Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 15 maart 2010
gepubliceerd op 05 mei 2010

Ministeriële omzendbrief voor alle belanghebbenden

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2010024123
pub.
05/05/2010
prom.
15/03/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU


15 MAART 2010. - Ministeriële omzendbrief voor alle belanghebbenden


Mevrouw, Mijnheer, Met dit schrijven wens ik de vroedvrouwen en de belanghebbende organisaties nadere informatie te bezorgen inzake de verplichting tot het volgen van permanente bijscholing door vroedvrouwen. Deze verplichting vloeit voort uit een aantal belangrijke wijzigingen in de wet- en regelgeving terzake, met name in het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van gezondheidszorgberoepen en in het koninklijk besluit van 1 februari 1991 betreffende de uitoefening van het beroep van vroedvrouw.

Voor wat de uitoefening van het beroep van vroedvrouw betreft, werd artikel 21noviesdecies van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen immers gewijzigd door de wetten van 13 december 2006 en 1 maart 2007 en luidt voortaan als volgt : § 1. De erkenning als houder of houdster van de beroepstitel van vroedvrouw wordt van rechtswege toegekend aan de houder van een diploma van hoger onderwijs van vroedvrouw, afgeleverd door een door de bevoegde overheid erkende onderwijsinstelling of van een daarmee door de bevoegde overheid gelijkwaardig verklaard diploma. De minimale duur van de opleiding wordt vastgesteld door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad. § 2. De erkenning als houder of houdster van de beroepstitel van vroedvrouw wordt toegekend door de minister bevoegd voor de Volksgezondheid. Om de erkenning als houder of houdster van de beroepstitel van vroedvrouw te behouden, is de vroedvrouw verplicht zich door middel van permanente opleiding op de hoogte te houden van de evoluties in de verloskunde. De minimumduur en de regels van de permanente opleiding worden, op advies van de Federale Raad voor de Vroedvrouwen, door de Koning vastgesteld. § 3. De erkenning als houder of houdster van de beroepstitel van vroedvrouw kan worden ingetrokken indien de betrokkene, na een waarschuwing te hebben ontvangen, geen permanente opleiding volgt. De regels inzake intrekking van de erkenning worden, op advies van de Federale Raad voor de Vroedvrouwen, door de Koning vastgesteld. § 4. Bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu wordt een Federale Raad voor de Vroedvrouwen opgericht die tot taak heeft advies uit te brengen omtrent alle problemen van de vroedvrouwen die tot de federale bevoegdheid behoren.

Ook het koninklijk besluit van 1 februari 1991 betreffende de uitoefening van het beroep van vroedvrouw werd gewijzigd door het koninklijk besluit van 8 juni 2007 en bepaalt voortaan in artikel 9 het volgende : § 1. De houder of houdster van de beroepstitel van vroedvrouw is verplicht zich door middel van een permanente opleiding van 75 uur op vijf jaar, op de hoogte te houden van de evolutie in de domeinen van de beroepsuitoefening. De inhoud van de permanente opleiding moet worden goedgekeurd door de Federale Raad voor de Vroedvrouwen. § 2. Indien wordt vastgesteld dat de betrokkene niet beantwoordt aan de voorwaarde gesteld in § 1, dan krijgt zij/hij een waarschuwing. § 3. Indien wordt vastgesteld dat na het verstrijken van een periode van een jaar, te rekenen vanaf de waarschuwing, de betrokkene niet is begonnen met het volgen of vervolledigen van de permanente opleiding, kan haar/zijn beroepstitel na advies van de Federale Raad voor de Vroedvrouwen worden ingetrokken. § 4. De controle op de naleving van dit artikel gebeurt door de minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort.

Zoals blijkt uit dit artikel moet de Federale Raad voor de Vroedvrouwen de inhoud van de opleidingen gevolgd in het kader van de permanente opleiding goedkeuren, wat tot doel heeft om de controle op de naleving van deze voorwaarde inzake permanente opleiding te vergemakkelijken.

De permanente opleidingen, die werden gevolgd in het kader van de uitoefening van uw beroep in de periode vanaf 30 juli 2007 tot op de datum van dit schrijven, zullen op basis van aanwezigheidsattesten in aanmerking komen. Iedere vroedvrouw dient deze attesten te bewaren in het licht van een eventuele controle.

Vanaf de datum van dit schrijven moet het programma van elke opleiding, studiedag, congres, e.a. bijgevolg aan de hand van bijgevoegd registratieformulier door de organisator ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Federale Raad voor de Vroedvrouwen.

Indien een opleiding wordt gevolgd waarvoor geen aanvraag werd ingediend bij de Federale Raad voor de Vroedvrouwen, moet de vroedvrouw zelf een aanvraag tot goedkeuring indienen.

De formulieren en de programma's moeten worden toegezonden op volgend adres : Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer Dienst Gezondheidsberoepen Federale Raad voor de Vroedvrouwen Eurostation Victor Hortaplein 40, bus 10 1060 Brussel Wanneer de Federale Raad voor de Vroedvrouwen een beslissing heeft genomen met betrekking tot de goedkeuring van de opleiding, zal de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, de instantie die deze opleiding organiseert op de hoogte brengen van deze beslissing. De instanties kunnen vervolgens de beslissing meedelen aan de vroedvrouwen die de permanente opleiding volgden of zullen volgen.

Door de concrete toepassing en uitvoering van de wet- en regelgeving wil ik ertoe bijdragen dat de vroedvrouwen door het volgen van permanente bijscholingen op de hoogte blijven van de wetenschappelijke evoluties binnen hun discipline.

Met de meeste hoogachting, De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid belast met Maatschappelijke Integratie, Mevr. L. ONKELINX Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^