FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

13 MEI 2003. - Omzendbrief GPI 38 betreffende het tweejaarlijkse karakter van de Zonale Veiligheidsplannen

Aan Mevrouw en de Heren Provinciegouverneurs, Aan Mevrouw de Gouverneur van het Administratief Arrondissement Brussel-Hoofdstad, Aan de Dames en Heren Burgemeesters, Aan de Dames en de Heren Korpschefs van de lokale politie, Ter informatie : Aan de Dames en Heren Arrondissementscommissarissen, Aan de Commissaris-generaal van de federale politie, Aan de Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid, Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie van de lokale politie.

Deze omzendbrief beoogt het meedelen van de wetswijziging, aangebracht aan artikel 36 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, en van hun implicaties.

Krachtens de wet van 10 april 2003 zullen de Zonale Veiligheidsplannen (ZVP) voortaan, in navolging van het Nationale Veiligheidsplan, voor twee jaar gelden. Het volgende Zonaal Veiligheidsplan wordt dus verwacht voor het jaar 2005-2006.

Deze wijziging heeft ook gevolgen voor de indiening van de Actieplannen. Er worden aan de zones meerdere mogelijkheden geboden om de verandering op te nemen : De zones die hun Actieplan voor 2003 al binnengebracht hebben, of de zones die op het punt staan ze binnen te brengen, kunnen : * Ofwel een tweede voor het jaar 2004 voorbereiden, het reeds binnengebrachte of pas opgestuurde Plan zal enkel voor het jaar 2003 gelden * Ofwel hun Plan 2003 annuleren en een nieuw opstellen dat voor de jaren 2003 en 2004 geldig is Ter herinnering wordt de voorzitter van de zonale veiligheidsraad uitgenodigd om de actieplannen die definitief goedgekeurd zijn, over te maken aan de Directie van de relaties met de lokale politie.

De actieplannen 2003-2004 moeten rekening houden met het nieuwe Nationale Veiligheidsplan 2003-2004 en, indien nodig, aangepast worden om een zekere coherentie tussen hen te kunnen blijven verzekeren. Dat proces zal kunnen gerealiseerd worden, in voorkomend geval, via de uitwerking van nieuwe actieplannen.

Laten we verduidelijken dat elk nieuw plan, zover mogelijk, eveneens rekening moet houden met de realiteit en de veranderingen die in de omgeving van de zone voorgekomen zijn. Daartoe zijn tussentijdse evaluaties van de actieplannen die nu in uitwerking zijn, essentieel.

Het betreft, voor de zones, om een permanente monitoring van de situatie om zich het best aan een omgeving, die constant in evolutie is, aan te passen.

Herinneren wij er ons ook aan dat het voor het leiden van een coherent politiebeleid, de projecten genoemd in het eerste ZVP geen dode letter mogen blijven. De belangrijkste stap in de cyclus is zonder enige twijfel de uitvoering van de actieplannen. De zones worden dus uitgenodigd om dit jaar het accent te leggen op de operationele stap.

Bovendien is het eveneens belangrijk dat de uitvoeringsfase gepaard gaat met een periodiek evaluatieproces binnen de raad zonale veiligheid. Wat, indien nodig, de aanpassingen zou moeten mogelijk maken om zo goed mogelijk te kunnen « kleven » aan de realiteit.

Laten we tenslotte verduidelijken dat de goedkeuringsprocedure voor de Zonale Veiligheidsplannen weldra ook aangepast zal worden, op basis van de evaluatie van de aanvankelijke procedure. De huidige instructies hebben bijgevolg slechts betrekking op het jaar 2003. Te zijner tijd zullen verdere meer gedetailleerde omzendbrieven volgen.

De Minister van Binnenlandse Zaken A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN