FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

18 JUNI 2005. - Omzendbrief PREV 28 tot wijziging van de omzendbrief van 30 mei 1996 betreffende aanvullende richtlijnen met betrekking tot de Stadswachten

Aan de Dames en Heren Burgemeesters van de steden en gemeenten met een Veiligheids- en Preventiecontract.

Ter informatie : aan de Preventieambtenaren en de Stadswachtcoördinatoren.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld In de Omzendbrief van 30 mei 1996 betreffende aanvullende richtlijnen met betrekking tot de stadswachten, in de paragraaf « De opdracht van de Stadswacht », wordt bepaald: « Arbeid tussen 18 uur 's avonds en 7 uur 's morgens, en prestaties tijdens het weekend (zaterdag en zondag) zijn enkel mogelijk mits akkoord van de stadswachter (= op vrijwillige basis). Wanneer de stadswachter bovendien ingezet wordt tussen middernacht en 5 uur 's morgens, is een uitdrukkelijke goedkeuring vereist van de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Tewerkstelling en Arbeid. (...). » (1) Het gedeelte van de hierboven vermelde paragraaf, wordt opgeheven en vervangen door de volgende tekst : « De arbeid van de stadswacht tussen 18 uur en 7 uur, evenals de prestaties in het weekend, zijn enkel mogelijk op basis van de vrijwilligheid van de stadswacht en binnen een systeem van beurtrollen. Met betrekking tot het nachtwerk (tussen middernacht en 5 uur), is de stad/gemeente verplicht het Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid voorafgaandelijk schriftelijk op de hoogte te brengen van de aard van de taken die van de stadswachten verwacht worden in het kader van dit nachtwerk.

Wij willen u eraan herinneren dat de stadswachten niet vallen onder het regime, noch de bevoegdheden hebben van de gemeentelijke veiligheidsdiensten (politie, brandweer) noch van de private veiligheidsdiensten (bewakingsfirma's). De taken van de stadswacht moeten dus, zeker in deze context, strikt beperkt worden tot die opdrachten die hen toegewezen zijn door het koninklijk besluit van 19 maart 2003 met uitzondering van het vaststellen van inbreuken voor PWA stadswachten (2). » Het avond- en nachtwerk vereist dus geen afwijkingsaanvraag meer bij het Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid, noch de uitdrukkelijke goedkeuring van de Minister van Werk en de Minister van Binnenlandse Zaken, maar enkel het voorafgaandelijk akkoord van de betrokken stadswachten en het voorafgaandelijk informeren van het Vast Secretariaat voor Preventiebeleid.

Enkel dit deel van de paragraaf uit de omzendbrief van 30 mei 1996 wordt opgeheven. De overige richtlijnen uit voornoemde omzendbrief blijven onverkort gelden.

Deze omzendbrief treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 oktober 2004.

De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota's (1) Omzendbrief van 30 mei 1996 betreffende aanvullende richtlijnen met betrekking tot de stadswacht.(2) Koninklijk besluit van 19 maart 2003;Belgisch Staatsblad van 4 april 2003 p. 17272 - 17277.