, behalve de naam van de zone of van het departement van de federale politie.

Daarenboven moet een lichtweerkaatsende markering toelaten dat de omtrek van het voertuig bij nacht zeer duidelijk te onderscheiden is (conspicuity), en dit zowel opzij als vooraan (wit) en achteraan (rood). Deze markering moet overdag zo onopvallend mogelijk zijn.

Het is belangrijk te weten dat bij de uitwerking van deze nieuwe markering rekening werd gehouden met de diversiteit van de voertuigen van de geïntegreerde politie. Deze markering kan dus worden aangepast aan elk model opdat het uitzicht van de politievoertuigen zou beantwoorden aan de nagestreefde visuele identiteit. Indien evenwel zou blijken dat op een bepaald voertuig de markering niet vlot kan worden aangebracht, dan kan men steeds terecht bij de Directie Uitrusting van de Algemene Directie van de Materiële Middelen van de federale politie. Dit departement, het enige trefpunt inzake visuele identiteit, zal de nodige beslissingen nemen om de markering van het problematisch voertuig tot een goed einde te brengen.

Hierbij deel ik nog mee dat de technische specificaties van deze markering verkrijgbaar zullen zijn bij de Algemene Directie van de Materiële Middelen van de federale politie. Een normenkatern en de exacte technische specificaties met de nieuwe beschrijving van de markering van de voertuigen van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, zullen weldra gepubliceerd worden.

Dringende en technische vragen, alsook detailvragen met betrekking tot het aanbrengen van de striping kunnen rechtstreeks gericht worden tot bovenvermelde algemene directie.

De markering van de momenteel in dienst zijnde voertuigen van de federale politie en van de lokale politie, moet niet onmiddellijk vervangen worden door de nieuwe striping van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus. Het is evenwel wenselijk dat alle voertuigen die voorzien zijn van een blauwe of oranjerode streep een overgangsconfiguratie zouden krijgen. Deze omvat een logo die wordt aangebracht op de kleurstreep in het midden van de motorkap van het voertuig. Dit logo moet een diameter hebben van 24 centimeter en moet omringd worden door een lichtweerkaatsende witte bies van 5 millimeter.

Daarenboven mag enkel de term « Politie » verschijnen op de flanken van het voertuig. De termen « rijkswacht » of « gendarmerie » zullen dan ook, in voorkomend geval, bedekt moeten worden met een sticker met vermelding van één of meer (naargelang het taalstatuut) van de termen « POLITIE », « POLICE » of « POLIZEI ».

Het is evident dat op termijn de globale visuele identiteit bepaalde herkenningselementen vereist die identiek zijn voor gans het wagenpark van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus. Na 1 januari 2007 zal de tijdelijke markering van de politievoertuigen in elk geval plaats moeten ruimen voor de elementen van de definitieve striping. Tot aan die datum is de overschakeling naar de nieuwe striping afhankelijk van de financiële mogelijkheden.

Aan Mevrouw of de Heer Gouverneur wordt gevraagd om in het Bestuursmemoriaal melding te maken van het bestaan van deze omzendbrief en de datum van bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

A. DUQUESNE