gepubliceerd op 03 oktober 2012
Omzendbrief betreffende de wijzigingen van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek door de ordonnantie van 12 juli 2012 tot wijziging van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek en de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming
MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
14 SEPTEMBER 2012. - Omzendbrief betreffende de wijzigingen van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek door de ordonnantie van 12 juli 2012 tot wijziging van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek en de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming
Dames en Heren Burgemeesters en Schepenen, Deze omzendbrief heeft als doel informatie te geven over de nieuwe wijzigingen aan het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek door de ordonnantie van 12 juli 2012. 1. Betreffende de verzending van de kiezerslijst 1.1. Verzending van de kiezerslijst aan de politieke partijen die een lijst indienen De politieke partijen die een kiezerslijst aanvragen, dienen er zich schriftelijk toe te verbinden om een kandidatenlijst op gemeentelijk niveau in te dienen. Het is logisch dat de partijen dergelijke verbintenis dienen aan te gaan aangezien de kiezerslijst kan verzonden worden vanaf het moment dat deze is opgemaakt, dus vooraleer de partijen effectief hun kandidatenlijst hebben ingediend voor de verkiezingen in de gemeente waarvan ze de kiezerslijst vragen.
Opmerking : de term partij omvat elke kandidatenlijst.
Ik wil er u tevens aan herinneren dat de partij waaraan de kiezerslijst is overgemaakt, maar die evenwel geen lijst in de gemeente in kwestie indient, geen gebruik meer kan maken van deze lijst op straffe van strafsancties. 1.2. Verzending van de kiezerslijst aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering Het gemeentebestuur dient twee exemplaren van de kiezerslijst te zenden aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering. Deze verzending gebeurt elektronisch volgens een vastgesteld formaat dat wordt gedefinieerd door een besluit van de Regering. Deze verzending aan de Regering heeft tot doel de controle op potentiële dubbele inschrijvingen mogelijk te maken. 2. Onverenigbaarheid voor de getuigen van partijen tijdens de kiesverrichtingen De politieke partijen kunnen getuigen aanduiden om te assisteren bij de kiesverrichtingen in de stembureaus en hoofdbureaus.Er werden reeds onverenigbaarheden voorzien tussen sommige functies (minister, staatssecretaris, parlementslid, burgemeester, schepen en O.C.M.W.-voorzitter) en de functie van getuige in een stembureau. Deze onverenigbaarheden gelden vanaf nu eveneens voor de getuigen die worden aangeduid in de hoofdbureaus. 3. Betreffende een vacante zetel in de gemeenteraad De toepasselijke regels voor de aanwijzing van een opvolger in geval van een vacante zetel in de gemeenteraad worden verduidelijkt.Artikel 58, § 2, van het BGKWB bepaalt het volgende : « § 2. Het gemeenteraadslid dat afziet van zijn mandaat, dat ontzet wordt uit zijn mandaat, dat ontslag heeft genomen of dat overleden is, wordt vervangen door de opvolger die zich in nuttige rangorde bevindt, benoemd overeenkomstig de eerste paragraaf van dit artikel. Bij gebreke aan een opvolger, wordt een vacante zetel in de raad voorzien volgens de regels vastgesteld door artikel 56, vierde lid. » Krachtens artikel 56, vierde lid, van het BGKWB, indien een lijst meer zetels verkrijgt dan zij kandidaten telt, worden de niet toegekende zetels gevoegd bij die welke aan de overige lijsten toekomen; de verdeling over deze lijsten geschiedt door het imperialisysteem. De vacante zetel komt dus toe aan een opvolger van een andere lijst en om uit te maken welke lijst, dient de initiële berekeningswijze gevolgd te worden. 4. Verzending van documenten van het hoofdbureau aan het Rechtscollege Het Rechtscollege is belast met de validatie van de verkiezingen en met de uitspraken over de klachten terzake. Krachtens artikel 60 van het BGKWB centraliseert het de documenten van de stembureaus en hoofdbureaus (het proces-verbaal van de verkiezing, staande de vergadering opgemaakt en ondertekend door de leden van het hoofdstembureau en door de getuigen, de processen-verbaal van de verschillende bureaus, de stembiljetten en de andere stukken bedoeld in het laatste lid van de artikelen 46 en 52, alsmede de akten van voordracht en van bewilliging der kandidaten en van aanwijzing der getuigen). Deze verschillende documenten dienen dus overgemaakt te worden door de voorzitter van het hoofdbureau aan de voorzitter van het Rechtscollege op het volgend adres : Eikstraat 22, 1000 Brussel. 5. Bescherming van letterwoorden en logo's van kandidatenlijsten 5.1 Gebruik van een gemeenschappelijk volgnummer zonder gebruik van het beschermd letterwoord of logo Het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek voorziet de mogelijkheid voor de kandidatenlijsten om een gemeenschappelijk volgnummer te gebruiken dat reeds werd toegekend aan een politieke partij die haar letterwoord of logo op gewestelijk niveau heeft laten beschermen. Dit kan zelfs wanneer de lijst op gemeentelijk niveau het op het gewestelijk niveau beschermd letterwoord of logo niet of slechts gedeeltelijk gebruikt.
De lijst waarvan het letterwoord of logo verschilt van deze dat op gewestelijk niveau werd beschermd, maar toch gebruik wenst te maken van het gemeenschappelijk volgnummer dat eraan verbonden is, dient bij de voordracht van de kandidaten een verklaring van een ter beschikkingstelling van het gemeenschappelijk volgnummer te voegen.
Deze verklaring dient te worden opgesteld door de persoon die op het niveau van het administratief arrondissement werd aangesteld door de politieke partij waaraan het gemeenschappelijk volgnummer werd toegekend. Het is vanzelfsprekend dat de partij die een gemeenschappelijk nummer heeft verkregen, het slechts kan ter beschikking stellen van één lijst per gemeente en dat hij afziet om een lijst in te dienen die het letterwoord gebruikt dat werd beschermd in de gemeenten waar hij zijn gemeenschappelijk volgnummer heeft afgestaan. 5.2 Specifieke bepalingen betreffende de letterwoorden of logo's die eerder werden gebruikt Artikel 22bis, § 4, vierde lid van het BGKWB bepaalt het volgende : « Behalve wanneer het gaat over het gebruik van een letterwoord met de vermelding « LB » of « burgemeester », weigert de voorzitter van het hoofdbureau ook ambtshalve het gebruik van ieder niet- beschermd letterwoord of logo, dat gebruikt geweest is tijdens de vorige gemeenteraadsverkiezingen, wanneer de akte van voordracht van kandidaten die zich beroepen op dat letterwoord of logo niet ondertekend is door twee derde van de personen die tijdens de vorige gemeenteraadsverkiezingen gekozen werden op de lijst die van dat letterwoord of logo gebruikgemaakt heeft. Er wordt alleen rekening gehouden met de gekozenen die opnieuw kandidaat zijn en met de lijsten die ten minste drie gekozenen telden bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen in de desbetreffende gemeente. Het in het derde lid bedoelde quotiënt van twee derde wordt afgerond naar de hogere eenheid wanneer de eerste decimaal groter dan of gelijk aan 5 is. ».
De voorzitter van het hoofdbureau dient een letterwoord of logo dat in de gemeente werd gebruikt bij een vorige gemeenteraadsverkiezing te weigeren, zelfs wanneer deze niet werd beschermd of verboden op gewestelijk niveau, indien de lijst niet het akkoord heeft verkregen van twee derde van de personen die tijdens de vorige gemeenteraadsverkiezingen gekozen werden op de lijst die van dat letterwoord of logo gebruikgemaakt heeft. Enkel de lijsten die minstens drie gekozenen telden bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen vallen onder deze maatregel. Bovendien wordt er bij de berekening van het aantal noodzakelijke ondertekenaars alleen rekening gehouden met de gekozenen die opnieuw kandidaat zijn. Bijvoorbeeld : indien de lijst tijdens de vorige verkiezingen 9 verkozenen had, maar daarvan enkel 7 van deze verkozenen opkomen, dient men de handtekening verkrijgen van minstens 5 van de 7 verkozenen die opnieuw kandidaat zijn (2/3 van 7 = 4.66, het quotiënt wordt afgerond naar de hogere eenheid wanneer de eerste decimaal groter of gelijk is dan 5).
De gemeente moet dus tijdig aan de voorzitter van het hoofdbureau een document overmaken met alle opgekomen lijsten bij de vorige verkiezingen met vermelding van hun letterwoord alsook de opsomming van de verkozenen voor elk van deze lijsten.
De Minister-President, Ch. PICQUE