MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

14 JUNI 2001. - Omzendbrief ter verduidelijking van het besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 27 januari 1998 tot toekenning van toelagen aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in het kader van de inschakeling van bestaansminimumtrekkers in het arbeidsproces

Ter attentie van de Dames en Heren O.C.M.W.-Voorzitters (Voor informatie aan de Heren Provinciegouverneurs) Mevrouw de Voorzitter, Mijnheer de Voorzitter, Op 14 juni 2001 heeft de Waalse Regering een besluit goedgekeurd waarbij het besluit van 27 januari 1998 tot toekenning van toelagen aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in het kader van de inschakeling van bestaansminimumtrekkers in het arbeidsproces wordt gewijzigd (afschrift als bijlage).

Bij deze omzendbrief worden u enerzijds de bij het besluit van 14 juni 2001 doorgevoerde wijzigingen uiteengezet en anderzijds de regeling meegedeeld voor het uitvoeren van het nieuwe artikel 4 met betrekking tot de aanvullende toelage voor het personeel dat belast is met de begeleiding en de opvolging van de inschakelingsdossiers van de in dienst genomen personen. 1. Gerechtigden : begripsomschrijving Tot nu toe waren de toelagen die in het kader van het besluit van 27 januari 1998 werden gestort, bestemd voor het in dienst nemen van bestaansminimumtrekkers. Vanaf heden kan een toelage worden verleend voor het in dienst nemen van een persoon die recht heeft op een bedrag als maatschappelijke dienstverlening dat overeenstemt met het bestaansminimum indien die persoon ofwel in het bevolkingsregister ofwel in het vreemdelingenregister ingeschreven is en een onbeperkte verblijfsvergunning heeft gekregen en op grond van zijn staatsburgerschap geen recht heeft op het bestaansminimum. 2. Terbeschikkingstelling Vroeger kon een O.C.M.W. een toelage krijgen indien het een gerechtigde met een arbeidsovereenkomst in dienst nam en die persoon ter beschikking stelde van een derde indien die derde een gemeente was, of een vereniging zonder winstoogmerk, een intercommunale met een maatschappelijk, cultureel of ecologisch doel, een vennootschap met een sociaal oogmerk zoals bedoeld in artikel 164bis van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen, een ander O.C.M.W., een vereniging in de zin van hoofdstuk XII van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn of een openbaar ziekenhuis dat van rechtswege aangesloten is bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten of bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid.

Vanaf heden kunnen personen die door het O.C.M.W. in dienst worden genomen, eveneens ter beschikking worden gesteld van partners die een overeenkomst hebben ondertekend met het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn op grond van bovenbedoelde wet van 8 juli 1976. 3. Looptijd van de toelage Wat de looptijd van de toelage betreft, werden er volgens het besluit van 27 januari 1998 twee gevallen onderscheiden : in het eerste geval werd een gerechtigde rechtstreeks door het O.C.M.W. in dienst genomen en in zijn eigen diensten te werk gesteld of ter beschikking gesteld van een vereniging, een vennootschap of een overheid zoals bedoeld onder punt 2 : dan liep de toelage over hoogstens 15 maanden; in het tweede geval sloot een O.C.M.W. voor de gerechtigde een overeenkomst af zodat hij te werk kon worden gesteld in een privé-bedrijf : dan liep de toelage over hoogstens één jaar.

Vanaf heden loopt de toelage hoogstens over 18 maanden. Overigens wordt de toelage hoe dan ook beperkt tot de periode die nodig is om de in dienst genomen persoon in aanmerking te laten komen voor werkloosheidsuitkeringen. 4. Tewerkstelling in de sociale economie met het oog op sociale inschakeling en invoeginterim Rekening houdend met het feit dat de kredieten waarin deze regelgeving voorziet streng beperkt zijn, heeft de Regering het gepast geacht om de O.C.M.W.'s van de toelagen gebruik te laten maken voor de meest behoeftige personen en bijgevolg niet voor personen die reeds onder een andere tewerkstellingsprogramma vallen.

Overeenkomstig het wijzigingsbesluit van 14 juni 2001 komen personen die van de hiernavolgende maatregelen genieten, niet in aanmerking voor de tewerkstellingstoelage : toepassing van het koninklijk besluit van 21 december 2000 tot toekenning van een verhoogde staatstoelage aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor specifieke initiatieven, gericht op sociale inschakeling, binnen de sociale economie; toepassing van afdeling II van hoofdstuk XI van de wet van 12 augustus 2000 houdende sociale, budgetaire en diverse bepalingen, met betrekking tot de invoeginterim. 5. Bedrag van de toelage In toepassing van artikel 3 van het voormalig besluit van 27 januari 1998 verschilde het bedrag van de toelage naar gelang van het statuut van de tewerkgestelde persoon. Vanaf heden geldt voor elke persoon hetzelfde toelagebedrag, namelijk 9 000 frank per maand. 6. Wijziging verblijfplaats Overeenkomstig het wijzigingsbesluit van 14 juni 2000 behoudt het O.C.M.W. de toelage indien de werknemer zich in een andere gemeente vestigt tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. 7. Aanvullende toelagen voor personeelsopleiding 7.1. Bij het wijzigingsbesluit van 14 juni 2001 heeft de Regering voorzien in een aanvullende toelage van 2 500 frank per personeelslid en per opleidingsdag voor het O.C.M.W.-personeel dat belast is met de begeleiding en de opvolging van de inschakelingsdossiers van de in dienst genomen personen. De jaarlijkse toelage wordt per personeelslid beperkt tot hoogstens 25 000 frank.

Daartoe werd in een afzonderlijk budget voorzien dat verschilt van het budget voor de toekenning van de hoofdtoelagen met betrekking tot het in dienst nemen van de gerechtigden bedoeld onder punt 1 van deze omzendbrief.

Daar de aanvullende toelagen slechts beperkt toegekend kunnen worden gezien de beschikbare begrotingskredieten, moeten de verdelingsregels van het jaarlijkse budget dat de Regering vaststelt met het oog op een gelijke behandeling van alle O.C.M.W.'s worden bepaald.

Zo heb ik beslist om voor elk O.C.M.W. 2 % voor te behouden van het voorschot op alle hoofdtoelagen die elk O.C.M.W. toegekend werd tijdens het jaar vóór het jaar waarin de opleidingen werden gevolgd.

Bijgevolg is het totaalbedrag van de aanvullende toelagen gelijk aan het veelvoud van 2 500 dat hoger ligt dan het bedrag dat verkregen werd door die 2 % te berekenen.

Voorbeeld : indien een O.C.M.W. een voorschot van 512 000 frank kreeg tijdens het voorgaande jaar, heeft het recht op vijf aanvullende toelagen (2 % van 512 000 is immers gelijk aan 10.240 en het veelvoud van 2 500 dat hoger ligt dan het bedrag van 10 240 is vijf).

De jaarlijkse aanvullende toelage wordt in één keer uitbetaald na overlegging van alle bewijsstukken in verband met de gedane uitgaven. 7.2. De opleidingen die in aanmerking komen voor de toekenning van de toelage, moeten gegeven worden door de centra die erkend zijn door de coördinator van de trajectbegeleiding voor werkzoekenden.

Bij wijze van overgangsmaatregel en in afwachting van de inwerkingtreding van het decreet ter organisatie van de toekomstige openbare werkgelegenheidsdienst is het beheerscomité van de FOREm bevoegd voor het verlenen van erkenningen voor opleiders.

De lijst van de erkende opleiders kan worden bekomen bij mijn medewerker, de heer D. Gruselin (kabinet van de minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, rue des Brigades d'Irlande 4, in 5100 Jambes, tel. : 081-32 34 13) of bij mijn bestuur, de heer G. Escouflaire (Directoraat-generaal Sociale Actie en Gezondheid, avenue Gouverneur Bovesse 100, in 5100 Jambes, tel. : 081-32 72 11).

Voor inlichtingen kunt u ook terecht bij de heer J. Maesschalck, adjunct-administrateur-generaal van de FOREm (boulevard Tirou 104, in 6000 Charleroi, tel. : 071-20 66 11). 8. Inwerkingtreding De nieuwe bepalingen die in deze omzendbrief uiteen werden gezet, treden in werking op 1 juli 2001. Bij wijze van overgangsmaatregel zijn ze niet van toepassing op aanvragen voor toelagen in verband met arbeidsovereenkomsten waarvan de uitvoering zijn aanvang neemt vóór bedoelde datum.

Namen, 14 juni 2001.

De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. Detienne