Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 27 augustus 2001
gepubliceerd op 04 september 2001

Omzendbrief ZPZ 21 betreffende de ontslagprocedure van de officieren van de gemeentelijke politie en van de lokale politie

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2001000870
pub.
04/09/2001
prom.
27/08/2001
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN


27 AUGUSTUS 2001. - Omzendbrief ZPZ 21 betreffende de ontslagprocedure van de officieren van de gemeentelijke politie en van de lokale politie


Aan Mevrouw en Heren Provinciegouverneurs;

Aan Mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad;

Aan de Dames en Heren Burgemeesters Ter informatie : Aan de Dames en Heren korpschefs van de gemeentepolitie;

Aan de heer Commissaris-generaal van de federale politie;

Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie van de lokale politie.

Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, 1. Inleiding Overeenkomstig de artikelen 193 en 204 van de nieuwe gemeentewet werden de adjunct-commissarissen van politie en de hoofdveldwachters benoemd en ontslagen door de provinciegouverneurs.Sinds 1 april 2001 werden de adjunct-commissarissen van politie en de hoofdveldwachters geïntegreerd in de (nieuwe) graad van commissaris van politie. Artikel 54 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, bepaalt van zijn kant dat de commissarissen van politie (nieuwe graad) worden benoemd door de gemeenteraad of door de politieraad.

Anderzijds werden de politiecommissarissen, overeenkomstig artikel 191 van de nieuwe gemeentewet, benoemd en ontslagen door de Koning. Sinds 1 april 2001 is de Koning bevoegd om de hoofdcommissarissen te benoemen, overeenkomstig artikel 53 van de vorenvernoemde wet van 7 december 1998. Niet alle politiecommissarissen (vroegere graad) worden evenwel ingeschaald in de graad van hoofdcommissaris. Volgens de inschalingstabellen (1), worden de vroegere commissarissen van politie-korpschefs van de gemeenten van klasse 12 tot 17 en de vroegere commissarissen van politie-niet korpschefs van de gemeenten van klasse 19 tot 20 ingeschaald in de (nieuwe) graad van commissaris van politie. Artikel 54 van de vorenvernoemde wet van 7 december 1998 bepaalt dan weer dat de commissarissen van politie worden benoemd door de gemeenteraad of door de politieraad.

Deze veranderingen van bevoegde overheid voor de benoemingen van de nieuwe commissarissen van politie brengen enkele moeilijkheden met zich mee betreffende de ontslagdossiers met uitwerking na 1 april 2001. Deze omzendbrief heeft dan ook tot doel de provinciegouverneurs alsook de gemeentelijke en zonale overheden in te lichten over de regels die moeten worden toegepast betreffende de lopende benoemings- en ontslagprocedures.2. Te volgen procedure.- Criterium De overgangsbepalingen betreffende de benoemingsprocedures zijn duidelijk. In de vroegere graden van officier van de gemeentepolitie of van hoofdveldwachter, blijven de bepalingen van de nieuwe gemeentewet daadwerkelijk van toepassing als de kandidaatstellingen voor de vacante betrekking rechtsgeldig werden ingediend vóór 1 april 2001 bij de gemeentelijke overheden, overeenkomstig artikel 27 van de wet van 27 december 2000 houdende diverse bepalingen met betrekking tot de rechtspositie van het personeel van de politiediensten en artikel 10 van het koninklijk besluit van 26 maart 2001 tot uitvoering van de artikelen 13, 27, tweede en vijfde lid en 53 van de wet van 27 december 2000 houdende diverse bepalingen met betrekking tot de rechtspositie van het personeel van de politiediensten en houdende diverse andere overgangsbepalingen (Belgisch Staatsblad 6 april 2001).

Wat daarentegen de ontslagdossiers betreft, bestaat er geen enkele bepaling die het lot bepaalt van de procedures in overgangsperiode. Ik stel vast dat dit gebrek aan wettelijk kader uiteenlopende interpretaties meebrengt inzake de overheid die bevoegd is om het ontslag toe te kennen.

Ik meen dat het opportuun is om als criterium de datum van inwerkingtreding van het nieuwe statuut te nemen, t.t.z. 1 april 2001 en, om de overheid te bepalen die bevoegd is voor het toekennen van het ontslag de datum van inwerkingtreding van het ontslag te nemen.

Indien het ontslag in werking treedt vóór 1 april 2001, dient het ontslag te worden toegekend door de bevoegde overheid overeenkomstig de nieuwe gemeentewet. De ontslagen daarentegen die in werking treden vanaf 1 april 2001 worden toegekend door de bevoegde overheden overeenkomstig de vorenvernoemde wet van 7 december 1998.

Kortom, de ontslagen van de nieuwe commissarissen van politie (vroegere graad van hoofdveldwachter en van adjunct-commissaris van politie), die in werking treden na 1 april 2001, zullen toegekend worden door de gemeenteraad of door de politieraad.

De ontslagen van de nieuwe commissarissen van politie (vroegere graad van commissaris van politie, korpschef van een gemeente van klasse 12 tot 17 en van commissaris van politie, niet-korpschef van een gemeente van klasse 19 tot 20), die in werking treden na 1 april 2001, zullen eveneens toegekend worden door de gemeenteraad of door de politieraad.

Ik vestig uw aandacht op het feit dat eveneens rekening dient gehouden te worden met artikel 12 van de wet van 27 december 2000 houdende diverse bepalingen met betrekking tot de rechtspositie van het personeel van de politiediensten overeenkomstig hetwelke, in afwachting van de effectieve oprichting van de lokale politiediensten, de bevoegdheden, die het nieuwe statuut toekent aan de korpschef, de burgemeester, het politiecollege of de politieraad, al naargelang het geval, worden uitgeoefend door respectievelijk de korpschef, de burgemeester of de gemeenteraad van de betrokken gemeente. 3. Adviezen.- Eretitel. - Mee te delen inlichtingen Wat het administratieve aspect van de benoemingsprocedures van de commissarissen van politie (nieuwe graad) en van de hoofdcommissarissen (nieuwe graad) betreft, bepalen de artikelen 53 en 54 van de vorenvermelde wet van 7 december 1998 dat de officieren van de lokale politie benoemd worden na gemotiveerd advies van de procureur-generaal bij het hof van beroep en van de gouverneur, onder de door een selectiecommissie geschikt bevonden kandidaten.

De ontslagprocedure dient mutatis mutandis op de benoemingsprocedure te worden gebaseerd, behalve wat de gemotiveerde adviezen betreft van de gouverneur en van de procureur-generaal. Die adviezen zullen niet meer moeten worden gevraagd in het kader van de opruststellingen van de commissarissen van politie en van de hoofdcommissarissen. Vroeger was het absoluut noodzakelijk om de adviezen in te winnen van de provinciegouverneur en van het parket-generaal in het kader van de opruststellingen want die adviezen lieten toe een beslissing te nemen inzake de toekenning van de eretitel aan de betrokkene. Het nieuwe statuut voorziet geen toekenning meer van een eretitel. Overeenkomstig artikel IX.I. 11 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, is het personeelslid dat op rust wordt gesteld met toepassing van de artikelen IX.I.2, eerste lid, 3° (opruststelling wegens lichamelijke ongeschiktheid) en IX.I.8, 2° (opruststelling), en dat op dat ogenblik 20 jaren werkelijke diensten telt, automatisch gerechtigd de laatste graad te dragen waarmee hij bij het politiekorps bekleed was, gevolgd door de woorden « op rust ».

De adviezen van de gouverneur of van het parket-generaal betreffende de ontslagen, hebben dus geen zin meer en zouden enkel de procedure onnodig verzwaren.

Wat meer bepaald de ontslagen van de officieren van de lokale politie na 1 april 2001 betreft, verzoek ik de gemeenteraad of de politieraad goed te willen controleren of deze officieren ingeschaald zijn in de nieuwe graad van commissaris van politie (vroegere graad van commissaris van politie-korpschef van een gemeente van klasse 12 tot 17, van commissaris van politie-niet korpschef van een gemeente van klasse 19 tot 20, van adjunct-commissaris van politie of van hoofdveldwachter) of in de nieuwe graad van hoofdcommissaris (2).

Als het om een commissaris van politie (nieuwe graad) gaat, zal de betrokkene immers zijn ontslagaanvraag indienen bij de gemeenteraad of de politieraad en zal zijn dossier rechtsreeks behandeld worden door diezelfde overheden. Als het om een hoofdcommissaris gaat, zal de betrokkene het ontslag uit zijn functies aanvragen in een brief gericht aan de Koning en zal hij deze brief bezorgen aan de bevoegde lokale overheden. Die overheden zullen het ontslagdossier van de betrokkene rechtsreeks richten aan de Minister van Binnenlandse Zaken, Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie, Koningsstraat 56, te 1000 Brussel, waarbij de beraadslaging van de gemeenteraad of politieraad waarin akte genomen wordt van de ontslagaanvraag, gevoegd wordt.

De gemeenteraad of de politieraad dient de Minister van Binnenlandse Zaken op de hoogte te brengen als zij er kennis van heeft dat er een tuchtprocedure en/of strafrechtelijke procedure aan de gang is ten laste van de betrokkene. Alle inlichtingen waarover zij beschikt betreffende een lopende tuchtprocedure en/of strafrechtelijke procedure ten laste van de betrokkene, zullen dus in het ontslagdossier moeten te vinden zijn dat door de lokale overheid bezorgd werd. 4. Opmerking De ontslagdossiers van de commissarissen van politie en van de hoofdcommissarissen dienen dus niet meer toegezonden te worden aan de provinciegouverneurs. De ontslagdossiers van de commissarissen van politie (nieuwe graad) die reeds behandeld werden door de gouverneurs sinds 1 april 2001, blijven uiteraard geldig. De ontslagdossiers die de lokale overheid reeds aan de provinciegouverneurs bezorgd zouden hebben en waarvoor de gouverneurs het besluit van ontslag uit de functies nog niet ondertekend zouden hebben, dienen teruggestuurd te worden naar de bevoegde overheden, hetzij de gemeenteraad of de politieraad, hetzij de Koning, volgens de in deze omzendbrief bepaalde regels.

De ontslagdossiers die de provinciegouverneurs aan mijn departement bezorgd zouden hebben sinds 1 april 2001 en waarvoor de gemeenteraad bevoegd zou zijn volgens de in deze omzendbrief bepaalde regels, zullen naar deze instantie teruggestuurd worden.

Gelieve er persoonlijk op toe te zien, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, dat de betrokken lokale overheden onverwijld op de hoogte gebracht worden van deze omzendbrief. Gelieve eveneens in het Bestuursmemoriaal de datum te vermelden waarop deze omzendbrief in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt is.

De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE _______ Nota's (1) Koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, deel 2, bijlage 11 (Belgisch Staatsblad 31 maart 2001). (2) Zie bijlage 11 van het koninklijk besluit RP Pol van 30 maart 2001, tabel D.

^