Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 10 oktober 2006
gepubliceerd op 13 oktober 2006

Omzendbrief betreffende de inzage en bekendmaking van de bezwaren bedoeld in artikel 74 van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2006031522
pub.
13/10/2006
prom.
10/10/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST


10 OKTOBER 2006. - Omzendbrief betreffende de inzage en bekendmaking van de bezwaren bedoeld in artikel 74 van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek


Aan Mevrouw de Gouverneur Aan Mijnheer de Voorzitter van het Rechtscollege Aan Mijnheer de Secretaris van dit college Aan Dames en Heren Burgemeesters Aan Dames en Heren Gemeentesecretarissen Dames en heren, Ik wens u te herinneren aan de draagwijdte van artikel 10, eerste lid, 5°, van het koninklijk besluit van 6 september 1988 tot vaststelling van de nadere regels voor de werking van het College van Provinciegouverneurs ingesteld bij artikel 131bis van de provinciewet.

Deze bepaling behelst een afwijking van artikel 5 van het koninklijk besluit van 17 september 1987 betreffende de procedure voor het rechtscollege in de gevallen waarin deze een rechtsprekende taak vervult.

Het laatste lid van genoemd artikel 10 van het koninklijk besluit van 6 september 1988 bepaalt dat, met inachtneming van het voorbehoud gemaakt in 2° en 5° van het eerste lid (dit is bedoelde afwijking), het koninklijk besluit van 17 september 1987 eveneens van toepassing is op de beroepen waarvoor het Rechtscollege bevoegd gebleven is wanneer zij als rechtscollege optreedt in geschillen omtrent de verkiezingen voor de gemeente of voor het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.

Dit betekent dat artikel 10, eerste lid, 5°, van voornoemd koninklijk besluit van 6 september 1988 van toepassing is voor alle gemeenten en O.C.M.W.'s van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.

Overeenkomstig deze bepaling bezorgt de secretaris van het rechtscollege, telkens een bezwaar op basis van artikel 74, § 1, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek of een bezwaar dat steunt op een overtreding van de regels betreffende de verkiezingsuitgaven op basis van artikel 74, § 2 of § 3, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek wordt ingediend, een afschrift van het verzoekschrift aan de burgemeester van de gemeente, om het gedurende zes werkdagen neer te leggen op het gemeentesecretariaat, waar eenieder elke werkdag gedurende ten minste drie uren inzage en afschrift kan nemen; binnen drie werkdagen na ontvangst van het verzoekschrift wordt in het Belgisch Staatsblad een bericht opgenomen waarin, voor ieder ingesteld beroep, de naam van de verzoeker en de betrokken gemeente worden vermeld. Het bericht deelt mede dat eenieder op het gemeentesecretariaat inzage kan nemen van het verzoekschrift. Zodra hij het verzoekschrift heeft ontvangen, brengt de burgemeester dit ter kennis van het publiek door middel van een in de gewone vorm bekendgemaakt bericht, dat ook de uren van inzage opgeeft. Het bericht blijft gedurende de dagen van inzage aan het gemeentehuis aangeplakt.

De duur van de aanplakking blijkt uit een door burgemeester en secretaris ondertekend attest dat dadelijk na het verstrijken van de termijn van aanplakking aan het rechtscollege wordt gezonden. Ieder belanghebbende is gerechtigd om onder een ter post aangetekende omslag een memorie te sturen naar het rechtscollege binnen acht dagen na de eerste dag van de aanplakking van voormeld bericht.

De Minister-President, Ch. PICQUE

^