Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 24 juli 2002
gepubliceerd op 31 juli 2002

Omzendbrief nr. 528. - Het vaderschapsverlof en de invoering van het recht op borstvoedingspauzes voor federale statutaire en contractuele personeelsleden

bron
federale overheidsdienst personeel en organisatie
numac
2002002212
pub.
31/07/2002
prom.
24/07/2002
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE


24 JULI 2002. - Omzendbrief nr. 528. - Het vaderschapsverlof (omstandigheidsverlof) en de invoering van het recht op borstvoedingspauzes voor federale statutaire en contractuele personeelsleden


Aan de federale besturen, de Federale Overheidsdiensten en de instellingen van openbaar nut onderworpen aan het gezag, de controle of het toezicht van de Staat.

Mevrouw de Minister, Mijnheer de Minister, Mijnheer de Staatssecretaris, Ik zou het op prijs stellen indien U de inhoud van deze omzendbrief zou meedelen aan alle personeelsleden van de diensten, besturen en instellingen waarover u gezag, toezicht of voogdij uitoefent.

Momenteel is de procedure lopende om het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen (verlofbesluit) te wijzigen.

Aangezien de regeling voor het vaderschapsverlof en de invoering van het recht op borstvoedingspauzes voor de privé-sector in werking getreden is op 1 juli 2002, wil ik vooruitlopen op de publicatie in het Belgisch Staatsblad van de wijziging van het verlofbesluit.

Zodoende kunnen de personeelsleden ook genieten van deze voordelen vanaf 1 juli 2002. 1. vaderschapsverlof Een belangrijke wijziging opgenomen in dit ontwerp is de uitbreiding van het omstandigheidsverlof bij de bevalling van de echtgenote van de ambtenaar of de persoon waarmee hij samenleeft naar analogie van de uitbreiding van het vaderschapsverlof voor de werknemers in de privé-sector, zoals dit geregeld is door artikel 30, § 2, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Vanaf 1 juli 2002 geldt dus voor de geboortes die plaatsvonden of plaatsvinden vanaf 1 juli 2002 de volgende regeling voor het toekennen van het omstandigheidsverlof : Statutairen en stagiairs Elke ambtenaar en elke stagiair heeft recht op een omstandigheidsverlof van tien werkdagen (in plaats van vier werkdagen) bij de bevalling van de echtgenote of van de persoon waarmee de ambtenaar samenleeft op het ogenblik van de gebeurtenis. Deze uitbreiding van het omstandigheidsverlof geldt enkel indien de geboorte heeft plaatsgevonden na 1 juli 2002. Het verlof wordt volledig bezoldigd en wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit. Voor het overige wijzigt er niets aan de modaliteiten voor de toekenning van het omstandigheidsverlof.

De ambtenaren waarvan de echtgenote of de persoon waarmee hij samenleeft op het ogenblik van de gebeurtenis bevallen is na 30 juni 2002 en die uitsluitend het omstandigheidsverlof van vier werkdagen genoten hebben, dienen alsnog het bijkomend aantal dagen verlof te bekomen.

Contractuelen Contractuele personeelsleden daarentegen kunnen bij de bevalling van de echtgenote of van de persoon waarmee het personeelslid samenleeft op het ogenblik van de gebeurtenis een omstandigheidsverlof krijgen van tien werkdagen waarvan er drie ten laste vallen van de Staat en de zeven resterende dagen betaald worden door het ziekenfonds (aan 82 % van het begrensd loon) in toepassing van artikel 30, § 2, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Het verlof kan gesplitst worden maar moet opgenomen worden binnen de dertig dagen na de geboorte. Deze uitbreiding van het omstandigheidsverlof geldt enkel indien de geboorte heeft plaatsgevonden of plaatsvindt na 1 juli 2002. 2. borstvoedingspauzes Met de wijziging van het verlofbesluit wordt het mogelijk voor statutairen en contractuelen met ingang van 1 juli 2002 om een dienstvrijstelling te krijgen om haar kind met moedermelk te voeden of melk af te kolven tot zeven maanden na de geboorte.In uitzonderlijke medische omstandigheden (bv. premature geboorte) kan deze periode met maximaal twee maanden worden verlengd. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat de mogelijkheid om het kind te voeden met moedermelk niet betekent dat het vrouwelijk personeelslid ook kan instaan voor de zorg van het kind tijdens de rest van de werkdag op de werkplaats.

De borstvoedingspauze mag een half uur duren en het vrouwelijk personeelslid dat tijdens een werkdag 4 uur of langer werkt, heeft die dag recht op één pauze. Het vrouwelijk personeelslid dat ten minste 7,5 uren werkt, heeft die dag recht op twee pauzes. De arbeidsuren die in aanmerking worden genomen om te bepalen hoeveel pauzes het personeelslid per werkdag mag nemen, zijn de uren die op de bedoelde dag effectief worden gepresteerd. De duur van de pauzes wordt meegerekend voor het vaststellen van de effectieve prestaties.

Voorbeelden : - Voor de dag waarop betrokkene 3 u. 48 werkt, heeft zij geen recht op een pauze omdat haar arbeidsprestaties lager liggen dan 4 uur. - Voor de dag waarop betrokkene 6 u. 00 werkt, heeft zij recht op één pauze. Zij werkt dus effectief 5 u. 30 en neemt één pauze van 30 min. - Voor de dag waarop betrokkene 7 u. 36 werkt, heeft zij recht op twee pauzes. Zij werkt dus effectief 6 u. 36. Zij kan kiezen of ze één pauze van 1 u. 00 of twee pauzes van 30 min neemt.

Het vrouwelijk personeelslid zal de overheid waaronder zij ressorteert twee maanden op voorhand moeten inlichten, tenzij deze laatste akkoord gaat met een kortere termijn op vraag van de betrokkene. Ook zal zij het bewijs moeten leveren dat zij daadwerkelijk borstvoeding geeft.

Zij kan daartoe een attest van een consultatiebureau voor zuigelingen (Kind en Gezin, O.N.E. of Dienst für Kind und Familie) of een medisch getuigschrift voorleggen. Dit bewijs dient iedere maand opnieuw geleverd te worden. Zij zal ook een akkoord moeten bereiken met de overheid waaronder zij ressorteert over de ogenblikken waarop de pauze kan genomen worden.

De Minister van Ambtenarenzaken en de Modernisering van de Openbare Besturen, L. VAN DEN BOSSCHE

^