gepubliceerd op 29 juli 2000
Omzendbrief betreffende de wijziging aangebracht in de termijn voor het instellen van een beroep bij de Raad van State door het koninklijk besluit van 9 juli 2000 houdende bijzondere procedureregeling inzake geschillen over beslissingen betreffende Aan de Dames en Heren Burgemeesters van het Rijk; Aan de Commissaris-generaal voor de Vluchtelin(...)
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN
Omzendbrief betreffende de wijziging aangebracht in de termijn voor het instellen van een beroep bij de Raad van State door het koninklijk besluit van 9 juli 2000 houdende bijzondere procedureregeling inzake geschillen over beslissingen betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen Aan de Dames en Heren Burgemeesters van het Rijk;
Aan de Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen;
Aan de Procureurs-generaal van de hoven van beroep;
Aan de Commandant van de Rijkswacht;
Aan de Directeur-generaal van de Dienst Vreemdelingenzaken;
Aan de Directeur-generaal van de Strafinrichtingen van het Ministerie van Justitie;
Aan de Directeur-generaal van de Kanselarij en de Betwiste Zaken van het Ministerie van Buitenlandse Zaken;
Aan de Eerste Voorzitters van de Vaste Beroepscommissie voor Vluchtelingen;
Aan de Eerste Voorzitter van de Commissie voor regularisatie;
Aan de Administrateur van de Commissie voor regularisatie.
Op 15 juli 2000 werd in het Belgisch Staatsblad het koninklijk besluit gepubliceerd van 9 juli 2000 houdende bijzondere procedureregeling inzake geschillen over beslissingen betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Het doel van deze omzendbrief is de aandacht te vestigen op een belangrijk aspect van de door de nieuwe procedureregeling aangebrachte wijzigingen; de termijn voor het instellen van een beroep bij de Raad van State tegen deze beslissingen - verzoek tot schorsing en beroep tot nietigverklaring - is namelijk verkort tot dertig dagen na kennisgeving van de bestreden handeling (artikel 3, eerste lid en artikel 20, eerste lid van voormeld koninklijk besluit).
In 't algemeen dienen derhalve alle autoriteiten belast met de kennisgeving van deze beslissingen erover te waken dat elke kennisgeving vanaf 1 augustus 2000, de termijn van dertig dagen vermeldt voor het instellen van een beroep bij de Raad van State. De nieuwe termijn van dertig dagen zal immers van toepassing zijn op elk beroep ingesteld tegen een beslissing die ter kennis gebracht wordt vanaf de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 9 juli 2000 (zie hoofdstuk VII - Wijzigings-, opheffings- en slotbepalingen : artikelen 41, 43 en 44).
Meer in 't bijzonder dienen bij de kennisgeving van de bijlagen 3bis, 11, 11bis, 12, 13, 13bis, 13ter, 13quater, 14, 14bis, 15ter, 17, 19quater, 19quinquies, 20, 21, 23, 24, 25bis, 25ter, 25quater, 26bis, 26ter, 26quater, 33bis, 34, 36, 38 en 39 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, de woorden « binnen de zestig dagen » te worden vervangen door de woorden « binnen de dertig dagen ».
De Minister van Binnenlandse Zaken, A. Duquesne