gepubliceerd op 10 april 1999
Omzendbrief. - Vakantiegeld verschuldigd voor het jaar 1999 aan sommige personeelsleden van de provincies en de gemeenten
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN
26 MAART 1999. - Omzendbrief. - Vakantiegeld verschuldigd voor het jaar 1999 aan sommige personeelsleden van de provincies en de gemeenten
Mevrouw de Gouverneur, Mijnheer de Gouverneur, Bij omzendbrief nr. 472 van 20 februari 1999 (Belgisch Staatsblad 10 maart 1999) werden de volgende richtlijnen verstrekt met het oog op de uitbetaling in de maand mei van het vakantiegeld 1999 ten voordele van het personeel der ministeries : 1. Het wijzigbaar gedeelte van het verlofgeld 1999 bedraagt, net zoals vorige jaren, 1 % van de jaarlijkse wedde(n) zoals die gekoppeld is (zijn) aan de index van de consumptieprijzen die de wedde(n) bepaalt welke verschuldigd is (zijn) voor de maand maart van het vakantiejaar.2. Het forfaitair gedeelte van het vakantiegeld 1999 bedraagt F 34 273,60.Dit bedrag wordt als volgt vastgesteld : bedrag 1998 x index januari 1999/index januari 1998 of F 33 860,50 x 103,07/101,83 F 33 860,50 x 1,0122 = F 34 273,60 3. Verder blijft de inhouding op het forfaitair en het wijzigbaar gedeelte van het vakantiegeld op 13,07 % vastgesteld. Het personeel van de provincies en de gemeenten geniet vakantiegeld onder dezelfde voorwaarden als het personeel van de ministeries.
De voornoemde richtlijnen gelden derhalve ook voor het provincie- en gemeentepersoneel.
U gelieve, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, in het Bestuursmemoriaal de datum van de publicatie van deze omzendbrief in het Belgisch Staatsblad te vermelden.
De Minister van Binnenlandse Zaken, L. Van Den Bossche.