MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

24 JANUARI 2013. - Omzendbrief over de toepassing van een aantal bepalingen van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de voor de verwarmingssystemen van gebouwen geldende EPB-eisen bij hun installatie en tijdens hun uitbatingperiode

Aan de Algemene Directie van het Brussels Instituut voor Milieubeheer;

Aan de door de leidende ambtenaren aangeduide controleurs krachtens artikel 4 van de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu, Dames en heren, Deze omzendbrief wil dieper ingaan op : A. artikel 8 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 juni 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 03/06/2010 pub. 09/07/2010 numac 2010031322 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de voor de verwarmingssystemen van gebouwen geldende EPB-eisen bij hun installatie en tijdens hun uitbatingperiode sluiten betreffende de voor de verwarmingssystemen van gebouwen geldende EPB-eisen bij hun installatie en tijdens hun uitbatingperiode (hierna "het besluit" genoemd);

B. artikel 16, § 2 van het besluit;

C. de bewoordingen "de bestaande meter" onder artikel 16, § 4 van het besluit;

D. de bewoordingen "na de installatie", "na de vervanging" en "na de verplaatsing" onder artikel 20 van het besluit;

E. punt 3 van bijlage 5 van het besluit dat handelt over de programmering van de regimeomschakelingen bij de regeling van de verwarmingssystemen.

A. Artikel 8 van het besluit is slechts van toepassing op schoorstenen met een natuurlijke trek en dit bij een werking van de ketel bij normale werkomstandigheden.

In deze omstandigheden geeft een trek van meer dan of gelijk aan 3 Pa, maar lager dan 5 Pa geen aanleiding tot de non-conformiteit van de ketel, maar wel tot een opmerking op het attest van periodieke controle of op het opleveringsattest.

B. Artikel 16, § 2 van het besluit is niet van toepassing op meters die voor 1 januari 2011 geplaatst werden.

C. Onder de bewoordingen "de bestaande meter" in artikel 16, § 4 verstaat men de bestaande meter op het ogenblik van de oplevering of van de controle door een personeelslid.

D. De oplevering van een verwarmingssysteem in de zin van artikel 20 van het besluit vindt plaats binnen de zes maanden die de indienststelling van de verwarmingsketel volgen en, voor de EPB-eenheden waar een EPB-aangifte aan het Instituut moet aangetekend worden, ten laatste op het ogenblik van de aantekening van de EPB-aangifte.

E. § 1. Het niet in acht nemen van het minimale aantal uren van de gangreserve zoals naar verwezen onder lid 2 van paragrafen 1 en 2 van punt 3 van bijlage 5 van het besluit geeft geen aanleiding tot de non-conformiteit van het verwarmingssysteem. § 2. Het niet in acht nemen van paragraaf 2 van punt 3 van bijlage 5 geeft geen aanleiding tot de non-conformiteit van het verwarmingssysteem voor zover dat het systeem op zijn minst voldoet aan lid 1 onder paragraaf 1 van punt 3 van bijlage 5.

Brussel, 24 januari 2013.

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Energie, Mevr. E. HUYTEBROECK