MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN

Omzendbrief ZPZ 18 betreffende de toewijzing van de nieuwe graad en de nieuwe loonschaal aan de actuele leden van de gemeentepolitie en de toepassing van artikel 29 WGP Aan Mevrouw en Heren Provinciegouverneurs;

Aan Mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad;

Aan de Dames en Heren Burgemeesters.

Ter informatie : Aan de Commissaris-Generaal van de federale politie;

Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie van de lokale politie.

Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester, Ingevolge de bekendmaking van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (hierna genoemd RPPol) en het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot bepaling van de loonschalen die van toepassing zijn op de personeelsleden van het administratief en logistiek kader van de politiediensten (Belgisch Staatsblad, 31 maart 2001), moet aan ieder actueel personeelslid van de gemeentepolitie de graad en loonschaal toegewezen worden die hem toekomen in de lokale politie op basis van de situatie op 1 april 2001, en dat met terugwerkende kracht tot op die datum. Het betreft hier dus de personeelsleden van het operationeel kader en van het administratief en logistiek kader, met uitzondering van het niet-politioneel gemeentelijk personeel in dienst bij de gemeentelijke politiekorpsen. Laatstgenoemden zullen hun nieuwe graad en nieuwe loonschaal immers verkrijgen bij hun overgang na de instelling van de lokale politie, zoals beschreven in artikel XII.XII.2 RPPol.

Artikel XII.II.1, tweede lid, RPPol voorziet dat die toewijzing moet gebeuren door de nieuwe overheid die bevoegd is voor de benoeming of indienstneming van een personeelslid. Voor de hogere officieren, vermeld in tabel D2 van de bijlage 11 RPPol, is dat de Koning, voor de andere personeelsleden van de politie is dat de gemeenteraad of de politieraad, naargelang het gaat om respectievelijk een ééngemeentezone of een meergemeentezone. Niettemin wil ik de aandacht van de lokale overheden vestigen op artikel 12 van de wet van 27 december 2000 houdende diverse bepalingen met betrekking tot de rechtspositie van het personeel van de politiediensten. Inderdaad, in afwachting van de effectieve inplaatsstelling van de lokale politie, bekrachtigd door een koninklijk besluit in toepassing van artikel 248 WGP, worden de aan de politieraad toegekende bevoegdheden uitgeoefend door de gemeenteraad van de betrokken gemeente.

Concreet moet de gemeenteraad vóór 30 september 2001 een besluit nemen waarin zij aan elk personeelslid van het operationeel kader, uitgezonderd het personeel ingeschaald in de graad van hoofdcommissaris, en van het administratief en logistiek kader, uitgezonderd het niet-politioneel gemeentepersoneel in dienst bij de gemeentelijke politiekorpsen, de nieuwe graad en de nieuwe loonschaal toekent die overeenstemt met die graad. Enkel de benaming van die nieuwe loonschaal moet vermeld worden (vb. B2, M1.1, O3), zonder het exacte bedrag dat de betrokkene toekomt te preciseren. Concreet raad ik aan om een tabel met drie kolommen op te maken : de eerste kolom bevat de nieuwe graden, de tweede rangschikt de personeelsleden binnen elke graad in alfabetische volgorde en de derde preciseert de nieuwe loonschaal van betrokkene. Die beslissing zal vervolgens in het persoonlijk dossier van de betrokkene worden opgenomen.

Wanneer het personeelslid wordt ingedeeld in een andere graad dan die van hoofdcommissaris en de Koning of de gouverneur de vroegere benoemende overheid was, moet de gemeenteraad haar beslissing ter informatie versturen naar respectievelijk de Algemene Rijkspolitie, Directie Politiebeheer - Zonale structuren, Koningsstraat 56, te 1000 Brussel, of naar de gouverneur teneinde het dossier bij die overheid af te sluiten.

Voor de personeelsleden ingeschaald in de graad van hoofdcommissaris, moet de gemeenteraad in dezelfde of in een aparte beslissing de naam, de nieuwe graad en de nieuwe loonschaal preciseren die door de Koning aan de betrokkene moet verleend worden. Voornoemde beslissing moet aangetekend en voor nuttig gevolg verstuurd worden aan de Algemene Rijkspolitie op het hiervoor vermelde adres, binnen de vijf dagen nadat de beslissing werd genomen, en dient vergezeld te zijn van de bewijsstukken betreffende de berekening van de nieuwe loonschaal.

Zodra alle gemeenten binnen éénzelfde zone de gevraagde informatie hebben bezorgd, zal zo snel mogelijk een koninklijk besluit genomen worden per politiezone.

Het is verder noodzakelijk dat de beslissingen van de gemeenteraad systematisch bepalen dat de nieuwe loonschaal niet van toepassing is indien de betrokkene zijn oorspronkelijk statuut behoudt, overeenkomstig artikel 236 WGP, of indien hij het terugvraagt binnen een termijn van drie maanden die eindigt op 30 juni 2001, overeenkomstig artikel 41 van de wet van 2 april 2001 (1). Als de betrokkene daarna kiest voor het nieuw statuut, dan zal de gemeenteraad of de politieraad een beslissing moeten nemen waardoor de nieuwe loonschaal op hem toepasselijk wordt verklaard.

Bovendien deel ik u mee dat, zolang de korpschef van de lokale politie van een bepaalde zone niet is aangewezen overeenkomstig het koninklijk besluit van 31 oktober 2000 tot bepaling van de voorwaarden en modaliteiten van de eerste aanstelling in bepaalde betrekkingen van de lokale politie, enkel de voorzitter van de politieraad en de voorzitter van het politiecollege de briefwisseling van genoemde organen, bedoeld in artikel 29 WGP, tekenen.

Hoogachtend, De Minister, A. DUQUESNE _______ Nota (1) Wet van 2 april 2001 tot wijziging van de wet op het politieambt, de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, en tot wijziging van overige wetten inzake de inplaatsstelling van de nieuwe politiestructuren (Belgisch Staatsblad 14 april 2001).