Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief
gepubliceerd op 29 november 2001

Omzendbrief ZPZ 24. - Politiehervorming Verplichte inventarisatie van roerend patrimonium bij de lokale politie Aan Mevrouw en Heren Provinciegouverneurs, Aan Mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, A Ter informatie : Aan de Dames en Heren Arrondissementscommissarissen, Aan de provinciale Ond(...)

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2001001099
pub.
29/11/2001
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN


Omzendbrief ZPZ 24. - Politiehervorming Verplichte inventarisatie van roerend patrimonium bij de lokale politie Aan Mevrouw en Heren Provinciegouverneurs, Aan Mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, Aan de Dames en Heren Burgemeesters, Ter informatie : Aan de Dames en Heren Arrondissementscommissarissen, Aan de provinciale Ondersteuningsteams, Aan de Commissaris-generaal van de federale politie, Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie van de Gemeentepolitie, Aan de Directeur-generaal van de Algemene Rijkspolitie A. Voorbereiding Overeenkomstig mijn Omzendbrief ZPZ8 « Politiehervorming - Richtlijnen inzake de gemeentebegroting en -boekhouding met betrekking tot de politiehervorming », zullen alle politiezones (ééngemeentezones en meergemeentezones) in staat moeten zijn om per 1 januari 2002 een geconsolideerde beginbalans op te stellen.

Om dit mogelijk te maken, moeten deze zones op korte termijn kunnen beschikken over inlichtingen met betrekking tot de samenstelling van hun toekomstig patrimonium, dat bestaat uit goederen van de vroegere gemeentepolitie en van de actuele territoriale brigades van de federale politie.

Ter voorbereiding van de patrimoniumoverdracht en om de bijzondere rekenplichtigen en de aangestelde zonechefs toe te laten deze eerste opdracht tot een goed einde te brengen, dient op het niveau van de gemeenten en de brigades van de federale politie een inventaris opgemaakt te worden van al het materieel (dat momenteel door de politiekorpsen gebruikt wordt) en de (beschikbare) financiële middelen. 1. Inventaris « federale politie » : ? De inventaris van de goederen van de territoriale brigades van de federale politie wordt overgemaakt door de federale politie aan de voorzitter van het politiecollege, desgevallend aan de burgemeester van een ééngemeentezone. ? De aan deze omzendbrief bijgevoegde inventarissen, afkomstig van de brigades van de federale politie binnen de omschrijving van de politiezone, werden afgesloten op 3 november 2000. Het betreffen hier voorlopige referentie inventarissen die het mogelijk moeten maken om de noodzakelijke voorbereidingen te treffen voor het opstarten van de zone. Dit betekent concreet dat er op de effectieve overgangsdatum sommige van de op de lijst vermelde goederen nog kunnen worden gewijzigd en/of vervangen door gelijkwaardig materiaal (afhankelijk van nieuwe leveringen, herstellingen of defecten). Bovendien is het evident dat de vermelde hoeveelheden eveneens zullen wijzigen indien het aantal personeelsleden van de federale politie (die overgaan naar de zone) verschilt van het aantal personeelsleden momenteel aanwezig in die brigade. Een geactualiseerde lijst per 31 december 2001 zal zo spoedig mogelijk bezorgd worden. ? Het patrimonium van de brigades van de federale politie zal van rechtswege aan de politiezone worden overgedragen. 2. Inventaris van de gemeentepolitie In de meergemeentezone wordt ook het patrimonium van de betrokken gemeenten van rechtswege overgedragen aan de zone.De inventaris zal de goedkeuring dragen van de gemeenteontvanger en van de korpschef van de gemeentepolitie.

Met het oog op de vereiste eenvormigheid hebben mijn diensten de minimale elementen bepaald die in de inventaris van de goederen van de gemeentepolitie moeten voorkomen. (cf. bijlage) Deze minimale (verplichte) lijst omvat volgend materieel : ? Wapens (inclusief sprays, matrakken, enz) opgedeeld in persoonlijke bewapening en korpsbewapening (gemeenschappelijk) ? Ademtest- en analysetoestellen ? PC's en randapparatuur (printers, scanners, monitors,...) ? Fotokopieerapparaten ? Voertuigen (opgedeeld in auto's, moto's, bromfietsen, fietsen) en ander rollend materieel ? Radio's en toebehoren ? Telefonie (telefoon, fax, centrale, GSM's...) ? TV, audio- en elektronisch materieel, foto- en videoapparatuur ? Meubilair (opgedeeld in kasten, bureaus, tafels, stoelen en andere) ? Andere goederen met een aankoopwaarde > 500 euro Deze lijst vertegenwoordigt ongeveer 90 % van het geheel aan bestaande en/of gebruikte goederen binnen de politiekorpsen.

Om de boeking in de beginbalans te vergemakkelijken, raad ik u aan de volgende gegevens in de samenvattende tabel te vermelden : merk, type, serienummer, aankoopprijs, aankoopdatum en aantal.

Andere criteria die u op de lijst als bijlage vindt, kunnen nuttig zijn ter ondersteuning van het logistiek beheer.

Voor materieel dat door de politiekorpsen wordt gebruikt, maar geen eigendom is van de gemeente, dienen de nodige stappen ondernomen om een juridische overdracht van de verplichtingen mogelijk te maken. (Voorbeelden : opstellen protocolakkoorden, overname van leasing- en onderhoudscontracten,...).

Uit informatie ingewonnen bij diverse gemeenten en gemeentenontvangers blijkt dat enerzijds heel wat werkingskosten nu ten laste vallen van de gemeentebegroting en dat anderzijds bepaalde goederen momenteel een gemeenschappelijk gebruik kennen door zowel het gemeentepersoneel als de politiemensen. Enkele voorbeelden hiervan zijn : brandstofbevoorrading van dienstvoertuigen, bestaan van een gemeentelijke garage belast met het onderhoud van politievoertuigen, gemeenschappelijk gebruik van kantooruitrusting (fotokopieerapparaten, fax,...).

Deze werkwijze genereert kosten die we als « verborgen kosten » kunnen aanduiden, voor zover hun oorzaak niet duidelijk definieerbaar is. Bij het opstellen van de begroting van de politiezone dient rekening gehouden te worden met deze kosten en met de vereiste aanpak.

Protocolakkoorden worden opgesteld om deze materies zo goed mogelijk toe te lichten.

B. Uitvoering Bij de wettelijke instelling van de zone dienen de patrimoniumoverdrachten wettelijk te worden geregeld. Artikel 248bis van de WGP regelt deze materie. Paragraaf 3 van dit artikel zegt dat de Koning de inventaris- en schattingsregels bepaalt. Om de conflicten tot een minimum te herleiden en de politiezones onmiddellijk de nodige middelen voor de uitvoering van hun dagelijkse opdrachten te geven, dient ALLE materieel, actueel in gebruik bij de gemeentepolitie en bij de brigades van de federale politie, over te worden gedragen.

Voor de federale politie zal het document per brigade de volledige inventaris per 31 december 2001 bevatten van het collectief materieel met de minimaal te registreren gegevens zoals aankoopprijs en aankoopdatum.

De effectieve overdracht van het patrimonium van de gemeente gebeurt na goedkeuring van de gemeenteontvanger en de korpschef en bevat eveneens per 31 december 2001 de volledige inventaris van het collectief materieel met de minimaal te registreren gegevens zoals indien mogelijk de aankoopprijs en de aankoopdatum.

Om de inboeking in de beginbalans zo correct mogelijk te laten gebeuren, is het wenselijk en aangewezen kopies van de aankoopfacturen ter beschikking te stellen van de aangeduide bijzondere rekenplichtige van de zone.

Bij de definitieve overdracht van de patrimonia dienen de gemeenteontvanger of de bijzondere rekenplichtige samen met de zonechefs te controleren of het volledig patrimonium en alle dotaties werden overgedragen. In het bijzonder zal aandacht besteed worden aan de niet verbruikte kredieten 2001 voor de kledij welke moeten overgedragen worden naar 2002. Bij betwisting zal dit voorgelegd worden aan het politiecollege dat in eerste instantie instaat voor de controle van de gegevens en dat een voorstel kan formuleren om de toestand te regulariseren. Het principe is dat de partij die in gebreke wordt gesteld het vastgestelde tekort dient te compenseren.

Indien er een conflict ontstaat in verband met de goederen van de brigades van de federale politie, dan zal de bevoegde bestuurlijke directeur-coördinator betrokken worden bij de beraadslaging van het politiecollege van de zone.

Indien geen vergelijk kan gevonden worden, zal een kopie van het voorstel of de beslissing aan de gouverneur overgemaakt worden. In geval van betwisting kan de gouverneur een beroep doen op de bijstand van een `comité van deskundigen' dat elk dossier zal onderzoeken en hem terzake advies zal verstrekken.

Dit comité zal niet permanent zijn. Het zal een raadgevende bevoegdheid hebben.

Het zal bestaan uit : - een lid van de permanente commissie van de gemeentelijke/lokale politie, - een lid van de Algemene Directie Materiële Middelen van de federale politie, aangeduid door zijn Directeur-generaal (DGM) - een korpschef of zonechef uit een zone van hetzelfde type (zelfde personeelsomvang) - een bijzonder rekenplichtige uit een zone van hetzelfde type.

Naargelang het technisch karakter van de zaak, wordt er beroep gedaan op specifieke deskundigen. Er wordt een verslag opgesteld van de vergadering van het comité van experts. Een kopie dit verslag zal worden overgemaakt aan de Directie van de relaties met de lokale politie (CGL).

C. Individuele uitrusting Teneinde de operationele werking n.a.v. de creatie van de politiezone niet in het gedrang te brengen, zullen de politieambtenaren de overgang maken naar de politiezone, de gemeente of de federale staat in het bezit van zowel de « niet-gespecialiseerde individuele uitrusting » als de « gespecialiseerde individuele uitrusting ».

In regime zal de politieambtenaar die het voorwerp uitmaakt van een maatregel van mobiliteit tussen twee korpsen van de lokale politie, of tussen de laatst genoemde en de federale politie of wanneer hij wordt gedetacheerd, aangesteld of bevorderd in een andere politiedienst enkel in het bezit zijn van zijn « niet-gespecialiseerde individuele uitrusting ». De individuele gespecialiseerde uitrusting die hij nodig had voor de uitoefening van zijn opdrachten blijft van rechtswege eigendom van het korps of de eenheid die hij verlaat.

Zullen beschouwd worden als « niet-gespecialiseerde individuele uitrustingen » : de individuele verdedigingswapens en hun accessoires, de korte wapenstok, de handboeien, de zaklampen enz.

Onder « individuele gespecialiseerde uitrusting » dienen integendeel de goederen te worden verstaan die door de politiediensten ter beschikking gesteld worden van de ambtenaren teneinde specifieke opdrachten te vervullen. We kunnen bijvoorbeeld vermelden : het volledige tenue van de motorrijder, de ruiter of het lid van de Algemene Reserve van de federale politie, de specifieke bewapening van de speciale eenheden, de radioposten, de GSM enz.

Ik zou u dankbaar zijn indien u alle burgemeesters van uw provincie dringend op de hoogte brengt van het voorgaande.

Gelieve, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, de datum waarop deze omzendbrief in het Belgisch Staatsblad wordt gepubliceerd, in het Bestuursmemoriaal te willen vemelden.

A. DUQUESNE, Minister van Binnenlandse Zaken

INVENTARIS MATERIEEL Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^