Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 20 juli 2012
gepubliceerd op 26 juli 2012

Omzendbrief nr. 602quater tot wijziging van de omzendbrief nr. 602 van 14 april 2010 met informatie inzake de monitoring van het personeel en de personeelskredieten

bron
federale overheidsdienst personeel en organisatie en federale overheidsdienst budget en beheerscontrole
numac
2012003220
pub.
26/07/2012
prom.
20/07/2012
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUDGET EN BEHEERSCONTROLE


20 JULI 2012. - Omzendbrief nr. 602quater tot wijziging van de omzendbrief nr. 602 van 14 april 2010 met informatie inzake de monitoring van het personeel en de personeelskredieten


Aan de federale overheidsdiensten, de programmatorische federale overheidsdiensten en de instellingen die afhangen van de federale Staat (onder andere de instellingen van openbaar nut, de openbare instellingen van de sociale zekerheid, de diensten met afzonderlijk beheer, de bijzondere korpsen,) Mevrouw de Minister, Mijnheer de Minister, Mevrouw de Staatssecretaris, Mijnheer de Staatssecretaris, De omzendbrief nr. 602 van 14 april 2010 « Informatie inzake de monitoring van het personeel en de personeelskredieten », gewijzigd bij de omzendbrieven nr. 602bis van 10 december 2010 en 602ter van 13 februari 2012, wordt als volgt gewijzigd : 1. De punten 3 tot 5 worden geschrapt en vervangen als volgt : « 3.Gevraagde gegevens Maandelijks wordt een rapportering gevraagd die de volgende gegevens bevat : 1. Het aantal VTE's dat overeenstemt met de betaalde weddes die effectief verschuldigd waren voor de beschouwde maand.Hierbij moet er een onderscheid worden gemaakt tussen het statutair en het contractueel personeel, het gender en de niveaus (mandaathouders en niveau A, B, C en D). Het personeel dat niet volgens deze indeling kan gecategoriseerd worden, wordt in de rubriek Andere' vermeld. 2. De totale recurrente budgettaire last van de betaalde VTE's die verschuldigd was voor de beschouwde maand. Hierin zijn inbegrepen : 1. lonen en wedden 2.recurrente vergoedingen 2.1. haard- en standplaatsvergoeding 2.2. taalpremie 2.3. premie voor de leidinggevende 2.4. andere 3. de werkgeversbijdragen met betrekking tot deze lasten 3.Het totaal van de betaalde kinderbijslag. 4. De totale budgettaire last van het personeel voor de beschouwde maand.Naast de budgettaire last bedoeld in de punten 2 en 3 vallen hieronder alle andere personeelslasten zoals : 1. de lonen en wedden en de recurrente vergoedingen die als achterstallen betaald werden in de beschouwde maand maar verschuldigd waren voor een andere maand. 2. de periodieke vergoedingen 2.1 vakantiegeld 2.2 eindejaarspremie 2.3. premie voor competentie-ontwikkeling 2.4. andere. 3. de indirecte en sociale lasten 3.1. de werkgeversbijdragen met betrekking tot deze lasten 3.2. het aandeel van de werkgever in groeps- en hospitalisatieverzekeringen 3.3. het aandeel van de werkgever in sociale abonnementen 3.4. de vooropzeg 3.5. andere.

De gevraagde gegevens betreffen het personeel dat budgettair ten laste is van de betrokken entiteit en worden globaal voor de entiteit verstrekt. 4. Rapportering door de FOD P & O Met het oog op een optimale organisatie van de maandelijkse rapportering worden de bij het rapporteringsproces betrokken actoren gevraagd de modaliteiten en timing van hierna vermelde processtappen strikt in acht te nemen. De FOD P & O zal met hen een gestructureerde uitwisseling van gegevens op punt stellen op basis van het model van rapportering opgenomen in bijlage 2. De uitwisseling van gegevens tussen de actoren zal via elektronische weg gebeuren.

De richtlijnen die de FOD P & O hierover zal meedelen zullen door de onderscheiden actoren nauwkeurig moeten gevolgd worden. 4.1. Entiteiten waarvan het personeel betaald wordt door de CDVU Op basis van de betaalgegevens van de maand M-1 vervolledigt de FOD P & O de tabel, waarvan het model in bijlage 2 is gevoegd, met de betaalde VTE's, de gerealiseerde kinderbijslag en de gerealiseerde recurrente budgettaire last.

Uiterlijk de 15e van de maand M bezorgt de federale accountant aan de FOD P & O voor elk begrotingsartikel van de entiteit de totaal gerealiseerde budgettaire personeelslast voor de maand M-1.

De FOD P & O vult de tabel van de betrokken entiteit aan met de gegevens ontvangen van de federale accountant.

De FOD P & O bezorgt uiterlijk de 20e van de maand M aan elke entiteit de aldus vooraf ingevulde tabel.

De entiteit die een volledig ingevulde tabel ontvangt verifieert de erin opgenomen gegevens en deelt uiterlijk de 25e van de maand M aan de FOD P & O de anomalieën mee die zij eventueel heeft vastgesteld.

Indien de entiteit geen reactie geeft tegen deze datum, wordt de vooraf ingevulde tabel geacht gevalideerd te zijn door de entiteit.

De entiteit die een onvolledig ingevulde tabel ontvangen heeft vult deze aan met de ontbrekende gegevens en bezorgt de vervolledigde tabel uiterlijk de 25e van de maand M aan de FOD P & O. 4.2. Entiteiten waarvan het personeel niet betaald wordt door de CDVU Deze entiteiten ontvangen de 1e van de maand M van de FOD P & O de in te vullen tabel.

Zij vullen deze tabel volledig aan op basis van de betaalgegevens van de maand M-1 en bezorgen ze uiterlijk de 20e van de maand M aan de FOD P & O. 4.3. Rapportering De FOD P & O integreert de gegevens die hij van de entiteiten ontvangen heeft of die geacht worden gevalideerd te zijn door de entiteit, in een globaal rapport dat hij uiterlijk de 1e van de maand M+1 aan de Ministers van Ambtenarenzaken en van Begroting bezorgt. 4.4. Inwerkingtreding De maandelijkse rapportering treedt in werking vanaf de betaalgegevens van september 2012 voor de entiteiten waarvoor de FOD P & O over de gegevens van de CDVU en van de federale accountant beschikt.

Met Landsverdediging en de Federale politie zal een structurele overgang naar een maandelijkse rapportering geformaliseerd worden ten laatste op basis van de betaalgegevens van oktober 2012.

Voor de overige entiteiten zal het model van maandelijkse rapportering progressief in voege treden in functie van de functionele en technische mogelijkheden op basis van de betaalgegevens van oktober, november of december 2012 ten laatste. 5. Algemene bepalingen De entiteit maakt de ingevulde tabel ook ter informatie over aan de Inspecteur van Financiën of aan de regeringscommissaris die geaccrediteerd is bij de betrokken entiteit. Elke minister of staatssecretaris is ervoor verantwoordelijk dat de entiteit die onder zijn of haar bevoegdheid valt de gevraagde gegevens desgevallend correct in- of aanvult, valideert voor publicatie en binnen de gestelde termijn overmaakt aan de FOD P & O. Indien de indieningstermijn niet is gerespecteerd zal de betrokken minister of de staatssecretaris hiervan in kennis worden gesteld.

Indien dit initiatief niet het verhoopte resultaat oplevert zal een verslag hierover aan de Ministerraad worden voorgelegd.

De entiteiten geven zesmaandelijks eveneens een stand van zaken omtrent de tewerkstelling van personen met een handicap overeenkomstig de artikelen 3 en 5 van het koninklijk besluit van 5 maart 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/03/2007 pub. 16/03/2007 numac 2007002037 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie Koninklijk besluit tot organisatie van de werving van personen met een handicap in het federaal administratief openbaar ambt sluiten tot organisatie van de werving van personen met een handicap in het federaal administratief openbaar ambt. Hiertoe maken ze gebruik van het model van rapportering opgenomen in bijlage 3. » 2. De bijlage 2 wordt vervangen door de bijlage van deze omzendbrief. De Minister van Begroting en Administratieve Vereenvoudiging, O. CHASTEL De Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten, H. BOGAERT

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^