Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 23 april 2007
gepubliceerd op 27 april 2007

Omzendbrief. - Overheidsopdrachten. - Administratieve vereenvoudiging. - Impliciete verklaring op erewoord betreffende de persoonlijke toestand in het kader van de kwalitatieve selectie

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2007021048
pub.
27/04/2007
prom.
23/04/2007
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID


23 APRIL 2007. - Omzendbrief. - Overheidsopdrachten. - Administratieve vereenvoudiging. - Impliciete verklaring op erewoord betreffende de persoonlijke toestand in het kader van de kwalitatieve selectie


Mevrouw, Mijnheer de Minister, Mevrouwen, Mijne Heren, Aan de federale aanbestedende overheden en aanbestedende diensten, hierna genoemd « de aanbestedende overheden », die onderworpen zijn aan de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten.

In het kader van de gunning van overheidsopdrachten zijn de kandidaten en inschrijvers ertoe gehouden, in de fase van de kwalitatieve selectie, een reeks documenten en inlichtingen over te leggen waarmee moet worden aangetoond dat zij, op het vlak van de persoonlijke toestand met betrekking tot de uitsluitingsgronden, bekwaam zijn om een bepaalde opdracht uit te voeren.

De omzendbrief van de Eerste Minister van 10 februari 1998 (1) betreffende de kwalitatieve selectie van de aannemers, leveranciers en dienstverleners herinnert eraan dat de aanbestedende overheid evenwel niet verplicht is alle gegevens op te vragen die vermeld staan in de reglementaire bepalingen inzake kwalitatieve selectie. Zij dient haar vraag af te stemmen op basis van wat nodig of nuttig lijkt om een beslissing op het vlak van de uitsluitingsgronden op te steunen.

Met het oog op het nog verder verminderen van de administratieve last voor de kandidaten en inschrijvers heeft de Ministerraad van 23 juni 2006 beslist het principe van de verklaring op erewoord in te voeren voor de opdrachten die worden gegund door de federale aanbestedende overheden. 1) Impliciete verklaring op erewoord De aanbestedende overheid stipuleert, naargelang het geval, in de aankondiging van opdracht of in het bestek dat door eenvoudig deel te nemen aan een procedure tot gunning van een overheidsopdracht, de kandidaat of inschrijver verklaart zich niet in een van de uitsluitingsgevallen te bevinden als bedoeld in de artikelen 17, 43 en 69 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 (2) betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, in de mate dat de aanbestedende overheid deze uitsluitingsgevallen voor de betrokken opdracht in aanmerking moet of wenst te nemen.2) Nazicht van de persoonlijke toestand door de aanbestedende overheid De aanbestedende overheid onderzoekt de juistheid van de impliciete verklaring op erewoord in hoofde van de inschrijver wiens offerte het best gerangschikt is.Daartoe vraagt zij de betrokken inschrijver via de snelste middelen, en binnen de termijn die zij aanduidt, de inlichtingen of documenten te leveren die toelaten zijn persoonlijke toestand na te gaan, en dat vóór elke beslissing over de gunning van de opdracht.

De inlichtingen of documenten die de aanbestedende overheid in staat stellen de persoonlijke toestand van de kandidaten of inschrijvers te onderzoeken, zullen door deze aanbestedende overheid zelf (3) via elektronische middelen (4) bij de gegevensbeheerders worden opgevraagd, indien deze via deze middelen kosteloos toegankelijk zijn. 3) Gevolgen van het onderzoek Een kandidaat of een inschrijver kan van de deelname aan een opdracht worden uitgesloten indien bij dit nazicht zou blijken dat de verklaring op erewoord niet overeenstemt met zijn persoonlijke toestand op de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming bij beperkte procedure of onderhandelingsprocedure met bekendmaking of op de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes bij open procedure.Een regularisatie a posteriori is hoe dan ook onmogelijk.

Een dergelijke uitsluiting is eveneens mogelijk indien tijdens het verloop van de procedure zou blijken dat de persoonlijke toestand van de kandidaat of van de inschrijver niet meer in overeenstemming is met de verklaring op erewoord.

In deze beide hypothesen maakt de aanbestedende overheid een gecorrigeerde rangschikking op, rekening houdend met de mogelijke weerslag van het verwijderen van de aanvraag tot deelneming of de offerte van de uitgesloten kandidaat of inschrijver met name ingeval van toepassing van de bepalingen betreffende het natrekken van abnormale prijzen van artikel 110, § 4, van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 alsook van artikel 98, § 4, van het koninklijk besluit van 10 januari 1996 (5).

De aanbestedende overheid zal de opdracht vervolgens kunnen toewijzen aan de inschrijver wiens offerte onmiddellijk na deze van de uitgesloten inschrijver is gerangschikt, na ten aanzien van hem eveneens de bepalingen van de onderhavige omzendbrief te hebben toegepast.

Onderhavige omzendbrief treedt in werking op 1 mei 2007.

Brussel, 23 april 2007.

De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) B.S. 13.02.1998, blz. 4216 - 4225. (2) Alsook in de artikelen 17, 39 en 60 van het koninklijk besluit van 10 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten in de sectoren water, energie, vervoer en postdiensten.(3) Zie de artikelen 20, § 4, 46, § 4, en 72, § 5, van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 en de artikelen 17ter, § 3, 39ter, § 3, tweede lid, en 60ter, § 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 10 januari 1996.Ter herinnering : in toepassing van de omzendbrief van de Eerste Minister van 25 mei 2004 zijn de daarin geviseerde federale aanbestedende overheden voor de opdrachten bekendgemaakt vanaf 1 juli 2004, of waarvoor, bij ontstentenis van verplichting om een aankondiging te publiceren, met ingang van deze datum wordt uitgenodigd tot het indienen van een kandidatuur of een offerte, reeds gehouden de toestand inzake de RSZ-verplichtingen na te gaan door een elektronische raadpleging via UME (nu Digiflow). (4) Via de gebruikersinterface die momenteel Digiflow wordt genoemd (cf.http://www.belgium.be/eportal/application) (5) Zo ook, wanneer bij het nemen van de beslissing gebruikt wordt gemaakt van wiskundige hulpmodellen op basis van berekeningen die rekening houden met het aantal geselecteerde kandidaten, zou dergelijke oplossing er evenwel kunnen toe leiden dat de aanbestedende overheid het volledige gunningsdossier moet herzien indien zou blijken dat een inschrijver moet worden uitgesloten op het einde van de procedure.

^