Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 15 juni 2000
gepubliceerd op 04 juli 2000

Omzendbrief betreffende de vernieuwing van de provincie- en gemeenteraden op 8 oktober 2000. - Gevolgen ten opzichte van de beslissingen genomen door de provincies en gemeenten van juli tot respectievelijk oktober of december 2000 en door de intercommunales van januari tot en met juli 2001

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2000027267
pub.
04/07/2000
prom.
15/06/2000
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST


15 JUNI 2000. - Omzendbrief betreffende de vernieuwing van de provincie- en gemeenteraden op 8 oktober 2000. - Gevolgen ten opzichte van de beslissingen genomen door de provincies en gemeenten van juli tot respectievelijk oktober of december 2000 en door de intercommunales van januari tot en met juli 2001


Aan de Heren Gouverneurs Aan de Dames en Heren Leden van de Bestendige Deputatie Aan de Dames en Heren Burgemeesters en Schepenen Aan de Dames en Heren Voorzitters van de Intercommunales Ter kennisgeving aan : de Dames en Heren Griffiers en Provincieontvangers de Dames en Heren Secretarissen en Gemeenteontvangers de Dames en Heren Secretarissen van de Intercommunales Dames en Heren, Op 8 oktober 2000 vinden de provincieraadsverkieziengen samen met de gemeenteraadsverkiezingen plaats. De organen van de intercommunales zullen in de loop van het eerste kwartaal 2001 vernieuwd worden.

In mijn omzendbrieven van 30 september 1999 betreffende respectievelijk de begroting 2000 van de provincies van het Waalse Gewest en de begroting 2000 van de gemeenten van het Waalse Gewest, met uitzondering van de Duitstalige gemeenten had ik erop gewezen dat de bestaande plaatselijke besturen hun volle bevoegdheden bewaren tot de vestiging van de nieuwe mandaathouders. Een zekere voorzichtigheid zal evenwel aan de dag moeten worden gelegd tijdens de periode die rechtstreeks aan de verkiezingen voorafgaat en tot de vestiging van de nieuwe raden.

De nodige continuïteit van de openbare dienst houdt in dat de huidige gemeenteraden de begrotingen en fiscale regelingen voor 2001 goedkeuren.

Bepaalde beslissingen zullen nochtans een weerslag na het lopende begrotingsjaar kunnen hebben, moeten niet dringend worden genomen of zijn niet onmiddellijk onontbeerlijk. Hierbij denk ik in het bijzonder aan de beslissingen over het personeel of het patrimonium.

Ik ben van mening dat het voor de vrijwaring van het algemeen belang passend is om die beslissingen uit te stellen zodat de raden die na de verkiezingen samengesteld zullen worden niet voor een voldongen feit worden gesteld en hun volle bevoegdheden voor deze aangelegenheden bewaren.

Bijgevolg wens ik uw aandacht erop te vestigen dat iedere beslissing van de executieven alsmede van de provincie- en gemeenteraden genomen tussen 8 juli 2000 en respectievelijk 19 oktober 2000 of 31 december 2000 geval per geval, in het licht van bovenvermelde aanbevelingen onderzocht moet worden en met voldoende redenen omkleed moet zijn.

Hierbij vormt de naleving van de bepalingen van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen slechts een minimumdrempel.

Hoewel de toestand van de intercommunales niet in bovenvermelde omzendbrieven behandeld kon worden, gelden dezelfde principes voor de algemene vergaderingen en raden van bestuur van deze vennootschappen.

De sperperiode zal wat hen betreft evenwel op 1 januari 2001 beginnen en uiterlijk op 30 juni van hetzelfde jaar eindigen.

Ik verzoek de toezichthoudende overheden erom deze aanbevelingen na te laten leven.

Met de meeste hoogachting.

Namen, 15 juni 2000.

De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, J.-M. Severin.

^